door Khaled Abu Toameh - 16 maart 2020
Terwijl Israël met de Palestijnen overwerkt om de verspreiding van het coronavirus te beteugelen en te voorkomen, lijken de Arabische staten te doen wat ze het beste kunnen als het gaat om het helpen van hun Palestijnse broeders: helemaal niets.
De afgelopen dagen hebben de Israëlische autoriteiten 200 testkits voor het coronavirus geleverd aan de Palestijnse Autoriteit op de Westelijke Jordaanoever. Daarnaast hebben Israëlische en Palestijnse professionele teams samengewerkt om de verspreiding van het virus te voorkomen.
De Israëlische autoriteiten hebben ook nog eens 200 testkits voor het coronavirus geleverd aan de door Hamas bestuurde Gazastrook, ondanks de duizenden raketten en brandgevaarlijke en bomdragende ballonnen die de heersende regering, Hamas, van daaruit naar Israël heeft gelanceerd.
Bovendien hebben de Israëlische autoriteiten de overbrenging van 20 ton ontsmettingsmateriaal van Israëlische fabrieken naar de Palestijnse gezondheidssector gecoördineerd. Het materiaal omvatte chloor en waterstofperoxide, te gebruiken voor desinfectie, behoud van hygiëne en sanitaire voorzieningen. Deze desinfecterende materialen worden gebruikt voor het schoonmaken van oppervlakken in open ruimtes en helpen bij het schoonmaken van gesloten ruimtes, waaronder moskeeën en kerken.
Het is het vermelden waard dat Egypte, dat een gemeenschappelijke grens heeft met de Gazastrook, geen testkits of ontsmettingsmateriaal heeft gestuurd naar de Palestijnen die daar wonen.
De Palestijnen in Libanon maken zich ondertussen zorgen dat de Libanese autoriteiten het coronavirus als excuus gebruiken om de beperkingen op hun vluchtelingenkampen nog verder op te voeren.
Samir Geagea, een Libanese politicus en voorzitter van de Libanese strijdkrachten, een anti-Palestijnse christelijke politieke partij, is onder vuur komen te liggen omdat hij heeft opgeroepen tot de onmiddellijke sluiting van de twaalf Palestijnse vluchtelingenkampen in zijn land.
Vanaf januari 2019 waren er volgens de United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees (UNRWA) 475.075 Palestijnse vluchtelingen in Libanon. "De Palestijnen in Libanon genieten geen belangrijke rechten", aldus UNRWA.
"Ze kunnen maar liefst niet in 39 beroepen werken en kunnen geen eigendom [onroerend goed] bezitten. Omdat ze formeel geen burgers van een andere staat zijn, kunnen Palestijnse vluchtelingen niet dezelfde rechten opeisen als andere buitenlanders die in Libanon wonen en werken. Het conflict in Syrië heeft veel Palestijnen uit Syrië gedwongen naar Libanon te vluchten op zoek naar veiligheid. Bijna 29.000 van hen ontvangen UNRWA-bijstand in het land, waaronder geldelijke bijstand, onderwijs, gezondheidszorg en bescherming.
Palestijnse vluchtelingen zijn uitgesloten van talrijke beroepen in Libanon, waaronder geneeskunde, recht en techniek.
"Na meer dan zeventig jaar blijft Libanon het land waar de Palestijnse vluchtelingen het meest te lijden hebben, waar ze beroofd zijn van veel van hun economische- en mensenrechten, waaronder het werken in bepaalde beroepen, procedurele complicaties bij het verkrijgen van werkvergunningen, en het ontzeggen van het recht op eigendom," zei Dr. Mohsen Saleh, directeur-generaal van het Zaitouna Centrum voor Studies in Beiroet.
"De voortdurende beperkingen voor Palestijnse vluchtelingen, wat hen het recht op werk ontzegt, leiden tot gevoelens van onrechtvaardigheid en onderdrukking. Dit laat hen openstaan voor extremisme en sociale problemen. Ze kunnen worden uitgebuit, wat schadelijk is voor Libanon en zijn veiligheid en relatieve stabiliteit. Daarom is het toestaan aan Palestijnse vluchtelingen om onder fatsoenlijke omstandigheden te werken een politieke, veiligheids- en sociale noodzaak voor Libanon, maar ook een economische noodzaak.
De Palestijnen zijn nu bang dat de Libanese autoriteiten, naast de discriminerende en apartheidsmaatregelen, hen in hun vluchtelingenkampen zullen opsluiten onder het voorwendsel van de strijd tegen het coronavirus. Zij vrezen dat de "racistische" oproep van Geagea om hun vluchtelingenkampen op te sluiten de humanitaire en gezondheidsomstandigheden van de Palestijnen ernstig zou verslechteren.
Tayseer Khaled, een hooggeplaatst lid van het Democratisch Front voor de Bevrijding van Palestina (DFLP) van de PLO, veroordeelde Geagea's voorstel als "racistisch en onaanvaardbaar". Het idee om de vluchtelingenkampen te sluiten, is volgens hem "in strijd met de mensenrechten en de menselijke waarden".
Een andere PLO-factie, Popular Front for the Liberation of Palestine (PFLP), zei in reactie op Geagea's voorstel dat "racistische geesten, en niet de vluchtelingenkampen, in isolatie moeten worden geplaatst."
De Palestijnse mensenrechtenactivist Mohammed al-Shuli antwoordde dat er geen discriminatie mag zijn tussen Libanezen en Palestijnen in de oorlog tegen het coronavirus. Hij wees erop dat de Libanese autoriteiten geen enkele Libanese stad of dorp hebben opgesloten of haar burgers verboden hebben hun huizen te verlaten.
"De verklaring van Geagea is een politieke maatregel die alleen op de Palestijnen gericht is", aldus al-Shuli. "Er zijn geen gevallen van coronavirus geregistreerd in de vluchtelingenkampen en de Palestijnen zijn niet gekant tegen voorzorgsmaatregelen. Er is geen behoefte aan dergelijke extremistische verklaringen."
Een groep genaamd The Alliance of Palestinian Factions in Libanon veroordeelde ook de eis van de Libanese politicus om alle vluchtelingenkampen te sluiten en de Palestijnen te verhinderen om binnen te komen of te vertrekken als racistisch. "Deze wereldwijde epidemie gaat dwars door landen en gemeenschappen heen, en de handel daarin, ten koste van de Palestijnse vluchtelingen en hun recht op leven, is verwerpelijk en onaanvaardbaar", kondigde de groep aan in een verklaring. "De eis weerspiegelt de duistere mentaliteit van de Libanese politicus."
Terwijl de Palestijnen hun bezorgdheid uitten over de discriminerende en apartheidswetten van Libanon, kwam Assad Abu Khalil, een Libanees-Amerikaanse professor aan de California State University, Stanislaus, met het volgende bloed-sprookje aan tegen Israël - het enige land dat de Palestijnen helpt in de oorlog tegen het coronavirus. Op 8 maart twitterde de professor: "Israël zal - daar ben ik zeker van - verschillende medische procedures hebben voor Joden en niet-Joden. Niet-Joden zullen massaal in gevangenissen worden gezet."
De Libanese professor, die beweert "pro-Palestijns" te zijn, lijkt zich geen zorgen te maken over de strenge beperkingen die zijn eigen land - Libanon - aan de Palestijnen oplegt. Het lijkt hem ook niet te deren dat een Libanese (en geen Israëlische) ambtenaar degene is die daadwerkelijk oproept om de Palestijnen in "massagevangenissen" te plaatsen.
Het lijkt erop dat het onverstandig zou zijn voor de Palestijnen om de illusie te koesteren dat Libanon, Egypte of de meeste Arabische landen hen te hulp zouden schieten, vooral in het licht van de uitbraak van het coronavirus. Libanon discrimineert de Palestijnen al tientallen jaren, en het lijkt er niet op dat het land zijn beleid alleen vanwege een virus zal veranderen.
Egypte van zijn kant heeft de Palestijnen lang geleden in de steek gelaten door in wezen de grens met de Gazastrook af te sluiten. De Libanezen, de Egyptenaren en de meeste Arabieren zien de Palestijnen als het probleem van Israël. Als de huidige viruscrisis voorbij is, is het te hopen dat de Palestijnen zich zullen herinneren dat één land hen alleen heeft geholpen: Israël. Ze zullen zich misschien ook herinneren dat hun Arabische broeders hen hebben verraden -- niet voor de eerste keer, en ongetwijfeld ook niet voor de laatste keer.
Khaled Abu Toameh, een bekroond journalist die in Jeruzalem is gevestigd, is een Shillman Journalistisch medewerker aan het Gatestone Institute.
Vertaling door W.J. Jongman en H. Sleijster
© 2020 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de vertalers of van Gatestone Institute.
Bron: Israel Helps Palestinians Prevent Coronavirus; Arabs Betray Them