door Bassam Tawil - 3 juni 2020
Toen de Palestijnse journalist Eyad Hamad kritiek had op Israël, hebben zijn werkgevers bij de Associated Press (AP) hem opgeroepen voor een hoorzitting, die slechts met een waarschuwing eindigde.
Toen Hamad de Palestijnse Autoriteit bekritiseerde, ontving hij echter een brief van AP waarin hem werd meegedeeld: "Uw dienstverband is beëindigd".
Het ontslag van de 63-jarige Hamad uit AP - een daad die Palestijnse journalisten en mensenrechten- en mediagroepen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook woedend maakte - heeft de mensen die bekend zijn met de manier waarop de buitenlandse media het Israëlisch-Palestijnse conflict behandelen, niet verrast.
Vele buitenlandse journalisten schijnen het conflict te zien langs de lijnen van "goede kerels (Palestijnen) tegenover slechte kerels (Israël). Ze worden elke ochtend wakker en zoeken naar een verhaal dat een slechte indruk weergeeft van Israël. De buitenlandse correspondenten huren vervolgens Palestijnen in om hen te helpen bij het verspreiden van leugens over Israël. Veel van deze Palestijnen zijn geen echte journalisten, maar politieke activisten die dienen als propagandisten voor de PLO, Hamas en andere Palestijnse terreurgroepen.
Wat vooral verontrustend is aan het ontslag van Hamad, is dat AP wist dat een van hun Palestijnse werknemers zich bezighield met anti-Israëlische activiteiten, maar er niet in slaagde hem tegen te houden. Hamad negeerde zelfs herhaalde waarschuwingen van zijn werkgevers tegen het nastreven van politieke activiteiten.
"We zijn gedwongen om tot deze actie te komen als gevolg van uw herhaalde schendingen van ons beleid inzake sociale media, politieke activiteiten en gedrag op de werkplek, zelfs na talrijke waarschuwingen en ondanks uw toezeggingen in het verleden om dergelijke activiteiten en schendingen niet te herhalen," schreef Josef Federman, nieuwsdirecteur van het AP-bureau in Jeruzalem, aan de Palestijnse cameraman op 27 mei.
In zijn brief wees Federman erop dat Hamad, een Palestijn, had deelgenomen aan anti-Israëlische protesten terwijl hij nog steeds voor AP werkte.
"Op 17 november 2019 nam u [Hamad] deel aan een protest ter ondersteuning van een collega die gewond was geraakt door Israëlische troepen en gaf vervolgens een interview aan Al-Arabiya TV", zo schreef het hoofd van het AP-bureau. "Noch het protest, noch het interview werd door ons geautoriseerd, en u hebt niet gevraagd om onze toestemming, in strijd met het beleid van AP en eerdere toezeggingen."
Het internationale persbureau geeft openlijk toe dat een van zijn werknemers betrokken was bij anti-Israëlische activiteiten. Wat heeft AP gedaan om de werknemer te stoppen? Hamad kreeg verschillende "waarschuwingen" - die hem niet afschrikten om zijn anti-Israëlische activiteiten voort te zetten.
Een paar weken daarna, op 12 december 2019, werd Hamad uitgenodigd voor een andere bijeenkomst op het kantoor van AP in Jeruzalem en waarschuwde men hem opnieuw dat hij het beleid van het persbureau op het gebied van politieke activiteiten had geschonden. Toen Hamad te horen kreeg dat er senior-managers in New York er bij betrokken zouden zijn, bleef hij volhouden dat hij niets verkeerds had gedaan. "Het kan me niet schelen," zei hij.
Ondanks Hamads vastberadenheid om politieke activiteiten te ontplooien, mocht hij toch 20 jaar lang voor AP blijven werken. De Palestijnen zijn trots op Hamad omdat hij de AP jarenlang heeft gebruikt als platform om leugens over Israël te verspreiden.
Hamads laatste anti-Israëlische activiteiten vonden plaats in november 2019, toen hij en enkele van zijn Palestijnse collega's een anti-Israëlische campagne voerden nadat een Palestijnse fotograaf per ongeluk in het oog werd geschoten terwijl hij verslag gaf van botsingen tussen Israëlische soldaten en Palestijnse stenengooiers in de buurt van de stad Hebron op de Westelijke Jordaanoever.
Tijdens de campagne werd Hamad in de Palestijnse media geciteerd om Israël te beschuldigen van het plegen van "misdaden" tegen Palestijnen. In het interview dat hij gaf aan Al-Arabiya, beweerde Hamad dat de Israëlische defensiemacht de beslissing had genomen om te schieten op de Palestijnse fotograaf. Toen Hamad het publiek van een populaire Arabische televisieshow opnieuw opriep tegen Israël, gaven zijn werkgevers hem opnieuw slechts een "waarschuwing".
Destijds zag AP (zoals Federmans brief laat zien) geen noodzaak om een serieuze actie te ondernemen tegen Hamad, die voor tientallen miljoenen kijkers verscheen om te praten over Israëlische "misdaden" in het algemeen. Hamad werd alleen uitgenodigd op het AP-kantoor in Jeruzalem om hem te vertellen dat hij "het beleid inzake politieke activiteiten had geschonden, hetzelfde beleid dat u in het verleden hebt geschonden, herhaaldelijk."
Hamad heeft "herhaaldelijk" het beleid van de AP geschonden door zich bezig te houden met anti-Israëlische politieke activiteiten. Waarom mocht hij dan doorgaan met het behandelen van Palestijnse zaken, ook al waren zijn anti-Israëlische sentimenten bekend bij zijn werkgevers en alle anderen?
Wat vertelt Hamads voortdurende tewerkstelling door AP (gedurende twee decennia) ons over de verhalen, foto's en video's die hij al die jaren produceerde?
Zal AP nu een onderzoek instellen naar Hamads werk om te zien of hij al die jaren lezers heeft misleid of maar gebeurtenissen heeft opgevoerd? Zal het management van AP een onderzoek instellen om te zien waarom Hamad voor het agentschap mocht blijven werken, hoewel zijn werkgevers op de hoogte waren van zijn politieke activiteiten?
Wat nog verontrustender is, is dat Hamad uiteindelijk niet werd ontslagen vanwege zijn anti-Israëlische activiteiten, maar omdat hij kritiek had op de Palestijnse Autoriteit.
AP bevestigt nu dat het Hamad ontslagen heeft, na het ontvangen van een klacht van de Palestijnse Autoriteit-politie.
"Op 21 mei 2020 stuurde de Palestijnse politie een klacht naar AP om u te beschuldigen van 'opruiing, misbruik en de dreiging van geweld'," schreef Federman in zijn brief aan Hamad.
"De klacht was deels gebaseerd op uw dreigement om autobanden te verbranden voor een gerechtsgebouw. Ondertussen laten recente berichten op Facebook zien dat u een protest houdt buiten het [Palestijnse] regeringsgebouw, waarbij u Palestijnse functionarissen beschuldigt van corruptie en laat doorschemeren dat ze collaborateurs zijn [met Israël]".
De klacht werd ingediend nadat Hamad en andere Palestijnse journalisten demonstreerden tegen de veiligheidstroepen van de Palestijnse Autoriteit om te protesteren tegen de arrestatie en het slaan van Anas Hawwari, een Palestijnse journalist van de noordelijke Westelijke Jordaanoever die werd gearresteerd voor het zogenaamd beledigen van een Palestijnse politieagent.
De Palestijnse Autoriteit wil niet dat journalisten die kritiek hebben op haar optreden, voor de internationale media werken. De Palestijnse Autoriteit wil niet dat Palestijnse journalisten de vuile was in het openbaar uitzenden.
Door Hamad onmiddellijk na ontvangst van een klacht van de Palestijnse politie te ontslaan, stuurt AP een boodschap naar alle journalisten dat het bekritiseren van de Palestijnse Autoriteit veel ernstiger is dan het uitvoeren van anti-Israëlische activiteiten. Dit is een boodschap die zegt: "Als een journalist zich uitspreekt tegen Israël, krijgt hij een waarschuwing; maar als hij de Palestijnse Autoriteit bekritiseert, wordt de journalist ontslagen".
Het incident toont ook aan dat internationale nieuwsorganisaties blijkbaar geen probleem hebben om anti-Israëlische activisten in te huren als verslaggevers en cameramensen.
AP wist blijkbaar dat Hamad zich bezighield met politieke activiteiten. Toch koos het ervoor om een oogje dicht te knijpen omdat Hamad zijn haat alleen tegen Israël richtte. Wat de AP betreft, op het moment dat Hamad zich uitsprak tegen de wreedheid en de repressieve maatregelen van de veiligheidstroepen van de Palestijnse Autoriteit, overschreed hij een rode lijn. Toen werd hij op de hoogte gebracht van het besluit om zijn dienstverband te beëindigen.
Het probleem is dat er veel Palestijnse journalisten zoals Hamad voor de internationale media in het Midden-Oosten werken. Deze journalisten zien zichzelf als soldaten die de Palestijnse zaak dienen en als hun plicht om Israël dagelijks te bashen. Dat is in ieder geval een van de redenen waarom de westerse mainstream media bevooroordeeld blijven ten opzichte van Israël.
AP wordt nu geconfronteerd met wijdverspreide veroordelingen van Palestijnse journalisten en mediagroepen voor het besluit om Hamad te ontslaan. Zij beschuldigen AP van "capitulatie" voor de druk van de politie van de Palestijnse Autoriteit. Sommige journalisten roepen op tot een boycot van AP en de sluiting van haar kantoren op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook.
Het is nu nog maar de vraag of andere media-organisaties wakker worden en de politieke activiteiten van hun Palestijnse medewerkers van dichtbij gaan bekijken. Zullen die organisaties toestaan dat deze activisten hen blijven misleiden door valse anti-Israëlische propaganda te propageren?
Bassam Tawil is een moslim-Arabier die gevestigd is in het Midden-Oosten.
Vertaling door W.J. Jongman en H. Sleijster
© 2020 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de vertalers of van Gatestone Institute.
Bron: Why Western Media is Biased Against Israel