VS en EU helpen bij onderdrukken van journalisten, politieke activisten
door Khaled Abu Toameh - 23 april 2021
- De malware, vermomd als chat-applicaties, zou de Palestijnse Veiligheidsdiensten toegang geven tot telefoons van doelwitten, inclusief contacten, sms-berichten, locaties en zelfs toetsaanslagen, aldus Facebook. De hackoperatie was gericht op Palestijnse journalisten, politieke activisten en dissidenten.
- De onthulling van Facebook kwam twee weken nadat de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken had aangekondigd dat de regering-Biden had besloten de financiële hulp aan de Palestijnen te hervatten, inclusief "vitale programma's voor veiligheidsbijstand", een verwijzing naar steun voor de veiligheidstroepen van de PA.
- Met andere woorden, het geld van de Amerikaanse belastingbetaler gaat naar een Palestijnse veiligheidsdienst die als belangrijkste taak heeft journalisten, politieke activisten en critici van Abbas en het Palestijnse leiderschap te bespioneren. Hetzelfde geldt natuurlijk voor het geld van de Europese belastingbetaler.
- Dit is zeker geen manier om welvaart, veiligheid en vrijheid voor de Palestijnen te bevorderen. Integendeel: door de Palestijnse veiligheidstroepen te financieren, helpt de regering-Biden in feite Abbas bij zijn voortdurende pogingen om zijn critici het zwijgen op te leggen en journalisten en mensenrechten- en politieke activisten te intimideren.
- Door journalisten en politieke tegenstanders te bespioneren, hebben de Palestijnse veiligheidstroepen artikel 4 van hun eigen wet geschonden...
- In de afgelopen tien jaar hebben de veiligheidstroepen van de PA tientallen Palestijnen gearresteerd of ondervraagd vanwege kritische opmerkingen die zij op Facebook hadden geplaatst. Dit harde optreden is grotendeels genegeerd door de internationale gemeenschap, met name door donoren van de VS en de Europese Unie aan de PA... Deze onverschilligheid heeft het Palestijnse leiderschap in staat gesteld een sfeer van dreigende intimidatie op te leggen aan de Palestijnen die onder haar bewind leven op de Westelijke Jordaanoever.
- Nu Facebook heeft bevestigd dat de PA verantwoordelijk is voor het hacken van de accounts van journalisten en politieke activisten, zijn de regering-Biden en de westerse donoren moreel verplicht hun beleid van financiële steun aan de veiligheidsdiensten van Abbas aan te passen.
- De donoren moeten de Palestijnse leiders duidelijk maken dat de veiligheidsdiensten van de PA tot taak hebben recht en orde te handhaven en terrorisme te bestrijden, en niet Amerikaans en Europees geld te verduisteren om hun eigen volk te vermorzelen.
- De tijd is gekomen om de fundamentele vraag te beantwoorden: Waarom steunen Amerikanen en Europeanen een autoritair regime, met miljoenen per jaar, dat de vrije meningsuiting muilkorft en journalisten en politieke tegenstanders bespioneert?
Palestijnen beschuldigen de Palestijnse Autoriteit (PA) er al lange tijd van hen te bespioneren door hun activiteiten op verschillende sociale mediaplatforms, waaronder Facebook, in de gaten te houden. De spionage heeft geleid tot de arrestatie en vervolging van tientallen Palestijnen, vooral degenen die het waagden kritiek te uiten op PA-president Mahmoud Abbas en hoge Palestijnse functionarissen.
De beschuldigingen van de Palestijnen zijn nu bevestigd door Facebook. Deze week onthulde het dat het de hackactiviteiten had blootgelegd van de Palestijnse Preventieve Veiligheidsdienst (PSS), die verslag uitbrengen aan Abbas.
Volgens Facebook heeft de PSS "valse en gecompromitteerde accounts gebruikt om fictieve persoonlijkheden te creëren." Door zich voor te doen als jonge vrouwen, journalisten en politieke activisten probeerde de veiligheidsdienst van Abbas vervolgens "vertrouwen op te bouwen bij de mensen op wie ze zich richtten en hen te verleiden tot het installeren van kwaadaardige software."
De malware, vermomd als chatprogramma's, gaf de PSS toegang tot de telefoons van de doelwitten, inclusief contacten, sms-berichten, locaties en zelfs toetsaanslagen, aldus Facebook. De hackoperatie was gericht op Palestijnse journalisten, politieke activisten en dissidenten.
Mike Dvilyanski, hoofd cyberspionage-onderzoek van Facebook, zei tegen Reuters dat de methoden van de campagne ruw waren, "maar we zien ze wel als hardnekkig".
De onthulling van Facebook kwam twee weken nadat de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken aankondigde dat de regering-Biden had besloten de financiële hulp aan de Palestijnen te hervatten, inclusief "vitale programma's voor veiligheidsbijstand," een verwijzing naar steun aan de veiligheidstroepen van de PA.
"De buitenlandse hulp van de VS aan het Palestijnse volk dient belangrijke belangen en waarden van de VS", aldus Blinken. "Het biedt essentiële hulp aan mensen in grote nood, stimuleert economische ontwikkeling, en ondersteunt Israëlisch-Palestijns begrip, veiligheidscoördinatie en stabiliteit. De VS zetten zich in voor de bevordering van welvaart, veiligheid en vrijheid voor zowel Israëli's als Palestijnen."
Met andere woorden, het geld van de Amerikaanse belastingbetaler gaat naar een Palestijnse veiligheidsdienst die als belangrijkste taak heeft journalisten, politieke activisten en critici van Abbas en het Palestijnse leiderschap te bespioneren. Hetzelfde geldt natuurlijk voor het geld van de Europese belastingbetaler.
Dit is zeker geen manier om welvaart, veiligheid en vrijheid voor de Palestijnen te bevorderen. Integendeel, door de Palestijnse veiligheidstroepen te financieren, helpt de regering-Biden in feite Abbas bij zijn voortdurende pogingen om zijn critici het zwijgen op te leggen en journalisten en mensenrechten- en politieke activisten te intimideren.
Gealarmeerd door de beschuldigingen van Facebook, riep de Palestijnse Onafhankelijke Commissie voor Mensenrechten (ICHR) de regering van de Palestijnse Autoriteit en de procureur-generaal op een onderzoek in te stellen naar het hacken van het internet.
"De ICHR kijkt met grote bezorgdheid naar de verklaring van Facebook, gezien wat het betekent als een ernstige bedreiging voor het natuurlijke recht van de burgers op privacy en onschendbaarheid van hun privéleven, die worden gegarandeerd door de Palestijnse Basiswet," zei de organisatie in een verklaring. "Het schenden van deze rechten vormt een misdaad."
Als onderdeel van zijn poging om zijn dissidenten en critici te onderdrukken, heeft Abbas de toegang geblokkeerd tot tientallen websites die gelieerd zijn aan zijn tegenstanders, waaronder Hamas, de Palestijnse Islamitische Jihad en Mohammed Dahlan, een verbannen leider van de heersende Fatah factie. Dahlan, een aartsrivaal van Abbas, werd in 2011 gedwongen de Westelijke Jordaanoever te ontvluchten na een ruzie met Abbas.
Het besluit van Abbas om meer dan 50 websites te blokkeren is bekrachtigd door een PA-rechtbank, die in 2019 oordeelde dat de gepubliceerde artikelen en foto's "de nationale veiligheid en de burgervrede bedreigen". De rechtbank accepteerde het argument van de procureur-generaal van de PA dat de websites "symbolen van de Palestijnse Autoriteit" hebben aangevallen en beledigd, een verwijzing naar Abbas en hoge Palestijnse functionarissen.
"Door websites te censureren, muilkorven de Palestijnse autoriteiten niet alleen kritische stemmen, maar ontzeggen ze Palestijnen ook hun recht om informatie uit verschillende bronnen te ontvangen," zei Ignacio Miguel Delgado, vertegenwoordiger voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika bij Committee to Protect Journalists, een organisatie die wereldwijd opkomt voor persvrijheden.
Het besluit om de websites te blokkeren werd genomen in overeenstemming met de controversiële Palestijnse Cybercrime-wet, die in 2017 door Abbas werd goedgekeurd. De wet staat de Palestijnse veiligheidsdiensten toe om hard op te treden tegen iedereen die nieuws publiceert dat "de integriteit van de Palestijnse staat, de openbare orde of de interne of externe veiligheid van de staat in gevaar zou brengen."
Ironisch genoeg, in de nasleep van de onthulling door Facebook, als íemand deze wet heeft overtreden, is het de Palestijnse leiding en Abbas zelf.
Door journalisten en politieke tegenstanders te bespioneren, hebben de Palestijnse veiligheidstroepen artikel 4 van hun eigen wet overtreden, waarin staat:
"Eenieder die zich opzettelijk en wederrechtelijk toegang heeft verschaft tot een elektronisch systeem of netwerk, misbruik heeft gemaakt van informatietechnologie of een onderdeel daarvan, of de toegestane toegang heeft overschreden, kan worden gestraft met een gevangenisstraf, een boete, of een combinatie van beide."
In de afgelopen tien jaar hebben de veiligheidstroepen van de PA tientallen Palestijnen gearresteerd of ondervraagd naar aanleiding van kritische opmerkingen die zij op Facebook hadden geplaatst. Dit harde optreden is grotendeels genegeerd door de internationale gemeenschap, met name door donoren van de VS en de Europese Unie aan de PA. De donoren hebben ook hun ogen gesloten voor de Palestijnse beschuldigingen dat de veiligheidstroepen van de PA hen bespioneren via de sociale media. Deze onverschilligheid heeft het Palestijnse leiderschap in staat gesteld een sfeer van dreigende intimidatie op te leggen aan de Palestijnen die onder haar bewind leven op de Westelijke Jordaanoever.
Nu Facebook heeft bevestigd dat de PA verantwoordelijk is voor het hacken van de accounts van journalisten en politieke activisten, zijn de regering-Biden en de westerse donoren moreel verplicht om hun beleid van financiële steun aan de veiligheidsdiensten van Abbas te wijzigen.
De donoren moeten de Palestijnse leiders duidelijk maken dat de veiligheidstroepen van de PA tot taak hebben recht en orde te handhaven en terrorisme te bestrijden, en niet Amerikaans en Europees geld te verduisteren om hun eigen volk te vermorzelen.
Er is een goede reden waarom Abbas zich vrij voelt om journalisten en politieke activisten te bespioneren: de internationale gemeenschap heeft lange tijd zijn zakken gevuld zonder vragen te stellen en heeft hem niet ter verantwoording geroepen voor het onophoudelijk schenden van de openbare vrijheden, met name de vrije media. Nu is Abbas op heterdaad betrapt. De tijd is gekomen om de fundamentele vraag te beantwoorden: Waarom steunen Amerikanen en Europeanen een autoritair regime met miljoenen per jaar, dat de vrije meningsuiting muilkorft en journalisten en politieke tegenstanders bespioneert?
Khaled Abu Toameh is een prijswinnende journalist die in Jeruzalem woont.
Vertaling door W.J. Jongman en H. Sleijster
© 2021 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de vertalers of van Gatestone Institute.
Bron: US, EU Help to Suppress Journalists, Political Activists :: Gatestone Institute