www.wimjongman.nl

(homepagina)


Het komende Grote Waanidee - Deel 5: Crowley en Cthulhu

4 november 2021 - door SkyWatch Editor

()

Deel 0 - Deel 1 - Deel 2 - Deel 3 - Deel 5 - Deel 6 - Deel 7 - Deel 8 - Deel 9 - Deel 10 - Deel 11
Deel 12 - Deel 13 - Deel 14 - Deel 15 - Deel 16 - Deel 17 - Deel 18 - Deel 19 - Deel 20 - Deel 21
Deel 22 - Deel 23 - Deel 24

Howard Phillips Lovecraft (1890-1937) is een van de groten van de twintigste-eeuwse literatuur, hoewel hij pas na zijn dood als zodanig werd erkend. En omdat hij horror-fictie schreef, was hij niet het soort schrijver dat werd uitgenodigd op chique society feestjes. Lovecraft en zijn vrienden, waarvan hij de meesten kende via brieven - naar schatting honderdduizend[i] - die volgens sommigen invloedrijker waren dan zijn gepubliceerde werk, zijn geschreven om te vermaken, gewoonlijk door het verzinnen van angstaanjagende verhalen en het oproepen van monsterlijke beelden van overweldigend, onmenselijk kwaad.

P. Lovecraft was een ziekelijk kind dat zoveel school miste in zijn jeugd dat hij in principe zelf opgeleid was. Hij maakte de middelbare school nooit af en gaf zijn droom op om astronoom te worden, vanwege wat hij later een "zenuwinzinking" noemde. Het is mogelijk dat de intellectuele gave die Lovecraft kreeg, ten koste ging van zijn sociale vaardigheden. Het is ook mogelijk dat hij gekweld werd door dezelfde demonen - psychologisch of spiritueel - die zijn beide ouders ertoe brachten de laatste jaren van hun leven in een gesticht door te brengen. Lovecraft leidde het grootste deel van zijn leven een zo geïsoleerd mogelijk bestaan en hij gaf toe dat "de meeste mensen mij alleen maar nerveus maken" en "dat hij alleen bij toeval, en in uiterst kleine hoeveelheden, ooit mensen zou tegenkomen die dat niet zouden doen."[ii]

Als kind werd Lovecraft gekweld door nachtmerries. Vanaf de leeftijd van 6 jaar werd de jonge Howard bezocht door wat hij nachtgieren noemde - gezichtsloze mensachtigen met een zwarte, rubberachtige huid, vleermuisachtige vleugels en staarten met weerhaken, die hun slachtoffers meevoerden naar Dromenland. De nachtelijke bezoekers waren zo angstaanjagend dat Howard zich herinnerde wanhopig te proberen wakker te blijven elke nacht tijdens deze periode van zijn leven. Er wordt aangenomen dat deze dromen, die hem meer dan een jaar achtervolgden, een krachtige invloed hadden op zijn fictie.[iii]

Vanuit een christelijk perspectief is het een schande dat Lovecraft's moeder, die Howard opvoedde met zijn tantes nadat zijn vader was opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis toen Howard nog maar drie jaar oud was, het fenomeen niet herkende voor wat het was - demonische onderdrukking van haar enige kind. Maar tegen het einde van de negentiende eeuw had het technologisch geavanceerde Westen geen ruimte meer in hun wetenschappelijke wereldbeeld voor zulke dingen. In feite beweerde Lovecraft zijn hele leven een overtuigd atheïst te zijn.

Ironisch genoeg is de fictie van H.P. Lovecraft, ondanks zijn ongeloof, na zijn dood door occultisten over de hele wereld aangepast en overgenomen. De man die stierf als een pauper vond niet alleen een publiek gedurende de laatste tachtig jaar, hij inspireerde een leger van auteurs die het nachtmerrieachtige universum dat voortkwam uit Lovecraft's gekwelde dromen hebben bewaard en uitgebreid.[iv]

Hoewel Lovecraft beweerde dat hij niet in het bovennatuurlijke geloofde, gebruikte hij het geestenrijk maar al te graag als koren op een molen op zijn schrijfmolen. Lovecraft zag blijkbaar potentieel in de doctrines van Blavatsky voor verhalen die zouden verkopen. Dat deden ze ook, maar meestal na zijn dood. Tijdens zijn leven was Lovecraft nauwelijks bekend buiten het lezerspubliek van pulp tijdschriften, het type publicatie dat een paar generaties eerder in Engeland "penny dreadful" werd genoemd.

Lovecraft verwierp misschien het idee van een of twee verloren continenten als het nu vergeten moederland van de mensheid, maar het concept kwam hem als auteur goed van pas. Het idee dat bepaalde mensen die begaafd (of vervloekt) waren met het vermogen om achter de sluier te kijken, communiceerden met intelligenties die veel groter waren dan de onze, zorgde ook voor meeslepende horror. Lovecraft beschouwde het universum als een koude, gevoelloze plaats, dus in zijn fictie hadden die intelligenties, in tegenstelling tot de vriendelijke opgestegen meesters van Blavatsky's wereld, geen nut voor de mensheid - behalve, misschien, als slaven of als offers. De gruwel om te ontdekken dat je overgeleverd bent aan de genade van immense, oude wezens die niet in staat zijn tot barmhartigheid is een veel voorkomend thema in Lovecraft's verhalen, en hij gaf die ideeën vlees en been met zorgvuldig uitgewerkte proza die hen doordrenkte met een gevoel van angst dat niet gemakkelijk of vaak op gedrukte pagina's gedistilleerd wordt.

We kunnen stellen dat Lovecrafts stijl van gotische horror de laatste vijfenzeventig jaar een sterke invloed heeft gehad op horrorfictie en -film. Stephen King, Roger Corman, John Carpenter, en Ridley Scott, onder anderen, putten uit zijn stijl, zo niet direct uit zijn Cthulhu mythos. Misschien is dat niet het soort nalatenschap dat Ernest Hemingway of F. Scott Fitzgerald hebben nagelaten, maar vergelijk het aantal mensen dat The Thing, Alien, of een film gebaseerd op een roman van King (The Shining, The Stand, It, etc.) heeft gezien eens met het aantal mensen dat Hemingway of Fitzgerald heeft gelezen. (Niet beweren ze te lezen, maar ging echt zitten en te lezen.) Hoewel H.P. Lovecraft tijdens zijn leven vrijwel onbekend was, heeft hij een veel grotere invloed op de popcultuur gehad dan de literaire grootheden die zijn tijdgenoten waren.

En, zoals we zullen zien, is de invloed van de atheïst Lovecraft doorgesijpeld naar het metafysische rijk. Misschien is het passend dat de overheden en machten die tegen hun Schepper gekant zijn, een atheïst een zeer nuttig werktuig vinden.

Terwijl Lovecraft zijn schrijverscarrière begon, hoorde aan de overkant van de oceaan een andere man, gefascineerd door arcana en de invloed van oude goden op onze wereld, stemmen uit het hiernamaals. Edward Alexander "Aleister" Crowley, geboren in 1875 in Warwickshire, Engeland, reisde in 1904 naar Cairo met zijn nieuwe bruid, Rose Kelly. Daar richtte Crowley, die vijf jaar eerder lid was geworden van de Orde van de Gouden Dageraad, een tempelruimte in, in hun appartement en begon rituelen uit te voeren om Egyptische goden aan te roepen. Uiteindelijk antwoordde iets dat zichzelf Aiwass noemde, de boodschapper van Hoor-Paar-Kraat (bij de Grieken bekend als een aspect van Horus, Harpocrates, de god van de stilte). Over een periode van drie dagen, 8-10 april 1904, transcribeerde Crowley wat hij hoorde van de stem van Aiwass.

De stem van Aiwass kwam blijkbaar van over mijn linkerschouder, vanuit de verste hoek van de kamer....

Ik had sterk de indruk dat de spreker zich daadwerkelijk in de hoek bevond waar hij leek te zijn, in een lichaam van "fijne materie," doorzichtig als een sluier van gaas, of een wolk van wierook-rook. Hij scheen een lange, donkere man van in de dertig te zijn, goed gehumeurd, actief en sterk, met het gelaat van een woeste koning, en de ogen gesluierd opdat hun blik niet zou vernietigen wat zij zagen. De kleding was niet Arabisch; het deed denken aan Assyrië of Perzië, maar heel vaag. Ik nam er weinig notitie van, want voor mij was Aiwass in die tijd een "engel", zoals ik vaak in visioenen had gezien, een zuiver astraal wezen.

Nu ben ik geneigd te geloven dat Aiwass niet alleen de God of Demon of Duivel is die eens heilig werd gehouden in Soemerië, en mijn eigen Beschermengel, maar ook een mens zoals ik ben, in zoverre dat Hij een menselijk lichaam gebruikt om zijn magische verbinding te leggen met de Mensheid, die Hij liefheeft.[v]

Dat werd uiteindelijk de centrale tekst voor Crowley's nieuwe religie, Thelema,[vi] die op haar beurt de basis vormt voor Ordo Templi Orientis. De OTO is een geheim genootschap dat lijkt op de Vrijmetselarij en dat, net als Blavatsky's Theosofische Vereniging en de Vrijmetselaars, gelooft in universele broederschap. Het voornaamste verschil tussen Thelema en Theosofie ligt in de aard van de entiteiten die boodschappen van gene zijde zenden. Blavatsky beweerde te horen van opgestegen meesters die de evolutie van de mensheid begeleiden; Crowley beweerde te worden geleid door goden van het Egyptische pantheon: Nuit, Hadit, en Ra-Hoor-Khuit. [vii]

De ironie van dit alles is dat Lovecraft, die het bestaan van Crowley's goden en Blavatsky's mahatma's ontkende, zijn inspiratie uit dezelfde bron zou kunnen hebben gehaald.

Een belangrijke rode draad in de fictie van H.P. Lovecraft was een fictief grimoire, of boek over hekserij, genaamd het Necronomicon. Volgens de canon van Lovecraft werd dit boek in de achtste eeuw na Christus geschreven door de "Gekke Arabier" Abdul Alhazred (de bijnaam van Lovecrafts jeugd vanwege zijn liefde voor het boek 1001 Arabische Nachten). De inspiratie voor het verzonnen grimoire kwam wellicht in een droom bij Lovecraft op,[viii] en in zijn vele brieven aan vrienden en collega's moedigde hij anderen aan om het mysterieuze boek in hun werken te verwerken. Na verloop van tijd leidden verwijzingen naar de Necronomicon door een groeiend aantal auteurs die Lovecraftiaanse fictie creëerden, tot een groeiend geloof dat het boek in feite echt was. Veelzeggend is dat één van degenen die in het boek geloofden, de occultist Kenneth Grant was.

Grant was een Engelse ceremoniële magiër en een acoliet van Crowley, en hij diende als Crowley's persoonlijke secretaris tegen het einde van zijn leven. Na Crowley's dood werd Grant door Crowley's opvolger, Karl Germer, benoemd tot hoofd van de OTO in Groot-Brittannië. Echter, Grant's promotie van een buitenaardse "Sirius/Set stroming" in Crowley's werk maakte Germer woedend, die Grant uit de organisatie verbande wegens ketterij.[ix]

Lovecraft's fictie inspireerde tot enkele van Grant's vernieuwingen in de Thelema. Grant zei dat Lovecraft "zijn lugubere droomlezingen van de Necronomicon uit de nachtmerrie-ruimte haalde". In plaats van het Necronomicon aan Lovecraft's verbeelding toe te schrijven, beschouwde Grant dit als bewijs voor het bestaan van het boek als een astraal boek.[x] Bovendien geloofde Grant dat anderen, waaronder Crowley en Blavatsky, "een glimp hadden opgevangen van het Akasha Necronomicon"[xi] - een verwijzing naar de Akasha kronieken, een thesofistisch concept dat een verzameling beschrijft van alle menselijke gedachten, daden en emoties die op een ander niveau van de werkelijkheid bestaat en alleen toegankelijk is door middel van de juiste spirituele discipline.

Kenneth Grant was wellicht de eerste die de vreemde parallellen opmerkte tussen de geschriften van H.P. Lovecraft en Aleister Crowley. In The Dark Lord, een uitgebreide analyse van Grant's magische systeem en Lovecraft's invloed daarop, documenteerde onderzoeker en auteur Peter Levenda een aantal van deze gelijkenissen.

In 1907 was Crowley bezig met het schrijven van enkele van de werken die van fundamenteel belang werden voor de doctrines van Thelema, bekend als De Heilige Boeken. Deze omvatten Liber Liberi vel Lapidus Lazuli, Liber Cordis Cincti Serpente, en andere werken geschreven tussen 30 oktober en 1 november van dat jaar, en Liber Arcanorum en Liber Carcerorum, geschreven tussen 5 en 14 december van datzelfde jaar. Lovecraft zou hier niets van geweten hebben, want hij was slechts een zeventienjarige kluizenaar die thuis woonde in Angell Street in Providence, Rhode Island, en droomde van de sterren.

In plaats daarvan zou hij later schrijven over een orgiastisch ritueel dat dat jaar plaatsvond in het buitengebied van New Orleans, Louisiana, en wel op dezelfde dag dat Crowley de hierboven opgesomde boeken aan het schrijven was. Het verhaal dat Lovecraft schreef is getiteld "The Call of Cthulhu" en is misschien wel zijn beroemdste werk. Hij schreef het verhaal in 1926, eind augustus of begin september, maar plaatste de actie in New Orleans in 1907 en later in Providence in 1925.

Hoe is dit relevant? Lovecraft's plaatsing van het orgiastische ritueel ter ere van de hogepriester van de Grote Ouden, Cthulhu, en de ontdekking van een standbeeld van Cthulhu door de politie van New Orleans op Halloween, 1907 valt precies samen met Crowley's koortsachtige schrijven van zijn eigen gothic proza. In het Liber Liberi vel Lapidus Lazuli, bijvoorbeeld, schrijft Crowley voor de eerste keer het woord "Tutulu". Hij beweert niet te weten wat dit woord betekent, of waar het vandaan komt. Aangezien de naam van Lovecraft's fictieve buitenaardse god kan worden uitgesproken als "Kutulu," lijkt het meer dan toeval, zoals Kenneth Grant zelf opmerkte.

Dit is echter slechts het topje van een eldritse ijsberg. In Crowley's Liber Cordis Cincti Serpente - of "Het Boek van het Hart Omhangen met een Slang" - zijn er talrijke verwijzingen naar de "Afgrond van de Grote Diep," naar Typhon, Python, en de verschijning van een "oude knoestige vis" met tentakels... allemaal beschrijvingen die perfect overeenkomen met Lovecraft's verbeelde Cthulhu. Niet ongeveer, maar perfect. Crowley's boek werd geschreven op 1 november 1907. Het ritueel voor Cthulhu in New Orleans vond plaats op dezelfde dag, maand en jaar.[xii]

Nu, dit kan niets meer zijn dan een vreemd toeval. Uw auteurs, echter, zijn geen toevalstheoretici. Levenda, een uitstekend onderzoeker en een begaafd auteur (en meer over hoe begaafd binnenkort), en Kenneth Grant voor hem, concludeerden ook anders.

Beide mannen - de Amerikaanse auteur en de Engelse magiër - hielden zich bezig met hetzelfde onderwerp, en Lovecraft dateerde de eerste verschijning van het Cthulhu beeld inderdaad op hetzelfde jaar, dezelfde maand en dezelfde dag dat Crowley begon met het schrijven van deze delen van de Heilige Boeken. Er is geen hard bewijs dat een van beide mannen de ander kende, hoewel de auteur gelooft dat verwijzingen naar een Engelse satanist in Lovecraft's "The Thing on the Doorstep" een toespeling op Crowley zou kunnen zijn. Hoe dan ook, suggereren dat deze twee mannen opzettelijk samenwerkten zou het toppunt (of dieptepunt!) van samenzweringstheorie zijn.

Het zou eigenlijk logischer zijn om te suggereren - als verklaring voor sommige van deze toevalligheden - dat er duistere krachten aan het werk waren. In feite is het mogelijk dat dezelfde krachten waarover Lovecraft zelf schrijft - de telepathische communicatie tussen volgelingen van Cthulhu en de Grote Ouden - hem ertoe hebben aangezet deze fictieve verslagen van echte gebeurtenissen te schrijven. Of Lovecraft was in een soort telepathische communicatie met Crowley, of beide mannen waren in telepathische communicatie met ... Iets anders.

Als Christenen zijn jullie auteurs geneigd voor de bovennatuurlijke verklaring te gaan. Als de apostel Paulus zijn theologie kende, en dat deed hij, dan moeten we rekening houden met de invloed van machten en vorsten op onze natuurlijke wereld. En dat is de meest waarschijnlijke bron van de vreemde, hoogst onwaarschijnlijke Crowley-Cthulhu connectie.

In het begin van de jaren 1970, zou Grant breken met de Amerikaanse OTO en zijn eigen Thelemische organisatie oprichten, de Typhonian OTO. De "Sirius/Set stroming" die Grant in de jaren '50 identificeerde verwees naar de Egyptische godheid Set, god van de woestijn, stormen, vreemdelingen, geweld en chaos. Om de betekenis van Grant's innovatie voor Crowley's religie te begrijpen, is een korte geschiedenis van Set op zijn plaats.

KIJKEN! NU ONZE REGERING UFO'S BEVESTIGT, WAT IS HET VOLGENDE?

Set - soms ook wel Seth, Sheth of Sutekh genoemd - is een van de oudste goden in het Egyptische pantheon. Er is bewijs dat hij werd aanbeden lang voor de farao's, in het pre-dynastieke tijdperk Naqada I, dat mogelijk teruggaat tot 3750 v. Chr.[xiii] Om dat in context te plaatsen, schat deze auteur (Derek Gilbert) dat het Toren van Babel incident waarschijnlijk plaatsvond tussen 3500 v. Chr. en 3100 v. Chr, rond de tijd van de eerste farao, Narmer (die sommige onderzoekers identificeren als Nimrod).[xv]

Set was oorspronkelijk een van de goeden. Hij beschermde Ra's zonneboot en verdedigde deze tegen de kwaadaardige chaos-slang Apep (of Apophis), die elke nacht probeerde de zon op te eten als deze onder de horizon zakte. Tijdens de Tweede Tussentijd, ruwweg 1750 v. Chr. tot 1550 v. Chr., stelden Semitische mensen genaamd de Hyksos - eigenlijk Amorieten[xvi]- Set gelijk aan Ba`al, de Kanaänitische storm-god,[xvii] en geleerden hebben geconcludeerd dat Ba`al-Set de heer was van Avaris, de Hyksos hoofdstad. Maar de verering van Ba`al-Set ging door, zelfs nadat de Hyksos uit Egypte waren verdreven. Twee eeuwen nadat Mozes de Israëlieten naar Kanaän had geleid, driehonderd jaar na de verdrijving van de Hyksos, richtte Ramesses de Grote een gedenkteken op, de Jaar 400 Stela, ter ere van het vierhonderdste jaar van de aankomst van Set in Egypte. De vader van Ramesses heette Seti, wat letterlijk "man van Set" betekent.

Set kreeg zijn kwade reputatie pas in de Derde Tussentijd, waarin Egypte werd overspoeld door opeenvolgende golven van buitenlandse invallers. Na veroverd te zijn door Nubië, Assyrië en Perzië, de een na de ander tussen 728 v. Chr. en 525 v. Chr., was de god van de vreemdelingen "niet langer welkom rond de piramiden. xviii] Set was niet langer de gevaarlijke oproerkraaier wiens vernietigingsdrang Apophis ervan weerhield de zon op te eten; nu was Set de boze god die zijn broer Osiris vermoordde, en de gezworen vijand van Osiris' zoon, Horus.

Tegen de tijd dat Perzië opkwam, begon de Griekse beschaving op te bloeien, en zij identificeerden Set met Typhon, hun angstaanjagende, machtige slangengod van de chaos. Dat is de link tussen Set en Typhon, en dit is de entiteit waarvan Kenneth Grant geloofde dat het de ware bron van kracht was in Thelemische magie. Daarom leidde de "Sirius/Set stroming" tot de Typhonische OTO, en dat is het destructieve, chaos-monster aspect van Set-Typhon dat we in het oog moeten houden bij het analyseren van het magische systeem dat Grant creëerde door Crowley te filteren via Lovecraft.

Grant's angst - zoals uitgedrukt in Nightside of Eden en in zijn andere werken - is dat de Aarde wordt geïnfiltreerd door een ras van buitenaardse wezens die enorme veranderingen in onze wereld zullen veroorzaken. Deze bewering moet niet zo letterlijk worden genomen als het lijkt, want de "Aarde" kan worden opgevat als ons huidige niveau van bewustzijn, en buitenaards zou eenvoudig betekenen "niet van dit huidige niveau van bewustzijn". Maar het potentieel voor gevaar is er, en Grant's werk is net als dat van Lovecraft een poging om ons te waarschuwen voor de dreigende (mogelijk dramatische) veranderingen in onze fysieke, mentale en emotionele toestand als gevolg van krachtige invloeden van "buitenaf."[xix]

Tegen de jaren 1970 had Lovecraft's werk een nieuw publiek gevonden, en werden zijn verhalen ontgonnen door Hollywood (bijvoorbeeld The Dunwich Horror, met Dean Stockwell en Sandra Dee in de hoofdrollen, en verschillende afleveringen van Rod Serling's Night Gallery). Toen verscheen er in 1977 plotseling een hardback editie van de Necronomicon (gepubliceerd in een gelimiteerde oplage van 666 exemplaren!),[xx] uitgegeven door een mysterieuze figuur die alleen bekend staat als "Simon," naar verluidt een bisschop in de Oosters-Orthodoxe Kerk. Volgens Simon hadden twee monniken van zijn kerkgenootschap een exemplaar van de echte Necronomicon gestolen in een van de meest gewaagde en gevaarlijke boekendiefstallen uit de geschiedenis.

Blijkbaar was de goede bisschop niet te beroerd om een paar centen te verdienen door een gestolen ketterse tekst uit te geven.

Een paar jaar later volgde een paperbackeditie voor de massamarkt. Van die versie zijn naar verluidt meer dan een miljoen exemplaren verkocht in de afgelopen vier decennia.[xxi] Kenneth Grant heeft de tekst gevalideerd en zelfs verklaringen gegeven voor schijnbare discrepanties tussen Crowley en de Necronomicon.

Crowley gaf toe dat hij bepaalde woorden niet goed had gehoord tijdens de overdracht van Liber L, en het is waarschijnlijk dat hij het woord Tutulu verkeerd heeft gehoord. Het kan Kutulu zijn geweest, in welk geval het fonetisch, maar niet qabalistisch, identiek zou zijn met Cthulhu. Het [Simon] Necronomicon (Inleiding, p.xix) suggereert een relatie tussen Kutulu en Cutha.[xxii]

Simon's Necronomicon was slechts één van de vele grimoires die in de jaren '70 werden gepubliceerd en die beweerden het snode boek te zijn. De anderen waren ofwel overduidelijke vervalsingen, gepubliceerd voor amusementsdoeleinden, of hoaxes wat hun auteurs al snel na publicatie toegaven. Simon, aan de andere kant, leek serieus te zijn.

Maar het zit zo: mensen die betrokken waren bij de productie van de "Simonomicon" hebben toegegeven dat ze het verzonnen hadden, en de centrale figuur achter de publicatie van het boek was Peter Levenda.

De tekst zelf was Levenda's creatie, een synthese van Soemerische en later Babylonische mythen en teksten doorspekt met namen van entiteiten uit H.P. Lovecraft's beruchte en enorm populaire Cthulhu verhalen. Levenda lijkt voor het Soemerisch sterk te hebben geput uit het werk van Samuel Noah Kramer, en heeft vrijwel zeker veel tijd doorgebracht in de bibliotheek van de Universiteit van Pennsylvania om de zaak uit te zoeken. Structureel is de tekst gemodelleerd naar het wiccan Book of Shadows en de Goetia, een grimoire van twijfelachtige authenticiteit zelf daterend uit de late Middeleeuwen.

"Simon" was ook Levenda's creatie. Hij cultiveerde een ongrijpbare, geheimzinnige persoonlijkheid, waardoor hij een fantastische en overduidelijk ongeloofwaardige lijn van [BS] had om de oorsprong van het boek te verhullen. Hij had geen telefoon. Hij droeg altijd zakelijke pakken, in schril contrast met de flamboyante renaissancekermis-, proto-goth-kostumering die de scene domineerde.[xxiii]

In The Dark Lord analyseerde Levenda niet alleen Kenneth Grant's magische systeem en documenteerde hij de synchroniciteiten tussen Crowley en Lovecraft, hij valideerde ook de bovennatuurlijke authenticiteit van het nep Necronomicon dat hij had gemaakt! Maar vergis je niet, dit betekent niet dat de Necronomicon nep is in bovennatuurlijke zin.

We kunnen concluderen dat de nep-Necronomicons - tenminste de Hay-Wilson-Langford-Turner en Simon versies - ten onrechte beweren het werk te zijn van de krankzinnige Arabier Abdul Alhazred, maar door zichzelf als vals toe te schrijven, geven ze aan dat ze echt deel uitmaken van het grimoire genre. De onjuiste toeschrijving is het kenmerk van hun genre, en hun valsheid zelf is de voorwaarde van hun echtheid. De nep-Necronomicons zijn net zo "authentiek" als Lesser Key of Solomon van Salomo of het Zesde en Zevende Boek van Mozes.

Met andere woorden, hoewel de gepubliceerde edities van de Necronomicon duidelijk lang na de dood van H.P. Lovecraft en Aleister Crowley zijn uitgevonden, zijn het nog steeds echte hulpmiddelen voor de beoefening van tovenarij. En, zoals Grant en Levenda suggereren, hebben ze een gemeenschappelijke oorsprong ergens in het geestenrijk.

VOLGEND DEEL: Van de Necronomicon naar Nibiru

Eindnoten:

[i] Cain, Sian. “Ten Things You Should Know About HP Lovecraft,” The Guardian , August 20, 2014. https://www.theguardian.com/books/2014/aug/20/ten-things-you-should-know-about-hp-lovecraft , retrieved 8/3/17.

[ii] Ibid.

[iii] Harms, Daniel, and John Wisdom Gonce. The Necronomicon files: the truth behind Lovecraft’s legend . Boston, MA: Weiser Books, 2003, p. 5.

[iv] One of the most well-known pop-culture references to Lovecraft is the Arkham Asylum, which has been featured since the mid-1970s in the Batman comics, cartoons, movies, and video games. Arkham was named for a fictional town in Massachusetts created by Lovecraft, the home of Miskatonic University, which features prominently in many of Lovecraft’s stories.

[v] Crowley, Aleister. The Equinox of the Gods , chapter 7. https://hermetic.com/crowley/equinox-of-the-gods/remarks-on-the-method-of-receiving-liber-legis?redirect=1 , retrieved 8/5/17.

[vi] Thelemapedia.org. http://www.thelemapedia.org/index.php/The_Book_of_the_Law , retrieved 8/5/17.

[vii] Hutton, Ronald. The triumph of the moon: a history of modern pagan witchcraft . Oxford: Oxford University Press, 2006, p. 178.

[viii] Colavito, Jason. “Inside the Necronomicon,” 2002. http://jcolavito.tripod.com/lostcivilizations/id25.html, retrieved 8/6/17.

[ix] ONeill, Declan (4 March 2011). “Kenneth Grant: Writer and occultist who championed Aleister Crowley and Austin Osman Spare”. The Independent . http://www.independent.co.uk/news/obituaries/kenneth-grant-writer-and-occultist-who-championed-aleister-crowley-and-austin-osman-spare-2231570.html , retrieved 8/5/17.

[x] Harms and Gonce, op. cit., pp. 109–110.

[xi] Ibid.

[xii] Levenda, Peter. The Dark Lord: H. P. Lovecraft, Kenneth Grant, and the Typhonian Tradition in Magic (pp. 97-98). Nicolas-Hays, Inc. Kindle Edition.

[xiii] te Velde, Herman (1967). Seth, God of Confusion: A Study of His Role in Egyptian Mythology and Religion. Probleme der Ägyptologie 6. Translated by van Baaren-Pape, G. E. (2nd ed.). Leiden: E. J. Brill, p. 7.

[xiv] See chapter 3 of Derek Gilbert’s book The Great Inception.

[xv] That’s in chapter 4 of The Great Inception.

[xvi] Ryholt, Kim. The Political Situation in Egypt during the Second Intermediate Period c.1800–1550 B.C. , Museum Tuscalanum Press, (1997), p. 128.

[xvii] Allon, Niv. “Seth is Baal—Evidence from the Egyptian Script.” Egypt and the Levant XVII, 2007, pp. 15–22.

[xviii] te Velde. Op. cit., pp. 139–140.

[xix] Levenda, op. cit. (p. 75). Nicolas-Hays, Inc. Kindle Edition.

[xx] Colavito 2002, op. cit.

[xxi] Levenda, op. cit., p. 8.

[xxii] “Remembering Kenneth Grant’s Understanding of The Necronomicon Tradition,” https://warlockasyluminternationalnews.com/2011/02/18/remembering-kenneth-grants-understanding-of-the-necronomicon-tradition/, retrieved 8/7/17.

[xxiii] Cabal, Alan. “The Doom That Came to Chelsea,” Chelsea News , June 10, 2003. http://www.nypress.com/the-doom-that-came-to-chelsea/, retrieved 8/7/17.

[xxiv] Clore, Dan. “The Lurker on the Threshold of Interpretation: Hoax Necronomicons and Paratextual Noise.” Lovecraft Studies , No. 42–43 (Autumn 2001). http://www.geocities.ws/clorebeast/lurker.htm, retrieved 8/7/17.

Bron: THE COMING GREAT DELUSION—PART 5: Crowley and Cthulhu » SkyWatchTV