De Palestijnse staatswet: Palestijnen vragen dat meer Arabische repressie niet wordt toegestaan
door Khaled Abu Toameh - 5 mei 2022
- Volgens het nieuwe wetsvoorstel kunnen buitenlandse journalisten die het Palestijnse verhaal niet onderschrijven of die niet "de Palestijnse identiteit en geschiedenis respecteren" binnenkort een verbod krijgen om te werken in door de PA gecontroleerde gebieden.
- Dezelfde beperking geldt voor Palestijnse media-organisaties en journalisten die een vergunning willen om in deze gebieden te werken.
- De leiding van de PA vreest kennelijk dat verhalen over corruptie, anti-Israël opruiing en terrorisme westerse donoren ertoe zullen aanzetten hun financiering van de Palestijnen stop te zetten.
- In tegenstelling tot andere Arabische regimes is de PA echter bijna volledig afhankelijk van buitenlandse hulp van de VS, de Europese Unie en andere internationale donoren, die niet de minste moeite lijken te hebben met de maatregelen van het Palestijnse leiderschap om de vrijheid van meningsuiting aan banden te leggen en de bevolking onafhankelijke media te ontzeggen.
- In reactie hierop hebben verscheidene Palestijnse mensenrechten- en media-organisaties, waaronder het Palestijns Journalisten Syndicaat, hun diepe bezorgdheid en afkeuring uitgesproken over het voornemen van de leiding van de PA om de media te kapen.
- Het Palestijnse Journalisten Syndicaat waarschuwde ook dat het wetsontwerp, indien goedgekeurd, een negatief effect zou hebben op de steun van de internationale gemeenschap voor de Palestijnen en de "droom van de Palestijnen van een moderne Palestijnse staat die de fundamentele rechten en vrijheden respecteert" zou ondermijnen.
- Helaas koesteren de Palestijnen geen hoop dat hun huidige leiders zich zullen inzetten voor de totstandbrenging van een staat waar de openbare vrijheden en de mensenrechten worden gewaardeerd en geëerbiedigd.
- De Palestijnse Autoriteit op de Westelijke Jordaanoever en Hamas in de Gazastrook zijn corrupte dictaturen die alleen oog hebben voor hun eigen belangen.
- Wat voor de Palestijnen moeilijk te begrijpen blijft, is het voortdurende stilzwijgen van de internationale gemeenschap en de buitenlandse media over de schendingen van de mensenrechten en de beperkingen van de instellingen van democratie en vrijheid van meningsuiting door de Palestijnse leiders op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook.
Terwijl de Amerikaanse regering en veel landen enthousiast lijken over de oprichting van een Palestijnse staat, zijn de Palestijnen zelf bezorgd dat zo'n staat zou eindigen zoals de meeste corrupte en autoritaire regimes in de Arabische wereld.
De bezorgdheid van de Palestijnen werd onlangs versterkt toen zij vernamen dat de Palestijnse Autoriteit (PA) van plan is nog strengere beperkingen op te leggen aan de Palestijnse en buitenlandse media.
De beperkingen zijn opgenomen in een wetsontwerp betreffende de voorwaarden voor het verlenen van vergunningen aan media-organisaties die werkzaam zijn in door de PA gecontroleerde gebieden op de Westelijke Jordaanoever. Het wetsontwerp, dat momenteel door de regering van de PA wordt bestudeerd, kan binnenkort worden goedgekeurd, waardoor het een officiële wet wordt.
Volgens het nieuwe wetsontwerp kunnen buitenlandse journalisten die het Palestijnse verhaal niet onderschrijven of die de Palestijnse identiteit en haar geschiedenis niet "respecteren," binnenkort een verbod krijgen om te werken in door de PA gecontroleerde gebieden.
Dezelfde beperking geldt voor Palestijnse mediaorganisaties en journalisten die een vergunning willen om in deze gebieden te werken.
Het wetsvoorstel past in het kader van de voortdurende pogingen van de leiders van de PA om critici het zwijgen op te leggen en hun greep op buitenlandse en lokale journalisten die Palestijnse aangelegenheden verslaan, te verstevigen.
Het past ook in het streven van de leiding van de PA om ervoor te zorgen dat journalisten geen verhalen verslaan die een negatieve weerslag kunnen hebben op de Palestijnen, met name over financiële corruptie en venijnige opruiing en terrorisme tegen Israël.
De PA, die geen enkele vorm van kritiek duldt, wil ervoor zorgen dat de aandacht van de lokale en buitenlandse media gericht blijft op anti-Israël berichtgeving. Dit is geen nieuw beleid voor de PA.
In feite is dit het beleid geweest van de leiding van de PA sinds haar oprichting in 1994, na de ondertekening van de Oslo-akkoorden met Israël.
Dit beleid is erop gericht journalisten en hun media-organisaties te intimideren en te voorkomen dat zij verhalen verslaan die het imago en de reputatie van de PA-leiding zouden kunnen schaden.
De leiding van de PA vreest kennelijk dat verhalen over corruptie, anti-Israël opruiing en terrorisme westerse donoren ertoe zullen aanzetten hun financiering van de Palestijnen stop te zetten.
De timing van het wetsvoorstel is niet toevallig.
Het komt aan de vooravond van de vergadering over enkele weken van het Ad Hoc Liaison Committee, een comité bestaande uit donorlanden dat fungeert als het belangrijkste coördinatiemechanisme op beleidsniveau voor ontwikkelingshulp aan het Palestijnse volk.
De leiding van de PA hoopt dat het comité zijn goedkeuring zal hechten aan aanvullende en onvoorwaardelijke financiering voor de Palestijnen.
Daarom is het van cruciaal belang dat PA-leider Mahmoud Abbas en zijn hoge ambtenaren in Ramallah, de feitelijke hoofdstad van de Palestijnen, ervoor zorgen dat de media gemuilkorfd blijven over de welig tierende corruptie en andere kwesties die verband houden met slecht bestuur en schendingen van de mensenrechten door de Palestijnse veiligheidstroepen.
Palestijnen op straat zeggen dat de PA, in plaats van zich in te zetten voor vrije media en vrijheid van meningsuiting, probeert haar greep op de Palestijnse media te verstevigen, als onderdeel van een poging om te voorkomen dat er verhalen worden gepubliceerd die negatief uitpakken voor de leiding van de PA.
In dit opzicht verschilt de leiding van de PA niet van andere Arabische totalitaire regimes die absolute controle over de media hebben en alle vormen van kritiek en mediakanalen van de oppositie hard aanpakken.
In tegenstelling tot andere Arabische regimes is de PA echter bijna volledig afhankelijk van buitenlandse hulp van de VS, de Europese Unie en andere internationale donoren, die niet de minste moeite lijken te hebben met de maatregelen van de Palestijnse leiders om de vrijheid van meningsuiting in te perken en de bevolking van onafhankelijke media te beroven.
Het wetsvoorstel verleent het Ministerie van Informatie van de PA-regering, het Ministerie van Binnenlandse Zaken (dat verantwoordelijk is voor de Palestijnse veiligheidstroepen) en het Ministerie van Telecommunicatie en Informatietechnologie ruime bevoegdheden om het verlenen van vergunningen aan kranten en TV- en radiozenders goed te keuren of te weigeren.
Volgens het wetsontwerp moeten de media-organisaties, als voorwaarde voor het verkrijgen van een vergunning, zich ertoe verbinden "de openbare orde, de openbare veiligheid en de vereisten van het algemeen belang te handhaven, zich te onthouden van het uitzenden van immorele inhoud of van alles wat onverenigbaar is met de waarden en beginselen van de Palestijnse samenleving, de Palestijnse identiteit en geschiedenis te eerbiedigen, en geen mediamateriaal uit te zenden dat afbreuk zou doen aan de Palestijnse identiteit of het Palestijnse verhaal zou schaden".
Bovendien moeten de media-organisaties een veiligheidsmachtiging en de goedkeuring van het ministerie van Informatie krijgen om een directeur of hoofdredacteur te vervangen. Zij moeten ook alle schriftelijke contracten van de werknemers en journalisten aan het ministerie overleggen als voorwaarde om een vergunning te krijgen.
Het wetsvoorstel geeft de PA-minister van Informatie het recht om het werk te stoppen van elke Palestijnse of buitenlandse mediaorganisatie op de Westelijke Jordaanoever "die de Palestijnse identiteit en geschiedenis niet respecteert".
In reactie hierop hebben verschillende Palestijnse mensenrechten- en media-organisaties, waaronder het Palestijns Journalisten Syndicaat, hun diepe bezorgdheid en afkeuring uitgesproken over het voornemen van de PA-leiding om de media te kapen.
De Palestijnse organisaties zeggen dat de voorgestelde wet alleen bedoeld is om de belangen van het PA-leiderschap te dienen en te bevorderen. Indien de wet wordt goedgekeurd, waarschuwen zij, zal hij bijdragen tot de beperking van het werk van de media-instellingen en de vrijheid van meningsuiting, waardoor de burgervrede negatief zal worden beïnvloed en de binnenlandse spanningen zullen toenemen.
"De organisaties zijn van mening dat deze [nieuwe maatregel] komt in de context van een golf van wetgeving die onlangs door de Palestijnse Autoriteit is uitgevaardigd met het doel om meer controle te verlenen aan de uitvoerende macht en de aanval op instellingen die de democratische waarden beschermen en de toepassing van de beginselen van goed bestuur waarborgen," leest een verklaring van de Palestijnse Coalitie voor Verantwoording en Integriteit (AMAN), die zichzelf omschrijft als een maatschappelijke organisatie die corruptie wil bestrijden en integriteit, transparantie en verantwoordingsplicht in de Palestijnse samenleving wil bevorderen.
De organisaties waarschuwden dat dergelijke wetgeving "de reputatie van de toekomstige Palestijnse staat zou schaden met betrekking tot het respect voor de mensenrechten en de waarden van vrijheid en democratie".
Het Palestijnse Journalisten Syndicaat waarschuwde ook dat het wetsontwerp, indien goedgekeurd, een negatief effect zou hebben op de steun van de internationale gemeenschap voor de Palestijnen en de "droom van de Palestijnen van een moderne Palestijnse staat die de fundamentele rechten en vrijheden respecteert" zou ondermijnen.
De Palestijnse organisaties benadrukten dat het waarborgen van de vrijheid, pluraliteit en onafhankelijkheid van de media deel uitmaakt van de eerbiediging en bescherming van het recht op behoorlijk bestuur en de rechtsstaat, alsmede van de versterking van het beginsel van transparantie en verantwoordingsplicht.
Zij drongen er bij de leiders van de PA op aan het wetsvoorstel niet goed te keuren en in plaats daarvan besprekingen met mensenrechten- en mediagroeperingen op gang te brengen om overeenstemming te bereiken over wetgeving die rekening houdt met democratische waarden.
Helaas koesteren de Palestijnen geen hoop dat hun huidige leiders zich zullen inzetten voor de totstandbrenging van een staat waar de openbare vrijheden en de mensenrechten worden gewaardeerd en geëerbiedigd.
De Palestijnse Autoriteit op de Westelijke Jordaanoever en Hamas in de Gazastrook zijn corrupte dictaturen die alleen oog hebben voor hun eigen belangen.
Wat voor de Palestijnen moeilijk te begrijpen blijft, is het voortdurende stilzwijgen van de internationale gemeenschap en de buitenlandse media over de schendingen van de mensenrechten en de beperkingen van de instellingen van democratie en vrijheid van meningsuiting door de Palestijnse leiders op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook.
Khaled Abu Toameh is een bekroonde journalist die in Jeruzalem woont.
Vertaling door W.J. Jongman en H. Sleijster
© 2022 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de vertalers of van Gatestone Institute.