(homepagina)

EXO-Vaticana (Deel 6)

20 januari 2013

DEEL 6: ZIJN 'ZE' BEZIG MET 'HUN'?

Incubi, Succubi, Demonen, en de Wachters

Door Tom Horn & Cris Putnam

()

Op basis van de feiten in de vorige afleveringen, zijn we dit deel van het onderzoek begonnen met te zeggen dat de vraag niet is of mensen waren, kunnen, of worden gehybridiseerd, maar of alien/demon-vertegenwoordigers zijn betrokken bij het proces.

Vandaag de dag lijkt, wat sommigen noemen de "ontvoering door buitenaardse wezens", waarin naar verluidt een teeltprogramma bestaat dat zal resulteren in buitenaardse/menselijke hybriden, een eigentijdse hervertelling van een soortgelijk DNA afnemen en genetische manipulatie door die mysterieuze wezens, genaamd "Wachters", waarvan we de genetische modificatie-activiteiten al hebben besproken.

In zijn boek, Confrontations—A Scientist’s Search for Alien Contact, stelde de hoog aangeschreven UFO-onderzoeker Dr Jacques F. Vallee ooit: "Contact met aliens [vreemdelingen] is slechts een moderne uitbreiding van de eeuwenoude traditie van het contact met niet-menselijke geesten, in de vorm van engelen, demonen, elfen, en sylfen" [i] Later, heeft Vallee nadrukkelijker gewezen op de werkzame krachten achter deze "aliens" als gelijkwaardig aan de gevallen Wachter-engelen in de dagen van Noach:

Zijn deze rassen alleen semi-menselijke, zodat ze contact kunnen onderhouden met ons, en een kruising nodig hebben met mannen en vrouwen van onze planeet? Is dit de oorsprong van de vele verhalen en legendes, waarin de genetica een grote rol speelt: de symboliek van de Maagd in het occultisme en religie, de sprookjes met mensenverlossers en kanalen, de seksuele ondertoon van de vliegende schotel rapporten, de bijbelse verhalen van de gemengde huwelijken tussen de engelen van de Heer en de aardse vrouwen, wier nakomelingen reuzen waren? [ii]

Een andere zeer gerespecteerd en veel geciteerd UFO-onderzoeker, John Keel, sprak in dezelfde toon toen hij zei over de Operatie Paard van Troje:

Demonologie is niet zomaar een bizar-ologie. Het is de oude en wetenschappelijke studie van de monsters en demonen, die schijnbaar naast elkaar hebben bestaan met de mens door de geschiedenis heen... De manifestaties en gebeurtenissen in deze imposante literatuur zijn vergelijkbaar, zo niet geheel identiek aan het UFO-fenomeen zelf. Slachtoffers van demonomania [bezetenheid] hebben te lijden gehad aan precies dezelfde medische en emotionele symptomen als de UFO-contacten'... De duivel en zijn demonen kunnen volgens de literatuur zich manifesteren in bijna elke vorm en kunnen zich fysiek imiteren van engelen tot gruwelijke monsters met gloeiende ogen. Vreemde voorwerpen en entiteiten materialiseren en dematerialiseren zich in deze verhalen, net als de UFO's en hun prachtige inzittenden verschijnen en verdwijnen, gaan door muren, bij het uitvoeren van allerlei bovennatuurlijke prestaties. [iii]

Universitair hoofddocent in de psychologie Elizabeth L. Hillstrom was nog stelliger in vergelijkingen tussen "vreemde" ervaringen en historische demonische activiteit, onder vermelding van haar boek Testing the Spirits met een indrukwekkende lijst van wetenschappers uit verschillende disciplines, en concludeerde dat de overeenkomsten tussen ET en de demonen hoogstwaarschijnlijk geen toeval is. Hillstrom citeert autoriteiten van de eerste rang, waaronder Pierre Guerin, een wetenschapper verbonden aan de Franse Nationale Raad voor Wetenschappelijk Onderzoek, die gelooft dat "De moderne UFO-nauten en de demonen uit het verleden waarschijnlijk identiek zijn" [iv] ; en veteraan-onderzoeker John Keel, die denkt dat "De UFO manifestaties, over het algemeen slechts kleine variaties van het eeuwenoude demonologische fenomeen lijken te zijn." [v] Harvard psychiater en Pulitzer Prize-winnaar John Mack, die zijn carrière riskeerde toen hij aankondigde dat het fenomeen 'ontvoering' heel erg reëel is, zijnde een aanval van zogenaamd spirituele aard. Het volgende is een huiveringwekkende fragment uit Mack's Passport naar de Cosmos:

Sommige ontvoerden voelen dat het lijkt of bepaalde wezens hun zielen van hen weg willen nemen. Greg vertelde me dat de angst in zijn ontmoetingen met een aantal reptielachtige wezens zo intens was, dat hij vreesde te worden afgescheiden van zijn ziel. "Als ik zou worden gescheiden van mijn ziel," zei hij, "zou ik geen gevoel meer hebben. Ik denk dat heel mijn bewustzijn zou weggaan. Ik zou ophouden te bestaan. Dat zou het ergste zijn wat iemand met mij kan doen." [vi]

Mack vermelde pagina na pagina van dit transparante demonische fenomeen. Een ander slachtoffer beschreef haar afschuw door te zeggen: "Ik wist instinctief dat wat dat ding naast me ook was, dat het in mij wilde varen. Gewoon bezig te wachten om in mij te varen." [vii] Natuurlijk, dit duidt op demonische bezetenheid, maar tegen de bewijzen in, stuurde Mack's naturalistische wereldbeeld hem naar de buitenaardse hypothese. In tegenstelling hiermee verbindt Vallee de punten: "Het 'medische onderzoek', waarvan tegen ontvoerden wordt gezegd waar ze aan worden blootgesteld, ging vaak vergezeld van sadistische seksuele manipulatie, dat doet denken aan de middeleeuwse verhalen van ontmoetingen met demonen" [viii] Met dit soort typeringen afkomstig van de seculiere geleerden, moet het geen verrassing zijn dat we ook dit UFO/ET-fenomeen verbinden met demonische activiteit.

Incubi, Succubi, Daemons, en de wachters

()

In tegenstelling tot de "demonen" van het latere joods-christelijke geloof, geeft de Franse UFO-onderzoeker, Aime Michel (1919-1992), de voorkeur aan de demonen van vroegere Griekse oudheid als de daders in de UFO- en ET-activiteiten. Het verschil tussen wat de meeste mensen zich vandaag de dag indenken als een demon (een onlichamelijk, kwaadaardige geest die kan verleiden, kwellen, of beschikken over een mens) en de demonen van de oude Griekse hellenistische religie en filosofie, is dat demonen lichamelijk waren (hoewel vaak onzichtbaar en samengesteld van materiaal, anders dan menselijke of dierlijke genetica) en goed (eudoaemons) of slecht (cacodaemons) kunnen zijn. Eudoaemons (ook wel agathodaemons) werden soms geassocieerd met welwillende engelen, de geesten van dode helden, of bovennatuurlijke wezens die bestaan tussen de stervelingen en goden (zoals in de leer van de priesteres Diotima aan Socrates in Plato's Symposium), terwijl cacodaemons geesten waren van het kwaad of de kwaadwilligheid, die mensen kon pijnigen met mentale, fysieke en spirituele kwalen. (In de psychologie, cacodemonia of cacodemomania is er het pathologische geloof waarin de patiënt ervan overtuigd is dat hij/zij wordt bewoond of bezeten door een boze entiteit of boze geest.) Deze afbakening, en de mogelijke geestelijke en lichamelijke gevolgen op de mens, kwam tot uiting in de werken van de Italiaanse Franciscaner theoloog, exorcist en adviseur van de Hoge Heilige Congregatie van de Romeinse en Universele Inquisitie in Rome, Ludovico Maria Sinistrari (1622-1701). Sinistrari, die werd beschouwd als een expert betreffende seksuele zonden, schreef uitgebreid over personen die worden beschuldigd van amoureuze relaties met demonen. Zijn werk, De daemonialitate, et incubis et succubis, kan vandaag de dag worden beschouwd als een van de vroegste beschrijvingen van wat anders zou kunnen worden genoemd: "ontvoering door buitenaardse wezens" die resulteert in hybride nakomelingen, omdat de incubi en succubi naar de mening Sinistrari's noch boze geesten, noch gevallen engelen waren, maar lichamelijke wezens "gemaakt halfweg tussen mensen en engelen." [ix] Sinistrari vond dat monniken en nonnen van bijzonder belang waren voor de incubi/succubi, vermoedelijk als gevolg van opgehoopte seksuele frustraties als gevolg van het celibaat, wat hen tot gemakkelijke doelwitten maakten. (Waardoor men zich kan afvragen wat de vereerde St. Cecilia werkelijk bedoelde toen ze zei tegen Valeriaan: "Er is een geheim, Valeriaan, wat ik jullie wil vertellen. Ik heb als minnaar een engel van God, die angstvallig waakt over mijn lichaam." [x]). Fysiek bewijs, met inbegrip van sperma, ter plekke achtergelaten, na geslachtsgemeenschap met de fantomen was vaak overvloedig, wat de mogelijkheid uitsluit om bij ten minste een aantal gevallen dat wat gebeurde slechts psychologisch was. Een voorbeeld van zo'n incident tussen een slapende non en een incubus in de vorm van een spectrale 'jonge man' met meerdere ooggetuigen werd opgenomen door Sinistrari in zijn werk, Demoniality De katholieke Vader schrijft.:

In een klooster (ik noem de naam niet, noch die van de stad waar het ligt, om niet te herinneren aan een in het verleden liggend schandaal), was er een non die over kleinigheden, zoals gebruikelijk onder vrouwen en in het bijzonder de nonnen, ruzie had met een van haar vriendinnen, die een cel bewoonde aangrenzend aan de hare. Snel in het observeren van heel het doen en laten van haar vijandin, zag de buurvrouw enkele dagen achter elkaar, dat, in plaats van te wandelen met haar metgezellen in de tuin na het eten, zij zich terugtrok in haar cel, waarin ze zich opsloot. Benieuwd van wat ze daar al die tijd zou kunnen doen, begaf de nieuwsgierige non zich ook naar haar cel. Al snel hoorde ze geluid, als van twee stemmen, voor haar in gedempte toon, die ze gemakkelijk kon horen, omdat de twee cellen werden verdeeld, door slechts een lichte scheidingswand. [Daar hoorde ze] een bijzondere beweging, het kraken van een bed, kreunen en zuchten, haar nieuwsgierigheid werd verhoogd en zij verdubbelde haar aandacht om na te gaan wie er in de cel kon zijn. Maar na drie keer dit te hebben meegemaakt, en er geen andere non uitkwam, alleen maar haar rivale, vermoedde ze dat een man in het geheim was ingevoerd en daar verborgen werd gehouden. Ze ging heen en meldde de zaak aan de abdis, die, na het houden van een beraad met discrete personen, besloten bij het horen van de geluiden en het observeren van aanwijzingen die haar zouden veroordelen, om zo'n situatie of onbezonnen daad te voorkomen. Bijgevolg gingen de abdis en haar confidents naar de cel van de spion en hoorden de stemmen en andere geluiden die waren beschreven. Een onderzoek werd op touw gezet om te kijken of een van de nonnen bij de ander kon zijn ingesloten; maar het resultaat was negatief. De abdis en haar begeleiders gingen naar de deur van de gesloten cel, en klopte herhaaldelijk, maar het leidde tot niets: de non beantwoorde het niet, noch opende de deur. De abdis dreigde de deur open te breken, en gaf orders aan een bekeerling die te forceren met een breekijzer. De non opende toen de deur: een zoektocht werd gedaan en niemand werd gevonden. Op de vraag met wie ze had gesproken, en het hoe en waarom het bed kraakte, van waarom de zuchten, enz., ze ontkende alles.

Maar de zaken bleven precies hetzelfde als voorheen, de rivaliserende non besteedde er meer aandacht aan en was nieuwsgieriger dan ooit, boorde een gat in de scheidingswand, om zo te kunnen zien wat er gaande was in de cel, en wat ze zag was de elegante jongeman liggende met de non, een aanblik waarvoor ze zorgde dat de anderen konden meegenieten langs dezelfde weg. De aanklacht werd al snel voorgelegd aan de bisschop: de schuldige non heeft getracht nog alles te ontkennen. Maar, bedreigd met marteling, bekende ze een intimiteit te hebben gehad met een Incubus. [xi]

Deze wezens werden in verband gebracht met het bosgeesten en faunen door Augustinus genoemd in zijn klassieke 'De Civiatate Dei' ("Stad van God"):

Er is ook een zeer algemeen gerucht, dat velen hebben geverifieerd vanwege hun eigen ervaring, of betrouwbare personen die het gehoord hebben en de ervaring van anderen bevestigen, dat geesten en faunen, vaak "incubi," worden genoemd, die boosaardige aanslagen richten op vrouwen, en hun lusten op hen botvierden. En dat bepaalde duivels, Duses genoemd door de Galliërs, voortdurend proberen deze onzuiverheid uit te voeren is zo algemeen bevestigd, dat het onbeschaamd was om het te ontkennen. [xii]

()

De incubus in Henry Fuseli's beroemde olieschilderij The Nightmare, 1781

Deze duivels verschenen gewoonlijk 's nachts als ofwel als een verleidelijke demon in een mannelijke menselijke vorm (incubi, van het Latijnse incubo, "te liggen op") met fantasmagorische omgang met vrouwen, of elders als een sensuele vrouwelijke aanwezigheid (succubi) om sperma uit mannen te krijgen door een copulatie in droomtoestand. Sommigen geloven dat deze entiteiten een en dezelfde zijn. Dat wil zeggen, dezelfde geest kan verschijnen als een vrouw in een geval om mannelijke zaad te verzamelen, en weer elders verschijnen als een man om het sperma in een baarmoeder te transporteren. De etymologie (de studie van de geschiedenis van woorden, hun oorsprong, vorm en betekenis) van het woord "nachtmerrie" komt eigenlijk van het Oud-Engels Maere voor een "goblin" of "incubus", en is verschillend aangeduid als een boze vrouwelijke geest die de getroffene een gevoel geeft van verstikking en slechte dromen en/of elders als een verleidster. Terwijl het religieuze credo waarbij incubi en succubi wijdverbreid was in de mythologische en legendarische tradities, trotseerde Sinistrari de gevestigde kerktheologie over het onderwerp toen hij schreef: "Onder voorbehoud van correctie door onze Heilige Moeder de Kerk, en als slechts een uiting van een eigen mening, zou ik zeggen dat de Incubus, wanneer deze geslachtsgemeenschap hebben met vrouwen, de menselijke foetus uit zijn eigen zaad verwekt "(cursivering van mij). [xiii] Ironisch, Sinistrari beschouwt het als de ergste van deze zondige omgang, dat de incubus - een moreel superieur wezen in zijn geest (zoals momenteel door de moderne katholieke theologen wordt voorgesteld met betrekking tot ET en gedocumenteerd is in het komende boek Exo-Vaticana) - zich had verlaagd door het nemen van een mens! "De incubus, (of succuba), wat hij ook is, beheerst, en pleegt een zeer grote zonde, menend dat wij deel uitmaken van een inferieure soort," merkt de twintigste-eeuwse schrijver William Butler Yeats op uit Sinistrari's eigen geschriften. [xiv] In deze zin is Sinistrari's interpretatie van de incubi en succubi vergelijkbaar met de buitenaardse ontvoerders in de moderne traditie en de demonen van de hellenistische Griekse religie. Ze weerspiegelen ook de overtuigingen van de alchemisten die aan Sinistrari zijn voorafgegaan, vooral de Duits-Zwitserse occultist Paracelsus, die geloofde in het Aristotelische concept van vier elementen (aarde, vuur, water en lucht), [xv], alsmede de drie metafysische stoffen - kwik, zwavel en zout - de mooiste die werden gebruikt om wezens van meer majestueuze "lichamen" van deze elementaire wezens te vormen. Elementairen worden aangeduid met verschillende namen. In de Engels-sprekende traditie, omvatten deze: feeën, elfen, deva's, brownies, kabouters, gnomen, sprites, pixies, Banshees, goblins, dryaden, zeemeerminnen, trollen, draken, griffioenen, en vele anderen. Een vroege moderne referentie van de elementaire verschijnt in het zestiende-eeuwse alchemistische werken van Paracelsus. Zijn werken zijn groepeert de elementairen in vier aristotelische elementen: 1) gnome, earth elemental; 2) undinen (ook bekend als nimf), water elementaire, 3) sylph, lucht elementaire (ook bekend als wind elementaire), en 4) salamander, vuur elementair. De vroegst bekende verwijzing van de term "sylph" is uit de werken van Paracelsus. Hij waarschuwde ervoor dat het schadelijk is om te proberen met deze wezens contact op te nemen, maar bood een reden in zijn werk Why These Beings Appear to Us, Waarom deze wezens aan ons verschijnen.

Alles wat God schept, manifesteert zich vroeg of laat aan de mens. Soms confronteert God hem met de duivel en de geesten om hem te overtuigen van hun bestaan. Vanaf de top van de hemel stuurt Hij ook de engelen, Zijn dienaren. Zo verschijnen deze wezens aan ons, niet om in ons midden te kunnen blijven of te worden gelieerd aan ons, maar om ons in staat te stellen ze te begrijpen. Deze verschijningen zijn schaars, om de waarheid te vertellen. Maar waarom zou het anders zijn? Is het niet genoeg voor een van ons om een engel te zien, zodat ieder van ons zal geloven in de andere engelen? [xvi]

Een boek dat dit concept in de late zestiende eeuw populair maakte was het werk Le Comte de Gabalis, ou entretiens sur les sciences secrete ("Count Gabalis, of geheime besprekingen over wetenschap"), die de heropleving van de op de derde eeuw gebaseerde mystieke filosofie geholpen heeft bij de leer van Plato en eerder platonisten bekend als neoplatonisme. Het legt uit:

De immense ruimte die ligt tussen de Aarde en de Hemel heeft inwoners die veel edeler zijn dan de vogels en insecten. Deze enorme zeeën hebben veel andere gasten dan die van de dolfijnen en walvissen, de diepten van de aarde zijn niet voor de mollen alleen, en het element Vuur, edeler dan de andere drie, is niet gemaakt om nutteloos en leeg te blijven. De lucht is vol van een ontelbare menigte van volkeren, waarvan de gezichten menselijk zijn en schijnbaar nogal hooghartig, maar in werkelijkheid handelbaar, grote liefhebbers van de wetenschappen, sluw, verplichtend aan de wijzen, en vijanden van dwazen en onwetenden. [xvii]

"Volgens graaf Gabalis," verklaart Robert Pearson Flaherty, "deze elementalen waren net als de Sinistrari's incubi-achtige en de ET's van de huidige overlevering, lichamelijk en in staat tot het verwekken van kinderen bij de mensen." [xviii] Dit occulte concept heeft een potentieel voor diepe misleiding en een toekomstige boosaardigheid, als volgens die leer het "de oorspronkelijke bedoeling was van de Allerhoogste God dat de mens in het huwelijk moet treden met de 'elementaire' rassen in plaats van met elkaar, en de 'val van de mens' deed zich voor toen Adam en Eva kinderen verwekten bij elkaar in plaats van met de elementaire wezens. In tegenstelling tot mensen, hadden elementaire wezens sterfelijke zielen, vandaar dat ze één hoop hadden op onsterfelijkheid - gemengde huwelijken met mensen". [xix] Flaherty vergelijkt dit met de moderne ET ontvoeringsverhalen en de berichten ontvangen door degenen die deel uitmaken van het "alien"-teeltprogramma:

Door middel van hybridisatie met mensen, zijn de ET's in de huidige overlevering niet op zoek naar onsterfelijkheid, maar om het uitsterven te voorkomen. Historicus in religies, Christopher Partridge, beschrijft hoe het concept van kwaadaardige buitenaardsen geworteld is in de christelijke demonologie (geloof in kwade geesten). Hier wordt de "ET-religie" gebruikt om te verwijzen naar de positieve waardebepaling van de ET's, die worden afgeschilderd, niet als gevallen engelen en demonen, maar [zoals Vaticaan-theologen pleiten in het komende boek Exo-Vaticana] als onze redders, scheppers, en (in de hybridisatie mythe) partners in voortdurende evolutie en overleving. [xx] (cursivering van mij)

Eerstvolgende deel: Dichtbij een onverwachte verandering in de gedaanteverwisseling, van iets als een demonische Weerwolf

[I] Jacques Vallee, confrontaties-A Scientist's Profiel Zoek naar Alien Contact (New York, NY: Ballantine Books, 1990), 159.

[Ii] Jacques Vallee, Afmetingen: A Casebook van Alien Contact (New York, NY: Ballantine Books, 1988), veertienhonderdendrie-veertienhonderdenvier.

[Iii] John A. Keel, UFO's: Operation Trojan Horse (Atlanta, GA: Illuminet Press, 1996), 192.

[Iv] Elizabeth L. Hillstrom, Testing the Spirits (Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 1995), 207 tot 207.

[V] John A. Keel, UFO's: Operatie Paard van Troje, 299.

[Vi] John E. Mack, Passport to the Cosmos: Human Transformation en Alien Encounters (New York: Crown, 1999), 209.

[Vii] John E. Mack, Passport to de Cosmos, 209.

[Viii] Jacques Vallee, confrontaties, Reprint ed.. (New York, NY: Ballantine Books, 1991), 13.

[Ix] Ibid., 86.

[X] "St. Cecilia, "katholieke cultuur, laatste toegang 14 januari 2013, http://www.catholicculture.org/culture/liturgicalyear/calendar/day.cfm?date=2012-11-22 .

[Xi] Ludovico Maria Sinistrari, Demoniality: Of incubi en Succubi (Isidore Liseux, 1879), 235 tot 241.

[Xii] Philip Schaff, De Nicea en Post-Nicea Fathers Vol. II - St. Augustin's Stad van God en de christelijke leer (Oak Harbor: Logos Research Systems, 1997), 303.

[Xiii] Ludovico Maria Sinistrari, (Whitefish, MT: Kessinger, 2003), 27.

[Xiv] "Notes (WB Yeats)," Sacred-Texts.com, laatste toegang 14 januari 2013, http://www.sacred-texts.com/neu/celt/vbwi/vbwi19.htm .

[Xv] "Paracelsus," Wikipedia, de vrije encyclopedie, het laatst bewerkt op 20 december 2012, http://en.wikipedia.org/wiki/Paracelsus .

[Xvi] Jacques Vallee, Afmetingen, 15.

[Xvii] Abbe N. de Montfaucon de Villars, Comte de Gabalis, ou entretiens sur les sciences scheiden (Londen: The Brothers / Old Bourne Press, 1913), 29.

[Xviii] Robert Pearson Flaherty, "These Are Zij," ET-Human Hybridisatie en het Nieuwe Daemonology, Nova religio: The Journal of Alternative & emergenct Religion (nov 2012, Vol 14 Issue 2.), 86.

[Xix] Ibid., 87.

[Xx] Ibid.

Bron: EXO-VATICANA - Part 6

Deel 1- Deel 2 - Deel 3 - Deel 4 - Deel 5 - Deel 7

printen??? spaar papier en inkt.