De wederkomst van Saturnus - Deel 27: Het stelen van de Sabbat
30 januari 2022 - door Derek Gilbert
Deel 1 - Deel 2 - Deel 3 - Deel 4 - Deel 5 - Deel 6 - Deel 7 - Deel 8 - Deel 9 - Deel 10 - Deel 11
Deel 12 - Deel 13 - Deel 14 - Deel 15 - Deel 16 - Deel 17 - Deel 18 - Deel 19 - Deel 20 - Deel 21
Deel 22 - Deel 23 - Deel 24 - Deel 25 - Deel 26 - Deel 27 - Deel 28 - Deel 29 - Deel 30 - Deel 31
Deel 32 - Deel 33 - Deel 34 - Deel 35
Eindelijk komen we bij de identiteit van deze entiteit die ons waarschijnlijk het best bekend is in de moderne wereld. Een van de dagen van de week in de Engelssprekende wereld, zaterdag (de dag van Saturnus), en de op één na grootste planeet in het zonnestelsel is naar Saturnus genoemd.
Net als zijn oudere identiteiten werd Saturnus verondersteld de vroegere koning van de kosmos te zijn, een oude god wiens heerschappij was beëindigd door zijn zoon, de storm-god. In het geval van Saturnus was dat Jupiter, de Romeinse naam voor de Griekse Zeus, de Hettitische Tarhunz, de Hurrische Teshub, de Amoritische Hadad (maar bij ons beter bekend als Baäl), en de Akkadische en Babylonische Marduk. We zien ook echo's van deze disfunctionele familierelatie in de Noorse goden Odin en Thor, en andere plaatsen waar de storm-god naar voren kwam als koning van het pantheon-bijvoorbeeld Perun van de Slaven, Taranis van de Kelten, en Indra van de Vedische (oude Hindoe) religie.
Zoals we reeds hebben opgemerkt, was Saturnus het equivalent van Kronos, de koning van de Titanen. In zowel de Romeinse als de Griekse godsdienst was hij de oude god die over de aarde heerste tijdens een lang vervlogen Gouden Eeuw toen de mensheid als goden leefde, vrij van zwoegen en zorgen. Beiden werden naar de onderwereld verbannen nadat ze waren onttroond.
Historici uit de klassieke oudheid maakten geen onderscheid tussen Kronos, Saturnus, en Baal Hammon. Men aanvaardde dat hij dezelfde god was die onder verschillende namen werd aanbeden door Grieken, Romeinen en Phoeniciërs. De parallel tussen het offeren van kinderen en de mythe van Saturnus/Kronos die zijn eigen kinderen verslindt is duidelijk. Diodorus Siculus, die in de eerste eeuw na Christus schreef, merkte droogjes op dat "het verhaal dat door de oude mythe onder de Grieken werd doorgegeven, was dat Kronos zijn eigen kinderen wegwerkte, schijnt door deze viering bij de Carthagers in gedachten te zijn gehouden"[1]. De christelijke apologeet Tertullianus was minder goedhartig:
Aangezien Saturnus zijn eigen kinderen niet spaarde, hield hij natuurlijk vast aan zijn gewoonte om ook de kinderen van andere mensen niet te sparen, die inderdaad door hun eigen ouders uit zichzelf werden geofferd, waarbij zij graag gehoor gaven aan de oproep, en de zuigelingen liefkoosden, opdat zij niet zouden huilen wanneer zij geofferd werden. En toch is het doden door een ouder van zijn kind veel erger dan gewoon moord.[2]
Inderdaad. Maar in onze beschaafde, moderne wereld vermijden we meestal het schuldgevoel van kindermoord door onszelf wijs te maken dat een ongeboren kind niet meer is dan een klompje cellen in het lichaam van een zwangere vrouw. Kronos en zijn volgelingen zijn zeer effectief geweest in het verkopen van deze boodschap - abortus was 's werelds belangrijkste doodsoorzaak in 2020, met ruwweg twee keer zoveel kinderen die in de baarmoeder werden gedood als sterfgevallen door kanker, HIV/AIDS, dodelijke verkeersslachtoffers, roken en alcohol samen.
Er zijn echter belangrijke verschillen in de manier waarop de Romeinen Saturnus zagen en de Griekse kijk op Kronos. De Latijnse literatuur, vooral in het werk van de dichter Vergilius uit de eerste eeuw voor Christus, had de neiging Saturnus af te schilderen als een semi-historisch personage dat een toevluchtsoord had gevonden in Italië, dat Vergilius beschreef als Saturnia tellus ("Saturnus' land").[4] In feite was Vergilius behulpzaam bij de rehabilitatie van Saturnus. In tegenstelling tot Hesiod's Kronos, die nooit interactie had met de mensheid, evolueerde Saturnus in Vergilius' werk van een voormalige heerser van de kosmos, opgesloten in de Tartarus, tot een aardse heerser die heerste over een tijdperk van vrede en overvloed.
Hoewel de verhalen over Saturnus' val uit de macht lijken op het verhaal over Kronos dat Hesiod eeuwen eerder schreef, geloofden de Romeinen dat Saturnus gedwongen was zijn mannelijke kinderen uit de weg te ruimen zodat de zonen van zijn broer, Titan, de troon zouden erven. Saturnus' vrouw, Ops, verborg de baby Jupiter, die werd opgevoed door zijn tante, Vesta. Toen Jupiter volwassen was, keerde hij terug met een leger en bevrijdde Saturnus, die door Titan gevangen was gehouden. In plaats van een beetje dankbaarheid te tonen, plande Saturnus echter een hinderlaag om te voorkomen dat Jupiter het koningschap van de goden zou opeisen. Toen dat mislukte, vluchtte Saturnus naar Italië, waar hij als boer leefde en regeerde over een tijdperk van vrede en voorspoed. Het belangrijkste verschil tussen Kronos en Saturnus is dat, hoewel beiden verwerpelijk waren, Saturnus ook zwak en laf was.
Het roept de vraag op: Waarom heeft iemand deze god ooit aanbeden?
Toch werd het karakter van Saturnus zoals beschreven door Vergilius in de Aeneis de semi-officiële versie van de godheid in het Romeinse Rijk. Het lijkt op een soort bovennatuurlijke witwassing, een rebranding van de oude god om zijn imago bij het volk te verzachten. Het begon in de archaïsche Griekse periode; waar Hesiod in zijn Theogonie Kronos en de Titanen in de Tartarus gevangen liet zitten, schreef de dichter in Werken en Dagen dat Zeus uiteindelijk toegaf en zijn vader uit de onderwereld bevrijdde:
Maar toen de aarde ook door deze generatie was bedekt, maakte Zeus, de zoon van Kronos, nog een andere, de vierde, op de vruchtbare aarde, die edeler en rechtvaardiger was, een goddelijk ras van held-mensen, die halfgoden worden genoemd, het ras vóór het onze, over de hele grenzeloze aarde. Maar aan de overigen gaf vader Zeus, de zoon van Kronos, een bestaan en een verblijfplaats los van de mensen, en deed hen wonen aan de einden der aarde. En zij wonen onberoerd door smart op de eilanden der gezegenden langs de oever van de diep kolkende Oceaan, gelukkige helden voor wie de graangevende aarde honingzoete vruchten draagt die driemaal per jaar bloeien, ver van de doodloze goden, en Kronos regeert over hen; want de vader van mensen en goden heeft hem van zijn banden bevrijd."[6]
Nogmaals, wij identificeren Saturnus/Kronos als het Hoofd van de Wachters Sjemihazah, en hij is, evenals de rest van de engelen die gezondigd hebben, nog steeds geketend in de Tartarus. Ik noem deze Griekse en Romeinse verhalen alleen om te laten zien wat de heidenen in het bijbelse tijdperk geloofden over deze entiteit.
Voordat we verder gaan, moeten we één hardnekkig stuk nepnieuws over Saturnus ontkrachten. Het festival van Saturnalia, jaarlijks gehouden tussen 17 en 23 december, was ongetwijfeld het meest populaire van het jaar voor de Romeinen. Zoals in een eerder artikel al werd opgemerkt, werd het gekenmerkt door een omkering van de maatschappelijke normen, die blijkbaar teruggrijpt naar betere tijden:
De eerste bewoners van Italië waren de Aboriginals, van wier koning, Saturnus, wordt gezegd dat hij een man was van zo'n buitengewone rechtvaardigheid, dat niemand slaaf was onder zijn bewind, of enig privébezit had, maar alle dingen gemeenschappelijk waren voor allen, en onverdeeld, als één landgoed voor ieders gebruik; ter herinnering aan deze manier van leven, werd bevolen dat tijdens de Saturnalia slaven overal met hun meesters moesten zitten bij de vermakelijkheden, waarbij de rang van allen gelijk werd gemaakt. Daarom werd Italië, naar den naam van dien koning, Saturnia genoemd; en de heuvel, waarop hij woonde, Saturnius, waarop thans het Capitool staat, alsof Saturnus door Jupiter van zijn zetel was verdreven.[7]
Is het niet passend dat de Grote Conjunctie van 2020, die de terugkeer van Saturnus' heerschappij markeert midden in de Saturnalia, voor astrologen, occultisten en New Agers het begin van een nieuwe gouden eeuw inluidt? De Romeinse historicus Justin, die de bovenstaande paragraaf meer dan achttienhonderd jaar geleden schreef, zou de principes van de Great Reset van het World Economic Forum hebben kunnen beschrijven: "Je zult niets bezitten. En je zult gelukkig zijn."
Maar ik dwaal af.
Sceptici en sommige goedbedoelende maar verkeerd ingelichte christenen geloven dat de datum voor de viering van Kerstmis door de vroege kerk werd gekozen om Saturnalia te "kerstenen". Het verhaal gaat dat het feest zo populair was dat zelfs de christenen in het Romeinse Rijk het niet wilden opgeven, dus verklaarden de kerkleiders 25 december tot de geboortedag van Jezus, stelden een feest in en stalen Saturnalia van de heidenen.
Dat was niet het geval.
De vroegste vermelding van het vieren van Kerstmis is van Clement van Alexandrië rond het jaar 200.[8] Maar de eerste suggestie dat Kerstmis in verband zou kunnen worden gebracht met heidense verering kwam pas in de twaalfde eeuw, ongeveer negenhonderd jaar later.[9] Met andere woorden, voor zover historici kunnen nagaan, geen Christen tussen de derde en twaalfde eeuw heeft gedacht dat ze per ongeluk een heidense god vereerden met Kerstmis. Hoewel sommigen de nabijheid van 25 december tot de winterzonnewende opmerkten, die op 21 of 22 december valt, geloofden vroegchristelijke schrijvers niet dat de kerk deze datum had gekozen. Zij zagen het eerder als een teken dat God de ware zon was, superieur aan de valse goden van de heidenen.[10]
De Donatistische sekte in Noord-Afrika vierde Jezus' geboorte op 25 december in de vroege vierde eeuw,[11] voordat Constantijn keizer van Rome werd (dus we kunnen hem ook niet de schuld geven voor het vaststellen van de datum). En hoewel het waar is dat keizer Aurelianus in 274 na Christus de verering van Sol Invictus in het hele Romeinse Rijk tot wet maakte, plaatst een verzameling oude geschriften genaamd Inscriptiones Latinae Selectae de feestdag tijdens de regering van Licinius (308-324 na Christus) op 18 november.[12] Er is weinig bewijs dat er vóór het midden van de vierde eeuw na Christus een feest voor Sol Invictus werd gehouden op 25 december, en Christenen vierden de geboorte van Christus al ongeveer een halve eeuw eerder op die datum.
Dus, gezien het feit dat niemand in de eerste eeuw de feitelijke datum van Jezus' geboorte heeft vastgelegd, hoe kwam de vroege kerk tot 25 december? Het is een beetje ingewikkeld, maar het illustreert de motieven van de kerkvaders, die er niet in bestonden heidense verering in het geloof binnen te smokkelen.
Tweede-eeuwse Latijnse Christenen in Rome en Noord-Afrika deden een poging om de exacte datum van Jezus' dood te berekenen. Om redenen die ons ontgaan, kwamen zij uit op 25 maart 29 na Christus.[13] (25 maart was dat jaar geen vrijdag, noch was het Pesachavond, noch viel Pesachavond op een vrijdag in 29 na Christus, of zelfs maar in de maand maart.)[14] De datum van 25 maart werd ook opgemerkt door de vroege kerktheologen Tertullianus en Augustinus.[15]
Er was een wijdverbreid geloof onder de Joden van die tijd in de "integrale leeftijd" van grote profeten, wat betekent dat men dacht dat de profeten van Israël op dezelfde dag stierven als waarop zij verwekt werden. Dat is niet bijbels, maar daar gaat het niet om. Waar het om gaat is dat de vroege kerk het geloofde, en zo werd besloten dat Jezus eind december werd geboren: Als je negen maanden bij 25 maart optelt, kom je op - je raadt het al - 25 december.
Ja, het is echt zo simpel. Saturnus en Saturnalia hadden niets te maken met het vaststellen van de datum van Kerstmis.
De poging om de eer op te eisen, is echter het werk van de duistere god en zijn volgelingen. De recente protesten tegen de viering van Kerstmis zijn zo intens geweest dat sommige Christenen ervoor waken om over de feestdag te spreken, behalve met vertrouwde vrienden, omdat zij er anders van beschuldigd kunnen worden dat zij per ongeluk Saturnus, Baäl, Sol Invictus, of Nimrod aanbidden - door andere Christenen. De Kersttijd was vroeger de enige tijd van het jaar waarin Christus openlijk werd verkondigd in onze samenleving. Helaas hebben ijverige maar verkeerd geïnformeerde gelovigen onbewust de Gevallenen geholpen de feestdag weer op te eisen.
Het is bijna zeker dat Jezus niet op 25 december is geboren.[16] Het is ook waar dat de kerstvakantie een heleboel bagage heeft aangetrokken - heidense tradities, hyper-commercialisering, en afschuwelijke vertolkingen van kerstliederen door popdiva's. Het doet er niet toe. Het belangrijke punt is dit: De vroege kerk heeft 25 december niet ingesteld als een feestdag ter ere van de geboorte van Jezus om een heidense feestdag te kopiëren of te coöpteren.
Dat gezegd hebbende, Saturnus heeft met succes de zevende dag van de week, de Sabbat, omgedoopt tot Sāturni diēs, Saturnusdag, in de tweede eeuw na Christus toen Rome zijn achtdaagse cyclus verving door een zevendaagse week. En er is bijbels bewijs dat sommige Joden de verering van Saturnus hebben overgenomen tijdens de Babylonische gevangenschap:
"Jullie zullen Sikkuth oprichten, jullie koning, en Kiyyun, jullie sterrengod, jullie beelden, die jullie voor jezelf gemaakt hebben en ik zal jullie tot voorbij Damascus in ballingschap sturen," zegt de Heer, wiens naam de God der heerscharen is. (Amos 5:26-27)
Sikkuth lijkt een verwijzing te zijn naar een minder belangrijke Babylonische god genaamd Sakkud, of Sakkut.[17] De uitspraak was echter dicht genoeg bij het Hebreeuwse woord sukkat ("hut") dat de Joodse geleerden die de Septuagint vertaalden de eerste regel als volgt hebben weergegeven: "En jullie namen de tent van Molech mee." De medeklinkers van Molech en melek ("koning") zijn identiek, maar het is interessant dat de vertalers het prettig vonden om de "koning-god" in deze passage te brengen. Dit is precies hoe Stefanus Amos citeerde tijdens zijn toespraak tot het Sanhedrin.[18]
Het is vooral interessant omdat "Kiyyun" verwijst naar de Babylonische naam voor Saturnus, Kajjamānu, "de Standvastige."[19] Kajjamānu was onbelangrijk in het Mesopotamische pantheon, maar het is tekenend voor de grootheidswaanzin van de koning-god: Onder zijn invloed noemt het grootste deel van de Westerse wereld Gods goddelijk verordende rustdag nu "Saturnusdag".
En omdat dat nog niet genoeg is, zijn veel christenen er de laatste jaren van overtuigd geraakt dat Saturnus, en niet Jezus, de reden is waarom wij Kerstmis vieren.
Volgende: De terugkeer van Saturnus
Eindnoten
[1] Diodorus Siculus, op. cit., 20.14.7.
[2] Tertullian, op. cit.
[3] Nearly 42.7 million, according to Worldometer. “Abortion No. 1 Cause of Death Worldwide in 2020.” Decision , Jan. 5, 2021. https://decisionmagazine.com/abortion-no-1-cause-of-death-worldwide-in-2020/, retrieved 4/6/21.
[4] Patricia A. Johnston, “Vergil’s Conception of Saturnus.” California Studies in Classical Antiquity , Vol. 10 (1977), pp. 57–70.
[5] Ibid., p. 57.
[6] Hesiod, The Homeric Hymns and Homerica with an English Translation by Hugh G. Evelyn-White. Works and Days 156–169a . (Medford, MA: Cambridge, MA., Harvard University Press; London, William Heinemann Ltd., 1914).
[7] Justinus, Epitome of Pompeius Trogus’ ‘Philippic Histories’ 43.1.3–5. http://www.attalus.org/translate/justin7.html#43.1, retrieved 4/13/21.
[8] Clement of Alexandria, The Stromata 1.21.145. https://www.newadvent.org/fathers/02101.htm, retrieved 4/13/21.
[9] Andrew McGowan, “How December 25 Became Christmas.” Biblical Archaeology Review , Dec. 18, 2020. https://www.biblicalarchaeology.org/daily/biblical-topics/new-testament/how-december-25-became-christmas/, retrieved 4/13/21.
[10] Ibid.
[11] Ibid.
[12] Hermann Dessau, Inscriptiones latinae selectee, Vol 3 (Berlin: Weidmann, 1916), p. 24.
[13] William J. Tighe, “Calculating Christmas: The Story Behind December 25.” Touchstone, Dec. 2003, https://www.touchstonemag.com/archives/article.php?id=16-10-012-v, retrieved 4/13/21.
[14] Ibid.
[15] McGowan, op. cit.
[16] It’s far more likely that His birthdate was September 11, 3 BC. See Ernest L. Martin, The Star That Astonished the World , available to read online at www.askelm.com/star/.
[17] M. Stol, “Sakkuth.” In Karel van der Toorn, Bob Becking, and Pieter W. van der Horst (Eds.), Dictionary of Deities and Demons in the Bible (Leiden; Boston; Köln; Grand Rapids, MI; Cambridge: Brill; Eerdmans, 1999), p. 722.
[18] Acts 7:43.
[19] M. Stol, “Kaiwan.” In Karel van der Toorn, Bob Becking, and Pieter W. van der Horst (Eds.), Dictionary of Deities and Demons in the Bible (Leiden; Boston; Köln; Grand Rapids, MI; Cambridge: Brill; Eerdmans, 1999), p. 478.
Bron: The Second Coming of Saturn Part 27: Stealing the Sabbath » SkyWatchTV