www.wimjongman.nl

(homepagina)


HET OMKEREN VAN DE REFORMATIE

8 maart 2021 - door Jonathan Bretner

 

Maarten Luther

In mijn vorige post, 'Niemand kan onze "gezegende hoop" annuleren', liet ik zien hoe de allegorische benadering van bijbelse profetie de deuren opent voor het verwerpen van de ware bedoeling van andere bijbelteksten. Deze veronachtzaming van de woorden van de Schrift berooft heiligen niet alleen van de vreugdevolle verwachting van hun "gezegende hoop", maar zoals we zullen zien, vertroebelt het ook het onderscheid tussen Bijbelse rechtvaardiging en die van de Rooms Katholieke Kerk.

Als Paulus' woorden in Romeinen 11 over Israëls toekomstige plaats in Gods profetisch programma niet werkelijk menen wat zij zeggen, dan stelt dat anderen in staat om op een later tijdstip zijn duidelijke uitspraken over onze rechtvaardiging in Romeinen 2-8 in twijfel te trekken. Zou dit althans voor een deel de bereidheid van sommige protestantse kerken kunnen verklaren om de handen ineen te slaan met de katholieke kerk? Ik geloof van wel.

Mike Gendron waarschuwde in het uitstekende hoofdstuk dat hij schreef in het boek Lawless voor de gevaarlijke en wijdverspreide acceptatie van paus Franciscus onder evangelicals. Hij haalde een LifeWay research poll aan onder duizend protestantse pastors waaruit bleek dat vóór het bezoek van de paus aan de Verenigde Staten in 2015, "63 procent zei te geloven dat Franciscus een oprecht christen is, terwijl 16 procent onzeker is."[i] Gendron voegde daar vervolgens aan toe: "Degenen die werden ondervraagd kennen ofwel de exclusiviteit van het evangelie van genade niet, ofwel kennen het valse en fatale evangelie van Rome niet."[ii]

Op zijn website schreef Gendron deze overtuigende woorden over de gevaren van het compromitteren van de zuiverheid van het Evangelie omwille van de eenheid met de Katholieke kerk:

"De grootste aanval op het christelijk geloof vandaag de dag is de wijdverbreide aanval op de exclusiviteit en zuiverheid van Gods Evangelie. Kerken compromitteren het Evangelie om het meer inclusief te maken en zo een grotere aanhang te verwerven. Oecumenisch gezinde leiders negeren de essentie van het Evangelie omwille van de eenheid met het afvallige Rooms Katholicisme. We moeten het Evangelie correct gebracht krijgen omdat velen worden misleid en bedrogen door vervormde evangeliën die geen kracht hebben om iemand te redden."[iii]

De belangrijkste verschillen tussen een Bijbels gezond Evangelie en dat van het katholicisme hebben te maken met de doctrine van de rechtvaardiging. Toen ik op het seminarie zat, schreef ik mijn doctoraalscriptie over Rooms Katholieke rechtvaardiging in het licht van de Schrift. Hoewel dat langer geleden is dan ik wil toegeven, geloof ik dat de verschillen waar ik toen over schreef vandaag de dag nog steeds gelden en juist die zijn die steeds meer in gevaar komen door de drang onder "evangelicals" om een eensgezind standpunt in te nemen met de paus en de katholieke kerk.

De volgende punten vatten kort de verschillen samen tussen de Schrift en Rome's visie op rechtvaardiging.

DE KATHOLIEKE THEOLOGIE GEEFT EEN VERKEERDE VOORSTELLING VAN DE AARD VAN DE RECHTVAARDIGING

In de rooms-katholieke theologie is rechtvaardiging een proces. Joseph Pohle, een bekend katholiek theoloog, beschreef het als iets dat "door bepaalde welomschreven stadia loopt, die in hun totaliteit het proces van rechtvaardiging worden genoemd."[iv]

Hoewel Rome het ermee eens is dat rechtvaardiging in zekere zin van voorbijgaande aard is, zijn katholieke theologen van mening dat dit veel te beperkend is. Zij benadrukken dat ware rechtvaardiging een langdurig proces inhoudt waardoor iemands ziel heilig wordt. Rechtvaardiging vindt dus plaats aan het einde van de christelijke groei in plaats van aan het begin ervan en omvat het proces van het ontwikkelen van een innerlijke gerechtigheid.

De Bijbel presenteert een heel ander perspectief met betrekking tot de aard van de rechtvaardiging. Het woord dat er in het Nieuwe Testament voor wordt gebruikt is dikaioo, dat afkomstig is uit de rechtbanken van de eerste eeuw na Christus. Het woord duidt op een rechter die iemand "onschuldig" verklaart. Rechtvaardiging is geen proces, maar eerder een kortstondige verklaring van de rechtvaardigheid van de zondaar.

Het verwijst naar het moment waarop God in feite met de voorzittershamer slaat en de zondaar onschuldig verklaart van alle aanklachten tegen hem of haar. Het gebruik van het woord dikaioo om het te beschrijven bevestigt dat rechtvaardiging door haar aard geen proces kan voorstellen. Het is het moment waarop de zondaar "vrede met God ontvangt door onze Heer Jezus Christus" (Rom. 5:1).

Romeinen 4:22-25 beschrijft rechtvaardiging verder als een toerekening van gerechtigheid. Vers 22 zegt dat Abrahams geloof "hem tot gerechtigheid werd gerekend". Het Griekse woord dat hier gebruikt wordt is logizomai, het verwijst naar een verrekening of een vaststelling op iemands rekening. Rechtvaardiging brengt geen verandering in een persoon teweeg; het regelt slechts iemands relatie tot de wet. Het verandert iemands status in Gods ogen voor altijd van schuldig in rechtvaardig.

Dit betekent dat Gods rechtvaardiging van de zondaar naar haar aard definitief en onomkeerbaar is. Wanneer Hij verklaart dat wij rechtvaardig zijn in Zijn ogen, kan niemand Zijn wettig besluit ongedaan maken of veranderen. Dubbele strafbaarheid bestaat niet in Gods gerechtshof; niemand kan Zijn aanwezigheid betreden en onze rechtvaardige status ongedaan maken. We zien het onomkeerbare aspect van onze rechtvaardiging in Romeinen 8:30 - "en wie Hij rechtvaardigde, heeft Hij ook verheerlijkt." Het is een ononderbroken keten; de Heer zal elke persoon verheerlijken die Hij rechtvaardigt.

Romeinen 8:31-34 bevestigt het feit dat niemand Gods vonnis van "niet schuldig" namens ons kan veranderen. Niets in ons leven van geboorte tot dood (of de Opname) was verborgen voor de Heer toen Hij ons rechtvaardig verklaarde. Het is volstrekt onmogelijk voor iemand om nieuw bewijs tegen ons aan te voeren, omdat God alles over ons leven wist toen Hij ons rechtvaardig verklaarde.

KATHOLIEKE THEOLOGIE MAAKT GOEDE WERKEN DE WEG NAAR RECHTVAARDIGING

Maarten Luther maakte de woorden sola fide (door geloof alleen) deel van de protestantse volkstaal. De Reformatoren benadrukten dat God de zondaar volledig rechtvaardigt door geloof, los van enige goede werken.

Rome verzette zich heftig tegen Luther op dit punt. Op het Concilie van Trente, een zestiende eeuwse bijeenkomst van de katholieke kerk als reactie op de Reformatie, veroordeelden de katholieke leiders iedereen die zou zeggen dat alleen het geloof rechtvaardigt. Zij drongen erop aan dat men "voorbereidende en meewerkende" handelingen aan zijn geloof moest toevoegen om de uiteindelijke gerechtigheid of rechtvaardiging te verkrijgen. Door deze "noodzakelijke" handelingen werkt men samen met het geloof om "zijn eigen wil voor te bereiden op het ontvangen van de rechtvaardiging."[v]

 

Een artistieke afbeelding van het Concilie van Trente waar rooms-katholieke leiders bijeenkwamen om te discussiëren over Luthers leer over rechtvaardiging door geloof alleen, die zij later veroordeelden.

De Schrift geeft een heel ander beeld van rechtvaardiging dan wat op het Concilie van Trente werd overeengekomen; het sluit werken volledig uit van Gods uitspraak van rechtvaardigheid voor ons. In Galaten 2:16 schrijft Paulus:

Doch wij weten, dat iemand niet gerechtvaardigd wordt door werken der wet, maar door het geloof in Jezus Christus; zo hebben ook wij in Christus Jezus geloofd, om gerechtvaardigd te worden door het geloof in Christus en niet door werken der wet, want door werken der wet zal niemand gerechtvaardigd worden.

Luther zei dat Galaten 2:16 niet betekent dat christenen goede werken moeten verwerpen. Het betekent echter wel dat het onderwerp van rechtvaardiging geen ruimte laat voor een discussie daarover. Hij voegde eraan toe dat het geloof rechtvaardigt omdat het "deze schat vastgrijpt en bezit: Christus."[vi]

Rome's aandringen op inherente gerechtigheid, bereikt door goede werken, is in tegenspraak met de Schrift. De woorden van Efeziërs 2:8-9 leren ons dat redding komt door genade door geloof en niet op basis van werken. Deze verzen, samen met vele andere in de Bijbel, sluiten uit dat werken enige rol spelen in onze verlossing.

Het is altijd zo belangrijk om te erkennen dat onze goede werken niets te maken hebben met onze rechtvaardiging. Ware wedergeboren heiligen beginnen het christelijke leven heilig en onberispelijk in Gods ogen en die status verandert nooit (Ef. 1:3-4).

Zij die zeggen dat wij onze redding kunnen verliezen, of er zelfs van weglopen, nemen onbewust een opvatting van rechtvaardiging over die meer rooms-katholiek dan protestants is. Aangezien Gods uitspraak over rechtvaardigheid onveranderlijk is, maakt, als iemand zijn of haar redding kan verliezen of van de Heer kan weglopen, dit de katholieke opvatting van rechtvaardiging noodzakelijk die werken omvat en verplaatst Gods uiteindelijke bepaling van iemands waardigheid voor het eeuwige leven naar het einde van iemands leven.

Juist omdat onze goede werken en onze volharding niets te maken hebben met onze rechtvaardige status voor God, zijn wij voor eeuwig zeker (Johannes 10:27-29). Wij bezitten het eeuwige leven nu!

DE KATHOLIEKE THEOLOGIE MAAKT ONZE RECHTVAARDIGHEID TOT DE BASIS VAN RECHTVAARDIGING

Het meest fundamentele en belangrijke onderscheid tussen de katholieke en de bijbelse visie op rechtvaardiging is de basis van de rechtvaardigheid op grond waarvan God ons rechtvaardig verklaart.

Volgens de rooms-katholieke theologie ontvangt een zondaar rechtvaardiging op basis van een "echte inherente gerechtigheid" die men in de ziel voortbrengt door heiligende genade.[vii] De gerechtigheid van iemands ziel, die men bereikt door zowel voorbereidende als meewerkende werken, wordt later de basis van Gods verklaring. God kijkt naar iemands eigen verworven gerechtigheid en rechtvaardigt hem of haar op die basis.

De Bijbel leert echter dat God ons redt ondanks onszelf. Efeziërs 2:8-9 sluit zelfs ons geloof uit als de basis van Gods verklaring. Het enige motief voor God om ons het eeuwige leven te schenken ligt geheel in de Gever, God.

De hoofdstukken 2-8 van Romeinen leren dat God zondaars rechtvaardigt uitsluitend op grond van de gerechtigheid van Christus. De apostel Paulus plaatst de basis van onze rechtvaardiging geheel buiten ons en onomwonden op de gerechtigheid van Jezus. Een theoloog zei terecht dat de grond van rechtvaardiging "alleen gevonden kan worden in de volmaakte gerechtigheid van Jezus Christus, die aan de zondaar wordt toegerekend" op het moment van "rechtvaardiging."[viii] Ja, het gaat allemaal om de ruil van onze vele zonden voor de volmaakte gerechtigheid van Jezus (2 Kor. 5:21).

De evangelischen die zich nu met Rome willen verenigen, keren in feite de Reformatie om en compromitteren de zuiverheid van het Evangelie.

In Paul David Tripp's devotional New Morning Mercies voor 6 maart, schreef hij deze woorden over de betekenis van onze eeuwige rechtvaardige status voor God die komt door rechtvaardiging:

"Je kunt volkomen onbevreesd het licht van zijn heilige aanwezigheid binnenlopen, hij zal je niet afwijzen. U kunt dit doen omdat uw positie bij Hem nooit gebaseerd is geweest op uw rechtvaardige prestaties, maar op de volmaakte gehoorzaamheid van uw Heiland. Omdat u in Hem bent, wordt u als rechtvaardig gerekend en daarom voor eeuwig en altijd in zijn heilige tegenwoordigheid toegelaten.

"Ja, u bent geroepen om een heilig leven te leiden, maar uw manier van leven is niet de basis van uw positie bij God geweest en zal dat ook nooit zijn."

Dit is de gezegende zekerheid van rechtvaardiging; God heeft alle aanklachten tegen ons aan het kruis genageld (Kol. 2:13-14). We zijn voor altijd veilig voor de Heer en kunnen naar Hem toe rennen als we het verknallen, wetende dat Hij ons nooit zal veroordelen of behandelen als iets anders dan Zijn dierbare kinderen (Rom. 8:1; 1 Joh. 3:1).

Eindnoten:

[i] Mike Gendron, Pontiff Proclaims All Go to Heaven in Lawless—End-Times War Against the Spirit of Antichrist, Terry James Editor (Crane, MO: Defender, 2020), p. 318.

[ii] Ibid.

[iii] Mike Gendron on his website at: https://www.proclaimingthegospel.org/site/cpage.asp?sec_id=180014816&cpage_id=180064909#!/Contending-for-the-Gospel/p/141870007/category=636667

[iv] Joseph Pohle, Grace: Actual and Habitual, Vol. VIII, Dogmatic Theology, ed. Arthur Preuss (St Louis: Herder, 1923), p. 183.

[v] The Council of Trent, Present Truth, IV (October 1975), p. 250.

[vi] Jaroslav Pelikan, ed., Lectures on Galatians 1535, Vol. 26, Luther’s Works (St Louis: Concordia, 1963), pp. 130, 137.

[vii] Pohle, Vol. VII, p. 322.

[viii] L. Berkof, Systematic Theology, (Grand Rapids: Eerdmans Publishing House, 1941), p. 523.

Bron:Jonathan Brentner