www.wimjongman.nl

(homepagina)


Doel van de gemeente.

Oktober 2022

Vragen we ons wel eens af wat het uiteindelijke doel is van de gemeente? Toen Jezus op aarde kwam, werd gekruisigd en weer opstond uit de dood, was hij de eersteling, het hoofd van het lichaam dat de gemeente wordt genoemd.

Vanaf dat moment werden de mensen toegevoegd aan die gemeente tot op de dag van vandaag totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn (Rom. 11:25) en de Heer komt om ons mee te nemen naar het Vaderhuis. Het is dan ook de taak door evangelisatie en zending dat dit doel zal worden bereikt, daar mogen we ons voor inzetten.

()

Het uiteindelijke doel van de gemeente als bruid is om in het huwelijk met Hem te worden verenigd als een eenheid zoals de Vader het heeft bedoeld. Daar is alles op gericht. Een vrouw voor Yehoshua, samen levend in het Vaderhuis.

Maar waarom horen we dan zo weinig in de kerk over dit uiteindelijke doel? Men spreekt heel veel over hoe Christus heeft geleden en betaald heeft voor onze schuld, een schuld die na het aannemen van Christus als Verlosser niet meer bestaat, en ook hoe we het evangelie moeten verspreiden en hoe ons leven eruit zou moeten zien, maar heel weinig waartoe dit alles, als onze uiteindelijke bestemming. Zeker waar de liefde van de wedergeboren gemeente voor de mens vriendelijkheid en vreugde verspreid en waar veel christenen leven er een betere maatschappij ontstaat en er sfeer hangt van vrede in tegenstelling tot waar weinig christenen wonen en daar een demonische sfeer hangt, maar dat is niet het uiteindelijke doel van de gemeente.

Paulus verlangde ernaar om te worden overkleed. (2 Cor. 5:1-5 ) Want wij weten, dat, als ons aardse huis van deze tabernakel afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, [maar] een eeuwig in de hemelen. Want ook in deze zuchten wij, verlangend met onze woonstede die uit de hemel is, overkleed te worden. Zo wij ook bekleed [en] niet naakt zullen gevonden worden. Want ook wij, die in dezen tabernakel zijn, zuchten, bezwaard zijnde; aangezien wij niet willen ontkleed, maar overkleed worden, opdat het sterfelijke van het leven verslonden worde.

Dat was het waar hij uiteindelijk naar verlangde. Wat bedoelde hij met de opmerking dat hij niet naakt zou worden bevonden maar overkleed? Wel hij verlangde naar de opname waarin hij zijn aardse lichaam zou verwisselen voor het hemelse lichaam, een lichaam aan Christus gelijk. Dat hij niet zonder lichaam zou zijn. In dit begrip is naakt zijn niet zonder kleding in het vlees, maar alleen een geestelijk lichaam te hebben zonder zichtbare vorm.

We weten uit verhalen van mensen die kort dood zijn geweest en weer tot leven kwamen dat ze een geestelijk onzichtbaar lichaam hadden. Ze zagen zichzelf als compleet met handen en voeten en als ze de aarde verlieten ze soms mensen wilden aanraken, maar die dat niet voelden. Wie daar meer over wil lezen moet het boekje Doden sterven niet maar eens lezen. (Op verzoek kunt u een pdf bestand krijgen.)

Dat is ook de reden waarom de ontslapenen ons voorgaan, zij krijgen dat hemelse lichaam eerst en dan wij die nog in het aardse lichaam verblijven.
(1 Thess. 4:15-17) Want wij weten, dat, als ons aardse huis van deze tabernakel afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, [maar] een eeuwig in de hemelen. Want ook in deze zuchten wij, verlangend met onze woonstede die uit de hemel is, overkleed te worden. Zo wij ook bekleed [en] niet naakt zullen gevonden worden. Want ook wij, die in dezen tabernakel zijn, zuchten, bezwaard zijnde; aangezien wij niet willen ontkleed, maar overkleed worden, opdat het sterfelijke van het leven verslonden worde.

De vroege gemeente was vol van deze gedachte en ook diverse keren wordt er in brieven naar verwezen, maar op dit moment heeft men in de westerse wereld daarvoor weinig aandacht. Men heeft het goed hier en alle tekenen dat we de eindtijd naderen worden vrijwel genegeerd en men hoopt dat we de draad weer kunnen oppakken als vanouds. Hoe treurig.

Jezus geeft de raad aan de laatste kerk die denkt dat ze het zelf wel kunnen regelen om bij hem goud te kopen en witte kleren opdat u niet aan het einde naakt zult staan. Ja hij staat buiten de kerk en klopt aan bij de mensen of je op zijn aanbod wilt ingaan van vrije genade en daarmee het onvergankelijke lichaam kunt krijgen.

Maar Yehoshua waarschuwt in Openbaring 16:15 dat de mens waakzaam moet blijven om op deze kleding te letten en dat men moet oppassen om niet naakt rond te lopen. Wie opgenomen wordt zal een verheerlijkt lichaam krijgen. Anderen niet. De gelovigen uit de verdrukking wanneer ze onthoofd zijn en zij zich onder het altaar bevinden - niet in het Vaderhuis - worden zij aan het eind van de verdrukking weer levend maar zodanig dat de tweede dood, als zijnde de eeuwige dood, geen macht heeft over hen. Zij zijn degene die op aarde zullen heersen als koningen met Christus. Openbaring 20:4-5. De gemeente van voor de verdrukking heeft niet de dwang ondergaan van het aannemen van het teken van het beest, alleen zij die leven in deze periode van verdrukking.

In de kerkgeschiedenis heeft men alles wat gelovig was op dezelfde stapel gelegd, gemeente en de gelovigen uit de verdrukking, omdat men de opname terzijde heeft geschoven. Maar er is een breuk tussen het tijdperk van de genade en de verdrukking. De leer van de opname is in de loop der eeuwen verdwenen en de vervangingstheologie is in de plaats gekomen. De gedachte dat de gemeente door dit vreselijke tijdperk heen moest en dat als laatste de Heer zou terugkomen om zijn volk te bevrijden. De Gemeente als Israel.

Dat die gemeente onmogelijk naar de woestijn kon vluchten om bescherming te vinden tegen de antichrist daar werd niet aan gedacht. Dat gezegd wordt tegen de gelovigen in die tijd als de strijd wordt aangebonden tegen hen en elk mens wat niet buigt voor het beest en die zal worden onthoofd, er dan geen gelovigen meer zijn, dit gegeven werd ook niet meegenomen. Het vlees dat nog overblijft zijn zondige mensen die de bevolking zullen vormen van het Duizendjarig Rijk. O ja, dat is ook iets wat door de kerk niet werd aanvaard, want dat duizendjarig rijk was al begonnen, zijnde het tijdperk van de gemeente.

Paulus verlangde ernaar om opgenomen te worden en in een oogwenk te worden veranderd, komende in het Vaderhuis. Een plaats waar de vrede heerst is en zo mooi is dat het alle verstand te boven gaat. Als dat ook ons verlangen zou zijn, waarom spreken we dan niet meer over onze uiteindelijke bestemming? Zitten we zo vast aan deze aarde dat we er zijn gaan wonen inplaats er van erop te wandelen als een voorbijganger die hier geen verblijfplaats heeft? Willen we wel graag worden verenigd met onze Bruidegom? Ik merk er niet veel van als ik zo de preken beluister.

Je zou toch denken nu de wereldwijde regering zoals volgens Openbaring in staat van wording is, dat de christenen ernaar zouden verlangen om met de Heer verenigd te worden. Maar daar is in de prediking niet zoveel van te merken. Individueel zijn christenen daarmee wel mee bezig maar niet als collectief. Is dat het waarom Christus de laatste kerk niet als zijn gemeente ziet maar de enkeling wel?

Is dat het waarom J.D. Farag zo'n wereldwijde belangstelling krijgt met zijn preken over de eindtijd omdat men dat niet te horen krijgt in de eigen gemeenschap en er genoeg mensen zijn die er wel naar uitzien? Ik denk het.

We hebben al een lange reis als gemeente en als voorbijgangers achter de rug, nu reeds 2000 jaar. En zoals kinderen op de achterbank van de auto zouden we moeten vragen: 'Zijn we er al', waarop de voorgangers zouden moeten preken: Bijna, nog even geduld. Maar waarom zouden ze dat doen als de gemeente op de achterbank ligt te slapen en er zo weinig verlangen bestaat om met Hem verenigd te worden om deze aarde te verlaten? Ligt dit aan het feit dat de laatste gemeente in zijn totaliteit geen gemeente van Christus is, maar wordt uitgespuwd vanwege haar lauwheid?

Het doel van de gemeente is dat we wonen in het Vaderhuis als de vrouw van Yehoshua. Dáárvoor zijn wij bestemd als gemeente, die unieke groep van mensen die in het tijdperk van genade door Hem worden gevraagd om zijn bruid/verloofde te zijn, die straks als de tijd voleindigd is, zijn vrouw zullen worden, en we ons 7 jaar zullen terugtrekken in het bruidsvertrek/vaderhuis.

Wat ik u nu ga zeggen zal u vreemd in de oren klinken, maar als in het boek Openbaring waar Johannes een visie krijgt over hoe het tijdperk van de gemeenten zal verlopen en dan vervolgens in de hemel wordt opgenomen naar de Troonzaal. Openb. 4 En de eerste stem die ik als van een bazuin met mij had horen spreken, zei: Kom hier, omhoog, en Ik zal u laten zien wat hierna moet geschieden. Als hij in de troonzaal komt waar ouderlingen op tronen zitten, waarvan gezegd wordt dat dit vertegenwoordigers van de gemeente zijn, alhoewel dat niet zeker is, en daar verschillend over gedacht wordt, ook de engelen ziet staan rond de troon, en hij dan een boekrol ziet in de hand van Diegene die op de troon zit en die geopend moet worden anders kan er geen voortgang volgen. Maar dan is er niemand aanwezig die dat kan en moet hij verschrikkelijk huilen. Waarom? Hij wist toch dat Jezus de overwinnaar was. Jezus was daar blijkbaar niet aanwezig om de rol te openen. De vraag is waar was hij dan?

We weten dat de hemel uit verschillende lagen bestaat. Over het aantal is men het niet eens. Er is een opvatting van 3 lagen en van 7 lagen. Paulus schrijft dan ook in 2 Cor.11:2 dat hij tot in de derde hemel was opgetrokken. Kan het zijn dat Jezus bij de gemeente was in een andere laag, het Vaderhuis, de stad van God, zwevend boven de aarde, maar op dat moment de troonzaal betreedt. Hij was daar niet vanwege de opmerking dat er niemand in de hemel noch op de aarde was die de boekrol kon openen. Johannes had Hem toch onmiddellijk kunnen zien staan, maar hij begint juist te huilen omdat er niemand is. Waar was Hij dan? Iets om over na te denken.

W.J.Jongman