www.wimjongman.nl

(homepagina)


Egypte's dubbelhartigheid, de stilte van de wereld

door Bassam Tawil - 14 mei 2024

( )

Als de Egyptenaren echt om de Palestijnen zouden geven, zouden ze, in plaats van de toegang van hulp tot de Gazastrook te blokkeren, gemakkelijk met Israël kunnen coördineren via alternatieve grensovergangen. Blijkbaar zouden de Egyptenaren liever zien dat de Gazanen verhongeren; dan zou de internationale gemeenschap, zoals gewoonlijk, alleen Israël verantwoordelijk houden. Afgebeeld: Egyptische legersoldaten houden de wacht bij de grensovergang Rafah aan de Egyptische grens met de Gazastrook op 20 oktober 2023. (Foto door Ali Moustafa/AFP via Getty Images)

Op 12 mei kondigde Egypte aan dat het de zaak van Zuid-Afrika zal steunen in het Internationaal Gerechtshof (ICJ), waar Israël wordt beschuldigd van "genocide" omdat het zijn burgers verdedigde tegen de moordenaars en verkrachters van Hamas die Israëlische gemeenschappen binnenvielen op 7 oktober 2023. De aankondiging kwam als reactie op de voortdurende Israëlische militaire operatie tegen terroristen en bases van Hamas, vooral in de stad Rafah in het zuiden van de Gazastrook.

Als de Zuid-Afrikanen enig fatsoen hadden, zouden ze niet alleen de Egyptenaren uitschelden voor hypocrieten en leugenaars, maar zouden ze ook tegen Egypte een zaak aanspannen hebben bij het Internationaal Gerechtshof voor hun rol in het veranderen van de Gazastrook in een wapendepot en in het blijven onthouden van humanitaire hulp aan de Palestijnen daar.

Vorige week weigerde Egypte met Israël te coördineren over de binnenkomst van hulp in de Gazastrook vanaf de grensovergang Rafah, zogenaamd vanwege de "onaanvaardbare escalatie" door Israël, meldde de Egyptische staatszender Alqahera News satelliet TV. De functionaris zei ook dat Egypte Israël verantwoordelijk houdt voor de verslechtering van de situatie in de Gazastrook.

De Egyptenaren zijn in werkelijkheid boos omdat Israëlische troepen op 7 mei de grensovergang Rafah tussen Egypte en de Gazastrook in beslag namen.

De afgelopen 15 jaar werd de Palestijnse kant van de terminal gecontroleerd door Hamas en de beide partijen gebruikten het winstgevend voor het smokkelen van wapens en terroristen te .

In de afgelopen decennia heeft Egypte, tegen een aanzienlijke vergoeding, wapensmokkel toegestaan vanaf hun grondgebied naar de Gazastrook.

"De verwachting dat Egypte een einde zal maken aan het verkeer in de tunnels onder de grens tussen Egypte en Gaza is niet realistisch - om strategische, politieke en binnenlandse redenen," aldus een rapport van het Begin-Sadat Centrum voor Strategische Studies aan de Bar-Ilan Universiteit.

Het rapport, hoewel gepubliceerd in 2009, is nog even relevant als altijd:

"Op strategisch niveau ziet Egypte Israël als een concurrent in de zoektocht naar hegemonie in het Midden-Oosten en heeft het jarenlang de bewapening van Hamas via de tunnels door de vingers gezien. Simpel gezegd, het had en heeft nog steeds belang bij het bloeden van Israël...

"Het beleid met twee gezichten dat door de regering Mubarak werd gevoerd, dient ook een nuttig doel in de binnenlandse Egyptische politiek. In tegenstelling tot Europeanen en andere buitenlanders, herkennen en begrijpen Egyptische burgers gemakkelijk het dubbel spel van hun regering. Iedereen in Caïro begrijpt dat de regering het bewapenen van Hamas faciliteert; en het door de vingers zien van de tunnels verzwakt het argument van de islamitische oppositie dat de regering samenwerkt met de zionisten. Bovendien zou het aan banden leggen van het verkeer door de tunnels de economische situatie in Gaza verslechteren. Beelden van het lijden in Gaza of van Palestijnen die over de hekken klimmen om Egypte binnen te komen, helpen de islamistische oppositie alleen maar.

"Tot slot is het dubbele spel van Egypte ook het resultaat van een complexe realiteit op het Sinaï-schiereiland. Net als andere derdewereldlanden heeft de Egyptische regering niet de volledige controle over haar grondgebied. Een internationale overeenkomst over het beëindigen van de wapensmokkel van de Sinaï naar Gaza zal dus op grote problemen stuiten bij de implementatie, zelfs als het Egyptische regime dat zou willen.

"Het grootste deel van de smokkel naar Gaza wordt geleid door Egyptische bedoeïenen die in de noordelijke Sinaï wonen. Deze stammen spreken geen Egyptisch Arabisch, ze zijn niet echt een integraal onderdeel van de Egyptische cultuur en samenleving en ze onderschrijven het Egyptische politieke ethos niet. Ze leven van het smokkelen van vrouwen en drugs naar Israël en van wapens, munitie en raketten naar de Gazastrook.

"Egyptische pogingen om de openbare orde uit te breiden naar bedoeïenengebieden stuiten op gewapend verzet. Elke keer als het Egyptische regime probeert om de smokkelactiviteiten van de bedoeïenen te beperken, voeren ze een terroristische aanval uit op een Sinaï resort, zoals is gebeurd in Taba, Sharm el-Sheikh (twee keer), Nueiba en Ras al-Satan. Dergelijke aanslagen hebben een negatieve invloed op het toerisme naar Egypte, een belangrijke bron van inkomsten, en lijken een effectieve manier om de autoriteiten in Caïro te "overtuigen" om te leven en te laten leven.

"Omkoping, een belangrijk element in de Egyptische manier van zakendoen, vergemakkelijkt ook de wapensmokkel naar Gaza. Laagbetaalde Egyptische ambtenaren in de Sinaï kunnen fikse steekpenningen nauwelijks weerstaan. Een biljet van honderd dollar doet wonderen bij een Egyptische politieagent bij een wegversperring in de Sinaï die een vrachtwagen met 'pijpen' onderschept. De kans dat politieagenten bij Egyptische controleposten zullen stoppen met het aannemen van steekpenningen van trucks die wapens naar Gaza vervoeren is erg klein - tenzij de Egyptische regering besluit om dergelijk gedrag zwaar te bestraffen. Alleen de executie van smokkelaars zou een afschrikkend effect kunnen hebben, maar een dergelijk vastberaden gedrag van de Egyptische regering is ook onwaarschijnlijk."

Door de ogen te sluiten voor de wijdverspreide smokkelindustrie, heeft Egypte aanzienlijk bijgedragen aan het veranderen van de door Hamas geregeerde Gazastrook in een belangrijke basis voor islamistisch terrorisme.

Als de Egyptenaren echt om de Palestijnen zouden geven, zouden ze, in plaats van de toegang van hulp tot de Gazastrook te blokkeren, gemakkelijk met Israël kunnen coördineren via alternatieve grensovergangen zoals de nabijgelegen Kerem Shalom terminal.

De Egyptenaren weigeren echter om hulp naar de Gazastrook te sturen via de Kerem Shalom grensovergang. De afgelopen week hebben de Egyptenaren hulp aan de Gazastrook geblokkeerd door te weigeren de binnenkomst van vrachtwagenladingen via de grensovergangen Rafah en Kerem Shalom te coördineren.

De Egyptenaren lijken de "humanitaire hulp-kaart" te spelen om Israël onder druk te zetten de oorlog tegen Hamas te stoppen. Ze lijken te geloven, misschien terecht, dat door het blokkeren van de hulp aan de Palestijnen, de humanitaire crisis in de Gazastrook zal escaleren en de wereld Israël, en niet Hamas of Egypte, de schuld zal geven voor het voortdurende lijden van de mensen daar. Blijkbaar zouden de Egyptenaren liever zien dat de Gazanen verhongeren; dan zou de internationale gemeenschap, zoals gewoonlijk, alleen Israël verantwoordelijk houden.

Dat is het echte probleem: Waar is de eis van de internationale gemeenschap dat Egypte hulp levert aan de Gazastrook? Waar zijn de berichten op sociale media, de protesten op de Amerikaanse universiteitscampussen en de opiniestukken die Egypte veroordelen voor het opzettelijk onthouden van hulp aan de Palestijnen van Gaza?

Waarom oefent de regering Biden geen druk uit op Egypte, en niet alleen op Israël, om hulp toe te laten tot Gaza voor de Palestijnen?

In plaats van druk uit te oefenen op Israël om te voorkomen dat Hamas-terroristen in Rafah worden aangevallen, had de Amerikaanse president Joe Biden al aan de telefoon kunnen zitten met de Egyptische president Abdel Fattah el-Sisi om hem aan te sporen zijn Palestijnse broeders te helpen.

De beslissing van de Egyptenaren om zich aan te sluiten bij de Zuid-Afrikaanse rechtszaak tegen Israël bij het ICJ, evenals hun beslissing om hulp aan de Palestijnen te blokkeren, geven aan dat ze nerveus lijken te zijn over wat Israël aan het licht zal brengen met betrekking tot wapensmokkel langs de Egyptische grens in het Rafah gebied.

De Egyptenaren kunnen redelijkerwijs bezorgd zijn dat Israël tientallen smokkeltunnels zal ontdekken die jarenlang onder de neus van de Egyptische autoriteiten opereerden en werden gebruikt om de militaire capaciteiten van Hamas in de Gazastrook uit te breiden.

Waar zijn de zelfbenoemde pro-Palestijnse demonstranten op universiteitscampussen in de VS die zich negatief uitlaten over Egypte, dat actief hulp heeft geblokkeerd terwijl Israël die juist probeerde binnen te krijgen?

Egypte heeft in feite de afgelopen 15 jaar een blokkade opgelegd aan de Gazastrook. Egypte laat alleen Gazanen die exorbitante steekpenningen betalen toe op haar grondgebied en sluit alle anderen buiten, inclusief degenen die de Gazastrook willen ontvluchten. Waar zijn de berichten op sociale media met de tekst "F*** Egypte?"? Waar zijn de demonstranten die oproepen om de miljardenhulp aan Egypte te stoppen?

Die zijn er natuurlijk niet. De protesten gaan nooit over het helpen van Palestijnen. Ze gaan altijd alleen maar over de aanvallende Joden.

Weten de anti-Israël demonstranten op Amerikaanse campussen dat de helft van de stad Rafah in Egypte ligt? Weten ze dat de Egyptenaren letterlijk duizenden huizen aan de Egyptische kant van de grens hebben gesloopt om "veiligheidsredenen"?

Dit is hetzelfde Egypte dat duizenden Palestijnen uit Rafah heeft verdreven nadat het hun huizen had gesloopt en dat nu hulp aan de Palestijnen blokkeert, dat vroom heeft besloten om zich aan te sluiten bij de Zuid-Afrikaanse zaak tegen Israël bij het ICJ.

Volgens een rapport van Human Rights Watch (HRW), op 29 oktober 2014, vijf dagen nadat een islamitische terreurgroep, Ansar Beit al-Maqdis, een controlepost bij Rafah had aangevallen, vaardigde de Egyptische premier Ibrahim Mehleb een decreet uit dat de "uitzetting en isolatie" beval van een bufferzone die zich uitstrekte tussen vijf en zeven kilometer van de grens met Gaza en die heel Rafah omvatte.

In het rapport van HRW staat

"Het decreet van Mehleb omvatte een veel groter gebied dan regeringsfunctionarissen eerder hadden beschreven in openbare verklaringen over de sloop van huizen, die het leger gedurende 2013 en 2014 had uitgevoerd. Op een kaart in het decreet werd een zone afgebakend die zich uitstrekte langs de hele 13 kilometer lange grens [van Egypte] met Gaza en ongeveer 79 vierkante kilometer Egyptisch grondgebied omvatte. Het decreet [van de minister-president] beval dat degenen die gedwongen werden te vertrekken een 'gepaste compensatie' en alternatieve huisvesting moesten krijgen [vermoedelijk geleverd door Egypte]."

Tussen 2013 en 2014 sloopte het Egyptische leger volgens HRW minstens 540 gebouwen. De meeste waren binnen 500 meter van de grens, maar sommige lagen meer dan een kilometer van de grens. Tussen 25 oktober 2014 en 15 augustus 2015 toonde analyse van satellietbeelden aan dat de autoriteiten nog eens minstens 2.715 gebouwen hebben gesloopt.

In totaal vernietigde het Egyptische leger minstens 3255 residentiële, commerciële en gemeenschapsgebouwen, waaronder scholen, moskeeën en ziekenhuizen. Alle verwoeste gebouwen vertoonden duidelijke tekenen dat ze opzettelijk waren gesloopt met een combinatie van zware machines en de ongecontroleerde ontploffing van hoge explosieven.

Het rapport van HRW onthulde:

"Het begin van de vernielingen begon in juli 2013, maar journalisten begonnen pas in september over de vernielingen te berichten en beschreven ze als het mogelijke begin van een bufferzone. Egyptische functionarissen die in deze mediaberichten werden geciteerd, beweerden dat de bufferzone de nationale veiligheid van Egypte zou beschermen door te voorkomen dat gewapende groepen uit Gaza strijders en wapens de Sinaï zouden binnensmokkelen en de opstand daar zouden aanwakkeren...".

Volgens families die met HRW spraken, hebben de Egyptische autoriteiten echter geen overleg gepleegd met de bewoners van Rafah voordat ze het uitzettingsdecreet op 29 oktober 2014 uitvaardigden, en hebben ze niet goed aangekondigd dat bewoners gedwongen zouden worden om te vertrekken. Van de 11 geïnterviewde families waren er slechts vijf gewaarschuwd voor de op handen zijnde uitzetting. Deze gezinnen zeiden dat ze waren gewaarschuwd door legerpatrouilles die hen vertelden dat ze tussen de 36 en 48 uur hadden om te vertrekken. De autoriteiten hebben nooit een schriftelijke kennisgeving uitgedeeld, zeiden ze. Zes andere gezinnen zeiden dat ze geen kennisgeving hadden ontvangen of alleen via de nieuwsmedia of hun buren van de uitzetting hadden gehoord.

Eén bewoner zei dat hij met een groep buren probeerde te bespreken hoe hij een groepsactie tegen de uitzettingen kon organiseren, maar een andere persoon met connecties bij de autoriteiten waarschuwde hem dat als ze dat zouden doen, ze gearresteerd konden worden en beschuldigd zouden worden van terrorisme en hun kans op compensatie zouden verliezen. Twee bewoners zeiden dat ze hadden gehoord dat andere bewoners waren gearresteerd op beschuldiging van terrorisme.

Um Mohamed, die met haar drie kinderen in een gebouw van drie verdiepingen woont dat toebehoort aan de familie van haar man, zei dat ze op 27 oktober 2014 in de namiddag bij een familielid thuis zat, op bijna 250 meter van de grens, toen een officier vergezeld van 10 soldaten aanklopte bij het huis van een buurman.

Um Mohamed zei dat de officier tegen de oudere vrouw die de deur opendeed, vertelde dat ze haar huis de volgende dag zouden opblazen. Toen de oude vrouw antwoordde dat haar familie daar al hun hele leven woonde, antwoordde de officier: "Dit is het, er is geen tijd om te praten. Verplaats uw spullen vanaf nu."

Um Mohamed zei dat ze de agent vertelden dat er geen bereik was voor mobiele telefoons, die de autoriteiten regelmatig uitschakelen als onderdeel van hun anti-oproerinspanningen, en dat ze niet wisten hoe ze hun mannelijke familieleden konden vertellen dat ze hun spullen moesten komen verhuizen. "Geen probleem, we blazen het op met wat erin zit, je hoeft niets mee te nemen," zei hij.

De oudere vrouw zei een gebed en antwoordde: "Jullie schoppen ons uit ons thuisland."

"Ga een ander thuisland zoeken. Ik wil geen woord meer horen. Morgen ben ik hier om het huis op te blazen," zei de officier. Een paar dagen later sloten de Egyptische autoriteiten de elektriciteits- en watervoorziening en de telefoonlijn naar het huis af, zei Um Mohamed, en de winkels in de buurt sloten hun deuren. Vijf dagen later kwam het leger zeggen dat ze haar huis zouden afbreken. Twee dagen later deden ze dat ook.

Dit is het zoveelste voorbeeld van hoe, wanneer Palestijnen het slachtoffer worden van onderdrukkende maatregelen die tegen hen worden genomen door hun Arabische broeders, de wereld zich er niets van aantrekt. Ongeveer tien jaar geleden, toen Egypte tientallen huizen en gebouwen in Rafah sloopte als onderdeel van een campagne om terrorisme te bestrijden, zei niemand een woord tegen de Egyptenaren -- of nam zelfs maar de moeite om te gaan kijken.

Nu Israël probeert een terroristische groepering te ontmantelen wiens primaire doel de eliminatie van Israël is, beweren de regering Biden en velen in de internationale gemeenschap plotseling dat ze "woedend" zijn.

Als ze de Palestijnen echt willen helpen, zouden ze kunnen beginnen met rechtszaken tegen Egypte en de Arabische staten in de regio die decennialang de Palestijnen de rug hebben toegekeerd en miljarden hebben betaald aan hun regeringen om hen te blijven mishandelen.

Bassam Tawil is een Arabische moslim uit het Midden-Oosten.

Vertaling door W.J. Jongman en H. Sleijster

© 2024 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de vertalers of van Gatestone Institute.

Bron: Egypt's Duplicity, the World's Silence :: Gatestone Institute