De kwetsbaarheid van het leven en de kracht van berouw:
Door: Sara Lamm - 3 oktober 2024
Er is een moment tijdens de diensten van Rosj Hasjana en Jom Kippoer waarop alles levendiger en intenser aanvoelt - wanneer de woorden van het gebed, Unetaneh Tokef, ons naar binnen trekken. Het is een gebed dat onze ziel beroert en een acuut bewustzijn opwekt van zowel onze sterfelijkheid als de grootsheid van Gods oordeel. Het is een gebed waarin de taal zowel troost als urgentie brengt, en ons eraan herinnert dat, hoewel het leven vluchtig is, er altijd een kans is om te veranderen, te groeien en dichter bij God te komen.
Het gebed, dat zowel op Rosj Hasjana als op Jom Kippoer wordt gereciteerd, schetst op levendige wijze een beeld van de Dag des Oordeels, waarbij de tijdelijke aard van het menselijk leven wordt afgezet tegen de eeuwige heerschappij van God. Het roept een diep besef op van hoe kwetsbaar we werkelijk zijn. Maar in plaats van ons in wanhoop achter te laten, benadrukt het de transformerende kracht van berouw (teshuvah), gebed (tefillah) en gerechtigheid (tzedakah) om ons lot opnieuw vorm te geven.
Dit thema van menselijke zwakheid en goddelijk mededogen resoneert diep in de Bijbel. Keer op keer vinden we de wisselwerking tussen de beperkingen van het menselijk bestaan en de grenzeloze genade van God, die ons oproept om te reageren met een hart dat openstaat voor verandering.
In Unetaneh Tokef wordt de kwetsbaarheid van het menselijk leven benadrukt met treffende beelden: “We komen uit stof en keren terug tot stof.” Dit echoot de woorden van Genesis 3:19, wanneer God tot Adam spreekt na de zondeval, verklarend,
בְּזֵעַת אַפֶּיךָ תֹּאכַל לֶחֶם עַד שׁוּבְךָ אֶל-הָאֲדָמָה כִּי מִמֶּנָּה לֻקָּחְתָּ כִּי-עָפָר אַתָּה וְאֶל-עָפָר תָּשׁוּב׃
Door het zweet van je voorhoofd zul je brood te eten krijgen, Totdat je terugkeert naar de grond - Want daaruit ben je genomen. Want stof ben je en tot stof zul je wederkeren.
Genesis 3:19
Dit is een verootmoedigende herinnering aan de vergankelijke aard van het menselijk leven. Net als Adam maken we deel uit van de schepping, eindige wezens die aan tijd gebonden zijn.
Koning Salomo verwoordt ditzelfde gevoel in het boek Prediker. Hij schrijft:
הַכֹּל הוֹלֵךְ אֶל-מָקוֹם אֶחָד הַכֹּל הָיָה מִן-הֶעָפָר וְהַכֹּל שָׁב אֶל-הֶעָפָר׃
Beiden gaan naar dezelfde plaats; beiden kwamen uit stof en beiden keren terug tot stof.
Prediker 3:20
We kunnen niet ontsnappen aan onze inherente sterfelijkheid, ondanks onze prestaties, rijkdom of macht. Toch is dit besef niet bedoeld om angst in te boezemen, maar eerder om een diepere verbinding te inspireren met Degene die ons het leven gaf. De wetenschap dat onze tijd beperkt is, moedigt ons aan om te zoeken naar wat echt belangrijk is - onze relatie met God en hoe we leven in overeenstemming met Zijn wil.
Als het gebed verder gaat, wordt Gods oordeel vergeleken met een herder die zijn kudde telt: “Zoals een herder zijn kudde hoedt en zijn schapen leidt om onder zijn staf door te gaan... U zult de zielen van alle levenden passeren, tellen en optekenen.” Deze tedere beeldspraak doet ons denken aan Psalm 23, waarin David verklaart: “De Heer is mijn herder, mij ontbreekt niets. Hij doet mij neerliggen in groene weiden... Ook al ga ik door het dal van de schaduw van de dood, ik vrees geen kwaad, want U bent bij mij.”
De rol van God als herder is een terugkerende metafoor in de Bijbel en symboliseert Zijn zorg, leiding en bescherming. De herdersstaf vertegenwoordigt zowel autoriteit als zachtmoedigheid, een symbool van Gods wakend oog over Zijn volk. Als we voor het oordeel staan, zijn we niet als vreemden, maar als geliefde schapen die gekend zijn en verzorgd worden door hun Herder. Dit biedt veel troost midden in een gebed dat over oordeel spreekt. Zelfs in onze zwakste momenten blijft Gods leidende aanwezigheid.
De climax van Unetaneh Tokef biedt een reddingslijn: “Maar berouw, gebed en gerechtigheid wenden de strengheid van het decreet af.” Deze triomfantelijke oproep herinnert ons eraan dat ons lot weliswaar wordt ingeschreven op Rosj Hasjana en bezegeld op Jom Kippoer, maar dat het niet noodzakelijkerwijs definitief is. We krijgen de middelen om te veranderen, om berouw te tonen, om vergeving te zoeken en om daden van gerechtigheid te verrichten.
De Hebreeuwse Bijbel staat vol met voorbeelden van berouw dat leidt tot Gods genade. In het verhaal van Jona wordt de mensen van Ninevé een vreselijke voorspelling van vernietiging gedaan. Maar toen ze tot inkeer kwamen, vastten ze en droegen ze een rouwgewaad:
Dit toont ons de kracht van oprecht berouw.
Ook gebed heeft een immense kracht. Toen koning Hizkia doodziek werd, zei de profeet Jesaja tegen hem dat hij orde op zaken moest stellen in zijn huis, want hij zou niet meer genezen. Maar Hizkia wendde zich tot God in gebed en God voegde vijftien jaar aan zijn leven toe. Dit illustreert hoe gebed kan veranderen wat een onvermijdelijke uitkomst lijkt. Nu we de Dag des Oordeels naderen, moeten we onthouden dat we nooit machteloos zijn; we kunnen ons altijd tot God wenden door te bidden.
En tot slot zijn gerechtigheid - daden van vriendelijkheid en liefdadigheid - een integraal onderdeel van ons spirituele leven. Spreuken 10:2 leert ons: “Gerechtigheid verlost ons van de dood”, een duidelijke bevestiging dat onze goede daden de kracht hebben om ons te redden. De Joodse traditie stelt zelfs dat daden van tzedakah (liefdadigheid) een hardvochtig decreet ongedaan kunnen maken, wat het belang benadrukt van een leven vol vriendelijkheid en rechtvaardigheid.
Rosj Hasjana en Jom Kippoer, vaak de dagen van ontzag genoemd, brengen ons oog in oog met de realiteit van onze sterfelijkheid. Toch is de boodschap er niet een van wanhoop. In plaats daarvan is het een oproep tot actie, een herinnering dat we de macht hebben om ons lot vorm te geven door onze keuzes. Het leven mag dan vergankelijk zijn, maar in die korte tijd kunnen we zoveel doen om de wereld en onze relatie met God te herstellen.
Unetaneh Tokef herinnert ons zowel aan onze kwetsbaarheid als aan ons ongelooflijke vermogen tot groei en verandering. Het daagt ons uit om berouw, gebed en rechtschapenheid te omarmen als wegen naar vernieuwing. Terwijl we in oordeel staan, staan we ook in genade, geleid door een God die leven en goedheid voor ons allen verlangt.
Dus als we de sjofar horen schallen en de stille schreeuw van het hart, mogen we dan de kracht vinden om ons weer tot God te keren, wetende dat elk gebed, elke daad van vriendelijkheid en elk moment van berouw ons dichter bij Hem brengt en dichter bij het leven.
Sara Lamm is inhoudsredacteur voor TheIsraelBible.com en Israel365 Publications. Ze komt oorspronkelijk uit Virginia, maar verhuisde in 2021 met haar man en kinderen naar Israël. Sara heeft een Masters Degree in Education van Bankstreet college en gaf bijna tien jaar les in kleuterklassen voordat ze Aliyah maakte naar Israël. Sara is gepassioneerd over het verbinden van Bijbelstudie met het 'echte leven' en werkt momenteel aan een bijbelserie voor kinderen.
Bron: The Fragility of Life and the Power of Repentance: – The Israel Bible