www.wimjongman.nl

(homepagina)


Beschadigde beeltenis 2

Bijlage 1: Gevallen engelen en demonen

Onreine en boze geesten, demonen en gevallen engelen zijn in werkelijkheid allemaal dezelfde soort wezen. De term "gevallen engel" bestaat niet in de Bijbel; het is een term die wij gebruiken om een onderscheid te maken tussen God's heilige en goede engelen en de opstandige engelen die Satan dienen.459 Engel betekent gewoon "boodschapper". Het Theologisch Woordenboek van het Nieuwe Testament legt de betekenis van "demon" uit:

daímōn als een term voor goden en goddelijke machten. Op dit gebied zijn verschillende betekenissen te onderscheiden: a. "god", b. "mindere godheid", c. "onbekende bovenmenselijke factor", d. "wat ons achterhaalt", b.v. de dood, of goed of kwaad fortuin, e. "beschermende godheid."460

We hebben verhalen over goede engelen, en we zien ook verwijzingen naar slechte engelen zoals blijkt uit Openbaring: "Michaël en zijn engelen vochten met de draak, en de draak en zijn engelen vochten" (Openb. 12:7). Wij noemen de engelen van Satan gevallen engelen.

Door de Bijbel en de oude literatuur heen zien we dat gevallen engelen demonen zijn die zich als goden voordeden om met mensen te communiceren en hen te beheersen. Toen Paulus omging met "bepaalde Epicurische en Stoïcijnse filosofen ... zeiden sommigen ... 'Hij schijnt een verkondiger van vreemde goden [δαιμονιων daimonion] te zijn,' omdat hij hun Jezus en de opstanding verkondigde" (Handelingen 17:18). De filosofen dachten dat Paulus tot hen sprak over andere goden, vergelijkbaar met Zeus of Apollo, maar het Griekse woord hier voor "goden" is daimonion-demonen.

Mozes gebruikte zeer vergelijkbare taal in zijn afscheidsrede:

Zij offerden aan demonen, niet aan God, aan goden die zij niet kenden (Deut 32:17). Zij dienden hun afgoden, die voor hen een strik werden. Zij offerden zelfs hun zonen en hun dochters aan demonen [lasheddim ל ֵ ֵּֽׁש ִדים - tois daimonios τοις δαιμονιοις] (Ps 106:36-37).

BDAG legt uit hoe demon (δαιμον) "in het algemeen verwijst naar machtige entiteiten ... Na de tijd van Homerus betekent het bijvoeglijk naamwoord, δαιμόνιος alles wat 'uit de hemel gezonden' is of 'dat wat goddelijk is'."461 Gebaseerd op de literatuur, konden demonen goed of slecht zijn. Philo in zijn geschrift Over de reuzen zegt:

En toen de engelen Gods de dochters der mensen zagen, dat zij schoon waren, namen zij zichzelven vrouwen van allen, die zij verkozen. Deze wezens, die andere filosofen demonen noemen, Mozes noemt hen gewoonlijk engelen (Nadruk mijnerzijds).462

Volgens Philo zijn demonen en engelen werkelijk één en dezelfde. Wanneer we spreken over engelen, demonen en de zogenaamde goden, hebben we het over dezelfde soort entiteiten. Het Bridgeway woordenboek bevestigt "opstandige, of gevallen engelen zijn verschillend bekend als demonen, boze geesten, geestelijke heerscharen van goddeloosheid, vorstendommen, machten, heersers, autoriteiten, kwade geestelijke krachten, kosmische machten van het kwaad, en engelen van de duivel."463 Deze maken allemaal deel uit van de algemene klasse van boodschapper (engelen) die God in het bestaan sprak, volgens Psalm 148:2,5.

De etymologie van het woord demon "stamt waarschijnlijk af van de wortel δαιω, 'verdelen (lotsbestemmingen)'. Het woord zou dus iemands 'lot' of 'bestemming' kunnen aanduiden, of de geest die iemands lot beheerst."464 Dit komt volledig overeen met Enlil van wie werd gezegd dat hij "degene was die het lot bepaalde,"465 en die de houder was van de Tafel van Verdienste. In Psalm 95:5 interpreteert de Septuagint elilim (afgoden, en verwant aan Enlil) als demonen:

De nationale godheden van andere volkeren, in het Hebreeuws afgoden "elilim" genoemd, worden "demonen" ("Alle goden der volkeren zijn demonen"); in LXX Deut 32: 17 worden de buitenlandse godheden die Israël aanbad, in de Hebreeuwse tekst correct omschreven als šedim (voogdijgeest), opnieuw "demonen" genoemd ("'Zij offerden aan demonen en niet aan God"; vgl. LXX Ps 105:37; Bar. 4:7).466

Wij herinneren eraan dat elilim verwant is met het Akkadische woord, Illil, en het Soemerische Enlil, Heer Wind. De Schrift zegt ons dus dat afgoden meervoud "Enlils" zijn, en we weten dat Enlil Satan is, die een gevallen engel is. Het Theologisch Werkboek van het Oude Testament legt uit dat "het Hebreeuwse shēd in verband moet worden gebracht met het Babylonische woord shêdu, een demon die ofwel goed ofwel kwaad is. In heidense godsdiensten is de scheidslijn tussen goden en demonen niet constant. "467 Dit verklaart nu waarom wij in het Nieuwe Testament naar demonen verwijzen als naar "onreine geesten" om onderscheid te maken tussen de engelen die "hun eerste erfdeel behielden" en zij die in opstand kwamen.

We zien het gebruik van sheddim als goden waar God Elia opdroeg de koning van Samaria te tuchtigen toen deze de hulp inriep van "Baäl-Zebub, de god van Ekron" (2 Kon 1:3), die overigens bekend stond als een Rephaïm. "Baäl Zebub ... 2 Kon 1 is de genezende godheid ... "Prins, heer van de onderwereld" in Ugaritische teksten (zbl b'l arș) verwijst naar Baäl als een chthonische genezergod."468 Deze zelfde (valse) god Beëlzebub wordt specifiek "de heerser van de demonen" genoemd (Matt 12:24). Jezus identificeert hem als niemand anders dan Satan (Matt 12:26).

In LXX Jes 65: II daimon renders the Hebrew name of the pagan god of Fortune (- Gad), where the Israelites are said to have been "preparing a table for the demon". This conception of table fellowship with pagan gods who are in reality demons carries over into the New Testament: Paul warns the Corinthian Church that they may not eat sacrificial meals in pagan temples, for "that which the Gentiles sacrifice, they sacrifice to demons", meaning, for Corinth, the Greek gods Asclepios, Sarapis, and especially Demeter.469

Er is dus geen onderscheid tussen gevallen engelen, demonen en onreine geesten. Het zijn gewoon verschillende titels die dezelfde algemene categorie van wezens beschrijven. Wij erkennen natuurlijk dat er binnen deze algemene categorie subklassen van wezens zijn, zoals de cherubs.

Bovendien wordt elk verondersteld onderscheid tussen gevallen engelen en demonen, zoals de bewering dat zij de geesten zijn van de gestorven Nephilim, niet ondersteund door de bijbelse, taalkundige en oude tekstuele bewijzen. Als een heel ras van wezens volkomen verdorven geboren zou zijn, zonder eigen schuld of keuze, dan zouden zij noodzakelijkerwijs tot de eeuwige verdoemenis worden veroordeeld, alleen maar omdat zij geboren zijn.470 God heeft echter al zijn voelende wezens geschapen met een vrije wil en zelfbeschikking (Zie Bijlage 2 Engelen Vrije Wil).

Voetnoten

459 Origen tells us that the Church had no clearly defined teaching on their genesis; his view was that the Devil, after becoming apostate, induced many of the angels to fall away with him; these fallen angels were the demons (De Prine. pref. 6; Tatian, Adv. Gr. 20; cf. Rev 12:4). CF The Dictionary Of Deities And Demons In The Bible, Eds. K. Van Der Toorn, Bob Becking And Pieter W. Van Der Horst (Boston, 1999). Demonen blz. 238
460 Theological Dictionary of the New Testament - Abridged Edition – demonsTheologisch woordenboek van het Nieuwe Testament - Verkorte uitgave - demonen
461 BDAG: δαιμον
462 Philo, Over de reuzen, II, 6
463 Bridgeway Dict: Demons
464 The Dictionary Of Deities And Demons In The Bible, Eds. K. Van Der Toorn, Bob Becking And Pieter W. Van Der Horst (Boston, 1999). Demonen Pg. 238
465 The Electronic Text Corpus of Sumerian Literature (http://etcsl.orinst.ox.ac.uk/section4/tr4051.htm)
466 The Dictionary Of Deities And Demons In The Bible, Eds. K. Van Der Toorn, Bob Becking And Pieter W. Van Der Horst (Boston, 1999). Demonen Pg. 238
467 Theologisch Werkboek van het Oude Testament Schuur. We weten dat Shedu een godheid is vanwege het DINGIR symbool. Zie: University of Pennsylvania Sumerian lexicon: "šedu [SPIRIT] ... [[dšedu2]]...Akk. šēdu "beschermende godheid." http://psd.museum.upenn.edu/nepsd-frame.html De Kerk is nu Israël: De overdracht van Charles D. Provan. ISBN 978-1-879998-39-1.
The Church Is Israel Now: The Transfer of Charles D. Provan. ISBN 978-1-879998-39-1.
468 Amar Annus, The God Ninurta in the Mythology and Royal Ideology of Ancient Mesopotamia, State Archives of Assyria Studies, Volume XIV Helsinki 2002. book 3 Pg. 142.
469 The Dictionary Of Deities And Demons In The Bible, Eds. K. Van Der Toorn, Bob Becking And Pieter W. Van Der Horst (Boston, 1999). Demonen Pg. 238
470 The Dictionary Of Deities And Demons In The Bible, Eds. K. Van Der Toorn, Bob Becking And Pieter W. Van Der Horst (Boston, 1999). Demonen Pg. 238 merkt op "Volgens Justin Martyr werden 'de engelen ...' 'in de ban gehouden door liefde voor vrouwen en verwekten kinderen die demonen worden genoemd' (2 Apol. 5; vgl. Gen. 6: 1-4; I Henoch 6- 21: Job. 4:22; 5: Iff.; Judas 6)." Justin Martyr dacht blijkbaar dat zulke geesten (demonen) een nieuwe klasse van wezens waren, maar zo'n leer is niet in overeenstemming met Gods karakter.

Bron: Store | DouglasHamp.com: Checkout