www.wimjongman.nl

(homepagina)


Gedachtenstrijd

Door Hal Lindsey op 11 juni 2023

1838 was een tijd van grote onrust in Amerika. In januari van dat jaar sprak een 28-jarige vertegenwoordiger van de staat Illinois een prominente debatvereniging in Springfield toe. De lange, slungelige advocaat noemde zijn onderwerp "Het voortbestaan van onze politieke instellingen". Zijn naam was Abraham Lincoln.

Diep bezorgd over de toekomst van zijn land vroeg Lincoln: "Op welk punt moeten we de nadering van gevaar verwachten? Met welke middelen zullen we ons ertegen versterken? Zullen we een transatlantische militaire reus verwachten die de oceaan oversteekt en ons in één klap verplettert? Nooit! Alle legers van Europa, Azië en Afrika samen... zouden niet met geweld een slok uit de Ohio kunnen nemen, of een spoor kunnen trekken over de Blue Ridge, in een beproeving van duizend jaar. Op welk punt dan is de nadering van gevaar te verwachten? Ik antwoord: als het ons ooit bereikt, moet het onder ons ontstaan. Het kan niet uit het buitenland komen. Als vernietiging ons lot is, moeten we zelf de auteur en voltooier ervan zijn. Als een natie van vrije mensen moeten we door alle tijden heen leven, of sterven door zelfmoord."

Zelfs in een tijdperk van intercontinentale ballistische raketten die in slechts enkele minuten oceanen kunnen oversteken, is innerlijke corruptie nog steeds gevaarlijker voor Amerika dan een aanval van buitenaf. Innerlijke zwakte trekt agressie aan. "Als vernietiging ons lot is, moeten we zelf de auteur en voltooier ervan zijn.

Vandaag de dag lijkt onze natie uit op zelfvernietiging. We zien het in wetgevende en uitvoerende organen, rechtbanken en onderwijsinstellingen. Het is uitgezaaid naar muziekstudio's, filmsets en bibliotheken. Uitgeverijen, televisienetwerken en directiekamers van bedrijven lijken er ook op uit om de Amerikaanse rechten, idealen en moraliteit te vernietigen die hun welvaart mogelijk hebben gemaakt.

Destructieve keuzes zijn niet beperkt tot de rijken en machtigen. Ze worden ook gemaakt door 15-jarigen die op straathoeken staan en door 60-jarigen die beslissen naar welk televisieprogramma ze gaan kijken. Ze worden gemaakt door christenen die weten dat ze de Bijbel zouden moeten lezen, maar het zo laag op hun prioriteitenlijstje zetten dat het zelden geopend wordt.

We horen veel over cultuuroorlogen. Maar cultuur is een uiterlijke weerspiegeling van ons innerlijk. De echte oorlog gaat over gedachten en gedachten zijn grotendeels een kwestie van keuze. Ja, sommige gedachten komen onverwacht. Maar we mogen kiezen of we die gedachten willen onderhouden en voeden, of niet. 2 Korintiërs 10:5 (NASB) zegt dat we "elke gedachte gevangen moeten nemen in de gehoorzaamheid van Christus".

We kunnen ervoor kiezen om onze gedachten te richten op datgene wat onze ziel in Christus zal versterken en voeden. Psalmen 1:1-3 zegt: "Hoe gezegend is de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen, noch op het pad van de zondaars staat, noch op de plaats van de spotters zit! Maar zijn vreugde is in de wet van de Heer, en in zijn wet mediteert hij dag en nacht. En hij zal zijn als een boom, stevig geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft in zijn seizoen, en zijn blad verdort niet; en in alles wat hij doet, zal hij slagen."

Filippenzen 4:8 zegt: "Ten slotte, broeders, wat waar is, wat eervol is, wat recht is, wat zuiver is, wat lieflijk is, wat een goede naam heeft, als er iets is dat voortreffelijk is en als er iets is dat lof verdient, laat uw gedachten dan bij deze dingen zijn."

De wereld draait overuren om onze gedachten en die van onze kinderen te corrumperen. Maar de Bijbel zegt dat we onze gedachten kunnen kiezen. We zien de vreselijke dingen die op scholen worden onderwezen en we vragen ons af wat we kunnen doen. Het antwoord is om de Heilige Geest in ons te laten werken door Zijn heilige woord. Zelfs als je lichamelijk zwak bent, kun je een reus in Christus zijn - overtuigend spreken, effectief bidden en wandelen in de kracht van Zijn grote liefde. Begin met "je geest te laten stilstaan bij deze dingen".

Bron: Hal Lindsey