www.wimjongman.nl

(homepagina)


Waar blijft het volk van God?

Door Tom Gilbreath 21 oktober 2024

In een typische horrorfilm wendt de hoofdfiguur, meestal een tiener, zich op een bepaald moment tot een vertrouwde bron voor hulp. Dat kan een ouder, leraar, geestelijke of politieagent zijn. Dan komt de jongere er tot zijn schrik achter dat de ogre (fictief game figuur) er eerst was. Hij ontdekt dat de ooit vertrouwde bron van hulp in gevaar is gebracht - gedood of misschien zelfs overgenomen door het monster.

Een scenario kan als volgt gaan. Een tiener wordt achtervolgd door demonen en gaat naar zijn pastor voor hulp. Maar als ze alleen zijn, verandert de mond van de pastor in een sinistere grijns en verschijnen er duivelhoorns op zijn hoofd. Gek? Natuurlijk. Maar in dit geval weerspiegelt het iets wezenlijks. Wanneer instellingen die bedoeld zijn om te helpen door de zonde worden aangetast, worden ze onderdeel van het probleem.

Dat geldt vooral voor een kerk die zich afkeert van God zoals Hij zich in de Schrift heeft geopenbaard. De geestelijken in zulke kerken krijgen geen letterlijke horens, maar ze worden onderdeel van het monster dat ze zouden moeten bestrijden.

Het Oude en Nieuwe Testament geven veel waarschuwingen tegen valse leraren. In zijn dramatische afscheid van de oudsten van de kerk in Efeze waarschuwt Paulus in Handelingen 20:29-30 (NKJV) dat er “wilde wolven onder u zullen komen, die de kudde niet sparen. Ook zullen er uit uw midden mensen opstaan die perverse dingen spreken, om de discipelen achter zich aan te trekken.”

Vers 28 herinnert ons eraan dat Christus elk lid van de ware Kerk “met zijn eigen bloed heeft gekocht”. Toch zien sommigen mensen die zo kostbaar voor God zijn slechts als winstmakers. “Perverse dingen spreken” betekent letterlijk ‘verdraaide dingen spreken’. Ze verdraaien het woord van God voor persoonlijk gewin. Ze zien er misschien aardig en vriendelijk uit, maar de Schrift noemt zulke leraren “woeste wolven”. Dat maakt hen wolven in herderskleren.

2 Timoteüs 3:13 zegt: “Maar slechte mensen en bedriegers zullen van kwaad tot erger gaan: zij misleiden en worden misleid.” Dank God voor voorgangers en oudsten die trouw blijven aan de Bijbel. Maar niet ver van de trouwe kerk, misschien gewoon verderop in de straat, vult een “bedrieger” de kansel. De KJV noemt die persoon een “verleider”. Zulke leraren zijn er altijd geweest, maar ze worden steeds talrijker en perverser.

De Bijbel staat vol wonderen en goed nieuws. Het biedt een hechte, persoonlijke relatie met de Vriend “die dichterbij staat dan een broer” ... en die Vriend is ook “Koning der koningen en Heer der heren” voor eeuwig en altijd! Het Woord van God biedt de zekerheid van de hemel. Dat alles en nog veel meer zou genoeg moeten zijn. Maar veel mensen zijn meer geïnteresseerd in de lagere dingen. Ze willen de zekerheid dat God zelfs daden goedkeurt die Zijn Woord uitdrukkelijk veroordeelt. En ze willen niet gezien worden als anders of vreemd. Dus kiezen ze de steeds veranderende mode van politieke correctheid boven het eeuwige en onveranderlijke Woord van God.

Stel je een vrouw voor die ziek is van de zonde. In wanhoop wendt ze zich tot de kerk, de mensen van wie ze altijd hoopte dat ze het antwoord zouden hebben. Daar ziet ze de lege ogen van de ontrouwen naar haar terugstaren. Ze hoort de mensen zeggen: “Maak je geen zorgen. Wij zijn net als jij.” In plaats van hulp ziet ze in hen het monster waarvan ze had gehoopt bevrijding te vinden.

Op dat moment ontspruiten satanische horens, wordt de horrorfilm werkelijkheid en sterft de hoop.

Het evangelie van Jezus is niet zoals de boodschap van de wereld. Het waarschuwt dat iedereen gezondigd heeft en dat we, totdat Christus ons redt, op een afgrond afstevenen. God roept christenen op, niet om mee te doen aan die dodelijke duik, maar om iedereen te vertellen over de gevaren van zonde en over de schoonheid van verlossing in Jezus.

Bron: The Hal Lindsey Report | Hal Lindsey