door Majid Rafizadeh - 22 juli 2020
Het Iraanse regime wordt geconfronteerd met een ongekende druk, die, als het doorgaat, een bedreiging kan vormen voor de macht van de heersende mullahs. De Iraanse munt, de rial, die de afgelopen weken in vrije val is geweest, heeft zich naar een recorddieptepunt gestort. Vanaf 18 juli 2020 is een Amerikaanse dollar nu ongeveer 250.000 rials waard. Voordat de huidige Amerikaanse regering een "maximale druk" op Teheran uitoefende, was een Amerikaanse dollar gelijk aan bijna 30.000 rials.
De mensen, die de waarde van hun geld bijna tienvoudig in waarde zagen dalen, hebben zich gehaast om aan vreemde valuta te komen. Vorige maand zonk ook de Iraanse olie-export naar een recorddiepte. Drie jaar geleden exporteerde Iran ongeveer 2,5 miljoen vaten olie per dag. Volgens de laatste rapporten is de Iraanse olie-export nu ongeveer 70.000 vaten per dag - een vermindering van bijna 97%. De begroting van het land is sterk afhankelijk van de verkoop van olie.
De politieke afgevaardigde van de provincie Bushehr, gouverneur Majid Khorshidi, vertelde in een bijeenkomst op 14 juli dat ze de sancties van de VS niet mogen negeren: "Vroeger zagen we deze aanpak [van het negeren van Amerikaanse sancties] door de vorige regering [Ahmadinejad] en helaas gaat het nog steeds door," voegde hij eraan toe. "Maar ik moet zeggen dat de sancties de rug van de economie hebben gebroken".
Terwijl het Amerikaanse beleid van "maximale druk" een cruciale rol heeft gespeeld bij het uitoefenen van economische druk op het regime, zijn de wijdverspreide financiële en politieke corruptie van de mullahs en hun chronische economische wanbeheer ook belangrijke factoren in de trieste financiële situatie van het land.
Al bijna vier decennia lang verspilt het regime de middelen van het land aan terreur en milities en aan het nucleaire programma. Ook wordt geschat dat het regime meer dan 100 miljard dollar heeft uitgegeven aan haar nucleaire programma. Volgens een rapport van de Federatie van Amerikaanse Wetenschappers:
"De zoektocht van Iran naar de ontwikkeling van het nucleaire programma is gekenmerkt door enorme financiële kosten en risico's. De kosten van het programma worden geschat op meer dan 100 miljard dollar, waarbij de bouw van de Bushehr-reactor meer dan 11 miljard dollar kostte, waardoor het een van de duurste reactoren ter wereld is."
Iran is rijk aan grondstoffen; het heeft de op drie na grootste oliereserves ter wereld, en de op één na grootste aardgasreserves die goed zijn voor ongeveer 16% van de gasreserves in de wereld. Met een BBP (koopkrachtpariteit) dat wordt geschat op 1,2 biljoen dollar en een bevolking van bijna 84 miljoen, zou Iran een van de grootste economieën in het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA) kunnen zijn.
Nu echter vindt het regime het uiterst moeilijk om voldoende inkomsten te verwerven om zijn werknemers te betalen. Veel werknemers van de regering, waaronder werknemers van de kolenindustrie en de spoorwegen, hebben geprotesteerd tegen niet betaalde lonen en salarissen. Een demonstrant vertelde aan Iran News Wire:
"Ik wou dat ik COVID-19 zou krijgen. Velen van ons doen dat. Zelfmoord plegen is moeilijk, maar we wensen elke dag om dood te gaan. Wat we hebben is geen leven. Denk je dat dit een leven is?!"
Volgens het Statistisch Centrum van Iran, was de consumentenprijsindex (CPI) 12-maandelijkse inflatiepercentage voor huishoudens eind oktober 2019 42%.
De overheid heeft ook belangrijke subsidies voor consumentenproducten, zoals benzine, geschrapt. Vanwege de terughoudendheid van het regime om economische hervormingen door te voeren, aarzelen internationale organisaties om geld te lenen aan Teheran. Uit wanhoop verdubbelden de heersende mullahs van Iran de aanvraag bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF), met het hoofdkantoor in Washington DC, om Teheran een noodlening van 5 miljard dollar te geven. De Iraanse president Hassan Rouhani verklaarde dat zijn regering het fonds van 5 miljard dollar wilde gebruiken voor de bestrijding van de coronaviruspandemie. "Ik dring er bij internationale organisaties op aan om hun plichten te vervullen..." zo benadrukte hij. "We zijn lid van het IMF."
Sommige Iraanse autoriteiten hebben publiekelijk aangekondigd dat ze ook geen geld hebben om hun huurlingen in het buitenland te betalen. In een recent interview met het door de staat gerunde Ofogh Television Network bijvoorbeeld, verklaarde Parviz Fattah, het huidige hoofd van de Foundation for the Underprivileged (Mostazafan Foundation):
"Ik was bij de IRGC Cooperative Foundation. Haj Qassem [Soleimani, de commandant van de IRGC Quds Force die werd gedood door een Amerikaanse droneaanval] kwam me vertellen dat hij geen geld had om de salarissen van de Fatemiyoun [Afghaanse huurlingen] te betalen. Hij zei dat dit onze Afghaanse broeders zijn, en hij vroeg om hulp van mensen zoals wij."
De Mostazafan Foundation bezit en beheert vele dochter- en zusterbedrijven op gebieden als industrie, handel, landbouw, transport en toerisme.
De Iraanse mullahs hebben niemand anders te verwijten dan zichzelf voor de drastische economische situatie van het land. Ze moeten gewoon hun eigen mensen voorrang geven boven het bloeden van miljarden dollars op het nucleaire programma en het sponsoren en financieren van terreur en milities in de hele regio.
Dr. Majid Rafizadeh is een bedrijfsstrateeg en -adviseur, een Harvard-opgeleid wetenschapper, politicoloog, bestuurslid van Harvard International Review en voorzitter van de International American Council on the Middle East. Hij is auteur van verschillende boeken over de Islam en het buitenlands beleid van de VS. Hij is te bereiken op Dr.Rafizadeh@Post.Harvard.Edu
Vertaling door W.J. Jongman en H.W. Sleijster
© 2020 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de vertalers of van Gatestone Institute.
Bron: The "Maximum Pressure" on Iran's Regime