ÉÉN JOODSE STAAT
Eén Joodse Staat: Het nieuwe boek van ambassadeur Friedman echoot Yiftah's proclamatie aan de Ammonitische koning - en niet per ongeluk
Rabbi Adam B. Winston, esq. 5 september 2024
Het conflict over de Joodse soevereiniteit in Judea en Samaria is verre van nieuw. Deze strijd echoot door de millennia heen, met wortels die diep verankerd zijn in oude teksten en tradities. Een van de meest diepgaande momenten in dit historische debat is te vinden in het boek Rechters, waar Jifta (Jefta), een leider van Israël, reageert op de aanspraak van de Ammonitische koning op het land ten oosten van de Jordaan. Don Isaac Abarbanel, de grote Joodse leider en staatsman, identificeert vier belangrijke argumenten in Jiftah's boodschap die vandaag de dag nog steeds relevant zijn, vooral als het gaat om de Palestijnse aanspraken op Judea en Samaria. Deze argumenten verduidelijken niet alleen de legitimiteit van de Joodse soevereiniteit, maar benadrukken ook de historische, wettelijke en morele gronden voor het recht van het Joodse volk op het thuisland van hun voorouders.
In de moderne tijd weerklinken deze zelfde argumenten in het nieuwe werk van ambassadeur David Friedman, wiens recente boek, One Jewish State, de kracht en helderheid van Yiftah's platform belichaamt. Friedman bouwt voort op deze eeuwenoude principes om te pleiten voor een verenigde, soevereine Joodse staat, een visie die geworteld is in rechtvaardigheid, geschiedenis en geloof. De argumenten in zijn boek echoën Yiftah's oproep voor Joodse zelfbeschikking en bestrijden onjuiste tegenclaims die de Joodse soevereiniteit ondermijnen.
Argument 1: Het land werd niet van Amon genomen, maar van de Amorieten
Yiftah's eerste opmerking aan het adres van de Ammonitische koning is cruciaal: Israël nam het land niet van de Ammonieten; het nam het van de Amorieten, die het zelf van de Moabieten hadden afgenomen. Met andere woorden, Amons aanspraak op het land was zelfs ten tijde van Jifta niet legitiem. De Ammonieten hadden geen geldig historisch recht op het gebied omdat zij niet de oorspronkelijke eigenaars van waren. Dit argument kan direct worden toegepast op moderne debatten over Judea en Samaria.
De claim dat deze gebieden behoren tot een Palestijnse staat veronderstelt dat er ooit een Arabische Palestijnse staat was die legitieme soevereiniteit had over dit land. Zo'n staat heeft echter nooit bestaan in de geschiedenis. Het land werd bestuurd door het Ottomaanse Rijk, daarna door het Britse Mandaat en werd vervolgens betwist gebied na de Onafhankelijkheidsoorlog van Israël in 1948. Net zoals Amon geen legitieme claim had op het land dat hij van de Amorieten had afgepakt, is de Palestijnse claim net zo gebrekkig, gezien het ontbreken van een historisch soevereine Palestijnse staat die het land bestuurde. Friedmans argumenten in One Jewish State versterken dit punt, door te benadrukken dat de hedendaagse claimers op het land er niet meer recht op hebben dan de Ammonieten in de tijd van Yiftah.
Argument 2: Israël was niet de agressor in zijn uittocht uit Egypte
Het tweede argument van Yiftah betreft Israëls uittocht uit Egypte. De Torah vertelt ons dat Israël boodschappers stuurde om te onderhandelen over een vreedzame doortocht door het land van Moab, maar werd met geweld tegemoet getreden. Israël zocht geen conflict; het zocht vrede en vocht alleen uit zelfverdediging. Op dezelfde manier zijn in het moderne tijdperk de acties van Israël in Judea en Samaria consequent defensief geweest. In 1967 initieerde Israël niet de Zesdaagse Oorlog die leidde tot de inname van Judea en Samaria; het reageerde op agressie van zijn buren die uit waren op zijn vernietiging.
Dit argument benadrukt een belangrijk principe: Israël is niet de agressor in zijn historische of hedendaagse conflicten over het land. Zowel in de oude als in de moderne context werden de acties van Israël gedreven door de noodzaak om zijn volk te beschermen en zijn grenzen te beveiligen tegen vijandige krachten. Ambassadeur Friedman reflecteert in One Jewish State op deze fundamentele waarheid en stelt dat Israëls streven naar soevereiniteit over al zijn historische gebieden een voortzetting is van zijn legitieme verdediging tegen agressie, en geen daad van ongerechtvaardigde verovering. Het verhaal dat Israël afschildert als een agressor in Judea en Samaria is een verdraaiing van de historische feiten en negeert de herhaalde gevallen waarin Israël naar vreedzame oplossingen streefde en met geweld werd beantwoord.
Argument 3: Het Land Is Goddelijk Aan Israël Toegekend
Het derde argument dat Yiftah naar voren brengt is het meest diepgaande en meest essentiële: het land van Israël, aan beide zijden van de Jordaan, werd niet door Israël genomen, maar werd geschonken door Hasjem, die het onttrok aan de heerschappij van Israëls vijanden. Dit is niet slechts een historische claim, maar een theologische bewering dat de band van het Joodse volk met het land er een is van een goddelijke schenking. De Tora beschrijft expliciet de toewijzing van dit land aan Israël als een vervulling van een goddelijke belofte aan de voorvaderen: Abraham, Isaak en Jakob.
In de moderne context blijft dit argument centraal staan in de Joodse identiteit en de aanspraken op Judea en Samaria. Al duizenden jaren zijn Joden voortdurend aanwezig in deze gebieden, gedreven door de wetenschap dat dit land hun door God gegeven erfgoed is. Friedmans boek herhaalt dit goddelijke recht en put uit dezelfde bijbelse en theologische bronnen die de Joodse aanspraken al duizenden jaren ondersteunen. Net zoals Yiftah de goddelijke voorzienigheid inriep tegen de aanspraken van de Ammonieten, zo beweert Friedman in zijn werk dat het moderne Israël staat op het fundament van een goddelijk gesanctioneerde band met zijn voorouderlijk land.
Argument 4: De tand des tijds: Waarom nu handelen na honderden jaren?
Yiftah's laatste argument aan de Ammonitische koning is misschien wel het meest praktische: er waren honderden jaren verstreken sinds Israël het land had ingenomen, dus waarom had Amon niet geprobeerd om het tot nu toe terug te winnen? Dit punt is een uitdaging voor de plotselinge herrijzenis van een claim die eeuwenlang had liggen sluimeren. Het benadrukt de zwakte van een claim die gebaseerd is op uitgestelde grieven of opportunistische timing.
Dit argument is ook relevant voor Palestijnse aanspraken op Judea en Samaria. Voor de 20e eeuw werd er weinig tot niet gepleit voor een aparte Arabische Palestijnse staat. De gebieden die bekend staan als Judea en Samaria werden niet erkend als behorend tot een apart Palestijns volk, maar maakten deel uit van bredere regionale en tribale verwantschappen en werden altijd samen genoemd met het Joodse Volk. Het ontstaan van Palestijnse aanspraken is eerder het gevolg van geopolitieke veranderingen en conflicten dan van een voortdurende of historische bevestiging van de soevereiniteit van een staat. Net als de plotselinge bevestiging van Amon lijkt de moderne Palestijnse claim meer voort te komen uit politiek opportunisme dan uit een geworteld historisch recht. Ambassadeur Friedman onderstreept dit argument in One Jewish State door erop te wijzen dat de plotselingheid van deze claims geloofwaardigheid en historische continuïteit ontbeert.
De lessen van Yiftah vandaag toepassen
De argumenten die Jifta voorlegde aan de Ammonitische koning zijn vandaag de dag nog net zo relevant als duizenden jaren geleden. Ze laten zien dat Joodse soevereiniteit gebouwd is op stevige historische, juridische en theologische fundamenten. Net zoals Yiftah de onjuiste beweringen van Amon ontmantelde, helpen deze principes om de moderne Joodse aanspraak op Judea en Samaria te verduidelijken en te versterken, terwijl ze het complex van valse Palestijnse beweringen ontmantelen. Ze laten zien dat Israël geen agressor is geweest, maar uit zelfverdediging heeft gehandeld; dat Joodse aanspraken op het land goddelijk bekrachtigd zijn; en dat concurrerende aanspraken, zoals die van de Ammonieten en Palestijnen, historische geldigheid ontberen.
Eén Joodse Staat van ambassadeur David Friedman belichaamt dezelfde kracht en duidelijkheid. Zijn argumenten echoën Yiftah's tijdloze oproep voor Joodse zelfbeschikking en soevereiniteit over haar historische thuisland. Vandaag de dag, net als in de tijd van Jiftah, moeten deze waarheden worden bevestigd met duidelijkheid, vertrouwen en overtuiging, om ervoor te zorgen dat de rechtmatige aanspraak van het Joodse volk op hun land nooit wordt vergeten of gecompromitteerd.