www.wimjongman.nl

(homepagina)


Hoe lang zult u aan beide zijden mank gaan – 1 Kon 18:21

Door Paul Verhoeven augustus 2022

Tot een toetser heb Ik u
onder mijn volk gezet,
een keurmeester, opdat
gij hun weg zoudt
kennen en toetsen.
(Jer 6:27)

Elia was slechts een mens als u en ik, maar had toch toegang tot koningen en met name tot koning Achab, waarover twee bijzondere ontmoetingen zijn beschreven.
In 1 Koningen 17 gaat hij naar Achab en laat hem weten, dat er geen regen zal vallen dan slechts op zijn woord. Daarna stuurt God hem naar de beek Krith waar hij door de raven wordt gevoed met brood en vlees; het eerste broodje shoarma.

Maar dan droogt de beek uit en stuurt God hem naar Sarfath, alwaar een weduwe hem door een wonderbare vermenigvuldiging van meel en olie maar liefst drie jaar lang onderhoud en waar hij in de tussentijd haar zoon weer tot leven brengt. Dat is de eerste keer in de Bijbel waar sprake is van een opstanding uit de dood. Door deze wonderen gesterkt stuurt God hem opnieuw naar Achab (1 Koningen 18). We lezen daar van die geweldige confrontatie met de 450 Baäl-profeten en 400 Asjera-profeten bij de berg Karmel. Inmiddels was ook het gehele volk verzameld en dan vraagt Elia hen:

“Hoe lang zult gij aan beide zijden mank gaan? Indien de Here God is, volgt Hem na; maar indien het de Baäl is, volgt hem na”. Doch het volk antwoordde hem niets.”

Het dieptragische is, dat ze geen keus konden of wilden maken; aan de ene kant konden ze het goed vinden met Baäl, maar anderzijds konden ze ook de Here niet helemaal loslaten.
Ze wilden zich niet afscheiden van de afgoden van de wereld, waarin ze leefden. Ze wilden er bij horen. Baäl was de god van de welvaart, van het persoonlijk voordeel en zijn aanbidding hield ook de nodige immorele praktijken in. Ze aten van twee walletjes en dat werkt nu eenmaal niet in Gods Koninkrijk.

Mattheus 6:24 Niemand kan twee heren dienen, want of hij zal de één haten en de ander liefhebben, of hij zal zich aan de één hechten en de ander minachten. U kunt niet God dienen en de Mammon.

Asjera staat voor het (goede) gevoel, maar heeft niets met geloof te maken. Valse religie kan een heel goed gevoel geven. God is toch liefde en we mogen toch komen zoals we zijn?

We willen alleen niet veranderd worden, want dát gaat ons te ver. Dan moeten we de dingen inleveren, waar we nou net zo dol op zijn, de dingen die ons voldoening geven.
We hebben later nog tijd genoeg om het met God in orde te maken, toch?
Nu willen we springen en zingen en we zijn zo blij, want er zijn geen stoute kinderen bij!
Velen zijn als Nicodemus, die overdag Farizeeër was en ’s avonds stiekem naar Jezus ging.
Zondags tijd voor God en doordeweeks voor genot.

Maar er komt natuurlijk een moment, dat het fout loopt. Als de bazuin blaast.
Twee zullen op het land zijn, de een zal aangenomen, de ander achtergelaten worden (Lucas 17:36). Van de maagden – waarin we toch de Gemeente mogen zien - ging maar de helft met hem in tot de bruiloft, maar de andere helft kreeg te horen: Ik ken u niet!
Dat betekent niet meer en niet minder, dat de helft van de Gemeente er NIET bij zal zijn! Dat is toch vreselijk! En je hoort er nooit iemand over! Geven we de mensen alleen de woorden, die ze graag willen horen of mag het ook de waarheid zijn?

Wij bepalen zelf tot welke groep we zullen behoren; velen denken aan de goede kant te staan, maar zullen teleurgesteld worden. Ze zitten gevangen in een systeem, maar ze zien het niet. Wanneer we vasthouden aan ook maar iets van Baäl of Asjera, dan halen we het paard van Troje binnen en voor we het weten heeft de vijand ons te pakken.

Dat brengt me bij de volgende profetie die ik eens mocht ontvangen:
In vrijwel alle regenwouden van de wereld komt een bijzondere plantaardige levensvorm voor: de wurger. De meeste soorten wurgers zijn vijgensoorten, we spreken dus ook vaak van wurgvijgen. De wurgers komen letterlijk en figuurlijk aangewaaid als epifyt. Epifyten zijn organismen die op planten groeien zonder hieraan voedsel te onttrekken (in tegenstelling tot parasieten) bv. orchideeën. Ze groeien als klein plantje op een tak van hun gastheer. Naarmate ze groter worden, laten ze hun wortels omlaag zakken, op zoek naar de vaste grond. Op het moment dat de wortels contact maken met de bodem begint de plant sterk te groeien. De kruin begint sterk uit te schieten en vangt het licht weg van de gastheerboom. De omlaaghangende wortels verdikken en worden houtig en stevig. Er worden steeds meer wortels gevormd die bovendien met elkaar vergroeien. De gastheer raakt omgeven met een wurgend netwerk van wortels. De gastheerboom kan niet meer verder groeien en wordt letterlijk gewurgd en sterft af. De wurgvijg overleeft en neemt de groeiplaats in.

Wanneer we de geestelijke parallel hierin gaan zien, dan is het evident, dat we als kerk/gemeente ook – als het goed is – een levend organisme zijn. Gelovigen worden in het Woord dan ook nog wel eens met bomen vergeleken. Ook wij lopen het gevaar, als individu of als kerk/gemeente, geconfronteerd te worden met de wurger. Hij infiltreert en nestelt zich en ogenschijnlijk hoort hij er nog bij ook. Totdat hij vaste voet aan de grond krijgt en voedsel en licht wegneemt, maar dan is het te laat. De groei gaat eruit en we worden verstikt door leugens, valse leringen en menselijke inzettingen. En voor we het weten zitten we in de wereld van Baäl en Asjera gevangen.

Er zijn mensen, die zich vandaag de dag christenen noemen, maar het niet (echt) zijn.
Ze hebben zich nooit helemaal overgegeven en dienen in die zin God niet.
Naamchristenen, meelopers, na-apers, gevangenen in een verkeerd systeem.
Niet klaar voor het vaste voedsel, maar ze slikken het door anderen voorgekauwde goedje.
Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is.

Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid. Mattheus 7:21-22

Kom toch tot het besef, dat je zonder een overgegeven leven dolende bent in de woestijn waar je maar al te makkelijk door dorst en hitte zult omkomen. Laat het niet zo ver komen en herken de beperkingen die in zo’n situatie steeds sterker worden en ga uit hun midden weg, voor het te laat is. Vraag de H. Geest om onderscheiding, want de tegenstander is een slinkse moordenaar.

Paul Verhoeven

Beoordeel een profetie altijd op de inhoud (1 Cor 14:29) en toets alles (1 Thess 5:21) want onvolkomen is ons profeteren (1 Cor 13:9). Ware profetie is altijd in harmonie met het Woord van God. Voor op- of aanmerkingen, correctie of anderszins stuur een email naar

pcverhoeven47@kpnmail.nl