Een patroon met een gat
Door Greg Lauer - juni 2022
Onlangs stuurde een lezeres, Kim genaamd, me een e-mail waarin ze speculeerde over de mogelijkheid dat de Joodse dag van rouw bekend als Tisha B'Av (de Negende van Av) verbonden zou zijn met de Opname. Ze leek behoorlijk opgewonden over het idee, en ze wilde alleen maar mijn reactie.
Hoewel ik al eerder melding had gemaakt van de negende van Av in verband met de eerste en tweede tempel, moet ik bekennen dat ik me slechts marginaal bewust was van de betekenis van de datum voor het Joodse volk en de ernst waarmee hij in acht wordt genomen. En onnodig te zeggen dat ik zeker nooit een verband had gelegd tussen deze Joodse rouwdag en de Opname. Maar na het lezen van Kim's email en er over nagedacht te hebben (en een paar stevige porren van de Heilige Geest gevoeld te hebben), was het eerste woord van mijn reactie:
KA-BOEM!
Ik reageerde blij op haar aanmoediging om "er iets mee te doen," en dus ben ik hier, zoals beloofd. In dit artikel wil ik een idee onderzoeken dat letterlijk nog nooit bij me was opgekomen, en dat is het verleidelijke verband tussen de verwoesting van de Eerste en Tweede Tempel en de wegname van de Gemeente - een idee dat Kim me uit de heldere blauwe hemel aanreikte. Eerst zullen we een vluchtige blik werpen op de gebeurtenissen die voorafgingen aan en volgden op de verwoesting van de beide Joodse tempels, en dan enkele van de redenen bespreken waarom ik het ermee eens ben dat er een dwingend verband lijkt te zijn tussen Tisha B'Av en de opname van het lichaam van Christus.
Wat ik wil laten zien is dat er een patroon aan het werk is met betrekking tot de gebeurtenissen rond de verwoesting van de Eerste en de Tweede Tempel, en de derde en laatste ronde van dat patroon die plaatsvindt in de eindtijd lijkt een gapend gat in zich te hebben:
Een gapend gat dat perfect gevuld zou worden door de Opname.
Een woord voordat we beginnen...
Zoals sommigen van u wellicht weten, is er de laatste maanden een aanzienlijke vlaag van speculatie geweest over de datum van de Openbaring, die zich concentreerde op 2022. Ik ga me niet verdiepen in de details van één van de theorieën die momenteel de ronde doen, maar ik weet wel dat er speculaties zijn geweest die data en periodes als 15 juni (falen), 23 juli, - 28 september, en anderen benadrukken.
Bij een aantal gelegenheden in het verleden, heb ik mijn persoonlijke gevoelens over Opname-datum speculatie bekend gemaakt, en het komt er hier op neer:
Hoewel schaamteloos, zo-zegt-de-Heer dat datums voor de opname absoluut on-bijbels zijn en vermeden moeten worden, ik hoest niets op over op de Schrift gebaseerde speculaties in de mogelijke timing van de opname of het mogelijke verband met of in relatie tot bepaalde data van bijbelse betekenis, zolang als het maar gebeurt in de geest van het verkrijgen van een groter en dieper begrip van Gods Woord en Zijn Plan voor de Eeuwen, en met het glasheldere voorbehoud dat de exacte datum van de Openbaring niet aan ons is om met zekerheid te weten, omdat God de timing van eindtijdgebeurtenissen onder Zijn eigen gezag heeft geplaatst (Handelingen 1: 7).
In de eenvoudigste bewoordingen:
Nieuwsflits: de Schrift zegt dat we het nooit met zekerheid zullen vastleggen - dus ga er zo mee om en ga verder alsof je dat werkelijk gelooft.
Trouwens, onze hemelse Vader deed dat voor ons welzijn. Hij weet dat als we onszelf toestaan ons te veel te concentreren op (lees geobsedeerd zijn door) één specifieke datum voor de opname van de Gemeente, het bijna onmogelijk voor ons is om te leven met het soort actieve anticipatie waartoe we bevolen zijn met betrekking tot de gezegende, louterende hoop van de Opname. Helaas zijn een aantal gelovigen in die val gelopen in verband met de stellaire-planetaire bevestiging van het "grote teken" van Openbaring 12:1-2 op 23 september 2017, en ik vermoed dat velen van hen deze les op de harde manier hebben geleerd. Genoeg gezegd.
OK, laten we beginnen met een reis terug in de tijd naar de dagen van Koning Salomo.
De eerste tempel
Koning David wilde op de berg Moria in Jeruzalem de eerste permanente woonplaats op aarde bouwen voor de God van de Joden, maar de God van de Joden had andere ideeën. God zei tegen David dat hij niet degene zou zijn die Zijn tempel zou bouwen, omdat hij een man van oorlog was en veel bloed had vergoten, en dat Hij wilde dat Zijn woning zou worden gebouwd door een man van vrede in een tijd van vrede (1 Kron. 22:6-16). Welnu, in het begin van de tiende eeuw voor Christus had Gods volk vrede met zijn vijanden, en die man van vrede was Davids zoon Salomo.
De bouw begon in 960 v. Chr. en het duurde zeven jaar om hem te voltooien. Salomo's Tempel was een naar alle maatstaven verbluffend prachtig bouwwerk, en het was Salomo die de inwijdingsceremonie verrichtte - een gebeurtenis die werd gevolgd door een lange periode van offers en festiviteiten.
Opmerkelijk bij de inwijding van de eerste tempel is echter dat onmiddellijk na Salomo's gebed tot inwijding het vuur van Gods heerlijkheid zo intens op de tempel viel, dat de priesters de tempel niet eens konden betreden (2 Kron. 7:1-3). Dit wordt de Shekinah-glorie genoemd, en het was zeker een theofanie, of een zichtbare manifestatie van Gods aanwezigheid.
Deze theofanie was natuurlijk van korte duur, want het duurde niet lang voordat de priesters de tempel konden binnengaan en hun door God opgedragen werk konden doen (anders zou de tempel niet veel nut hebben gehad). Maar op de dag van de inwijding stond de eerste tempel in vuur en vlam met de overweldigende aanwezigheid van Gods Shekinah-glorie, als teken van Zijn goedkeuring van hun inspanningen.
Vandaag aanwezig, morgen weg: Er is een wetenschappelijk debat gaande over Gods aanwezigheid (of het gebrek daaraan) in zowel de Eerste als de Tweede Tempel gedurende verschillende tijdsperioden, en ik vond het een verrassend diep, complex onderwerp toen ik me voorbereidde op het schrijven van dit artikel.
Toen bijvoorbeeld de Tweede Tempel werd ingewijd (Ezra 6:16-18), maakt de Schrift geen melding van het neerdalen van de Shekinah glorie op het bouwwerk, zoals bij de inwijding van Salomo's Tempel. Sommige evangelische geleerden beweren dat dit betekent dat de aanwezigheid van God nooit in de Tweede Tempel heeft gewoond, zoals dat wel het geval was in de Eerste Tempel. Voor hen is het een of/of-kwestie: of Gods aanwezigheid was in de tempel, of niet.
Anderen beweren dat het niet zo eenvoudig is. Zij stellen bijvoorbeeld dat als Gods aanwezigheid nooit de deur van de Tweede Tempel heeft verduisterd, wie bedoelt Jezus dan precies als Hij de schriftgeleerden en de Farizeeën met het volgende berispt:
En wie bij de tempel zal zweren, zweert bij de tempel, en bij hem die daarin woont.
((Matteüs 23:21 AKJV / nadruk toegevoegd)
Oeps... en er zijn nog een aantal andere duidelijke Schriftuurlijke aanwijzingen dat Gods aanwezigheid inderdaad in de Tweede Tempel was - Shekinah heerlijkheid of geen Shekinah heerlijkheid, zoals werd geloofd door de overgrote meerderheid van de Joden.
Veel bijbelgeleerden zijn het erover eens dat Gods "aanwezigheid" een fenomeen is met vele lagen en facetten en dat het een aantal aspecten, dimensies en niveaus van intensiteit kan aannemen, zoals God verkiest, en dit valt ver buiten het bestek van dit artikel. Veel geleerden zijn het erover eens dat God inderdaad in de Tweede Tempel heeft gewoond, maar niet op hetzelfde niveau van intensiteit als Hij in de Eerste Tempel deed. Maar gelukkig voor mij concentreer ik me alleen op de letterlijke, fysieke vernietiging van die tempels, en niet op wat voor "aanwezigheid" God op een bepaald moment wel of niet in een van beide had.
[Noot vertaler: God vertrok uit de eerste tempel ten tijde van Ezechiël hfst.10:18.]
Als u geïnteresseerd bent, hier is een Bron: link - Engelstalig naar een uitstekend artikel over het onderwerp van Gods aanwezigheid in de Tweede Tempel, geschreven door Joseph Greene en gepubliceerd in het Journal of the Evangelical Theological Society.
Israël genoot de eerste jaren van zijn regering onder koning Salomo van een ongeëvenaarde vrede en voorspoed, maar onvermijdelijk begonnen geschillen en verdeeldheid de kop op te steken en te broeien. Het is een lang verhaal met vele wendingen, en ik wil hier echt geen geschiedenisboek van maken (een geschiedenisboek waarvan de belangrijkste feiten en data stelselmatig verschillen van bron tot bron). Ik wil u alleen de grote lijnen geven met betrekking tot de letterlijke vernietiging van beide tempels.
Het is een triest verhaal over zonde, trots en machtswellust, maar een van de belangrijkste gebeurtenissen rond deze tijd was een vervelende gevecht over wie Salomo als koning zou opvolgen. De 12 stammen van Israël splitsten zich uiteindelijk in twee groepen over deze kwestie: de 10 stammen van het Noordelijke Koninkrijk (die Salomo's zoon Rehabeam als koning verwierpen en de naam Israël behielden), en de twee overgebleven stammen van Juda en Benjamin in het Zuidelijke Koninkrijk (die Rehabeam als koning omarmden en die bekend zouden worden als Juda). Ondertussen werd het Noordelijke Koninkrijk geregeerd door een voormalig lid van Salomo's regering genaamd Jerobeam.
In het Noordelijke Koninkrijk gaf Jerobeam de Levieten hun vrijbrief en bevorderde de aanbidding van valse goden (veel van deze goden hadden de Joden al sinds hun dagen in Egypte aanbeden), en het Noordelijke Koninkrijk verviel dieper en dieper in afgoderij. En in het Zuidelijke Koninkrijk was het al niet veel beter. Hoewel Juda van tijd tot tijd weer in de gunst van God kwam, raakten ook zij uiteindelijk stevig verankerd in afgoderij en geestelijk verval.
In de achtste eeuw voor Christus was Assyrië in het noorden de grootste vijand van de Joden, en de profeet Hosea voorspelde Assyrië's onderwerping van de 10 stammen van het Noordelijke Koninkrijk (Hos. 11:5). De HEERE greep echter in om Juda te redden van hetzelfde lot door toedoen van de Assyriërs, die uiteindelijk onder Gods oordeel leden.
In de zevende eeuw voor Christus was Egypte een belangrijke regionale macht. De Babyloniërs werden echter de grote jongens na de Slag bij Charchamesh in ongeveer 606 voor Christus, toen de Babyloniërs de gecombineerde strijdkrachten van Assyrië, Egypte en enkele anderen versloegen en effectief de controle over zowel het Noordelijke als het Zuidelijke Koninkrijk overnamen en de eerste ronde van het in ballingschap voeren van het Joodse volk naar Babylon was begonnen. Volgens sommige commentatoren begon de geprofeteerde periode van 70 jaar oordeel over de Joden in deze tijd, toen de volledige heerschappij van de Babyloniërs over hen begon en de eerste ballingen gevangen werden genomen.
De Babyloniërs belegerden Jeruzalem in 597 v. Chr. en Nebukadnezar benoemde Zedekia tot koning over Juda. Maar in 587 v. Chr. kwam Zedekia in opstand tegen Nebukadnezar, en sloot een wankel en onverstandig verbond met de Egyptenaren voor bescherming. Die alliantie met hun vijanden kon Nebukadnezar er niet van weerhouden Jeruzalem in 586 v. Chr. aan te vallen, en deze keer waren de Babyloniërs niet aan het rommelen:
Deze keer verwoestten ze Jeruzalem, en daarmee ook de Eerste Tempel.
Hoewel sommigen twisten over het exacte jaar, zijn er maar weinigen die twisten over de exacte dag. De traditionele Joodse geschriften zijn het erover eens dat de verwoesting van de Eerste Tempel plaatsvond op de negende dag van de Joodse maand Av:
Tisha B'Av.
De ontbrekende jaren: Let wel, als je versies leest van bovenstaande gebeurtenissen, geschreven door Joodse mensen, dan zal bij velen van hen de verwoesting van de Eerste Tempel plaatsvinden in 423 of 422 v.Chr., ruwweg 165 jaar later dan het merendeel van de betrouwbare geschiedschrijvers. Er zijn verschillende verklaringen voor deze grote discrepantie, maar een van de achterliggende redenen heeft te maken met de Joodse interpretatie van Daniëls profetie van de 70 weken (Dan. 9:24-27).
In de gedachten van veel Joodse rabbijnen in de laatste twee millennia, verwijst de periode van 70 weken (490 jaar) die Daniël noemt naar de tijd tussen de vernietiging van de Eerste en de Tweede Tempel (wat niet het geval is). Dus, eerst plaatsen ze de verwoesting van de Tweede Tempel in 68 of 69 n.Chr. (in tegenstelling tot de algemeen geaccepteerde datum van 70 n.Chr.), en dan tellen ze 490 jaar terug om uit te komen op 423 of 422 v.Chr. voor de verwoesting van de Eerste Tempel. Er zijn andere redenen voor deze "ontbrekende jaren", maar deze eigenzinnige interpretatie van Daniël 9:24-27 wordt vaak aangewezen als een deel van het probleem.
Eigenlijk zou het niemand moeten verbazen dat de Joden de profetie van Daniël zo flagrant verkeerd zouden interpreteren, aangezien deze met vlammende pijlen en een knipperend neon teken erop wijst dat Christus hun Messias is. In de jaren na de aardse bediening van Christus was het een beetje te duidelijk dat Jezus in feite degene was die "afgesneden" werd na 69 weken in vers 26, dus moesten de Joodse rabbi's de Schrifttang tevoorschijn halen. Ik zal er niet dogmatisch over doen, maar een aantal Evangelische schriftgeleerden hebben een zeer sterk argument samengesteld dat toen Jezus Zijn triomfantelijke intocht in Jeruzalem maakte op wat de eerste Palmzondag zou worden, dit letterlijk de precieze voltooiing van de 69e week betekende, en daarmee de weg bereidde voor de gebeurtenissen in de Passieweek en de kloof inluidde tussen de 69e en de 70e week. De 70e week is natuurlijk de Verdrukking die begint met de bevestiging van het verdrag van Daniël 9:27.
Het behoeft geen betoog dat de Joodse rabbijnen gedurende de laatste tweeduizend jaar alles hebben gedaan wat in hun macht lag om de data en details rond deze gebeurtenissen te verdraaien, te verdoezelen en te herinterpreteren om het zo moeilijk mogelijk te maken om ook maar enig verband te leggen met hun echte Messias, Jezus Christus van Nazareth:
Degene die zij doorboorden.
Na de verwoesting van de Eerste Tempel brachten de Babyloniërs het grootste deel van de overgebleven Joodse bevolking als ballingen naar Babylon, zoals zij in de voorafgaande twee decennia al een paar keer op een meer beperkte basis hadden gedaan. Zo begon het langste en zwaarste deel van de 70-jarige periode van oordeel, bekend als de Babylonische gevangenschap, die begon in ongeveer 606 voor Christus. Deze 70-jarige periode van oordeel was voorzegd door Jeremia (Jer. 25:1-14), en Jesaja sprak ook over deze komende periode van oordeel over Israël door toedoen van de Babyloniërs (Jes. 39:5-7).
Hoofdpunten:
1. 1. Merk op wat Israëls grote zonde was die tot de verwoesting van de Eerste Tempel leidde. De Joden hadden volhard in het aanbidden van valse goden, en hadden God, Zijn wetten en Zijn wegen grotendeels verlaten. Het leek erop dat niets hen uit hun geestelijke verbijstering kon schudden.
De laatste druppel voor God was echter het feit dat zij, toen zij bedreigd werden door de Babyloniërs, in plaats van zich in berouw tot Hem te wenden en op Hem te vertrouwen dat Hij voor hen zou strijden, zoals Hij in het verleden zo vaak had gedaan, een dunne, politiek opportune deal sloten met hun gezworen vijanden voor een vluchtige valse vrede - en vernietiging volgde.
Houd die gedachte vast.
2. De eerste Tempel - de fysieke, zichtbare vertegenwoordiging van de aanwezigheid van en hun relatie met God - werd op de negende dag van de maand Av verwoest en effectief uit hun midden verwijderd.
3. Na de verwoesting van de eerste tempel volgde een grote ronde van oordelen.
In feite kun je net zo goed alle drie die gedachten vasthouden.
De Tweede Tempel
Rond 537 v.Chr. stond koning Cyrus de Joden toe Babylon te verlaten en terug te keren naar Jeruzalem, 70 jaar nadat Nebukadnezar in 606 v.Chr. was begonnen met het terugvoeren van ballingen naar Babylon. Hoewel Cyrus een decreet uitvaardigde dat hen toestond de tempel in Jeruzalem te herbouwen, werd het werk sterk belemmerd en uiteindelijk opgeschort als gevolg van felle tegenstand van de plaatselijke bevolking. Later, in ongeveer 521 v. Chr., gaf koning Darius toestemming om het werk voort te zetten, en de Tweede Tempel werd voltooid in ongeveer 515 v. Chr.
Het is hun verdienste dat het Joodse volk na de Babylonische gevangenschap in de zesde eeuw voor Christus en de daaropvolgende terugkeer naar hun land nooit meer in significante mate tot afgoderij verviel. Vanaf die tijd bleven zij als lijm aan hun God en de Wet van Mozes vasthouden.
Maar...laat dat maar aan de Joden over. De keerzijde hiervan was dat de Joodse religieuze leiders er in de eeuwen daarna in slaagden om de Wet van Mozes te veranderen in het meest belastende moeras van kleingeestig legalisme dat de wereld ooit heeft gezien. Zij slaagden erin de Wet te ontdoen van de genade en barmhartigheid die God Zijn uitverkoren volk en uiteindelijk de wereld wilde tonen door middel van Zijn Zoon, hun beloofde Messias wiens bloedoffer verzoening zou brengen voor de zonde - iets waarvan het bloed van stieren en bokken slechts een voorafschaduwing was. Joodse religieuze leiders geloofden en onderwezen dat gerechtigheid alleen kwam door gehoorzaamheid aan de Wet van Mozes. Einde verhaal.
Met andere woorden:
Hun spirituele pendule was erin geslaagd
te ver in de tegenovergestelde richting te slingeren:
van losbandige afgoderij naar strak legalisme.
Dat was de situatie waarmee Jezus werd geconfronteerd toen Hij rond 28-30 na Christus Zijn openbare bediening begon. Jezus predikte een radicaal andere boodschap dan wat de Joden gewend waren te horen, en vele duizenden gewone mensen omarmden de leer van de Heer, geloofden dat Hij werkelijk hun beloofde Messias was, en volgden Hem - genoeg om de religieuze leiders van die tijd onder druk te zetten tot het punt waarop zij samenspanden om Hem in diskrediet te brengen en uiteindelijk te vernietigen.
Toen Jezus aan het begin van de laatste week van Zijn aardse leven Jeruzalem binnenkwam op de rug van een ezel en Zichzelf presenteerde als de langverwachte Messias van de Joden, drongen drommen gewone mensen zich om Hem heen met aanbidding:
De scharen die Hem voorgingen en volgden bleven roepen: "Hosanna voor de zoon van David! Gezegend is hij die komt in de naam van de Heer! Hosanna in de hoogste!"
Toen hij Jeruzalem was binnengekomen, werd de hele stad in beroering gebracht en zei: "Wie is dit?" 11De scharen zeiden: "Dit is de profeet, Jezus, uit Nazareth in Galilea."
(Mattheüs 21:9-11 / nadruk toegevoegd)
Begrijp dat "de profeet" niet een verwijzing was naar een willekeurige oude profeet. Deze naam was een zeer specifieke verwijzing naar de profeet die Mozes voorspelde dat God hen in de toekomst zou zenden - een profeet die namens God zou spreken, en naar wie God zou eisen dat Israël zou luisteren (Deut. 15:18-19). De Joden begrepen dat Mozes verwees naar de beloofde Messias, en dus verwees het volk duidelijk naar Jezus als die Messias.
Maar de religieuze leiders van Israël deinsden terug bij het zien van zo'n publieke adoratie voor deze bedrieger uit Nazaret. In het geheim beraamden zij een plan om Jezus midden in de nacht buiten het zicht van de aanbiddende menigte te laten arresteren, Hem vals te laten berechten in een reeks van onwettige processen, en vervolgens de Romeinen ertoe te bewegen Hem te kruisigen. Op de derde dag stond Hij op uit het graf, en nadat Hij de volgende 40 dagen o.a. door meer dan 500 mensen op de Olijfberg was gezien, nam Hij afscheid van Zijn geliefde discipelen en steeg op naar de hemel.
In het begin van 68 na Christus gaf Keizer Nero de Romeinse generaal Vespasianus de opdracht een groeiende opstand in Judea neer te slaan, en in juli van 69 na Christus had hij elk gebied, behalve de stad Jeruzalem, onder controle gebracht. Maar Nero had zelfmoord gepleegd in juni AD 68, en er ontstond politieke onrust. Vespasianus keerde terug naar Rome, werd uiteindelijk keizer na een paar omwentelingen van de keizerlijke draaideur, en stuurde zijn zoon Titus om zich bij de wachtende troepen te voegen om het karwei af te maken.
Dit oponthoud gaf echter grote aantallen gelovigen in Jeruzalem een korte kans om de stad te ontvluchten voordat zij werd vernietigd, omdat zij acht sloegen op de profetische woorden van Jezus, die enkele dagen voordat Hij werd gekruisigd op de Olijfberg werden gesproken:
Wanneer gij Jeruzalem door legers omringd ziet, weet dan, dat haar verwoesting nabij is. Laat dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen. Laat hen die in het midden van haar zijn, vertrekken. Laat hen, die in het land zijn, daar niet binnengaan. Want het zijn dagen van wraak, opdat alles wat geschreven staat, vervuld wordt
(Luke 21:20–22 / nadruk toegevoegd)
In 70 na Christus vielen de vier Romeinse legioenen, die Jeruzalem al enige tijd hadden omsingeld, uiteindelijk aan. Zij brandden en plunderden Jeruzalem, verwoestten de Tweede Tempel en slachtten ongeveer 1,1 miljoen Joden af.
Er zijn historische documenten die suggereren dat de Romeinen niet van plan waren de Tweede Tempel te vernietigen en bevolen hadden het te sparen, wat gemakkelijk te geloven is omdat de Romeinen, wreed en heerszuchtig als ze vaak waren, ten minste een sterk respect voor schoonheid hadden. Sommigen zeggen dat zij het prachtige bouwwerk wilden veranderen in een tempel voor een van hun Romeinse goden.
Maar er zijn berichten dat er in de nabijheid van de tempel tijdens de algemene melee een brand werd gesticht door Romeinse dienstplichtigen (dienstplichtigen die vrijwel zeker van Arabische afkomst waren) die tegen de bevelen van hun superieuren in handelden, en dat de tempel snel in vlammen opging en werd verwoest. In de dagen na de brand werden Jezus' woorden dat "er geen steen op een steen zal overblijven, die niet zal worden omgeworpen" (Marcus 13:2) tot op de letter uitgevoerd, omdat het grote aantal gouden versieringen en kunstvoorwerpen in de tempel smolt en het gesmolten goud in de spleten tussen de stenen sijpelde, wachtend om eruit te worden geschraapt door iedereen die gewapend was met een koevoet.
Een-raad eens wat? Joodse en historische verslagen bevestigen dat de Tweede Tempel werd verwoest op de negende dag van de Joodse maand Av:
Tisha B'Av.
De Tweede Tempel werd op precies dezelfde dag verwoest als de Eerste Tempel, en sindsdien wordt Tisha B'Av door Joden gevierd als een nationale dag van rouw.
Wij zullen worden hersteld: Wat me bij het schrijven van dit artikel opviel, was het feit dat Tisja B'Av, de joodse dag van rouw, niet voor 100 procent over rouw gaat. Door de eeuwen heen hebben de Joden een zekere mate van vreugde en troost opgenomen in hun viering van deze dag, en gebruiken het als een gelegenheid om met vreugde vooruit te kijken naar de komst van de Mashiach. De Schriftlezing voor die dag is het boek Klaagliederen, waarvan het op één na laatste vers luidt:
Keer ons tot U, Jahweh, en wij zullen bekeerd worden [sommige vertalingen lezen "hersteld"]. Vernieuw onze dagen als vanouds.
(Klaagliederen 5:21 / nadruk toegevoegd)
Met andere woorden, breng ons terug naar Uzelf, HEERE, en herstel ons in onze vroegere intieme relatie met U - iets wat de Joden zijn gaan associëren met de uiteindelijke komst van de Mashiach. Natuurlijk heeft het Joodse volk er geen idee van hoeveel vreugde en troost de komst van hun Mashiach zal brengen voor hen die hebben vertrouwd op Zijn volbrachte verzoeningswerk voor hun redding. Weet je, het verbaast me altijd hoe de Joden in principe gelijk kunnen hebben over iets, maar op de meest omgekeerde, achterlijke manier die je je maar kunt voorstellen.
De aanval op Jeruzalem en de verwoesting van de Tweede Tempel in 70 na Christus startte een periode die bekend staat als de Joods-Romeinse oorlogen, die eindigden met de Bar Kochba-opstand in de jaren 130 na Christus. Nadat de Romeinen die opstand verpletterd hadden, besloten zij uiteindelijk om Israël als natie voor eens en voor altijd uit te roeien, en het grootste deel van wat overbleef van de Joodse bevolking werd ofwel afgeslacht, gedood in de strijd, gedeporteerd tot slavernij, of gedoemd om te sterven van honger of ziekte. De Romeinen gaven het gebied de naam "Palaestina", volgens sommigen ter ere van de Filistijnen, van oudsher één van de meest gehate vijanden van de Joden (hoewel sommige geleerden het hier niet mee eens zijn). Hoe dan ook, dit is duidelijk waar het Engelse woord "Palestina" vandaan komt.
De verwoesting van de Tweede Tempel in 70 na Christus was dus het begin van een grote ronde van oordelen over Israël, die tot in de moderne tijd heeft voortgeduurd. Aan het eind van de negentiende eeuw begonnen Joden terug te keren naar wat eens Israël was, en de droom om een Joods thuisland te stichten in het land dat God hen had gegeven, begon steeds intenser te branden in de harten van Joden over de hele wereld. Uiteindelijk werd op 14 mei 1948 de natie Israël herboren. God heeft Israël gezegend en voorspoed gebracht, en Hij bereidt hen voor op hun laatste zegen: de kennis van hun echte Messias en het binnengaan in hun beloofde koninkrijk.
Maar er zijn nog een paar hobbels voordat het zover is.
Hoofdpunten:
1. Nogmaals, het was Israëls grote zonde die leidde tot de verwoesting van de Tweede Tempel. De Joden hadden Gods genade en barmhartigheid veranderd in een bezwarend juk dat het volk tot slaaf maakte in een eindeloze cyclus van legalistische futiliteit.
Maar de laatste strohalm voor God was toen Hij hun eindelijk hun beloofde Messias zond - Zijn enige volmaakte Zoon, wiens taak het was om het verlossingsplan van de Vader ten uitvoer te brengen ten behoeve van eerst de Joden en daarna de hele wereld. Als natie verwierp Israël Hem en liet Hem executeren op de meest schandelijke manier die men zich kon voorstellen. En om het nog erger te maken, riepen zij zelfs de hulp in van hun gezworen vijanden om dit te doen.
2. De Tweede Tempel - de fysieke, zichtbare vertegenwoordiging van de aanwezigheid van en hun relatie met God - werd verwoest en effectief uit hun midden verwijderd op de negende dag van de maand Av, net als de Eerste Tempel.
3. Een grote ronde van oordeel volgde kort op de verwoesting van de Tweede Tempel, net zoals het de Eerste dat had gedaan.
Klinkt dit je bekend in de oren?
Drie keer is scheepsrecht
En dat brengt ons tot de dag van vandaag, dus laten we eerst het land in kaart brengen.
Het is duidelijk dat God snel de acteurs en rekwisieten in positie brengt op het wereldtoneel, de lichten worden gedimd, de muziek wordt aangezet, en de opname is het teken om het doek te openen van de laatste scène van de wereldgeschiedenis.
De wereld is bijna uniform opgesteld tegen Israël, en Jeruzalem is duidelijk een "lastige steen geworden voor alle mensen" (Zach.12:3). Israël wordt in een hoek geduwd waarin het zich steeds meer gedwongen voelt een dwaze deal te sluiten met zijn vijanden om het land te verdelen en zo een valse vrede te bereiken. Ik geloof dat dit de bedoeling is in Jesaja 28:14-22 en in Joël 3:1-2.
Ik geloof dat ten minste één element van Israëls grote zonde deze derde keer is hun land te verdelen in een soort tweestatenoplossing. Veel mensen onderschatten hoe belangrijk dit is voor God, die het in Joël 3:2 "mijn land" noemt. En zoals voorheen zal Israël, in plaats van te vertrouwen op hun God om voor hen te strijden, in het proces weer een dunne, politiek opportune deal sluiten met hun gezworen vijanden voor een vluchtige valse vrede, die, naast wijdverspreide afgoderij, datgene is wat God uiteindelijk uitlokte om een grote ronde van oordeel over hen te ontketenen na de verwoesting van de Eerste Tempel.
Maar er is iets diepers aan Israëls grote zonde in de derde ronde van dit patroon, en het begon toen de Gemeente werd verwekt.
In feite begon het met Mozes.
Vlak voordat de Israëlieten overstaken naar het Beloofde Land, ontving Mozes van God wat bekend staat als het Lied van Mozes (Deut. 32:1-43), en een groot deel van het lied is profetisch van aard. Het lied voorspelt Israëls afvalligheid, en was bedoeld om als getuige tegen hen te dienen wanneer zij dat deden. Maar één cryptische passage in het lied verwijst naar een groep mensen die "geen volk" zijn en die een "dwaze natie" zijn die God zal gebruiken om Israël tot jaloezie te provoceren:
Zij hebben Mij tot jaloersheid bewogen met datgene wat God niet is; zij hebben Mij tot toorn verwekt met hun ijdelheden; en Ik zal hen tot jaloersheid bewegen met datgene wat geen volk is; Ik zal hen tot toorn verwekken met een dwaze natie.
(Deuteronomium 32:21 AKJV / nadruk toegevoegd)
Dus, wie zijn "zij die geen volk zijn"? Wie is dit "dwaze volk"? Paulus verwijst naar deze mysterieuze groep mensen in zijn brief aan de Romeinen:
Maar ik zeg: Wist Israël het niet? Eerst heeft Mozes gezegd: Ik zal u tot jaloersheid verwekken door hen die geen volk zijn, en door een dwaas volk zal Ik u toornig maken.
(Romeinen 10:19 AKJV / nadruk toegevoegd)
Ds. John MacArthur legt dit ongeveer zo goed uit als het uitgelegd kan worden:
Kijk naar vers 19, "Maar ik zeg, wist Israël het niet?" Wist Israël het niet?...Wisten zij niet wat?... Wisten zij niet dat de boodschap van het evangelie een boodschap was voor de hele wereld? Wisten zij niet dat de boodschap van het evangelie verder zou gaan dan de Jood? Wisten ze dat niet? Wisten ze niet dat er heidenen bij zouden zijn? Natuurlijk wisten ze dat. Hier is waarom. [Met andere woorden, de profetie van Mozes in Deut. 32:21 laat de Joden volkomen zonder excuus]. "Eerst zei Mozes...," en als je Mozes citeert, mensen, dan citeer je de hoogste autoriteit voor een Jood. "Eerst zei Mozes: Ik zal u tot jaloezie provoceren door hen die geen volk zijn en door een dwaas volk zal Ik u toornig maken."
Dat klopt, hij citeert Mozes, Deuteronomium 32:21. En wat hij daar zegt is... dat de dag zou komen dat God een "geen volk", dat is een niet-Joods volk, een "dwaze natie", dat is een niet-Joodse natie, zou omhelzen en u tot wat zou provoceren? Jaloezie over Zijn relatie met hen. Je wist dat ... Ik ga naar een ander volk, een andere natie - niet-joods, niet-Joods, en hen zegenen en u tot jaloezie provoceren. [En toen het dwaze, niet-heidenvolk in geloof begon te reageren op de boodschap van het evangelie, weigerden de Joden de profetie van Mozes juist te interpreteren en gingen in hun woede en jaloezie over tot het verwerpen van de genade en barmhartigheid die God aan de wereld betuigde door Zijn Zoon de Messias - genade en barmhartigheid die in de eerste plaats aan de Joden werd aangeboden].
Ziet u, zoals zij hun liefde aan een andere god hadden gegeven, zo gaf God Zijn liefde aan een ander volk...En deze voorspelling...kon alleen zijn vervulling vinden in de bekering van de heidenen door het evangelie van Christus. Zij waren het "geen volk" dat in een intieme relatie met God werd gebracht. En de Joden hadden moeten denken aan Deuteronomium 32, zij hadden berouw moeten tonen, zij hadden de waarheid van het evangelie moeten zien toen het naar de heidenen ging. [Dit is de grote zonde van de Joden in deze laatste ronde van het patroon, en het heeft betrekking op hun reactie op de groei van de Kerk - de fysieke, zichtbare tempel van God, de Heilige Geest, op aarde]. Zie je, Jezus maakte dit zo duidelijk aan hen...Weet je nog hoe Hij in hoofdstuk 21 en 22 van Mattheüs tegen hen bleef zeggen: "Kijk, Ik ga van jullie naar dit andere volk. Willen jullie niet naar het banket komen? Ik zal een paar mensen halen die wel naar het banket zullen komen. Willen jullie Mij niet dienen? Ik zal mensen vinden die dat wel willen. Wil je Mijn dienaren doden en Mijn Zoon doden? Ik geef Mijn wijngaard aan iemand anders die het waard is." In Lucas 14: "Wil je niet komen naar Mijn groot avondmaal? Wil je dit feest niet eten? Dan ga Ik de wegen op en roep de lammen, de blinden, de kreupelen en al de rest van hen hier binnen."
Met andere woorden, steeds weer zei Jezus in zijn bediening: als jullie het koninkrijk niet willen, zal ik iemand vinden die het wel wil. En dat is wat Hij deed... En dat is precies wat Mozes zei dat zou gebeuren in de profetie van Deuteronomium 32:21. En het drijft hen tot jaloezie.
(nadruk & [commentaar] toegevoegd) - John MacArthur [Bron]
God had de Joden door Mozes verteld (en Christus herhaalde het keer op keer in hun gezicht met donderende duidelijkheid) dat omdat zij zich van Hem zouden afkeren, Hij Zich van hen zou afkeren en Zijn genade en barmhartigheid aan een andere groep van niet-Joodse mensen zou tonen en dat dit hen tot toorn en jaloezie zou provoceren. En vandaag, tweeduizend jaar later, is het enige wat je hoeft te doen om dat uit hun poriën te zien sijpelen, met hen te praten over het idee dat Jezus Christus van Nazareth hun ware Messias is.
Ongegronde haat: Natuurlijk is het Joodse volk zich scherp bewust van het feit dat het het grootste deel van de laatste tweeduizend jaar onder Gods oordeel heeft geleden, en het is slim genoeg om te weten dat God het oordeel niet zomaar loslaat. Als leden van het lichaam van Christus zijn wij ons er scherp van bewust dat de reden voor hun oordeel het feit is dat zij hun beloofde Messias hebben gekruisigd - maar de Joden zijn gedwongen om manieren te verzinnen om die eenvoudige waarheid te omzeilen als een dronken tandarts. Dus...in de gedachten van de Joden, waarom heeft God hen geoordeeld gedurende de laatste twee millennia? Het moet iets zijn.
Nou, volgens Joodse rabbijnen door de eeuwen heen, heeft God hen geoordeeld voor wat zij noemen "ongegronde haat." Ja, haat in hun harten die... uhm, je weet wel, zonder basis. Ja, dat is waarom God hen heeft veroordeeld als gangbusters over de laatste twee millennia - wat je noemt je "ongegronde haat."
Juist. Weet je, ik betrap mezelf erop dat ik denk: "Wil je me vertellen dat dit het beste is waar ze mee konden komen?" Maar dan stop ik en herinner mezelf eraan dat, ja, dat echt het beste is waar ze mee konden komen - het is in ieder geval beter dan toegeven dat ze hun Messias hebben laten executeren op de meest gruwelijke manier denkbaar.
Hoewel God zeker geprovoceerd is door de verdeling van het land door de Joden in het verdrag van Daniël 9:27 (na de verwijdering van dat dwaze niet-volk), is dit aantoonbaar de grootste "grote zonde" waaraan de Joden schuldig zijn in het Genadetijdperk, terwijl de tempel van de Heilige Geest op aarde is in de vorm van de Kerk. De wonderbaarlijke ontvangenis en bliksemsnelle groei van het lichaam van Christus was een unieke openbaring van God, en als natie verwierp Israël die. Vergeet dat nooit:
De afwijzing van Gods openbaring
lokt altijd Zijn oordeel uit.
Wij weten dat deze laatste ronde van het oordeel inhoudt dat de Antichrist wraakzuchtig achter de Joden aangaat nadat een deel van hen weigert hem als hun Messias te omhelzen, en dat het gelovige overblijfsel (ongeveer een derde, gebaseerd op Zach. 13:8) gedurende de Grote Verdrukking in de woestijn zal worden beschermd om na de wederkomst levend in het koninkrijk te worden binnengeleid. De rest (tweederde) zal blijkbaar voor die tijd door toedoen van de Antichrist omkomen.
En begrijp goed dat het Satan niet kan schelen welke Joden zijn man de Antichrist aanbidden en welke niet - hij wil ze allemaal dood hebben omdat het de Joden zijn die de wederkomst in gang zetten wanneer zij de Heer aanroepen om hen te redden op het hoogtepunt van de Grote Verdrukking. Als gevolg daarvan is het doden van elk van hen in zijn gedachten de sleutel tot het in de ijskast zetten van de wederkomst en hem in staat te stellen zijn zielige excuus van een koninkrijk vast te houden waar hij zijn neppe kleine God imitatie kan uitoefenen.
Ik moet er niet aan denken: Mensen hebben mij vragend aangekeken omdat ik suggereerde dat de resterende tweederde van de Joden, diegenen die geen deel uitmaken van het gelovig overblijfsel dat de Antichrist verwerpt en door God beschermd wordt in de woestijn tot het einde van de Verdrukking, zullen omkomen door toedoen van de Antichrist vóór de wederkomst. Met andere woorden, dat "geheel Israël zal worden gered" betekent precies wat er staat. Ik weet het... het klinkt nogal grimmig. Ik snap het, geloof me. Maar in plaats van mij uit te schelden en te beschuldigen van het spuwen van hatelijke, antisemitische onzin, ga terug en lees wat er gebeurde met de Israëlieten voordat zij het Beloofde Land binnengingen, wat een voorafschaduwing was van hun binnengaan in het koninkrijk na de wederkomst (Num. 14:26-35; Deut. 1:34-36). Beter nog, laat me je de moeite besparen.
God had iets te zeggen over elk volwassen lid (ouder dan 20 jaar) van de generatie die geloofde en de kant koos van de 10 spionnen die terugkwamen met slechte berichten... je weet wel, degenen die tegen Mozes zeurden over hoe ze het Beloofde Land niet konden binnengaan ondanks Gods beloften van het tegendeel? Ja, degenen die zeurden dat Mozes hen terug moest brengen naar Egypte (Num. 14:1-4). God zei dat ieder van hen in de woestijn zou sterven voordat Hij Israël zou toestaan het Beloofde Land binnen te gaan. En dat deden ze. Zeg het met mij:
I e d e r e e n.
Ik? Haatdragende, antisemitische onzin spuien? Ik moet er niet aan denken.
Dus in de eindtijd (die in sommige contexten het hele kerkelijke tijdperk kan omvatten) provoceert Israël God met een andere grote zonde, en dit veroorzaakt dat God een laatste grote ronde van oordeel op hen loslaat.
Hmm... er lijkt iets te ontbreken.
Laten we dit ronde voor ronde bekijken en zien of we het kunnen vinden:
RONDE ÉÉN
1. De grote zonde van de Joden is welig tierende afgoderij, plus het falen om op God te vertrouwen voor hun bescherming en in plaats daarvan een dwaze deal te sluiten met hun vijanden.
2. De eerste tempel wordt verwoest.
3. Een grote ronde van oordeel valt over Israël via de Babyloniërs.
TWEEDE RONDE
1. De grote zonde van de Joden is het veranderen van Gods Woord in wetticisme, en het verwerpen van hun beloofde Messias en Hem te laten kruisigen als een gewone misdadiger.
2. De Tweede Tempel wordt verwoest.
3. Een grote ronde van oordeel valt over Israël via de Romeinen.
DERDE RONDE
1. De grote zonde van de Joden is het met woede en jaloezie verwerpen van de verlossing die Christus hen aanbood, terwijl zij toekeken hoe die uitging naar de heidenen. Zij hadden de profetie van Mozes moeten begrijpen en zich moeten bekeren, maar zij weigerden dit te doen. Niet alleen dat, maar ook zij zullen Gods land verdelen.
2. ? ? ? ? ?
3. Een grote ronde van oordeel valt op Israël via de antichrist.
Niet om overdreven dramatisch te doen of zo, maar ik denk dat je het probleem wel ziet. Er is een gat in het patroon deze derde keer, en dat is waar God de fysieke, zichtbare vertegenwoordiging van Zijn aanwezigheid op aarde vernietigt of verwijdert, na een grote zonde van Israël en voorafgaand aan het ontketenen van een ronde van oordeel over hen.
- Eerste ronde: In 586 v. Chr. was de verwoesting van de Eerste Tempel.
- De tweede ronde, in 70 na Christus, was de verwoesting van de tweede tempel.
En dat roept de vraag op:
Is er iets dat dit gat vult...
in het patroon de derde keer?
Ik geloof van wel:
9Weet gij niet, dat uw lichaam de tempel is van de Heilige Geest, Die in u is, Die gij van God hebt, en dat gij niet van uzelf zijt?
(1 Korintiërs 6:19 AKJV / nadruk toegevoegd)
Zoals ik al eerder heb gezegd, mogen wedergeboren gelovigen het lichaam van Christus zijn, maar wij zijn ook de tempel van de Heilige Geest - de fysieke, zichtbare vertegenwoordiging van de aanwezigheid van God de Heilige Geest op aarde, beginnend op de dag van Pinksteren tweeduizend jaar geleden en eindigend op het moment dat wij worden opgenomen om met de Heer te zijn in de vertaling van de Kerk.
Daarom geloof ik dat de opname - het wegnemen van de fysieke, zichtbare vertegenwoordiging van de aanwezigheid van God de Heilige Geest op aarde - dat gat vult en de laatste ronde van dit patroon voltooit. En hoewel ik geloof dat de opname dat gat vult, ongeacht op welke dag het werkelijk gebeurt ...
ALS de opname zou plaatsvinden op Tisha B'Av, net als de vernietiging van de Eerste en Tweede Tempel, dan zou dat de laatste puntjes op de i zetten van een patroon dat is ingesteld door een God die niet willekeurig doet.
KA-BOEM!
In het algemeen hebben wij als gelovigen iets van cruciaal belang totaal niet begrepen, en dat is het simpele feit dat de opname een enorme betekenis heeft voor Israël - bijna net zoveel als voor de Gemeente zelf (sommigen zouden zelfs kunnen zeggen meer). De Opname vertegenwoordigt het moment waarop God Zijn aandacht niet langer hoeft te richten op Zijn Gemeente op aarde, en Zijn aandacht weer zal richten op het omgaan met Zijn Uitverkoren Volk. En het doet me verdriet het te zeggen, maar het zal niet lang duren voor Zijn omgang met Zijn uitverkoren volk zal inhouden dat zij gezuiverd zullen worden in deze laatste ronde van oordeel door de handen van de Antichrist - een ronde van oordeel die de Holocaust zal doen verbleken in vergelijking.
De opname zal een wereldschokkende, bovennatuurlijke gebeurtenis zijn die de wereld tot in zijn kern zal doen schudden, en vergis u niet:
Als de opname zou plaatsvinden op Tisha B'Av,
zou dat Israël geestelijk op z'n grondvesten doen schudden.
Het zou hen zeker aan het denken zetten over wat het allemaal betekent; en als zij proberen de stukjes op een rijtje te zetten, geloof ik dat het precies in zou spelen op wat God gaat doen om Zijn relatie met Zijn volk te herstellen.
Een andere opvallende parallel is de volgende:
- - De eerste tempel was nauw verbonden met God de Vader - de enige vorm van God die de Joden begrepen.
- - De tweede tempel was nauw verbonden met God de Zoon, die Zich in het midden van die tempel presenteerde als de beloofde Messias van de Joden. Niet alleen dat, maar het voorhangsel dat het Heilige der Heiligen scheidde van de rest van de tempel, werd van boven naar beneden gescheurd op het moment dat Hij werd gekruisigd.
- - De Gemeente is intiem verbonden met God de Heilige Geest, omdat wij Zijn tempel op aarde zijn voor de duur van het Kerktijdperk.
Waar het op neerkomt is dat, gegeven alles wat we hebben besproken, het vrijwel onmogelijk is om de dwingende connectie tussen de opname, de vernietiging van de Eerste en Tweede Tempel, en Tisha B'Av - de dag waarop ze beide werden vernietigd - te negeren. Het past allemaal.
De punten verbinden
Natuurlijk hoef ik u er niet aan te herinneren dat er talloze mensen zijn geweest met werkelijk schitterende theorieën over de opname hebben waarin alles zo perfect in elkaar paste, en dat zij zich allemaal doodleuk vergisten toen die data kwamen en gingen, en zo enkele werkelijk coole grafieken ruïneerden.
Het is maar dat je het weet, zoals veel Joodse feesten en vieringen, duurt Tisha B'Av twee dagen, en valt elk jaar ergens tussen half juli en half augustus. Dit jaar valt het op 6 en 7 augustus. In 2023 valt het op 26-27 juli, en in 2024 valt het op 12-13 augustus.
Dus... zou de opname dit jaar op 6 of 7 augustus kunnen plaatsvinden? Zeker. Wat dacht je van volgend jaar op 26-27 juli? Zeker weten. 12-13 augustus 2024? In een hartslag.
En het zou vandaag kunnen gebeuren - ik ben er klaar voor.
Eerlijk gezegd, als er een wedkantoor was voor het jaar van de Rapture waar ik werkte, zou ik 2024 nemen - immers, het getal 24 is verbonden met de Kerk (de 24 oudsten in het boek Openbaring), dus hey, waarom niet? Ik bedoel, wie heeft al dat getallenkraken nodig als het echt zo simpel kan zijn?
(U moet me even excuseren terwijl ik me de extraordinaire wachters Lu Vega op PostScripts en Gary en Jeff op Unsealed voor de geest haal als ze dat laatste stukje lezen - en ik kan het ze zeker niet kwalijk nemen).
Maar wat we ook doen, denken of zeggen, het is belangrijk voor ons om te onthouden dat onze speculaties over de timing van de opname van de Kerk beperkt wordt door één cruciale factor, en dat is ons onvermogen om toekomstige gebeurtenissen te zien aankomen. Onze Hemelse Vader lijdt niet aan die beperking, en dus is er geen reden voor iemand om op het dichtsbijzijnde hoge paard te gaan zitten over hoe zij het voor het zeggen hebben over de timing van de Openbaring...
Want niemand van ons heeft dat.
Vooral ondergetekende niet. Het enige wat wij moeten doen is omhoog blijven kijken en de tijd verzilveren, wetende dat Hij "spoedig en zeer spoedig" voor ons zal komen, om mijn nieuwe favoriete liedje te citeren.
Maar ik moet toegeven dat ik genoten heb van het schrijven van dit artikel om de eenvoudige reden dat ik in staat was om een paar punten te verbinden die ik nooit eerder had verbonden, en ik leerde meer over een aantal belangrijke aspecten van Gods plan, Gods beloften, en Gods volk - en hoe Hij omgaat met Zijn volk als ze buiten de beperking gaan. En ik denk dat dat de moeite waard is...
Want dat doen we allemaal.
Credits voor Graphics (in volgorde van verschijnen):
1. A Hole in the Pattern by Greg Lauer (eigen werk)
2. A Hole in the Pattern door Greg Lauer (eigen werk)
3. Jeruzalem Tempel3 door Johnreve, gemarkeerd als publiek domein [PD], meer details op Wikimedia Commons
4. Bewerkt uit Israel and Judah Simplified © FinnWikiNo en Richardprins (bijgesneden, formaat aangepast) [CC BY-SA 3.0]
5. 19 Shrine of the Book 005 door FOTLbill, gemarkeerd als publiek domein [PD], meer details op Wikimedia Commons
6. Jezus op Palmzondag © zatletic bij Fotolia
7. Verwoesting van de Tempel in Jeruzalem, 1867 door Francesco Hayez, maker QS:P170,Q223725 (verkleind) [CC BY-SA 4.0]
8. Ontbrekend puzzelstukje © vetre at Fotolia
Bron: A Little Strength