www.wimjongman.nl

(homepagina)


Waarom geloven Afghaanse christenen dat ze te maken hebben met genocide door de Taliban - en hoe kunnen we bidden voor onze broeders en zusters die in gevaar zijn?

Dit is wat ik leerde toen ik in 2008 naar Kabul reisde om Afghaanse christelijke leiders te ontmoeten - en wat ik vandaag hoor

door Joel C. Rosenberg | 22 augustus 2021

 

Joel C. Rosenberg ontmoet een Afghaanse moslimstamleider tijdens een bezoek aan Afghanistan in 2008 (Foto: All Arab News)

Met de snelle overname van hun land door de Taliban, bereiden Afghaanse christenen zich voor op arrestatie, opsluiting en marteling.

En mogelijk genocide.

Zoals een Amerikaanse evangelist die in Afghanistan werkte vorige week in ALL ARAB NEWS werd geciteerd: "(De Taliban) zijn op dit moment niet op zoek naar bekeerlingen, ze zijn op zoek naar de uitroeiing van christenen."

Een Afghaanse volgeling van Jezus Christus met een moslim achtergrond vertelde CBN News hetzelfde. "Op dit moment zijn we bang voor uitroeiing," zei hij. "De Taliban gaan de Christelijke bevolking van Afghanistan elimineren."

Ik hoor deze zorgen van ministeries in het hele land.

Zijn deze angsten terecht?

Gezien de aard van de Taliban denk ik van wel, en ik zal zo uitleggen waarom.

Maar laat me eerst zeggen: We moeten zonder ophouden voor onze broeders en zusters bidden dat zij sterk en moedig zijn, ongeacht het kwaad dat hen overkomt.

Wij moeten bidden dat zij lichten in de duisternis zullen zijn, dat zij zowel in hun gedrag als in hun spreken getuigen zullen zijn van de ware en glorierijke hoop, verlossing, transformatie en eeuwige verlossing die zij hebben ervaren door hun geloof in de Heer Jezus Christus te stellen.

En wij moeten bidden dat de Afghaanse moslims, die doodsbang zijn om door de Taliban tot slaaf te worden gemaakt of te worden afgeslacht, de hoop in hun christelijke buren zullen zien en zich zullen afvragen waarom hun buren hoop hebben te midden van zo'n verschrikking, en dat de christenen moedig genoeg zullen zijn om het goede nieuws van Christus' grote liefde en barmhartigheid met helderheid en eenvoud uit te leggen en te vertrouwen op de kracht van het Woord van God - niet op hun eigen wijsheid of slimheid - om te overtuigen en over te halen.

 

Joel C. Rosenberg ontmoet Afghaanse moslimstamleiders tijdens een reis naar Afghanistan in 2008 (Foto: All Arab News)

HOEVEEL CHRISTENEN ZIJN ER IN AFGHANISTAN?

Voor 11 september 2001 werd mij verteld dat er minder dan 100 moslimachtergrondgelovigen in Christus (MBB's) in heel Afghanistan waren.

In oktober 2008 reisde ik naar Kabul om Afghaanse christelijke leiders en buitenlandse zendelingen te ontmoeten en de toestand van de kerk te beoordelen.

In mijn non-fictie boek uit 2009, "Inside the Revolution: Hoe de volgelingen van de Jihad, Jefferson en Jezus strijden om het Midden-Oosten te domineren en de wereld te transformeren", meldde ik dat er waarschijnlijk tussen de 3.000 en 5.000 Afghaanse MBB's waren.

Vandaag rapporteert CBN News dat er naar schatting 5.000 tot 8.000 MBB's in heel Afghanistan wonen.

Precieze aantallen zijn moeilijk, zo niet onmogelijk, te verzamelen, maar deze aantallen lijken in overeenstemming met de trendlijnen van de afgelopen 20 jaar.

En vergeet niet dat andere Afghanen tot geloof in Christus zijn gekomen maar naar andere landen zijn geëmigreerd, zowel uit angst voor hun eigen leven als uit verlangen naar meer vrijheid, veiligheid en kansen voor henzelf en hun kinderen.

Daarom zijn zij niet in deze schatting opgenomen.

MIJN BEZOEK AAN KABUL

In de loop der jaren heb ik gesproken met Afghaanse christenen, Afghaanse stamhoofden en een breed scala aan deskundigen over het land. Wat ik te weten kwam en voor het eerst deelde in "Inside the Revolution" was huiveringwekkend.

Het is de moeite waard om het hier te herhalen om iets van de geschiedenis van het land te begrijpen, en de geschiedenis van de Taliban.

Hoe meer je weet over de theologie, de ideologie en de geschiedenis van de Taliban, hoe meer je kunt begrijpen waarom zoveel Afghanen doodsbang zijn en wanhopig op de vlucht slaan.

Dat gezegd hebbende, ben ik diep onder de indruk van de moed van veel Afghaanse christenen die geloven dat God wil dat zij blijven en een getuige voor Christus zijn voor hun landgenoten, zelfs als dat leidt tot martelaarschap.

Wij mogen hen niet vergeten. We moeten voor hen bidden. Hen aanmoedigen. Middelen voor hen vinden. En hun voorvechters zijn in een wereld die hen en hun land in de steek laat.

 

Joel C. Rosenberg ontmoet een Afghaanse moslimstamleider tijdens een bezoek in Afghanistan in 2008 (Foto: All Arab News)

DE TERREURGESCHIEDENIS VAN DE TALIBAN

De door land ingesloten en door armoede geteisterde regio, die lange tijd door koningen werd geregeerd, werd in 1747 een natiestaat, maar was voor het Westen nauwelijks interessant totdat de Sovjets in 1979 binnenvielen. Dat had het einde moeten zijn. In de ogen van Washington leek Afghanistan voorbestemd om door Moskou te worden opgeslokt en als een nieuwe satellietstaat te dienen. Maar de Afghanen weigerden zich over te geven. En Ronald Reagan weigerde dat toe te staan.

In het begin van de jaren tachtig werd Afghanistan al snel het centrale front in de epische strijd tussen de krachten van de vrijheid en de communisten van het Kremlin. Met enorme moed, onverzettelijke vastberadenheid en miljarden dollars aan Amerikaanse hulp en wapens - waaronder ultramoderne Stinger-luchtdoelraketten - versloegen de Afghanen uiteindelijk het machtige Rode Leger en verdreven ze tegen het eind van de jaren tachtig elke Sovjetsoldaat uit hun land. Het was een verbluffende overwinning. Een voor de verhalenboeken. En toen, tot onze schande, vergaten we Afghanistan weer.

De Verenigde Staten hadden een aanzienlijke goodwill opgebouwd in Afghanistan. We hadden sterke, zij het heimelijke, relaties opgebouwd met nationale leiders, stamhoofden en goed opgeleide jonge mensen die stonden te popelen om hun land weer op te eisen en op te bouwen. We hadden humanitaire hulp kunnen bieden aan de 5 miljoen vluchtelingen die wegkwijnen in smerige kampen aan de Afghaans-Pakistaanse grens. We hadden de Afghanen kunnen helpen bij de bouw van scholen, ziekenhuizen, boerderijen en fabrieken. We hadden hen kunnen helpen bij de aanleg van wegen en elektriciteitscentrales en bij het boren van duizenden putten voor vers water.

Ik zeg niet dat we alles voor hen hadden moeten doen, maar we hadden kunnen helpen. We hadden moeten helpen. Maar dat hebben we niet gedaan. Toen de Sovjets zich terugtrokken, trokken wij ons ook terug.

 

Afghanistan, 2008 (Foto: All Arab News)

EEN RADICAAL "PARADIJS"

De voorlopige Afghaanse regering stortte in 1992 in en in het vacuüm stormden de radicalen binnen, in het bijzonder Mohammed Omar - ook bekend als "Mullah Omar" - de woeste en fanatieke mujahadeen-commandant die ooit een oog verloor in een vuurgevecht met de Russen, maar herstelde en de Taliban oprichtte, een van de meest extreme jihadistische organisaties op de planeet.

De Afghanen waren verkracht en geplunderd door het Boze Rijk uit het Noorden, merkte Omar op, en zij waren nu in de steek gelaten en verraden door de ongelovigen uit het Westen.

Maar dit was een reden om te vieren, niet om verdrietig te zijn, benadrukte Omar. Hij betoogde dat Allah de Afghanen een grote overwinning in de oorlog had gegeven en dat het nu tijd was om hem te bedanken door een zuiver islamitisch land op te bouwen, geregeerd door de sharia, gebouwd op de heilige as van het verleden.

Niet iedereen was gecharmeerd van Omar's visie, laat staan dat ze hem aan het roer wilden zien. Maar Omar was niet van plan nee te accepteren. Hij geloofde dat hij door God was uitverkoren en voor God streed en dat God hem de overwinning zou geven. Tegen het midden van de jaren negentig, na jaren van brutale, bloedige stammenoorlogen en afschuwelijk sektarisch geweld, hadden de strijders van de Taliban met succes het grootste deel van hun oppositie onderdrukt en hadden zij de controle over het land veiliggesteld.

In een wereld van blinden was een eenogige man - letterlijk - nu koning.

Het is moeilijk om het schrikbewind dat de Taliban over het Afghaanse volk hebben ontketend onder woorden te brengen.

Als je praat met Afghanen die hebben geleden onder de helse omstandigheden die deze radicalen hebben gecreëerd, zoals ik heb kunnen doen, moet je in tranen uitbarsten bij het horen van de bijna ongelooflijke verhalen die zij vertellen.

Echtgenotes werden door hun mannen geslagen zonder reden, met de aanmoediging van het regime.

Het was vrouwen verboden hun haar te stylen.

Ze mochten geen nagellak dragen.

Ze werden gedwongen blauwe burka's te dragen die hen van top tot teen bedekten en die bij warm weer bijna verstikkend waren.

Kinderen werden door hun vaders geslagen en psychisch mishandeld.

Hun scholen werden gesloten.

Hun speelgoed werd hen afgenomen.

Films werden verboden.

Televisie was verboden.

Radio was verboden, behalve een zender die voortdurend uit de Koran leerde.

Spelletjes werden verboden.

Vliegeren was verboden.

Concerten waren verboden.

Muziek spelen in het openbaar is verboden.

Nieuwjaarsvieringen waren verboden.

Kerstversieringen waren verboden.

Christendom was zeer zeker verboden.

Musea werden gesloten.

Dierentuinen werden gesloten.

Andersdenkenden werden gevangen gezet.

Anderen werden vermoord.

Afvalligen werden geëxecuteerd.

 

Afghanistan, 2008 (Foto: All Arab News)

"Als je Satan ooit in het openbaar wilde zien opereren, dan was dat in Afghanistan," zei een vriend van me die vóór 9/11 vaak naar Kabul reisde. "De Taliban was het ware kwaad, ontmaskerd, zonder beperkingen. Zoiets heb ik nog nooit gezien."

Het was in dit radicale "paradijs" dat Mullah Omar Osama bin Laden uitnodigde.

Omar nodigde de leider van Al Qaeda en zijn terreurnetwerk uit om na een seizoen in Soedan terug te keren naar Afghanistan, hun trainingskampen op te zetten in het Hindu Kush gebergte, en te genieten van een toevluchtsoord ver van de Amerikanen, Britten en Israëli's, die de dreiging begonnen in te zien die zij vormden voor het Westen.

Bin Laden nam het aanbod graag aan. Natuurlijk had hij liever de Saoedische koninklijke familie omvergeworpen, de controle over het Arabisch schiereiland in handen genomen en "de basis" in Mekka of Medina gevestigd. Maar het icoon van de soennitische jihadisten beschouwde Afghanistan als heilige grond, en een tweede thuis. En daar begonnen hij en zijn collega's de aanslagen van 11 september te beramen en probeerden ze massavernietigingswapens te kopen.

Opnieuw leek alles verloren voor het Afghaanse volk. Ja, de overgrote meerderheid waren trotse, traditionele moslims. Ja, de meesten geloofden dat de Koran hen had geleerd de jihad te voeren ter verdediging van hun land, en zij hadden dat ook gedaan om de Sovjets af te weren. Ja, ze waren dankbaar voor hulp van buitenaf, zowel van Amerika als van Saoedi-Arabië.

Maar ze hadden zich hier niet voor opgegeven. Zij waren geen etnische Arabieren. Ze waren geen theologische Wahhabis. Politiek gezien waren het geen fascisten. En nu, plotseling, na al hun opoffering en lijden, waren ze hier, slaven van de salafisten.

Hun kinderen werden geronseld voor de jihad of gedwongen onuitsprekelijke dingen te doen in de naam van Allah. De hoop was snel aan het vervagen. Depressie nam toe. Drugsgebruik tierde welig. Het land werd 's werelds nummer 1 bron van opium en heroïne, en er leek geen uitweg te zijn.

Toen kwam 9/11.

Het Westen was plotseling uit zijn sluimering ontwaakt. Plotseling herinnerde het zich Afghanistan. Het moest wel. De bevrijding van dat oude land begon.

Maar nu is het voorbij. De wereld laat het volk van Afghanistan in de steek. Het kwaad is in beweging. Duisternis is aan het neerdalen.

Maar God blijft soeverein.

Hij houdt van zijn kinderen in Afghanistan, zij die alles hebben opgegeven om Jezus Christus te volgen.

Dat moeten wij ook doen.

Bron: Why do Afghan Christians believe they face genocide from the Taliban – and how can we pray for our brothers and sisters in harm’s way? - All Arab News