www.wimjongman.nl

(homepagina)


De duistere Profetie

Satan's lange lange verhaal

( )

Door Gary Stearman - maart 2023

In dit artikel gaan we opnieuw kijken naar de duivel, die in de Bijbel bekend staat onder vier hoofdnamen, waarvan er slechts één als eigennaam wordt behandeld - Satan. Het betekent in het algemeen "aanklager". De andere drie zijn beschrijvingen van zijn aard - de duivel (lasteraar), de draak (een fysieke beschrijving van Satan in zijn oorspronkelijke glorie), en de slang (zijn reptielachtige fysieke type). Wij zullen deze vier namen als min of meer verwisselbaar behandelen. Deze titels verwijzen allemaal naar dezelfde persoon, zoals blijkt uit één enkel vers uit Openbaring:

"En de grote draak werd uitgeworpen, die oude slang, genaamd de duivel en de satan, die de gehele wereld misleidt; hij werd uitgeworpen op de aarde, en zijn engelen werden met hem uitgeworpen" (Openb. 12:9).

Hij is een reptiel, in feite de koning van de reptielen. Eens, als de draak, was hij mooi, wijs en machtig, maar hij verspeelde zijn oorspronkelijke verheven positie in het koninkrijk van God en werd de slang ... altijd een negatieve verwijzing in de Bijbel. Als de duivel (van het Griekse diabolos, "tegenstander") spant hij voortdurend samen tegen de Verlosser en zijn verlossingsplan. Als Satan [iya], een Hebreeuwse naam die zowel "tegenstander" als "aanklager" inhoudt, probeert hij voortdurend het door God gegeven werk van de Heer en zijn uitverkorenen te delegitimeren.

Van tijd tot tijd staan we stil bij een van de meest verbijsterende van alle Bijbelse waarheden: Satan bezit deze wereld en haar omgeving. We weten dit om een aantal redenen. De belangrijkste daarvan is misschien wel het begin van het Nieuwe Testament, bij de verzoeking van Christus in de woestijn. Daar toonde de duivel zijn autoriteit om vanuit een machtspositie met onze Heer te onderhandelen.

In de loop der jaren is in vele preken verteld over de betekenis van de drie aanbiedingen die hij de Heer deed. Het eerste was een fysieke test met voedsel, met name brood. Jezus had veertig dagen gevast, en had honger. Deze test, gebaseerd op lichamelijke behoefte, leidt uiteindelijk tot de grotere vraag naar het brood des levens. De grote ironie is dat Christus zelf het "brood des levens" is (Joh 6,48).
De tweede test was geestelijk, waarbij Jezus werd meegenomen naar de top van de tempel, die de tempel van Herodes moet zijn geweest, toen nog een van de architectonische wereldwonderen. De duivel daagde Jezus uit te springen, waarbij hij Psalm 91 aanhaalde, waarin staat dat de engelen zelfs niet zouden toestaan dat de voet van de Zoon van God de grond beneden zou raken. Als dit was gebeurd, zou het volk Jezus hebben gezien als een soort superman. Zij zouden Hem verwelkomd hebben als Israëls geestelijk leider, niet vanwege Zijn werkelijke positie, maar op basis van een verzonnen vertoning.
De derde test betrof het gebruik van macht; deze was psychologisch van aard. Er is gezegd dat de hoogste lust van de mens de obsessie voor macht en controle is. De duivel bood Jezus de heerschappij over alle koninkrijken van de wereld aan, in ruil voor zijn instemming om te buigen en hem te aanbidden. Jezus werd dus naar lichaam, geest en ziel op de proef gesteld door de drie aanbiedingen van de duivel, die alle zinloos zijn, tenzij de oude slang werkelijk macht heeft. Jezus twijfelde nooit aan de intrinsieke waarheid dat Satan in staat was zijn aanbod waar te maken als zijn voorwaarden waren aanvaard.

Toen en nu is de oude slang de bezitter van deze wereld. Natuurlijk hebben we ons allemaal afgevraagd hoe hij die in de eerste plaats heeft kunnen bezitten. Hij viel immers van de troon van God, lang voor de schepping van de mens. (Hij was de slang voor de schepping van de hof van Eden.) Had dat hem niet al zijn hemelse krachten en voorrechten moeten ontnemen?
Kennelijk niet. Op de een of andere manier behield hij een zekere status, waarschijnlijk door een aantal hemelse protocollen die niet in de Schrift staan. Hoewel ze toen in werking waren, en dat nu nog steeds zijn, hebben we er geen idee van wat ze zouden kunnen zijn. Tot op de dag van vandaag blijft Satan een zeer brede strook afleggen, terwijl hij over de aarde reikt en de voortgang van de hele wereld volgt met het oog op de volledige controle ervan.
Wij denken vaak aan de verleiding van Eva als de eerste verschijning van Satans kwaad. In feite werd het eerste paar geschapen als het middel waardoor de Messias zou komen om het kwaad dat de aarde al had getroffen te corrigeren. Zijn drie aanbiedingen aan Christus waren dus gebaseerd op lange precedenten, protocol en macht. Als we terugkijken, wordt het duidelijk dat hij deze status al heel lang geleden heeft bereikt.

LEVEN IN DE TUIN

Enige tijd later wordt hij gezien in de tuin. Daar opereert hij op dezelfde manier als bij de verzoeking van Christus. Hij wordt gezien in de vorm van een slang, zijn basale, reptielachtige vorm. Zoals we later zullen zien, is hij helemaal geen afschuwelijk wezen, maar zeer aantrekkelijk. Deze observatie komt volledig overeen met de oude heidense geschiedenissen die de draak de wijste en mooiste van alle wezens noemen. Tot op de dag van vandaag wordt hij in de landen van het Oosten zeer vereerd.

Het begin van het menselijke verhaal speelt zich af in de tuin genaamd Eden [isg], een naam die in het Hebreeuws "paradijs" of "plezier" betekent. Uit de bijbelse beschrijving blijkt dat het een vrij kleine tuin was. Het kan de grootte hebben gehad van een van onze provincies ... misschien zo groot als een staat, maar het was zeker beperkt in oppervlakte, en geïsoleerd van de rest van de planeet aarde.

Daar leefde het eerste paar in zalige afzondering van de rest van de wereld. Buiten de tuin was een andere wereld. De slang was daarbuiten. Maar vanuit het perspectief van Adam en Eva zou deze idyllische situatie niet lang duren. Een tijdje na hun schepping kreeg de slang toestemming om de tuin binnen te gaan op een missie die gevolgen heeft die tot op de dag van vandaag doorklinken.
Hier maakt hij voor het eerst zijn opwachting voor de mensheid. Net als bij Jezus verscheen hij om als verleider op te treden en de trouw van de vrouw aan het bevel van de Here God op de proef te stellen. In deze verschijning aan Eva als de "slang" moet worden aangenomen dat hij een aantrekkelijk beeld van glorie en wijsheid voorstelde, niet een weerzinwekkende slang. Van hem wordt ook gezegd dat hij "subtiel" was, van het Hebreeuwse woord arum [ourg], dat "sluw, listig of bedrieglijk" betekent. Zo wordt duidelijk dat hij even kwaadaardig als intelligent was. Hij beloofde Eva dat ook zij zijn wereldse wijsheid kon bezitten, die hij haar toonde als zijnde van zo'n superieure aard dat zij er uiteindelijk sterk naar verlangde.

Als we zorgvuldig kijken naar zijn interactie met de vrouw, is het duidelijk dat hij één doel voor ogen heeft. Hij wil dat zij toegeeft aan de verleiding van verboden spirituele verlichting, via de mysterieuze vrucht die de macht heeft iemands geest te openen voor een verborgen wereld. Het lijkt sterk op wat wij tegenwoordig een psychedelische drug zouden noemen, gebruikt om een venster naar de geestenwereld te openen. Haar val was dus fysiek (drugsmisbruik) en geestelijk (van glorie naar schandelijke zonde). Daarbij werden haar ogen geopend voor de duisternis van een reeds gevallen geestenwereld.
In zijn betoog tegen haar schildert de slang God af als staande in de weg van een verlichting, die hij aanprijst als een superieure status. Met andere woorden, hij overtuigt haar ervan dat God iets begeerlijks verbergt. Zoals zij tot haar schaamte en verdriet ontdekt, is het tegendeel waar:

"1 De slang nu was listiger dan alle dieren des velds die de HERE God gemaakt had. En hij zei tegen de vrouw: Ja, heeft God gezegd: Gij zult niet eten van elke boom in de tuin? 2 En de vrouw zeide tot den slang: Wij mogen eten van de vrucht der boomen des hofs: 3 Maar van de vrucht van de boom die in het midden van de tuin staat, heeft God gezegd: Gij zult daarvan niet eten en gij zult die niet aanraken, opdat gij niet sterft. 4 En de slang zeide tot de vrouw: Gij zult zeker niet sterven; 5 want God weet, dat ten dage als gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en gij als goden zult zijn, kennende goed en kwaad. 6 En toen de vrouw zag dat de boom goed was om te eten, en dat hij aangenaam was voor de ogen, en een begeerlijke boom om wijs te worden, nam zij van de vrucht daarvan en at, en gaf ook aan haar man met haar; en hij at. 7 En de ogen van hen beiden werden geopend, en zij wisten dat zij naakt waren; en zij naaiden vijgenbladeren aan elkaar en maakten zich schorten" (Gen. 3:1-7).

In het verleden hebben we deze markante gebeurtenis in de menselijke geschiedenis "de val van de slang" genoemd. Dat wil zeggen, God bouwde een prachtige tuin en bevolkte die vervolgens met de eerste twee mensen. In hun verheerlijkte staat waren zij een onweerstaanbaar lokmiddel voor de slang. De boze beloofde de vrouw de godheid ... vrijwel hetzelfde aanbod dat hij later aan Jezus deed. De vrouw nam het aanbod aan en begon inderdaad "goed en kwaad" te kennen, precies zoals de slang had beloofd.
Maar zijn actie had zonde in het zondeloze paar gebracht en als gevolg daarvan werd hij aansprakelijk gesteld voor het bederven van het menselijk ras. Hij was opzettelijk in een situatie getrokken waarin hij zich de baas voelde. Maar in feite maakte zijn actie hem kwetsbaar voor goddelijke afkeuring. De Heer had een val gezet. En die had twee dingen bereikt:
Ten eerste, het verstrikte de slang, en ten tweede, het zette ook de toon voor een komende Messias, die de zonde van de mensheid op Zich zou nemen. De volgende korte uitwisseling toont zowel het oordeel over de slang als de voorspelde overwinning van de komende Verlosser:

"Van toen tot nu is de slang het sissende symbool geweest van heimelijkheid, slinkse manipulatie en uiteindelijke dood."

"12 En de man zei: De vrouw die Gij bij mij gegeven hebt, heeft mij van de boom gegeven, en ik heb gegeten. 13 En de HERE God zeide tot de vrouw: Wat is dit, dat gij gedaan hebt? En de vrouw zeide: De slang heeft mij misleid, en ik heb gegeten. 14 En de HERE God zeide tot de slang: Omdat gij dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt boven al het vee, en boven al het gedierte des velds; op uw buik zult gij gaan, en stof zult gij eten al de dagen uws levens; 15 en Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; het zal uw hoofd kneuzen, en gij zult zijn hiel kneuzen" (Gen. 3:12-15).

In dat ene ogenblik had de mensheid een zondige aard gekregen. Adam, als het federale hoofd van de mensheid, werd geoordeeld, samen met zijn vrouw.
Maar de voorheen glorieuze draak was veranderd in een weerzinwekkende slang. Blijkbaar kwalificeerde deze tweede misdaad Satan voor verdere bestraffing volgens de hemelse protocollen. Vanaf dat moment tot nu is de slang het sissende symbool van heimelijkheid, slinkse manipulatie en uiteindelijke dood. Ondanks recente pogingen om zijn imago op te poetsen, zal de slang altijd het symbool blijven van sluipend kwaad.

En zo begon het epische verhaal van de mens op aarde. In schaamte werd het eerste paar uit de tuin van het paradijs de wereld in gedreven. Beschermende cherubijnen en een vlammend zwaard verhinderden hun terugkeer. De antediluveense beschaving was nu begonnen met moord en doodslag, afglijdend naar de uiteindelijke dood. Zonder een soort verlossing was er geen hoop.
Op dit punt is het belangrijk te bedenken dat de Hof van Eden niet de hele aarde was; het was een speciale plaats, door God bereid als een strik voor de slang, en als het punt van oorsprong voor de grote profetie van de Messias, die het menselijk vlees zou betreden, om het te verlossen en Satan eindelijk te verslaan.

WANNEER BEGON DE ZONDE?

Als we deze vreemde reeks gebeurtenissen overdenken, worden we getroffen door vele vragen. In het verleden was de oude draak blijkbaar de hoogstgeplaatste van alle geschapen wezens, met eeuwen van rang en privileges achter zich. Maar zijn fatale fout - hoogmoed - leidde tot een reeks daden die het universum met vernietiging overspoelden. Het veertiende hoofdstuk van Jesaja onthult dit feit met perfecte duidelijkheid, als het een "spreekwoord tegen de koning van Babylon" presenteert, één van Satans vele titels. Hier wordt hij geopenbaard als de macht achter de Mesopotamische regering die uiteindelijk opstaat om Israël te veroveren. Zijn oordeel is echter verzekerd:

"9 De hel van beneden is voor u bewogen om u bij uw komst te ontmoeten; zij wekt de doden voor u op, zelfs alle hoofden der aarde; zij heeft alle koningen der volken van hun tronen opgewekt. 10 Allen zullen zij tot U spreken en zeggen: Zijt Gij ook zwak geworden als wij? Zijt Gij aan ons gelijk geworden? 11 Uw pracht is tot het graf neergedaald, en het geraas van uw luiten; de worm is onder u uitgespreid, en de wormen bedekken u. 12 Hoe zijt gij uit den hemel gevallen, o Lucifer, zoon des morgens! Hoe zijt gij ter aarde neergehouwen, die de volken verzwakt hebt! 13 Want gij hebt in uw hart gezegd: Ik zal ten hemel opstijgen, ik zal mijn troon verheffen boven de sterren Gods: Ik zal ook zitten op de berg der samenkomst, aan de zijden van het noorden: 14 Ik zal opstijgen boven de hoogten der wolken; Ik zal zijn als de Allerhoogste. 15 Gij zult echter worden nedergedaald ter helle, ter zijde van den kuil. (Jes. 14:9-15).

Hier hebben we het beroemde vijfvoudige "Ik wil" van Lucifer. Vijf keer wordt hij geciteerd als leider van de rebellie. Toen hij het hoogtepunt van zijn macht bereikte, verlangde hij nog meer. Hij besloot de binnenste raden van de Here God binnen te dringen; om zijn troon te plaatsen op de plaats die alleen voor God is gereserveerd. Zijn doel: te worden zoals God, en zelfs superieur aan Hem!
Maar aan het begin van de passage hierboven beeft Sheol - de onderwereld - bij zijn komst. Dit is een profetie van zijn uiteindelijke ondergang.
In deze passage is "de doden" een vertaling van "de rephaim". Zij zijn de onvergeeflijke doden die opstaan om hem te ontmoeten, terwijl ook hij wegzinkt in de schaduwrijke duisternis van de onderwereld. Zij zijn verbaasd te zien dat hij tot hun lage staat is vervallen. Hun afschuw moet onberekenbaar zijn als ze beseffen dat hun laatste hoop weg is. Vandaag hebben ze nog steeds de hoop om gered te worden uit hun afschuwelijke, spookachtige wereld.
Tot nu toe hoopten ze waarschijnlijk dat de duivel hen zou komen redden. Maar niet langer kunnen zij uitzien naar de dag dat hij de overwinnaar zal zijn in zijn strijd met God. Niet langer kunnen zij hopen op een opstanding uit de eeuwige hel waartoe zij veroordeeld zijn.
Hij was immers Lucifer, de drager van het licht. Eigenlijk is "Lucifer", zoals in de bovenstaande passage, een Latijnse vertaling van Heylehl [kkhv], "de lichtende". Dit is een titel die hij droeg, waarschijnlijk vanaf het moment van zijn schepping. Merk op dat hij "zoon van de morgen" wordt genoemd, een idioom dat teruggaat tot het moment dat dit universum werd geschapen, "... toen de morgensterren samen zongen" (Job 38:7). (Iets later zullen we dit belangrijke moment in de tijd opnieuw bekijken.)

In de toekomstige Dag des Heren zal Satan zover gevallen zijn dat hij net zo zwak is als de geesten die nu in de Sheol wonen. Zijn glorie zal vervaagd zijn, en zijn feestelijke muziek zal voor altijd verstomd zijn. Vandaag de dag weerklinkt het over de hele wereld in militante marsen en heidense symfonieën die zich uitstrekken van jungletrommels tot de akoestisch perfecte zalen in Europa en Amerika. Er zijn vele voorbeelden van hun voortdurende verraad.
We herinneren ons dat Strauss' Also Sprach Zarathustra (Aldus sprak Zoroaster) en Wagners Ride of the Valkyries, Twilight of the Gods en de Ring Cycle de passies van de nationaal-socialisten in Duitsland voedden.
Tegenwoordig hebben de rap, rock and roll en heavy metal deuntjes die het internet bevolken en in een miljard tieneroordopjes weerklinken, een generatie gecreëerd van volgzame en emotioneel dode volgelingen van het komende beest.
Satans ijdelheid is legendarisch. Voor zover wij kunnen nagaan, was zijn positie aan de troon van God zo machtig dat hij het een realistisch doel vond om naar de eerste plaats in de hemel te stijgen. Toch was hij een geschapen wezen, en de Schrift spreekt over de dag van zijn schepping. Het feit dat hij zijn heersende macht boven die van de andere "sterren van God" wilde plaatsen, geeft ons een echte aanwijzing over zijn oorsprong. Bij het zoeken naar aanwijzingen voor zijn oorsprong, zullen we eerst kijken naar het boek Job.

STERREN, DE ZONEN VAN GOD

Job wordt wel het vroegste boek van de Bijbel genoemd. Het is waarschijnlijk ontstaan in de tijd van Abraham, Isaac en Jacob. Het is uniek in zijn visie op de hemel, omdat het begint met een hemels debat tussen de Heer en Satan. Nergens anders krijgen we dit soort hemelse gesprekken te horen.
Bovendien vinden we daar enkele veelzeggende uitspraken over Satans oorsprong. Het is één ding om het woord "Satan" op te zoeken en te ontdekken dat het "aanklager" betekent. Het is iets heel anders om Satan in actie te zien, want hij houdt zich daadwerkelijk bezig met het beschuldigen van de rechtvaardige Job, terwijl hij in gesprek is met de Heer.
In het eerste hoofdstuk is dit precies wat er gebeurt. Satan vertelt de Heer dat Jobs geloof waardeloos is, omdat hij onder de zegen en bescherming van de Heer staat. Vervolgens daagt hij de Heer uit om die bescherming weg te nemen, en let op het resultaat, dat volgens hem het ongelovige en godslasterlijke gedrag van Job zal zijn. Satans aanval op Job opent het verhaal van het boek, als Satan aankomt om een hemelse bijeenkomst bij te wonen. We ontdekken dat hij was gekomen van een onderzoek van zijn planeet, de aarde. We leren ook dat toen de Heer het onderwerp van een zekere man genaamd Job ter sprake bracht, Satan al bekend was met zijn zaak. Hij wist dat deze man onder de bescherming van de Heer stond:

"6 Er was nu een dag waarop de zonen Gods kwamen om zich voor de HEERE voor te stellen, en de satan kwam ook in hun midden. 7 En de HEERE zeide tot de satan: Vanwaar komt gij? Toen antwoordde de satan de HEERE en zei: Van het heen en weer gaan op de aarde en van het op en neer lopen op de aarde. 8 En de HEERE zeide tot den satan: Hebt gij mijn knecht Job overwogen, dat er niemand is als hij op de aarde, een volmaakt en een oprecht man, die God vreest, en het kwaad schuwt? 9 Toen antwoordde Satan den HEERE en zeide: Vreest Job God voor niets? 10 Hebt Gij hem niet omheind, en om zijn huis, en om al wat hij heeft aan alle kanten? Gij hebt het werk zijner handen gezegend, en zijn vermogen is vermeerderd in het land. 11 Maar steek nu uw hand uit, en raak al wat hij heeft aan, en hij zal u vervloeken in uw aangezicht. 12 En de HEERE zeide tot den Satan: Zie, al wat hij heeft, is in uw macht; alleen op zichzelven steekt uw hand niet uit. Zo ging Satan weg uit de tegenwoordigheid van de HEERE (Job 1:6-12).

En zo begint Jobs lange beproeving. De Heer heft zijn beschermhek op en Satan vernietigt zijn bezittingen, vee en knechten ... zelfs zijn kinderen! In een tweede aanval treft hij hem met steenpuisten. De rest van het boek is een weergave van Jobs persoonlijke ervaring in beproeving.
Het debat tussen de Heer en Satan, over Job's geestelijke status was begonnen in de hemelsluizen. Nu gaat het verder op aarde, tussen Job en zijn vrienden. Ze hebben veel serieuze gesprekken, bedoeld om zijn probleem op te lossen. Maar hoe langer ze praten, hoe gefrustreerder ze worden.
Ze kunnen de geestelijke vertakkingen van Jobs situatie niet bevatten. Vanuit hun aardse perspectief kunnen ze geen verklaring vinden voor Jobs problemen.
Gedurende hun lange gesprekken wordt Jobs leven een versterkte versie van de uitdagingen die de typische gelovige man op aarde tegenkomt. In een poging te begrijpen hoe zijn zegeningen in vloeken zijn veranderd, is Job er afwisselend van overtuigd dat God hem niet hoort; dat God hem om een onbekende reden moet straffen; dat God ten onrechte toestaat dat de goddelozen voorspoed hebben. Uiteindelijk spreekt hij zichzelf vrij van elke fout of wandaad. Daarbij reageert hij door zelfingenomen te worden, waarop God hem de fout van zijn denken toont. Maar Job krijgt nooit het inzicht dat wij, in de hedendaagse wereld, wel hebben. Als we terugkijken op zijn leven, door de Schrift. Hij heeft nooit de transacties tussen Satan en de Heer gezien, en is ongetwijfeld doorgegaan zonder te beseffen dat hij na zijn dood het middelpunt zou worden van een van de grootste lessen over geloof in de wereldgeschiedenis. Evenmin kon hij - zoals wij - terugkijken op het lijden van Christus aan het kruis, om de liefde van God te zien in het bewuste lijden dat Hij aanbood voor de redding van een verloren mensheid. Maar vergeet niet dat de hele dramatische episode van Job begon met het bijeenroepen van een ontmoeting tussen de Heer en een groep nogal mysterieuze wezens.

Wie waren deze "zonen van God" die "zich voor de Heer kwamen voorstellen?" Satan lijkt één van hen te zijn geweest. Maar tegen het einde van het boek, wanneer God Job ondervraagt over het rijk der schepping, vinden we een aanwijzing over hun identiteit:
"1 Toen antwoordde de HEER Job uit de wervelwind en zei: 2 Wie is deze die de raad verduistert door woorden zonder kennis? 3 Gord nu uw lendenen als een man, want Ik zal van u eisen, en antwoord mij. 4 Waar was gij, toen ik de grondslagen der aarde legde? Verklaar, indien gij verstand hebt. 5 Wie heeft de maten daarvan gelegd, als gij het weet? Of wie heeft de lijn daarop gespannen? 6 Waarop zijn haar fundamenten bevestigd? Of wie heeft haar hoeksteen gelegd? 7 Toen de morgensterren samen zongen en alle zonen Gods juichten van vreugde?" (Job 38:1-7).

Hier beweert God dat Hij de fundamenten van de aarde heeft gelegd op een moment dat de "morgensterren" en de "zonen van God" dat vierden. De tekst laat geen andere verklaring toe dan dat Hij de enige Schepper van deze planeet was.
Deze verwijzing naar sterren zou gericht kunnen zijn op het beschrijven van werkelijke sterren, die elk in een bepaald tempo trillen en daardoor harmoniëren in een hemels koor. Maar het zou ook een metafoor kunnen zijn voor hemelse wezens, zoals in Daniël, waar zijn profetie spreekt over de verlosten in de toekomst:

"3 En zij die wijs zijn, zullen schitteren als de helderheid van het uitspansel; en zij die velen tot gerechtigheid aanzetten, als de sterren tot in eeuwigheid" (Daniël 12:3)./p>

Vanuit een negatief perspectief verwijst Judas' brief ook naar valse leraren als "sterren". Niet alleen dat, ze worden aangeduid als "dwalende sterren". Ze schitteren als sterren, maar houden geen ware koers aan. Dat wil zeggen, hun leer dwaalt af van de waarheid. Deze "sterren" zouden lijken op wat we nu kennen als ingestorte sterren, "zwarte gaten" genoemd. Ook zij zitten voor altijd in de duisternis opgesloten.

"13 Razende golven van de zee, die hun eigen schande uitschuimen; dwalende sterren, aan wie de zwartheid der duisternis voor eeuwig is voorbehouden" (Judas 13).

De engelen die Satan volgden maakten de verkeerde keuze lang voor de schepping van de mens. Maar na de verdorvenheid van de mens verloren zij geen tijd om naar de aarde af te dalen, waar zij zich materialiseerden in een vorm die hen in staat stelde onder de mensen te wandelen als valse leraren die een wereld van afgoderij en genetisch verval voortbrachten. Zij waren de historische gevallen engelen, die vroeg in de geschiedenis van de mensheid de aarde binnenvielen. Met andere woorden, het waren gevallen sterren die hier kwamen om hun eigen rijken op aarde te bouwen:

"1 En het geschiedde, toen de mensen zich begonnen te vermenigvuldigen op de aarde, en hun dochters werden geboren, 2 dat de zonen Gods de dochters der mensen zagen, dat zij schoon waren; en zij namen hun vrouwen van allen, die zij verkozen" (Gen. 6:1,2).

Achteraf gezien verwijst het boek Openbaring duidelijk naar deze "sterren" als bestaande uit een derde van de gehele engelenbevolking. We kunnen niet weten hoeveel het er nu zijn, maar hun aantal moet zeker in de miljoenen hebben gelopen.
Als een visuele metafoor hebben we een verbazingwekkende afbeelding die de engelen laat vallen met de draak, alsof zijn staart een neerwaartse spiraal naar de aarde trekt:

"3 En er verscheen een ander wonder in de hemel; en zie, een grote rode draak, hebbende zeven koppen en tien horens, en zeven kronen op zijn koppen. 4 En zijn staart trok het derde deel van de sterren des hemels, en wierp ze op de aarde; en de draak stond voor de vrouw, die gereed was om bevrijd te worden, om haar kind te verslinden, zodra het geboren was" (Openb. 12:3,4).

Om de metafoor compleet te maken, wordt Jezus zelf aangeduid als een ster, eerst als de voorspelde Messias die uit het huis van Jakob zou voortkomen:

"17 Ik zal hem zien, maar niet nu: Er zal een ster komen uit Jakob en een scepter uit Israël, die de hoeken van Moab zal slaan en alle kinderen van Sheth zal vernietigen" (Num. 24:17).

Zoals we al gezien hebben, werd Lucifer ooit de morgenster genoemd, zoals in de uitdrukking "zoon van de morgen".
Maar Jezus heeft nu die titel gekregen, zoals beloofd aan de gelovigen in Openbaring 2:28: "28 En Ik zal hem de morgenster geven."
In feite heeft Jezus aan het einde van de Bijbel de eer van deze verheven titel volledig gekregen:

"16 Ik Jezus heb mijn engel gezonden om u deze dingen te betuigen in de gemeenten. Ik ben de wortel en het nageslacht van David, en de heldere en morgenster" (Openb. 22:16).

DE GROTE VAL

Soms gebruiken christenen de term "de val van de mens" in een algemene context, alsof het de enige val is. In werkelijkheid gebeurde dit lang na de oorspronkelijke en grootste val, namelijk de val van Satan. Sinds enige tijd zijn wij van mening dat het hele universum onder een vloek ligt die teruggaat tot de val van Lucifer, of zoals hij in de profetie van Ezechiël wordt genoemd: "de gezalfde cherub".

"12 Mensenkind, neem een klaagzang op over de koning van Tyrus en zeg tegen hem: Zo zegt de Here GOD: Gij verzegelt de som, vol van wijsheid en volmaakt in schoonheid. 13 Gij waart in Eden, den hof Gods; elke kostbare steen was uw bekleding, de sardius, de topaas, en de diamant, de beryl, de onyx, en de jaspis, de saffier, de smaragd, en de karbonkel, en het goud; het werk van uw tabijten en van uw pijpen is in u bereid ten dage, dat gij geschapen zijt. 14 Gij zijt de gezalfde cherub, die bedekt; en Ik heb u alzo gesteld; gij waart op den heiligen berg Gods; gij hebt op en neder gewandeld te midden van de stenen des vuurs. 15 Gij waart volmaakt in uw wegen, van den dag af, dat gij geschapen waart, totdat de ongerechtigheid in u gevonden werd. 16 Door de veelheid uwer koopwaar hebben zij het midden van u met geweld vervuld, en gij hebt gezondigd; daarom zal Ik u als profaan uit den berg Gods werpen; en Ik zal u verdelgen, o bedekkende cherub, uit het midden der vuurstenen. 17 Uw hart werd opgeheven vanwege uw schoonheid; gij hebt uw wijsheid verdorven vanwege uw glans: Ik zal u ter aarde werpen, Ik zal u voor koningen leggen, opdat zij u aanschouwen. 18 Gij hebt uw heiligdommen verontreinigd door de veelheid uwer ongerechtigheden, door de ongerechtigheid uwer handel; daarom zal Ik een vuur uit het midden van u voortbrengen, het zal u verteren, en Ik zal u tot as brengen op de aarde, ten aanschouwen van allen, die u aanschouwen. 19 Allen, die u onder het volk kennen, zullen zich over u verbazen; gij zult een schrik zijn en nooit meer zijn" (Ezech. 28:12-19).

Er is veel commentaar geschreven over Satan, de "koning van Tyrus". Waar hij in Jesaja werd voorgesteld als de koning van Babylon, de titel van zijn geestelijke rol als Baäl, is hij hier Tyrus, en vertegenwoordigt hij de koning van de wereldhandel en rijkdom. Tyrus (de Fenicische handelaren) is de oorsprong van de Wettige Koopman, die tot op de dag van vandaag de wereld van de koopvaardij over zee beheerst. Achter de aardse heersers van Tyrus stond Satan, hier genoemd "de gezalfde cherub die bedekt". We weten al dat de oude slang de hoogste positie in de hemel bekleedde ... hoger dan enig ander geschapen wezen. Hier leren we over zijn wijsheid, schoonheid en voorrecht.
Volgens de Joodse geschiedenis bevindt "Eden, de tuin van God" zich niet op aarde, maar in de hemel, en in plaats van een tuin vol overvloedige vegetatie, is het een minerale tuin van onbeschrijfelijke schoonheid, waarschijnlijk geëvenaard door de schoonheid van Satan in zijn oorspronkelijke gedaante, een draak, ingelegd met kostbare juwelen en versierd met muziekinstrumenten! Onze verbeelding wankelt bij de gedachte!
Hij had het voorrecht om als cherubijn te dienen en zijn vertegenwoordigde koninkrijk bij Gods troon te dekken. Als zodanig zou hij zijn als een van de vier beesten bij Gods troon, zoals ze worden gezien in Openbaring:

"6 En vóór de troon was een glazen zee als van kristal; en in het midden van de troon, en rondom de troon, waren vier beesten vol ogen voor en achter. 7 En het eerste beest was als een leeuw, en het tweede beest als een kalf, en het derde beest had een gezicht als aman, en het vierde beest was als een vliegende arend. 8 En de vier beesten hadden elk zes vleugels om zich heen; en zij waren van binnen vol ogen; en zij rustten niet dag en nacht, zeggende: Heilig, heilig, heilig, Here God almachtig, die was, en is, en komen zal" (Openb. 4:6-8).

Deze vier "beesten" zijn cherubijnen, elk aangewezen om te waken over een dierenrijk ... roofdieren, huisdieren, mensen en het vogelrijk. Als Satan nog op zijn plaats was - als hij niet was gevallen - zou er een cherub zijn om te waken over het koninkrijk van de reptielen, ooit de meest indrukwekkende groep dieren op aarde - de dinosauriërs ... verschrikkelijke hagedissen. Hun leider is ingestort, en ze zijn gereduceerd tot vernedering.
Eens waren zij de reusachtige sauropoden, zoals brachiosaurus, met hun lange nekken en staarten, misschien zeventig tot honderd voet lang. De therapoda, zoals tyrannosaurus rex, en tientallen verschillende raptors. Hun duizenden soorten en ondersoorten domineerden de wereld als sauriërs... hagedissen of reptielen.
De skeletten van nieuwe dinosaurussen worden dagelijks ontdekt, en elk jong kind wordt aangemoedigd om te fantaseren over de oude tijd waarin zij over de aarde liepen. Maar hun gezalfde overkoepelende cherub zit niet meer op de troon van God, en ze zijn gereduceerd tot kruipende, kruipende, glibberige wezens, net zoals de Schrift zegt over hun leider. De grote draak is bezig een stofetende slang te worden.
Hij was al gevallen lang voordat hij in de aardse hof van Eden kwam om de vrouw te verleiden. Het saurische koninkrijk was op zijn retour. Maar hoewel hij niet langer co-regent was op Gods troon, behield hij blijkbaar nog iets van zijn vroegere glorie. Dat wil zeggen, totdat hij klaar was met zijn werk met Eva. Op dat moment werden hij en zijn ras gereduceerd tot de staat waarin we ze vandaag de dag zien.

SATANS ELLENDIGE HEERSCHAPPIJ EN ENTROPIE

Hoe kunnen deze dingen in het zicht van een soevereine God zijn? Zeker, God heeft dit kwaad in zijn huidige vorm laten ontstaan met een doel. Vanuit ons perspectief is Satans trotse heerschappij allesbehalve succesvol geweest. Onze wereld en het bijbehorende zonnestelsel zijn een letterlijk wrak. Ze vertonen de sporen van een catastrofe - een schok uit het verleden, met huidige weerklank.
In zijn brief aan de Romeinen zegt Paulus het het beste:

"Want wij weten dat de hele schepping kreunt en in pijn lijdt tot op heden" (Rom. 8:22).

Dit ene vers zegt alles. Het woord "schepping" is hier vertaald uit het Griekse Ktisis, wat "de hele schepping" betekent. Dit omvat niet alleen de planeet aarde en het zonnestelsel, maar alles wat gezien kan worden, van microscopisch tot kosmisch.
Mars wordt geteisterd door de resten van oude vulkanen van monsterlijke omvang, en de sporen van een overstroming over de hele planeet. Een vijfde van zijn omtrek wordt overbrugd door een kloof - de Valles Marinaris - die 2500 mijl lang en meer dan vier mijl diep is. Op aarde zou deze zich uitstrekken over de hele Verenigde Staten! Deze kloof is niet ontstaan door water, maar door een breuk. Welke grote kracht kan dit veroorzaakt hebben?
Onze maan is getekend door duizenden kraters, van centimeters tot kilometers in diameter. De achterkant heeft veel meer te lijden gehad van meteorische inslagen dan de kant die wij zien, wat suggereert dat de aarde de voorkant heeft afgeschermd. Wanneer is dit gebeurd? De aarde zelf heeft duizenden kraterlittekens; ook zij is ooit gebombardeerd door reusachtige meteorieten. Maar nergens in onze geschiedenis vinden we verslagen van deze botsingen.
Hoe meer we onze omgeving kunnen onderzoeken, hoe meer het erop lijkt dat er ooit een verschrikkelijke ramp heeft plaatsgevonden die het hele universum heeft overspoeld. Zowel de Hubble-telescoop als nu de nieuwere James Webb-ruimtetelescoop registreren dagelijks intergalactische botsingen. De wetenschap voorspelt nu een tijd in de verre toekomst waarin de energie van het heelal simpelweg "opraakt".
Sterren branden op; planeten eroderen; chemie verdampt; geordende structuren worden ongeordend; je nieuwe auto zal op een dag oplossen in roest. De wetenschap heeft een naam voor dit proces. Het heet entropie, en eenvoudig gezegd betekent het dat orde altijd overgaat in wanorde; het omgekeerde is nooit waar. Dit is het "kreunen" waarover Paulus schrijft. Naarmate de tijd verstrijkt, groeit wanorde uit tot chaos.

Op de een of andere manier werd Gods schepping doordrenkt met zonde, niet alleen de zonde van de mens, maar de zonde van Satan. Er was - en is - oorlog in de hemel. God schiep de hemel en de aarde niet om uit elkaar te vallen. Vijf keer in het eerste hoofdstuk van Genesis zien we de zin: "...en God zag dat het goed was." Dit was de schepping die Hij bedoelde. Maar Satan, in zijn zoektocht naar macht, zette een reeks gebeurtenissen in gang die tot wanorde blijven leiden.
Wij geloven niet in de evolutie, die eenvoudig gezegd beweert dat systemen evolueren van lagere naar hogere orden. Het hele universum schreeuwt dat dit niet het geval is. Evenmin geloven wij in progressief creationisme, dat stelt dat God geleidelijke evolutie gebruikt in zijn scheppingsproces. Als Hij schept, schept Hij iets uit het niets. Ook geloven wij niet dat de zogenaamde "oerknal" een ongeleide explosie was die op de een of andere manier het scheppingsproces in gang zette. De Schrift vertelt ons duidelijk dat God alles wat er is, in perfectie heeft geschapen. Daarna vernietigde Satan in een militante actie de stabiliteit van de hele schepping. Zijn bezit van de planeet aarde lijkt terug te gaan tot de periode voor zijn val.
Op dit moment lijkt het erop dat de Heer Satan zijn verdiende loon geeft. Hij is de "...god van deze wereld" (II Kor. 4:4), die absoluut verantwoordelijk wordt gehouden voor het lange spoor van vernietiging dat op zijn pad ligt.
Aan het einde van de Verdrukking zal hij voor duizend jaar gebonden zijn; dezelfde duizend jaar waarin de verlosten met Christus leven en regeren. Aan het eind van die tijd zal hij worden vrijgelaten. Op de een of andere manier die wij niet helemaal begrijpen, zal hij een wereldwijde opstand leiden, waarvoor hij in ieder geval eeuwig gestraft zal worden:

"10 En de duivel die hen misleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel, waar het beest en de valse profeet zijn, en hij zal dag en nacht gepijnigd worden tot in eeuwigheid" (Openb. 20:10).

Dan en alleen dan zal het universum zijn definitieve genezing ontvangen. In de meest letterlijke zin betekent dit een universum zonder entropie, stabiel en eeuwig. Daar zullen gerechtigheid en heiligheid de boventoon voeren. De dingen die door God geschapen zijn, zullen eeuwig duren.
Waarom mocht Satan überhaupt in opstand komen? Ten eerste, als de Heer hem had vernietigd bij het eerste teken van zijn opstand, zouden de toeschouwers hebben gespeculeerd dat er iets was waarvoor God bang was. Maar verder gebruikte de Heer de gebeurtenis om een verlost ras te scheppen ... en een Verlosser die anders nooit zou opstaan. Zijn kruis heeft universele gevolgen:

"19 Want het heeft de Vader behaagd, dat in Hem alle volheid zou wonen; 20 En door het bloed van Zijn kruis vrede gemaakt hebbende, heeft Hij alle dingen met Zichzelf verzoend; door Hem, zeg ik, hetzij dingen op aarde, hetzij dingen in de hemel" (Kol. 1:19,20).

Uiteindelijk resulteerde Satans ondergang in de zegen van de wereld, een zegen die de volmaakte verzoening tot in de hemelen en verder brengt.

Bron: Prophecywatchers magazine maart 2023

Deel 1 - Deel 2 - Deel 3