www.wimjongman.nl

(homepagina)


Beschadigde beeltenis 2

()

VIGNET 3: SATAN HERGROEPEERT NA DE WEDEROPSTANDING

Satan en zijn engelen reisden naar de woeste woestenij van Danakil: vulkanen, lavameren en verzengende, verstikkende lucht gevuld met dodelijke gassen, borrelende zwavelputten die een vieze stank verspreidden, en veelkleurige zure zoutvijvers die glinsterden in de hitte. De zon ging onder, zodat alleen het licht van de lavameren hun gezichten verlichtte. Ze hergroepeerden zich snel om na te denken over wat ze zouden doen.

"Wat gaan we doen?" vroeg prins Parás, een van Satans hoogste commandanten. "U bent de feitelijke heerser over deze wereld sinds de tijd van de zondeval, waarbij wij elk een regio 426 als ons domein hebben van de Aarde, vanwege de contractbreuk van Adams kant," zei hij ontevreden, terwijl hij een halve cirkel rond een kleine borrelende lavaput liep en Satan dreigend aankeek. "Zolang die schuld over de Aarde bleef bestaan, kon God nooit terugkomen om haar terug te eisen. Maar Jezus heeft hun verraad vergeven en het proces-verbaal met de aanklachten tegen hen geannuleerd. Hij nam het en vernietigde het toen wij Hem spijkerden aan die boom waaraan Hij vrijwillig Zijn levenskracht afstond. Wij, de heersers en autoriteiten van deze planeet, zijn nu ontwapend, en we zijn publiekelijk te schande gemaakt door Zijn overwinning op ons!427 Het wettige gezag dat u had," zei hij vernietigend tegen Satan, "over Adam, zijn ras en de hele wereld, is teruggedraaid."

"Wij hebben het wettige en wettelijke recht gehad over "Wij zijn nu 'ongedaan' gemaakt," voegde een ander eraan toe, "omdat u er niet in bent geslaagd Jezus te doden toen Hij nog een jong kind was,428 en u hebt verzuimd Hem te ontmoedigen toen Hij in het openbaar begon te spreken over Zijn opdracht die God Hem had gegeven."

"Hij wimpelde u slechts af," onderbrak vorst Parás, terwijl hij de controle over zijn geselende tong herkreeg en met zijn hand op de grond sloeg. "Toen u hem aanbood hem alle koninkrijken van de wereld en hun heerlijkheid te geven als hij maar neer zou vallen en u zou aanbidden,429 negeerde hij uw zwakke pogingen en volbracht zijn doel, namelijk om Adam en zijn verwanten te bevrijden! Kon u niet zien dat Hij Degene was die kon voldoen aan de wettelijke eisen van het contract, dat noch Adam noch enig van zijn nakomelingen waardig waren om te betalen, omdat zij in strijd met de voorwaarden waren? Jezus vervulde het in alle opzichten. Hij was de rechtmatige en wettige bloedverwant van de Hebreeën, en van David. Hij was een van Adams nakomelingen, doch zonder goddeloosheid of genetisch defect."

"U verzekerde ons," voegde nog een ander er minachtend aan toe, "dat er geen manier zou zijn om het verraad van Adam ongedaan te maken. Uw plan leek feilloos tot dit moment, want nu zijn uw regel en onze regel gebroken. Het is volbracht," zei hij, zijn blik op Satan richtend, die zijn houvast verloor en zich iets naar achteren bewoog door de kracht van de waarheid van de uitspraak.

"Hij heeft zijn opdracht volbracht," zei vorst Parás, "om de schuld te verbreken die Adams daden hadden veroorzaakt op Gods schepping, waarover Hij Adam de leiding had gegeven. Zijn verbeurdverklaring van alle gezag en rechten die God voor eeuwig over de aarde had gegeven, was ons bolwerk.430 Zonder dat kan God nu bezit nemen van dat wat Hem rechtens toekomt! We zijn verdoemd!" jammerde hij hatelijk terwijl het lavameer uitbarstte en vurige lava tientallen meters de lucht in stuurde.

"Stilte!" blafte vorst Yaván, een andere opperbevelhebber. "Satan had gelijk toen hij opstond om ons te bevrijden van de onderdrukking van God. Stel je voor dat jullie nog onder Zijn heerschappij zouden vallen - dan zouden jullie nu aan de voeten van de Adamieten kruipen, zoals onze ruggengraatloze broeders Michael, Gabriël en de rest nu doen. Ze hebben geen vrijheid om te doen wat ze willen. Zij moeten dat ongedierte dienen."

"Jullie begrijpen er niets van," snauwde Satan, terwijl hij naar voren stapte om zijn aanklagers te antwoorden. Zelfs in zijn misvormde gedaante, was zijn aanwezigheid nog steeds indrukwekkend. "Dit is inderdaad een overwinning voor God, maar het is nog lang niet het einde van de weg. We hebben nog een aantal belangrijke stappen te spelen in deze eeuwenoude strijd. Het is Gods verlangen geweest om met de Adamieten van aangezicht tot aangezicht te zijn. Hij weet dat als de sluier valt, de aarde radicale veranderingen zal ondergaan.431

"Daarom hebben wij nog een kans om Gods werk nog teniet te doen voordat Hij Zijn aanwezigheid op de Aarde weer vestigt. God heeft beloofd Zijn eeuwig koninkrijk te geven aan de Hebreeën, degenen die Hij heeft afgezonderd.432 Wat denk je dat er zou gebeuren als zij er niet zouden zijn om het te ontvangen?" vroeg hij retorisch, terwijl hij hen minachtend aankeek.

"De sleutel is de totale vernietiging van de Hebreeërs. Als we ze eenmaal volledig hebben vernietigd, zullen we aantonen dat God een leugenaar is en kan Zijn hele recht om te heersen wettelijk worden aangevochten. God beloofde dat er fysieke, niet-verrezen Hebreeën zouden zijn om het koninkrijk te bewonen om in het land te wonen433 en dat hun dagen zouden zijn als de dagen van een boom, en dat Zijn uitverkorenen, de Hebreeën, lang zouden genieten van het werk van hun handen.434 Als er geen fysieke nakomelingen meer zouden zijn, dan zou de belofte nooit vervuld kunnen worden, en zou God in een impasse zitten."

"Maar," onderbrak vorst Parás onderzoekend, hoewel nog steeds met minachting jegens Satan, "God zal nooit een rechtstreekse aanval op de Hebreeën toestaan, zoals het ook niet mogelijk was Job aan te vallen totdat de ondoordringbare barrière was verwijderd.435 Bovendien heeft God Michaël als hun oppervorst gestationeerd om over hen te waken,436 en hij is een geduchte vijand; iets wat u hebt geleerd bij de dood van Mozes, toen u beiden vochten om Mozes' lichaam. U belasterde nemesis, maar hij durfde geen lasterlijke beschuldiging tegen u in te brengen, maar in plaats daarvan gebruikte hij een groter wapen door God aan te roepen om u te berispen, en u werd gedwongen u terug te trekken. 437 We kunnen de Hebreeërs niet aanvallen en hopen dat wij overwinnen."

"Alsof dat nog niet genoeg was," vervolgde dezelfde rebelse engel die eerder de beschuldigingen onderbrak, "heeft God listig gehandeld door Jezus en zijn onbaatzuchtige en nederige daad." Hij grimaste, onthullend hoe hij hem tot in het diepst van zijn hart verachtte. "Hij integreerde de volken in het gemenebest van de Hebreeërs."438 Dit was iets wat ons voorheen niet was geopenbaard! Het was duidelijk dat God een voorkeursbehandeling had gegeven door de Hebreeën uit te kiezen tot Zijn volk, Zijn bijzondere schat,"439 zei hij sarcastisch.

"En maakte hen tot Zijn erfdeel,"440 zei vorst Parás, geërgerd door de onderbrekingen van de anderen, "vóór de grondlegging van de wereld".441 Wij weten hoe Zijn Kronieken letterlijk gevuld zijn met passage na passage van dergelijke verklaringen. Nogmaals, u hebt niet voorzien hoe God van plan was niet alleen de Hebreeën een deel te geven in het komende tijdperk, maar ook nu al de Adamieten," zei hij afkeurend.

"Het geheimenis, dat de volkeren mede-erfgenamen zouden zijn van hetzelfde lichaam en deelgenoten van Zijn belofte, was in God verborgen. Pas nu is het ons geopenbaard door dit nieuwe gemenebest van de Hebreeën, waar de volken die eens verre buitenstaanders waren van het gemenebest en vreemden van de verbonden der belofte, zonder hoop en zonder God - nu zijn binnengehaald door de levenskracht van Jezus",442 zei hij minachtend.

"Uw gebrek aan voorstellingsvermogen is de bron van uw brutaliteit," antwoordde Satan, verontrust door hun ongehoorzaamheid. "Gods blijvende genegenheid voor de Adamieten en Zijn bevoorrechting van de Hebreeën zullen Zijn ondergang worden. Zien jullie niet de overduidelijke zwakheid die wij ten volle zullen uitbuiten?" daagde hij uit, terwijl hij vorst Parás venijnig aanstaarde, die het waagde zijn wijsheid in twijfel te trekken. "Uw stilzwijgen is welkom, en nu zie ik dat u een kleine opfrissing in de geschiedenis nodig hebt," spotte hij. "U herinnert zich Bileam, de ziener, zoon van Beor uit het land Pethor, de profeet die de Hebreeën niet kon vervloeken toen hij naar het land Moab werd gebracht, omdat God een zegen op hen had gelegd die niet verbroken kon worden.443 Bileam kon hen dus niet vervloeken, hoeveel goud en schatten hem ook werden aangeboden. God heeft een onherroepelijke belofte gedaan aan Abraham en zijn zonen444 en niets wat wij kunnen doen zal die belofte ooit ongedaan maken.445

"Ik hoop, leerlingen," vervolgde hij zijn hoongelach, "dat u zich nu het antwoord herinnert; Bileam deelde Balak mee dat als hun jonge vrouwen de zonen van de Hebreeën gingen verleiden om riten uit te voeren in hun tempels, God zelf de haag van bescherming zou weghalen; dan zouden zij gemakkelijk voor hun vijanden vallen.446 U ziet, Bileam werd verhinderd hen te vervloeken ... maar hij was in staat hen ertoe te brengen zichzelf te vervloeken.

"Daarom, stelletje hersenloze halve garen, is dit onverwachte nieuwe paradigma van de Hebreeën en de naties als gelijken in termen van hun herstel in het komende tijdperk, ongeacht hun verschillende rollen,447 in feite de sleutel voor ons om de Hebreeën zegevierend omver te werpen. Het enige wat wij hoeven te doen is de naties en volkeren ervan overtuigen dat zij niet slechts geïntegreerd zijn in het gemenebest van de Hebreeën, maar er feitelijk een vervanging van zijn."448 Hij grinnikte. "Als dat zaad van tweedracht eenmaal is geplant," grinnikte hij weer om zijn eigen verbeelding, "zal het ontkiemen in haat en uiteindelijk vervolging van het volk dat God heeft uitgekozen om in het centrum van Zijn koninkrijk te staan.449 Ziet u, terwijl wij de oogappel van God in feite niet kunnen aanraken, kunnen de naties die in het gemenebest zijn gekomen, die zijn geïntegreerd met de Hebreeën, in feite Zijn oog uitsteken als zij de Hebreeën vernietigen. Zij zullen er zelfs van overtuigd zijn dat zij daarmee Gods wil doen," zei hij in detail, terwijl hij de waarheid van zijn uitspraken richtte op de Wachters die hen uitdaagden. De kracht van de waarheid van zijn woorden sloeg hen omver.451 Zij herstelden zich langzaam en stonden op. Satan glimlachte tevreden.

"Niet alleen zullen dergelijke acties dienen om de Hebreeën te verzwakken en te vernietigen," vervolgde hij, "maar na verloop van tijd zullen de zonen en dochters van de Hebreeën452 worden verstoten door de naam van Jezus zelf, omdat het in Zijn naam zal zijn dat er grote wreedheden zullen plaatsvinden, dankzij het zaad van tweedracht dat wij zullen zaaien. Onze krachtige tegenmaatregel is de wereld tegen de Hebreeërs te keren. Wanneer zij zijn uitgeschakeld zal er geen begunstigde zijn om de legaten in het testament te ontvangen.453

"U moet gaan, zoals in vorige tijden, en de mensen die in het gemenebest zijn gebracht vleien, zodat zij zich beroemen en verbeelden dat zij de wortel steunen, terwijl in feite de wortel hen steunt.454 Onze eerste stap zal zijn hen aan te moedigen te geloven dat God klaar is met de Hebreeën die Hij jaren tevoren heeft uitverkoren, ondanks Zijn anderszins duidelijke verklaringen.455 Wij zullen hen er dan van overtuigen dat zij, de naties, de Hebreeën hebben vervangen456 en als zij daar eenmaal van overtuigd zijn, zullen zij zichzelf zien als degenen die God heeft uitverkoren. Met die premisse zullen zij logischerwijs concluderen dat Gods uitverkiezing niet slechts een uitnodiging is om vooraan te staan in Zijn koninkrijk,457 maar een zaak is van eeuwig leven. Hun logica volgend, zullen zij ervan overtuigd zijn dat hun uitverkiezing betekent dat God sommigen heeft uitverkoren om het eeuwige leven te ontvangen en anderen, automatisch, zonder eigen beslissing of handeling, om vernietigd te worden in de vurige stroom van God.458 Als deze overtuigingen eenmaal wortel hebben geschoten, dan zal het slechts een kwestie van tijd zijn totdat de naties het er volkomen over eens zijn dat de Hebreeën een kankergezwel en een plaag zijn die uitgeroeid en van de wereldkaart geveegd moet worden. Als die dag komt, zullen wij de oproep beantwoorden," zei Satan terwijl hij genoot van de sluwheid van zijn plan. "Ik kan proeven van de vitaliteit van de levenskracht van de Hebreeërs die zal worden vergoten in de naam van Jezus, maar eigenlijk ter ere van ons vóór onze uiteindelijke overwinning. Dat plan getuigt van verbeeldingskracht!" verklaarde hij, terwijl hij vorst Parás streng aankeek.

Alle rebellen lachten gulzig en instemmend om het verraderlijke plan van hun leider. "U bent het waard, Heer Satan," zei vorst Parás terwijl hij voor zijn voeten viel en alle anderen met hem mee schreeuwden.

Satan keek de anderen minachtend aan. "Wanneer deze nieuwe waarheid," dacht hij bij zichzelf, "dat God klaar is met de Hebreeën en hen vervangen heeft door de 'volken', stevig verankerd is, en wanneer de Hebreeën terug zijn in hun land, dan zal ik de volgende fase van mijn plan ten uitvoer brengen - mijzelf voordoen als de Beloofde zelf."

Voetnoten

426 Johannes 12:31; 14:30; 16:11; Dan 10:13, 20; Job 1:6, 7
427 Heb 9:16, 17; Kol 2:14-15
428 Mat 2:16
429 Mat 4:1-11
430 Johannes 12:31; 14:30; 16:11
431 Exod 33:11; Lev 26:12; Num 12:8; Mat 5:8, 18:10; Rom 8:19-22; 1Cor 13:12; 1Joh 3:2; Openb 6:14, 7:14, 21:3, 22:4, 2Pet 3:10, Jes 34:4
432 Dan 7:18; Jes 60:14
433 Jesa 65:9
434 Jesa 65:22
435 Job 1:12, 2:6, 1:10
436 Dan 12:1
437 Judas 1:9
438 Rom 11:19, Ef 2:19
439 1Kr 16:13; Ps 33:12, 105:6, 43, 135:4; Jes 45:4, 65:9, 22; Deut 14:2
440 Exod 15:15, 19:5, 34:9; Deut 4:20 7:6, 9:26
441 Ef 1:4 Zie mijn laatste artikel Waarom God calvinisten niet heeft uitverkoren, deel twee
442 Ef 3:6-10; 2:12, 13, 19; 3:11
443 Gen 12:1-2
444 Rom 11:29; Gen 15
445 Num 22:12, 18, 35; 24:10-13; Deut 23:5
446 Num 24:14, 31:16; Mic 6:5; Openb 2:14
447 Rom 2, Ef 2:12
448 Rom 11:1-2, 16-24
449 Dan 7:18; Duet 28:13; Jes 62:7
450 Hij werd juist bevonden door de leer van Chrysostom Augustinus en anderen die leerden dat de Hebreeën Gods uitverkiezing hadden verspeeld en dat de volken, die in het gemenebest van Israël waren gebracht, in de plaats van de Hebreeën waren gekomen! Na verloop van tijd vervolgden de volken Gods volk in de naam van Hem, die gekomen was om hen te herstellen. De Bijbel staat vol met passages waarin God zei dat Hij zijn volk Israël nooit zou verlaten (1Sam 12:22; Ps 94:14; Jer 31:35- 37), dat Hij had uitverkoren en voorbestemd. (Rom 11:1-2; 1Pet 1:2) Er is ook een overvloed aan bewijs buiten de Bijbel dat aantoont hoe Lucifer in staat was de volken die een relatie met Jezus beleden, er subtiel van te overtuigen dat zij de Hebreeërs hadden vervangen. Kijk maar eens op Voorwaardelijk Voorrecht door Calvijn 451 Dan 10:13
452 Johannes 1:11
453 Heb 9:16, 17

Bron: Store | DouglasHamp.com: Checkout