Hoe de 'kolonistengeweld' campagne werkt

Een van de vele verontrustende aspecten van de campagne om Israëlische burgers te criminaliseren is dat het blijkbaar het eerste doelwit is. De volgende? De IDF.

Caroline B. Glick - 20 februari 2024 / JNS

Afgelopen zaterdagmiddag reed de 71-jarige Hagar Gefen door de Jordaanvallei toen ze werd overvallen door Palestijnse aanvallers. Ze trokken haar uit haar auto, sloegen haar en stalen haar voertuig.

Gefen is een antizionistische activist die verbonden is aan de radicale NGO Looking the Occupation in the Eye. De modus operandi van haar groep is het lastigvallen van Israëlische burgers en militairen in Judea en Samaria om hen te demoniseren. Zoals de leiders van de organisatie onlangs schreven: "We initiëren directe acties die de kolonisten onder ogen moeten zien en de veiligheidstroepen uitdagen. We werken samen met Palestijnse collega's die vaak samen met ons op de Westelijke Jordaanoever staan."

Gefen werd gekidnapt net nadat ze zo'n "directe actie" had beëindigd: Palestijnse herders "beschermen" tegen Israëli's die in het gebied wonen. Toen veiligheidstroepen de oudere vrouw kwamen helpen terwijl ze geslagen langs de kant van de snelweg zat, weigerde Gefen een klacht in te dienen tegen haar belagers.

Haar verhaal is opmerkelijk omdat alle aspecten ervan - de carjacking, haar inspanningen als anti-Israël activiste om de Israëlische inwoners van Judea en Samaria te demoniseren, en haar weigering om verslag te doen van Palestijnse gewelddadige aanvallen, zelfs wanneer ze zelf het slachtoffer is van die aanvallen - de aard van de huidige internationale campagne tegen de civiele en militaire aanwezigheid van Israël in Judea en Samaria blootleggen. Deze campagne bereikte zijn hoogtepunt op 1 februari met een uitvoerend bevel van de Amerikaanse president Joe Biden, dat Israëlische burgers in Judea en Samaria rechtstreeks als quasi-terroristen beschouwt.

Doordravende Palestijnse terreur

Deze week publiceerde de Israel Defense Forces haar definitieve statistieken voor 2023 met betrekking tot Palestijns terrorisme in Judea en Samaria. Vorig jaar steeg het aantal terroristische aanvallen met 350% ten opzichte van 2022, met 608 aanvallen vorig jaar en 173 in 2022. De IDF meldde dat 300 van de 608 aanvallen schietaanvallen waren - het hoogste aantal sinds de Tweede Intifada van 2000 tot 2005.

De IDF-gegevens omvatten alleen incidenten die eindigden met gewonde of dode Israëli's en anderen. De volledige gegevens laten zien dat de omvang van het Palestijnse terrorisme in Judea en Samaria veel groter is.

Redders zonder Grenzen van United Hatzalah fungeert als de eerste hulpverleners in Judea en Samaria. De gegevens van deze organisatie geven een opsomming van 4.099 terreuraanslagen alleen al in de eerste zes maanden van 2023. In de 100 dagen na 7 oktober voerden Palestijnen nog eens 2.674 aanvallen uit op Joden in Judea en Samaria. Redders zonder Grenzen neemt ook aanslagen door steniging van voertuigen mee in hun gegevens. Dat zijn er gemiddeld 10 per dag.

Zonder de stenigingsaanvallen, het bloedbad van 7 oktober of de slachtoffers van de oorlog in Gaza mee te tellen, telde de Shin Bet 3.436 aanvallen in Israël, inclusief Judea en Samaria in 2023. In totaal werden 43 Israëli's vermoord en 224 gewond. De Israëlische politie schat het totale aantal terreuraanslagen in Judea en Samaria in 2023 op 5.600.

Hoewel de gegevens variëren afhankelijk van de bron en wat er geteld wordt, zijn de trends duidelijk: in 2023 was er een enorme toename van Palestijnse terreuraanslagen en van het aantal Israëlische slachtoffers. De sterkste stijging kwam in de nasleep van de aanslagen van 7 oktober.

Ongrijpbaar kolonistengeweld

Dit brengt ons terug bij Gefen en haar poging om Palestijnse herders te "beschermen" tegen "kolonistengeweld" in de Jordaanvallei afgelopen zaterdag. Het niveau van Palestijns terrorisme tegen Israëli's in Judea en Samaria, gekoppeld aan de enorme omvang van terroristische agitatie in de gebieden, maken het moeilijk voor Gefen en haar kameraden om te beweren dat Israëlische Joden de oorzaak zijn van de nijpende veiligheidssituatie in de gebieden.

Maar ze laten zich niet tegenhouden door de afwezigheid van bewijs in hun poging om "de bezetting" te demoniseren en te criminaliseren. Om deze lijn door te zetten, zoals Looking the Occupation in the Eye uitlegt, hebben antizionistische activisten uit Israël en het buitenland die samenwerken met de Palestijnen een pijplijn ontwikkeld om lasterlijke beweringen tegen Israëlische Joden in het internationale discours te pompen, en vooral, in het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit proces, dat verbluffend is in zijn stoutmoedigheid, werd voor het eerst onthuld door de nieuwsdienst Hakol Hayehudi ("The Jewish Voice") begin november vorig jaar in een verslag over één zo'n NGO, de aan Hamas gelieerde en door de Moslim Broederschap gefinancierde International Solidarity Movement (ISM), waarvan de leden overlappen met leden van Gefen's groep.

De zaak waarover Hakol Hayehudi voor het eerst berichtte, vond plaats op 25 oktober. Die ochtend begonnen Israëlische en buitenlandse ISM-activisten reservisten van de IDF lastig te vallen in een wachtpost buiten de Maon Farm in de zuidelijke Hebron Heuvels. Toen de reservisten hun post verlieten om de activisten te confronteren, filmde ISM-lid Allison Russell hen op een weinig vleiende manier waardoor het leek alsof de reservisten een woordenwisseling uitlokten. Russell plaatste haar video later die ochtend op Facebook.

Kort nadat Russell de video had gepost, plaatste Breaking the Silence deze opnieuw op haar Twitter feed en presenteerde deze als bewijs van "kolonistengeweld". Breaking the Silence is een in Israël geregistreerde NGO die internationale politieke en juridische campagnes voert om de IDF te demoniseren.

Breaking the Silence wordt gefinancierd door buitenlandse regeringen, de Verenigde Naties en anti-Israël extreem-linkse NGO's die samenwerken met de Democratische Partij en het Ministerie van Buitenlandse Zaken, waaronder de Open Society Foundations van George Soros en het Rockefeller Brothers Fund. Gezien de connecties, deed de video snel de ronde in Washington toen hij eenmaal op de Twitter-feed van Breaking the Silence was geplaatst. Ongeveer 20 uur na de ISM provocatie buiten de Maon boerderij in het zuiden van de Hebron heuvels, gaf Biden zijn eerste aanval op Israëlische burgers in Judea en Samaria. Staande naast de bezoekende Australische premier Anthony Albanese, veroordeelde hij "kolonistengeweld" en beschuldigde hij "extremistische kolonisten" van het "gieten van benzine op een vuur".

Twee dagen later publiceerde een coalitie van 22 anti-Israël NGO's, voornamelijk gefinancierd door buitenlandse regeringen, waaronder de Amerikaanse regering, het Nieuw Israël Fonds, de Open Society Foundations en de Ford Foundation, een document getiteld: "Noodoproep aan de Internationale Gemeenschap: Stop de gedwongen overdracht op de Westelijke Jordaanoever". In dit document, dat afkomstig is uit het zuiden van de Hebron Heuvels, hekelen ze wat ze "de door de staat gesteunde golf van kolonistengeweld" noemen.

De groepen beweerden: "De afgelopen drie weken, sinds de gruweldaden van Hamas op 7 oktober, hebben kolonisten het gebrek aan publieke aandacht voor de Westelijke Jordaanoever, evenals de algemene sfeer van woede tegen Palestijnen, uitgebuit om hun campagne van gewelddadige aanvallen te escaleren in een poging om Palestijnse gemeenschappen met geweld te verplaatsen."

De waarheid was toen en sindsdien heel anders. IDF-gegevens toonden aan dat gewelddadige incidenten met Palestijnse en Israëlische burgers in oktober 2023 met 31% waren gedaald ten opzichte van de overeenkomstige maand in 2022. Gewelddadige incidenten met Israëlische burgers en Palestijnen waren 55% lager dan in november 2022.

Met andere woorden, terwijl Palestijnse terreuraanslagen tegen Israëli's een hoogtepunt bereikten in 20 jaar, daalden de incidenten met Joods geweld met de helft tot 201.

Bovendien, zoals veteraan onderzoeksjournalist Kalman Liebskind aantoonde in de Israëlische krant Maariv in december 2023, kon de IDF onder de 201 gerapporteerde gevallen van geweld waarbij Israëlische burgers en Palestijnen betrokken waren, in 136 gevallen, of 67% van de incidenten, niet bepalen wie het incident was begonnen. Zoals Liebskind en anderen toentertijd en sindsdien aantoonden, was het "kolonistengeweld" in de overgrote meerderheid van die gevallen gewoon Israëlische burgers die zichzelf probeerden te verdedigen tegen Palestijnse terroristen en lynchpartijen.

Zoals Liebskind rapporteerde, werd in één typisch incident dat als "kolonistengeweld" werd bestempeld, een Israëlische automobilist die met vier tienerpassagiers naar zijn huis in Tekoa in Gush Etzion reed, op de snelweg tegengehouden door een kudde schapen. Hij minderde vaart, maar zijn voertuig werd bekogeld met stenen door een tiental Palestijnen. Gewapend stapte hij uit zijn auto en schoot twee keer op de grond in een poging ze weg te jagen. Zijn geweer blokkeerde en de Palestijnen begonnen hem te slaan met stenen en stokken en probeerden zijn geweer te stelen. Toen de tieners hem probeerden te helpen, werden ook zij aangevallen. Een andere Israëlische chauffeur zag wat er gebeurde, en gewapend stapte hij uit zijn auto om te helpen. Hij schoot in de lucht en de Palestijnen begonnen hem ook aan te vallen. De eerste bestuurder bloedde uit zijn hoofdwond. Een militaire patrouille die ter plaatse kwam werd ook aangevallen met stenen. De soldaten openden het vuur op de aanvallers en schoten er drie neer, voordat ze de Israëlische chauffeurs en tieners redden van de lynchpartij die de eerste chauffeur in een hinderlaag lokte.

Omdat de IDF troepen arriveerden nadat het incident begon, werd het geclassificeerd als een daad van "Joods nationalistisch geweld" in plaats van een terroristische aanval. Deze verkeerde classificatie is zo routineus dat zelfs de Verenigde Naties erkennen dat het een standaardpraktijk is.

Op zijn website erkent het VN-Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden dat zijn gegevens over Palestijnse slachtoffers van zogenaamd "kolonistengeweld" "Palestijnen omvat die gedood of gewond werden tijdens aanvallen of vermeende aanvallen die ze tegen Israëlische kolonisten pleegden".

Het doel van de lasterlijke beschuldigingen van Joodse agressie is duidelijk. Ze worden gericht tegen Israëlische burgers om Palestijnse terroristen en hun Israëlische slachtoffers moreel gelijk te stellen. Vooral na 7 oktober is het pleidooi voor een Palestijnse staat gebaseerd op het criminaliseren van Israëlische tegenstanders van een Palestijnse staat. En de gemakkelijkst te karikaturiseren en te demoniseren tegenstanders van een Palestijnse staat zijn Israëli's die werken om de Israëlische controle over Judea en Samaria te behouden door te boeren, schapen te hoeden en in verspreide gemeenschappen te wonen. Israëli's in deze gebieden zijn gezagsgetrouw en vreedzaam. Maar als ze als zodanig worden gezien, zullen de VS en andere westerse regeringen geen manier hebben om hun beleid te rechtvaardigen om deze Israëli's, samen met de rest van de 500.000 Israëlische Joden die in Judea en Samaria wonen, met geweld uit hun huizen en gemeenschappen te verdrijven en de controle over gebieden waar geen Joden wonen over te dragen aan Palestijnen die in grote meerderheid de genocide op het Jodendom en de vernietiging van de staat Israël steunen. Hen demoniseren is de sleutel.

De demoniseringscampagne tegen de Israëli's in Judea en Samaria brengt Amerikaanse diplomaten samen met Palestijnse terroristen en terrorisme-aanjagers. Het culmineerde op 1 februari met de executive order van Biden. Getiteld "Executive Order on Imposing Certain Sanctions on Persons Undermining Peace, Security, and Stability in the West Bank", maakt het Israëlische Joden tot doelwit van Amerikaanse economische en reissancties. Het bevel leest als een persbericht van de anti-Israël NGO's waarop het zich baseert voor zijn valse beschuldigingen. Het beweert dat Biden "van mening is dat de situatie op de Westelijke Jordaanoever - in het bijzonder het hoge niveau van geweld door kolonisten, gedwongen verplaatsing van mensen en dorpen en vernietiging van eigendommen - een ondraaglijk niveau heeft bereikt en een ernstige bedreiging vormt voor de vrede, veiligheid en stabiliteit van de Westelijke Jordaanoever en Gaza, Israël en het Midden-Oosten in bredere zin".

Hun acties, zo gaat het bevel verder, "ondermijnen de doelstellingen van het buitenlands beleid van de Verenigde Staten, waaronder de levensvatbaarheid van de tweestatenoplossing."

Het bevel van Biden bevriest het alle fondsen die toebehoren aan de doelwitten van de sancties. De vier Israëlische boeren die in het bevel genoemd worden, worden niet beschuldigd van misdaden en zijn nooit veroordeeld voor misdaden. Hun families melden echter dat ze dagelijks werden aangevallen en geprovoceerd door ISM en andere anti-Israël activisten die hun land hebben betreden en hen en hun vrouwen en kinderen de afgelopen vier jaar dagelijks hebben lastiggevallen. Ze zijn geen Amerikaanse burgers en hebben geen bezittingen in de VS of rekeningen bij Amerikaanse banken. Desondanks zijn alle bankrekeningen van de mannen bevroren, nadat het Amerikaanse Ministerie van Financiën dreigde met sancties tegen Israëlische banken.

Erger nog, het bevel verbiedt andere Israëli's - en vermoedelijk ook niet-Israëliërs, waaronder advocaten - om de bestrafte mannen of hun families te helpen. Het bevel verbiedt onder andere "het leveren van bijdragen of het verstrekken van fondsen, goederen of diensten door, aan of ten gunste van een persoon wiens eigendom en eigendomsbelangen geblokkeerd zijn krachtens dit bevel; en het ontvangen van bijdragen of het verstrekken van fondsen, goederen of diensten van een dergelijke persoon".

Het volgende doelwit voor demonisering: Het IDF

Een van de vele verontrustende aspecten van de campagne om Israëlische burgers te criminaliseren is dat het nu al duidelijk is dat zij slechts het eerste doelwit zijn. Het volgende doelwit is de IDF.

Twee maanden geleden, toen de regering en haar geallieerde anti-Israël NGO's hun post-oktober demoniseringscampagne tegen "kolonisten extremisten" in een stroomversnelling brachten, stuurde het State Department de IDF een lijst van militaire operaties die haar strijdkrachten in Judea en Samaria hadden uitgevoerd sinds 7 oktober, en eiste gedetailleerde uitleg en rechtvaardigingen van de operaties. Het ministerie van Buitenlandse Zaken gaf de IDF drie maanden de tijd om haar antwoord in te dienen voordat de Verenigde Staten zouden beginnen met het verbieden van wapentransfers naar de eenheden die betrokken waren bij de incidenten.

NGO's zoals Breaking the Silence werken op hun beurt samen met anti-Israël verslaggevers om de oorlog van de IDF in Gaza ook te demoniseren.

Vorige week bracht CNN een reportage met video's die IDF-troepen in Gaza namen van zichzelf en hun eenheden die gebouwen in Gaza opbliezen. De soldaten erkennen de rechtvaardigheid van Israëls oorlog in Gaza en zijn trots op hun bijdrage op het slagveld. De geplaatste video's zijn viral gegaan in Israël en spelen een belangrijke rol in het stimuleren en behouden van het moreel.

Toch werden de video's, aangespoord door Avner Gvaryahu, CEO van Breaking the Silence, in het CNN-rapport voorgesteld als sinistere bekentenissen van Israëlische valsheid in het algemeen en van de kwaadaardige aard van IDF-soldaten in het bijzonder. "Israël wordt steeds kritischer bekeken naar aanleiding van de oorlog in Gaza. Deze video's zouden wel eens brandstof aan die kritiek kunnen toevoegen," zei de verslaggever.

De anti-Israël NGO's juichten het rapport toe. Looking the Occupation in the Eye tweette zijn blijdschap over de gedachte aan rechtszaken over oorlogsmisdaden tegen IDF-soldaten.

"Kijk eens [naar het CNN rapport]. Hier zijn de soldaten die de regering van Israël helpen bij de voorbereiding van haar rapport aan het [Internationaal Gerechtshof in] Den Haag [waar Israël wordt berecht voor genocide]. Van anonieme strijders tot beroemde bommenleggers. Wie wil er naar het buitenland en kan dat niet? [Uit angst voor beschuldigingen van oorlogsmisdaden, CBG] Handen omhoog!"

Vandaag de dag is 92% van de Israëlische Joden tegen een Palestijnse staat. Na 7 oktober erkent de overgrote meerderheid van de Israëli's over het hele politieke spectrum dat een Palestijnse staat voor Israël net zo'n grote existentiële bedreiging vormt als het kernwapenprogramma van Iran.

Erkennend dat ze geen binnenlandse steun hebben voor hun gewaardeerde programma, hebben Israëlische antizionisten en het ministerie van Buitenlandse Zaken hun krachten gebundeld om de regering en het volk af te persen om te handelen tegen hun existentiële belangen. Het volk, het leger en de regering van Israël staan nu voor een keuze: ze kunnen zich verzetten tegen deze afpersingscampagne door criminalisering, zelfs ten koste van een openlijke breuk met de regering Biden, of ze kunnen de vernietiging van hun land accepteren.

Bron: How the ‘settler violence’ campaign works - JNS.org