De zachtmoedige kunst van het onderhandelen met terroristen
door Daniel Greenfield - 2 december 2024
De eerste regel van onderhandelen met islamitische terroristen is: doe het niet. De tweede regel is als je het doet, doe het dan met zwaar geschut.
Islamitische terroristen onderhandelen niet. Ze stellen eisen in de hoop concessies te krijgen zonder echt iets op te geven. Alleen de meest toegewijde historicus zou een voorbeeld kunnen vinden van een onderhandelingsproces waarin de islamitische terroristen een daadwerkelijke concessie deden, deze ook nakwamen en deze later niet terugnamen of omdraaiden en teruggingen naar het terrorisme.
De meest prominente tegenvoorbeelden zijn de drie decennia van onderhandelingen tussen Israël en islamitische terreurgroepen, die aanvankelijk een reeks Nobelprijzen voor de Vrede opleverden en vervolgens ontaardden in een eindeloze oorlog waarin de terroristen elke concessie die ze ooit deden terugnamen, geen enkele ervan nakwamen en de Israëlische concessies gebruikten om een veel ergere dreiging te worden.
Onderhandelen met de Taliban, Hezbollah en Iran had allemaal hetzelfde eindresultaat.
Aanbieden om te onderhandelen met islamitische terroristen is een teken van zwakte. Jihadisten bieden alleen aan om te onderhandelen uit angst, zwakte of om ons in de val te lokken, en ze gaan ervan uit dat wij hetzelfde doen. Niets kan hen er ooit van overtuigen dat we echt in vrede met hen willen leven of dat we alternatieven voor geweld verkiezen. Dus elke keer dat we aanbieden om te onderhandelen, zien ze dat als zwakte of een truc.
Als onze diplomaten deze culturele realiteit ooit zouden begrijpen, zouden ze niet langer verbijsterd zijn als de onderhandelingen mislukken. En na generaties van hetzelfde, weigeren ze te leren.
Terroristen beginnen onderhandelingen met maximalistische eisen om te peilen naar zwakte en schakelen dan over tussen valse beloften en dreigementen. Als een van onze diplomaten een tapijt voor geen goede prijs wilden kopen in het Midden-Oosten of een tweedehands auto voor geen goede prijs in Chicago, zouden ze reageren door weg te lopen. In plaats daarvan proberen ze een manier te vinden om aan hun eisen te voldoen. En dan hebben de terroristen hen.
De terroristen zijn degenen die weglopen. Ze krijgen Bobby Fischer-achtige driftbuien over elk klein detail. Ze verzinnen een constante stroom van nieuwe grieven om verontwaardigd over te zijn. Wat typische tactieken zijn voor kleine kinderen, sociopaten en Egyptische kooplieden, verbijstert onze beste en slimste mensen, die niet weten hoe ze moeten omgaan met tegenstanders die zich niet aan de regels van de VN houden.
Nu beginnen de terroristen concessies af te dwingen in ruil voor deelname aan de onderhandelingen. Het proces wordt een substituut voor het resultaat. Vrede, een einde aan het geweld en het overleven van de gijzelaars hangen niet af van de nederlaag van de terroristen, maar van ons vermogen om hen voor ons te winnen.
In plaats van te onderhandelen over de voorwaarden van een vredesakkoord, worden de onderhandelingen zelf het onderwerp van onderhandelingen en beginnen beschaafde naties de terroristen om te kopen om te blijven en te praten. Iran kreeg miljarden aan sancties en de PLO mocht terroristen uit de gevangenis bevrijden. De regering Biden drong er bij Israël op aan om Hamas een staakt-het-vuren te geven als opmaat voor onderhandelingen over de vrijlating van gijzelaars. De Israëlische regering weigerde wijselijk om voor de zoveelste keer in dezelfde truc te trappen.
En toen ontploften de onderhandelingen toch, omdat de terroristen hun “gijzelaar” hadden gedood.
Islamitische terroristen, van Iran tot de PLO, van Hamas tot Qatar, gijzelen het onderhandelingsproces zelf en waarschuwen dat ze het zullen opblazen als hun eisen niet worden ingewilligd. Hoopvolle vredesonderhandelaars die toestaan dat de terroristen het proces gijzelen, worden hun nuttige idioten. Van de Oslo-akkoorden tot de nucleaire deal met Iran en de gijzelingsonderhandelingen met Hamas, het eindigt allemaal op dezelfde manier.
De enige manier om met terroristen te onderhandelen is door middel van kracht. Niet alleen een positie van fysieke kracht, want terroristen weten hoe ze van een kracht een zwakte kunnen maken, maar door kracht in onderhandelingen. In de Islam is houding realiteit terwijl realiteit kneedbaar is. Als je met terroristen gaat onderhandelen, is het belangrijker om een sterke houding te hebben dan 's werelds sterkste leger.
Een machtige oorlogsmachine is een troef, maar een houding is de bereidheid om die ook echt te gebruiken. Daarom werden de regeringen Carter, Clinton en Biden internationaal uitgelachen. Daarom werd de regering-Bush, na aanvankelijk de moslimwereld te hebben afgeschrikt, gezien als een dwaze vijand.
Westerse liberalen geloven dat vrede zal worden bereikt wanneer alle oorlogen eindigen, maar vrede in de moslimwereld is geen permanente toestand; het is eerder een tijdelijke wapenstilstand in een eindeloze oorlog. Liberalen vertellen ons dat het probleem een gebrek aan begrip is, maar het gebrek aan begrip komt van henzelf.
Liberalen zijn geobsedeerd door het begrijpen van de andere kant, maar in plaats van die te begrijpen, nemen ze hun grieven over als de hunne, bestempelen ze die als “antikolonialisme” of een ander links modewoord en gaan ze vervolgens hun eigen land geselen met de grieven van de vijand. Na generaties van deze indoctrinatie, door sommige aan academische instellingen die door moslimvorsten worden gefinancierd, hebben de meeste van onze diplomaten de vijandelijke propaganda geïnternaliseerd als feitelijke geschiedenis en morele realiteit.
Hierdoor is het gemiddelde meisje van het ministerie van Buitenlandse Zaken of de jongen van de Buitenlandse Dienst net zo goed in staat om te onderhandelen met islamitische terroristen als Vidkun Quisling was in het onderhandelen over de onafhankelijkheid van Noorwegen met nazi-Duitsland.
President Barack Obama vertelde zijn onderhandelaars over de nucleaire overeenkomst dat Iran een goede reden had om bang voor ons te zijn vanwege onze steun aan de Sjah, en dat het hun taak was om de angst van de ayatollahs weg te nemen. Zo'n vriendelijk begrip dringt door tot onze diplomaten, die veel tijd besteden aan het “begrijpen” van de positie van de vijand door middel van de rantsoenen van westerse radicalen zoals Noam Chomsky en John Mearsheimer.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken begrijpt onze nationale veiligheid niet. Het begrijpt de angsten van niet-moslims en moslimregeringen die zich zorgen maken over islamitische terroristen niet. Maar het is volledig op de hoogte van alle oriëntalistische onzin die marxisten gebruiken om terroristen uit de derde wereld te steunen, waarvan ze hopen dat ze de westerse beschaving ten val zullen brengen nadat de bolsjewieken ongeschikt bleken voor hun taak.
Maar het schrappen van elke afgestudeerde van Georgetown die Chomsky heeft gelezen, lost de problemen niet op van het toepassen van een proces dat bedoeld is voor beschaafde landen die een minnelijke schikking proberen te bereiken op terroristen die onderhandelingen zien als een manier om een voordeel te behalen voor hun volgende aanval. De internationale gemeenschap, gebrekkig als ze is, handhaaft een niveau van vertrouwen dat overeenkomsten mogelijk maakt.
Er is geen vertrouwen binnen de islamitische ummah, waar alle overeenkomsten tijdelijk zijn, alles kan worden herzien op basis van geweld en bedrog en alle eden fataal vals zijn. Moslimgroeperingen kunnen elkaar niet vertrouwen buiten de wederzijdse belangen van het moment. Zelfs als ze verbonden zijn door verwantschap en een gemeenschappelijke religie, keren ze zich in een oogwenk tegen elkaar.
Zelfs daar kunnen we niet op rekenen. Zonder familiebanden en religieuze banden is er geen morele of persoonlijke verplichting die we van hen ten opzichte van ons kunnen verwachten. Niet alleen hun neigingen, maar ook hun eer en religie eisen dat ze tegen ons liegen, ons bedriegen en ons schade berokkenen wanneer ze maar kunnen.
Daarom is de eerste regel van onderhandelen met islamitische terroristen: niet doen. Je bereikt er niets mee. Het enige nut van zulke onderhandelingen is om duidelijk te maken wat onze bedoelingen zijn. Daarom worden ze ook het best gevoerd met zwaar geschut. Terroristen zullen hun aanvallen niet beëindigen als reactie op concessies of onderhandelingen. Ze zullen hun aanvallen tijdelijk beëindigen als reactie op succesvolle aanvallen, of definitief als reactie op hun totale vernietiging. Zo onderhandel je met terroristen.
De zachtmoedige kunst van het onderhandelen met terroristen vereist dat we weten wie zij zijn en wie wij zijn. Zoals Sun Tzu opmerkte:
“Als je de vijand kent en jezelf kent, hoef je niet bang te zijn voor het resultaat van honderd gevechten. Als je jezelf kent maar niet de vijand, zul je voor elke overwinning die je behaalt ook een nederlaag lijden. Als je noch de vijand noch jezelf kent, zul je in elke strijd bezwijken.”
We hebben de oorlog tegen terreur verloren omdat we de vijand niet kennen. Maar erger nog, we zijn vergeten wie we zijn. En als we ons dat niet herinneren, zullen we verliezen.
Daniel Greenfield is een Shillman Journalist bij het David Horowitz Freedom Center.
Overgenomen met toestemming van de auteur en Front Page Magazine.
Vertaling door W.J. Jongman en H. Sleijster
© 2024 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de vertalers of van Gatestone Institute.
Bron: The Gentle Art of Negotiating with Terrorists :: Gatestone Institute