www.wimjongman.nl

(homepagina)


DEEL 1: DE GROTE DRAAK KRIJGT HEERSCHAPPIJ OVER DE AARDE

Beschadigde beeltenis 2

()

HOOFDSTUK 5: VERDEELDE SATAN DE RIJKEN VAN HEMEL EN AARDE

Voordat Adam van de verboden vrucht at, waren de hemelse (geestelijke) dimensie en de aardse dimensie één rijk - één domein, één vlak van bestaan waarin God, engelen en mensen openlijk met elkaar communiceerden en betrekkingen onderhielden; er was geen scheiding tussen het geestelijke rijk en het fysieke rijk. Er was perfecte compatibiliteit en overeenstemming tussen hen, een idee dat ook gevonden wordt in de Mesopotamische literatuur: "De hemel sprak met de aarde. De aarde sprak met de hemel."95 God wandelde in de tuin en de mens was in staat om naar zijn gezicht te kijken en Gods vuur en bliksem te verdragen. (Zie Bijlage 2 Engel Vrije wil).

( )

Figuur 16. Tuin van Eden in Aardse en Hemelse Domeinen.

De overtreding van de mens bracht verval, degeneratie en dood. Gods volmaaktheid en het gevallen fysieke, aardse rijk werden onverenigbaar. Nu zou Gods vurige aanwezigheid de grond verschroeien, zoals toen Hij neerdaalde op de berg Sinaï (Ps.97:5). Op dezelfde manier zullen de elementen smelten wanneer Jezus terugkeert (2Pt. 3:10). Nu kon de mens Gods aangezicht niet meer zien en leven. De Hof van Eden, waar God, engelen en de mens samen konden zijn, was verdwenen. Open, ongeopenbaarde gemeenschap werd onmogelijk.

Deze scheiding van hemel en aarde veroorzaakt door Satan (Enlil) werd opgetekend door de oude Sumeriërs. Samuel Kramer merkt op: "Anu (de scheppergod) droeg de hemel weg, terwijl Enlil de aarde wegdroeg en de meeste van An's krachten overnam."96 Evenzo voegt Xianhuan Wang toe: "Enlil ... werd op ongeveer hetzelfde moment kosmologisch beschouwd als de godheid die de hemel van de aarde scheidde en de aarde van de hemel."97

Toen God in de koelte van de avond in de Hof kwam, waren Adam en Eva gedwongen zich te verbergen. Waarom? Het eerste teken van ontkoppeling was dat zij zich realiseerden dat zij naakt waren. Zij waren bekleed met licht, zoals God zich bekleedt "met licht als met een kleed" (Ps 104:2). Zij merkten dat de gloed waarmee zij voorheen waren bekleed aan het vervagen was; hun biofotonen [straling] begonnen af te nemen, een concept dat ik diepgaand heb onderzocht in Corrupting the Image, Vol. 1.

Deze realiteit werd getoond nadat Mozes veertig dagen met God had doorgebracht en toen hij van de berg kwam, "wist hij niet dat de huid van zijn gezicht glansde, terwijl hij met Hem sprak" (Exod 34:29). Toen de gemeente hem zag, "straalde de huid van zijn gezicht, en zij waren bevreesd bij hem in de buurt te komen" (Exod 34:30), wat Mozes ertoe bracht "een sluier over zijn gezicht te leggen" (Exod 34:33). Paulus vertelt ons dat Mozes "een sluier over zijn gezicht legde, opdat de kinderen Israëls niet gestadig konden zien naar het einde van wat voorbijging" (2Kor 3,13). Dat wil zeggen, de glans in zijn gezicht begon te verdwijnen. Zodra Adam en Eva dus een overtreding begingen, deed de dood zijn intrede i hun lichaam en verbrak de verbinding met God. Satans laster, die tot hun overtreding leidde, zette een keten van gebeurtenissen in gang die hen en de hele schepping trof.

DE GROND IS VERVLOEKT

God vervloekte de grond niet vanwege Adam; zoals een verslaggever presenteerde Hij eenvoudigweg het gevolg van de degeneratieve verval-dood reactie die Adam teweegbracht (Gen 2:17). God zei: "Vervloekt is de grond om uwentwil" (Gen 3:17). Het Hebreeuwse woord "om uwentwil," is ba'avurecha [ַֹֽב ֲעבוּ ִ֔רך]. Het komt van de wortel, ayin, beth, resh [עבר]. Het is dezelfde wortel als het woord: Hebreeuws. Het betekent oversteken, passeren. TWOT definieert het als volgt: "Vanwege, voor, met de bedoeling dat, om -'s, wil."98

De TWOT verklaart Adams relatie met de aarde:

"ădāmâ. Grond, land, planeet. Oorspronkelijk betekende dit woord de rode landbouwgrond ... De Bijbel maakt veel melding van de relatie tussen de mens ('ādām) en de grond ('ădāmâ). Aanvankelijk maakte God de 'ādām uit de 'ădāmâ om de 'ădāmâ te bewerken (Gen. 3:23, om leven voort te brengen). De 'ădāmâ was Gods bezit en stond onder Zijn hoede (Gen. 2:6). De eerste 'ādām (de mens, Adam) en zijn gezin moesten dus optreden als Gods dienaren door Hem te gehoorzamen in het onderhouden van de door God gewijde en bedoelde verhoudingen in verticale en horizontale zin. Zolang deze toestand in stand werd gehouden, zorgde God ervoor dat de 'ādāmâ zijn vruchtbaarheid (zegen) aan 'ādām gaf. Toen kwam de zonde. De eenheid 'ādām (Adam en Eva; zie ook (Rom. 5:12) schond de geschapen structuur. De 'ādāmâ bracht voortaan doornen en distels voort in plaats van vrijelijk vrucht te geven (Gen 3:17). Omdat 'ādām de paradijselijke leven voortbrengende toestand had verstoord, werd hij van de paradijselijke 'ădāmâ verdreven en veroordeeld om naar de 'ădāmâ terug te keren (Gen. 3:19). Hij werd erheen gedreven in plaats van dat het hem gegeven werd."99

God schiep Adam uit de adamáh; Adam was de aarde- mens, het federale hoofd van de schepping. Adam en de adamáh waren fysiek met elkaar verbonden en dus waren hun lotsbestemmingen met elkaar verbonden. Toen Adam van de vrucht at, kwam de dood, de degeneratie en het verval op Adam en op de aarde en de materiële kosmos ook. Verval doordrong de hele schepping van de onzichtbare wereld van cellen en DNA tot in alle dieren, vogels en vissen die God had gevormd uit de adamáh. 100 De degeneratie begon in alle levende en niet-levende materie; de atomen van elke boom, bloem, grasspriet, rots, berg, planeet en ster. De complete samenstelling van alle fysieke schepping werd onverenigbaar met Gods vurige aanwezigheid.101

( )

Figuur 17 Het vrijkomen van een alfadeeltje.

Degeneratie van rotsen is waargenomen wanneer alfadeeltjes ontsnappen, waardoor ze licht radioactief worden. Kernfysicus Dr. Robert Gentry heeft meer dan 100.000 verkleuringen in mineralen onderzocht en ontdekte een proces van verval dat dicht bij de vorming van de Aarde plaatsvond in granietrotsen over de hele wereld. Hij schrijft dat "in sommige dunne monsters van bepaalde mineralen, met name mica, er ... concentrische donkere en lichte cirkels kunnen worden waargenomen."102 Hij beschrijft hoe radiohalo's, die geëtst zijn in graniet, het grondgesteente van de Aarde, "prachtige microsferen van kleuring, halo's zijn, geproduceerd door het radioactieve verval van primordiaal polonium, waarvan bekend is dat het slechts een vluchtig bestaan heeft."103 (Zie Figuur 17 hierboven). Tijdens een interview met Research Communications Network in 1997 zei Dr. Gentry: "Sommige halo's ('polonium' halo's) impliceren een bijna onmiddellijke kristallisatie van het oergesteente van de Aarde: en deze kristallisatie moet gelijktijdig hebben plaatsgevonden met de synthese/schepping van bepaalde elementen."104

Dr. Gentry's werk suggereert sterk dat de Aarde van een perfecte en "vervalloze" staat naar een staat van verval ging, zeer snel en vroeg in de geschiedenis van de planeet. Omdat God de aarde en alles daarop herhaaldelijk goed verklaarde (Gen 1:10, 12, 18) in elke fase van haar schepping en dan zeer goed bij haar voltooiing (Gen 1:31), kwam het proces van dood, verval en degeneratie (radioactiviteit) tot stand vanwege Adam, omdat de hele schepping het lot van Adam deelt: toen Adam viel, viel de schepping; als Adam (de mensheid) hersteld is, is de schepping ook hersteld. Dit is waarom Paulus zei:

Want de vurige verwachting der schepping wacht reikhalzend op de openbaring der zonen Gods. Want de schepping is onderworpen aan de nutteloosheid, niet vrijwillig, maar vanwege Hem die haar onderworpen heeft in hoop; omdat de schepping zelf ook zal worden bevrijd uit de slavernij van het verderf tot de heerlijke vrijheid van de kinderen van God. Want wij weten, dat de ganse schepping zucht en met barensweeën tezamen zwoegt tot op heden (Rom 8:19-22) (nadruk mijnerzijds).

BDAG Grieks-Engels lexicon definieert "corruptie" (Grieks woord phthora φθορά) als een "afbraak van organisch materiaal, ontbinding, verslechtering, corruptie". Een term die het idee van "slavernij van corruptie" inkapselt is degeneratie. Door de zondeval verkeert de aarde zelf nu in een staat van degeneratie, terwijl zij voorheen generatief was.

De Aarde verlangt er nu naar om bevrijd (niet vernietigd) te worden in de glorieuze vrijheid van de zonen van God (Rom 8:19-22), die zal plaatsvinden in samenhang met de opstanding en de wederkomst van Jezus, wanneer de zonen van God (gelovigen) hun nieuwe lichamen ontvangen. Het bederf (corruptie) dat in de aarde latent is, zal worden omgekeerd, zodat wij zullen leven op dezelfde bol vuil die God in het begin schiep. Het voorhangsel in de tabernakel was een kopie van de dingen in de hemel (Hebr. 8:5). Het scheuren van het eerste voorhangsel (niet in het heilige der heiligen) is een beeld van het letterlijke voorhangsel dat zal worden gescheurd (Jes 64:1) en opgerold (Jes. 34:4; 2Pt. 3:10).

HET VOORHANGSEL TUSSEN HEMEL EN AARDE

Nadat God de gevolgen van de daden van de mens had aangekondigd, moest God Zich verwijderen van zijn eigen schepping, opdat zijn vuur niet zou vernietigen.105 Deze verwijdering is wat de Schrift het voorhangsel noemt. Het is iets wat de grens markeert tussen ons aardse, fysieke domein en het spirituele domein. Jesaja sprak voor het eerst over de verwijdering ervan:

"En Hij zal op deze berg vernietigen het oppervlak van de bedekking die over alle mensen is geworpen, en het voorhangsel dat is uitgespreid over alle naties. Hij zal de dood voor eeuwig verzwelgen, en de Here GOD zal de tranen van alle aangezichten afwissen" (Jes. 25:7-8).

Ook de profeet Jesaja treurde: "Och, dat Gij de hemelen zoudt verscheuren en nederdalen" (Jes. 64:1). Wat het voorhangsel ook is, het kan gescheurd en verwijderd worden. Er zijn vier andere verschillende plaatsen waar het voorhangsel (de hemel) werd geopend:

  • Ezechiël: "Ik zag dat de hemelen geopend werden en ik zag visioenen van God" (Ezechiël 1:1).
  • "Jezus steeg op ... en de hemelen werden voor Hem geopend" (Matt. 3:16).
  • Stefanus: "Ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen staande aan
    de rechterhand van God!" (Handelingen 7:55-56).
  • Johannes: "Ik zag de hemel geopend ... Jezus zittend op een wit paard" (Openb. 19:11).

Gelaagde technieken in animatie kunnen ons helpen de scheiding te visualiseren. In de afbeelding van Figuur 18 zijn er vier verschillende cel lagen (celanimatie is de kunst om 2D animatie met de hand te maken106 De superpositie van de cellen creëert het samengestelde beeld voor het geanimeerde verhaal. Voor de zondeval van Adam en Eva werden de hemelse of geestelijke laag en de aardse laag over elkaar heen gelegd, waardoor een gemeenschappelijk samengesteld beeld ontstond. Na de zondeval kunnen degenen onder ons in de aardse laag niet langer in de hemelse laag kijken. Wanneer Jezus terugkomt, zullen de lagen weer in elkaar overgaan.

( )

Figuur 18 Animatie in lagen.

( )

Figuur 19. Vergelijking van Hemelse en Aardse dimensies.

Zo zagen Adam en Eva hoe de sluier zich sloot als een groot gordijn, en het rijk erachter werd aan hun zicht onttrokken. Ruimtelijk had er zich niets bewogen; de rijken lagen boven elkaar, maar dimensionaal gescheiden door een sluier, als een membraan, dat de doorgang tussen de domeinen versperde. God moest hen uit de hof verdrijven en een barrière plaatsen voor de boom des levens, opdat zij er niet van zouden nemen en eeuwig in hun gevallen staat zouden leven (Gen. 3:23-24). De mensheid heeft de hele wereld afgezocht en die boom is nergens te vinden, omdat hij niet bestaat in ons rijk of onze dimensie, dat is ons bestaansvlak. Sinds die tijd bestaat de kosmos uit twee rijken - het ene waarin wij leven, en het andere waar wezens van de geest leven en waar Gods aanwezigheid openbaar is. Het ene rijk splitste zich in tweeën: de aardse dimensie is wat Satan regeert, hij is de god van deze wereld; de hemelse of geestelijke dimensie is waar God regeert. (God regeert over alles, natuurlijk, maar Satan heeft gezag in het aardse rijk).

Toen de Tuin en het hemelse domein voor hun ogen verdwenen als een boekrol die voor hun ogen werd ontrold,107 was dit misschien de eerste keer dat hete tranen over hun wangen stroomden over hun wangen; het zou ook de laatste keer zijn dat zij zouden zien 108

DE SLUIER BEPERKT SATAN

Het sluiten van het voorhangsel beschermt niet alleen de schepping tegen Gods vurige aanwezigheid, maar het beperkt ook Satans toegang tot dit domein in hoge mate. Satan en zijn rebellen kunnen ons nog steeds zien,109 en hun nabijheid kan worden gevoeld (Job 4:15). Zij kunnen de mens met ziekten treffen en het weer beheersen (Matt 8:16, 24), zoals we later in detail zullen onderzoeken. Zij zijn in staat meer toegang te krijgen door occulte seances, bloedoffers (ter ere van hen), drugs, en misschien onder andere omstandigheden voor korte duur. De communicatie van Satan tussen de rijken is echter zeer beperkt. We zullen zien hoe hij en zijn rebellen ernaar zullen blijven streven om de communicatie in stand te houden en de poorten van Hades te openen.

God wil het hemelse rijk herenigen met het aardse rijk, zodat wij met God kunnen wandelen en gemeenschap met Hem kunnen hebben en de genoegens aan zijn rechterhand kunnen genieten. Satan wil de dag verhinderen waarop Jezus de hemelen en zijn hemelse tabernakel opent, zodat vuur op de aarde neerdaalt. Jezus verlangde naar die dag toen Hij zei: "Ik ben gekomen om vuur te zenden op de aarde, en hoe zou ik wensen dat het al aangestoken was!" (Lucas 12:49). Wanneer Jezus terugkomt, "zal Hij op deze berg het oppervlak vernietigen van de bedekking die over alle mensen is geworpen, en het voorhangsel dat over alle volken is uitgespreid" (Jes. 25:7). De hemel zal zich terugtrekken als een boekrol (Openb. 6,14), de sluier tussen hemel en aarde, tussen ons domein en dat van God, zal verdwijnen en de twee dimensies zullen weer één worden.

Voetnoten:

95 De Xianhua Wang Metamorfose van Enlil in Vroeg Mesopotamië Pg. 152
96 Kramer, Samuel Noah The Sumerians The University of Chicago Press, Chicago, 1963. Pg. 37-41.
97 Krebernik transcribeerde Obv. Kol. 2 regels 5-9 van IAS 113 als, "UDKIŠ.NUN GAL nu- nám-NAGAR GAL du11-TUKU DU6-GAG-GAG UD UNU-ta LAGAB ki UD-ta LAGAB, as dEn-líl en nu-nam-nir en du11-ga nu-gi4-gi4 an ki-ta bad ki an-ta bad" Xianhua Wang The Metamorphosis of Enlil in Early Mesopotamia. Pg. 100.
98 TWOT 'ābûr is een voorzetsel en voegwoord dat altijd wordt gebruikt met het voorvoegsel bĕ om oorzakelijke, doelgerichte en resulterende relaties uit te drukken in overeenstemming met de betekenissen van de grondterm 'ābar "beweging van het een naar het ander," zoals van doel (of oorzaak) naar verwezenlijking (of resultaat).
99 TWOT Adama
100 Gen 2:19
101 Jes. 30:33; Ezech. 1:26-27; Dan. 7:9, 10
102 R. V. Gentry, Annual Review of Nuclear Science 23 (1973), pg.347.
103 www.halos.com/index.htm.
104 Ibid.
105 Ex 19:18; Deut 4:11; Ps 97:3-5, 104:32, 144:5; Dan 7:9-11.
106 https://conceptartempire.com/cel-animation/
107 Jes. 34:4; Openb. 6:14.
108 Lucas 3:38; Johannes 1:18, 6:46; 1Johannes 3:2
109 2Kgs 6:17

Bron: Did Satan Divide the Realms of Heaven and Earth? | DouglasHamp.com