(homepagina)

De “Palestijnen”

April 2013 | door Wayne Bedwell

De meeste bekeerde christenen en religieuze Joden zijn geïnteresseerd in Israël. Waarom deze interesse in Israël? Wel dat is waar de Bijbel over spreekt. Dat is het waar God op is gefocust. Terwijl het Nieuwe Testament steden en kerken in Griekenland en Turkije en Rome noemt, beperkt het Oude Testament zich vrijwel tot wat we nu Israë noemen. Dit land en het omringende Midden-Oosten heeft nu de focus van veel nieuwsberichten en commentaren, reeds lange tijd. Maar er bevinden zich ook twee zogenaamde Palestijnse regeringen op Israëlisch grondgebied: Eén op de Gazastrook, en de andere op de zogenaamde Westelijke Jordaanoever, Samaria en Judea. Waarom gebeurde dit?

In 1948 werd na bijna 2000 jaar de Joodse staat hersteld. Sinds die tijd, en zelfs daarvoor, keerden Joden uit de hele wereld terug naar Israël. Sinds 1948 hebben we diverse Arabische oorlogen gezien tegen Israël met wonderbaarlijke gevolgen voor die legers die wilden proberen Israël uit te roeien. Waarom wonnen de zo sterk in de minderheid zijnde Joden deze oorlogen zo wonderbaarlijk?

De laatste jaren zien we mensen die zichzelf Palestijnen noemen, welke rellen uitvoeren en aanslagen plegen tegen Israël, bijna voortdurend. Waar komen deze ‘Palestijnen’ vandaan? Wat is hun doel? Wat zegt de Bijbel over hen en hun toekomst?

Vandaag zullen we proberen om deze en andere vragen over de mensen die de wereld Palestijnen noemt, te beantwoorden.

We besteden veel tijd aan het boek Ezechiël. Dit profetische boek werd geschreven in een Joodse ballingschap in Babylon, zo’n 125 jaar nadat het huis van Israël, de tien noordelijke stammen, gevangen werd genomen door de Assyriërs. Het is geschreven met betrekking tot de eindtijd van Israël.

Laten we beginnen met Ezechiël 36:1 (NBG): “En gij, mensenkind, profeteer tot de bergen van Israël, en zeg: O bergen van Israël , hoort het woord van de HEER!”

Wat zijn dan deze bergen van Israël? Sommigen denken dat ze de regering van Israël vertegenwoordigen. Maar de meesten zijn het erover eens dat de bergen die lopen van noord naar zuid, het hart van Israël vormen. In die bergen liggen Jeruzalem, Bethel, Ai, Shiloh, Sichem, Bethanië en Hebron. Daar waar Abraham, Sarah, Isaak, Rebekka, Lea, Jakob, Jozua, Jozef en David zijn begraven. Daar waar Jezus stierf.

Ze vormen ook het grootste deel van wat de Westelijke Jordaanoever of Westbank wordt genoemd. Wanneer men de term “The West Bank” hoort, is wat je werkelijk hoort “de bergen van Israël”, omdat ze beide bijna identiek dat land beschrijven. De bergen van Israël zijn Bijbels beschreven als Samaria en Judea. Ze strekken zich uit van de vlakte van Jizreël, net ten noorden van Nablus of Sichem, tot aan het zuiden ongeveer 150 mijl, ongeveer het zuidelijke einde van de Dode Zee.

Waarom heet deze regio de Westelijke Jordaanoever? De naam Westelijke Jordaanoever is gegeven aan de regio door de wereldmedia nadat Jordanië het veroverde in de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog in 1948. West-Bank betekent simpelweg dat gebied dat ten westen van de Jordaan ligt. Maakt het wat uit dat Jordanië haar vordering heeft afgestaan op het gebied na de oorlog van 1967? Blijkbaar niet. De media en de Arabieren denken nog steeds dat het een meer bruikbare naam is dan de Bijbelse namen als Samaria en Judea, wat het oude Israëlische eigendom zou impliceren en een erkenning van die bijbelse naam. Heb je jezelf wel eens ooit afgevraagd wie de media en de Israël-hatende Arabieren inspireert?

Waarom zou God door middel van Ezechiël kijken naar de bergen van Israël? Waarom zijn er zoveel religieuze Joden en evangelische christenen bezorgd over het opgeven van de Westelijke Jordaanoever en in het bijzonder Jeruzalem aan de Palestijnen? Wat we vroeger de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) noemden is nu de Palestijnse Autoriteit, een naam die is ontworpen om achtenswaardigheid te bieden aan een terroristische organisatie. Want u weet, er is geen Palestijnse cultuur, geen Palestijnse taal, er is ook nooit een land geweest genaamd Palestina, dat werd geregeerd door Palestijnen. Palestijnen zijn gewoon een groep van Arabieren. Het woord Palestina werd gegeven aan de regio door de Romeinen die probeerden om al het Joodse van het land, met inbegrip van de naam “Israël” uit te wissen Maar laten we een paar schriftgedeelten nazien om uit te vinden waarom zoveel mensen bezorgd zijn over Israël en de Westelijke Jordaanoever.

Gen 13:11-12 (NBG): Dus koos Lot voor zich de gehele streek van de Jordaan, en Lot brak op naar het oosten; en zij scheidden van elkander. Abram bleef wonen in het land Kanaän en Lot vestigde zich in de steden van de Streek, en sloeg zijn tenten op tot bij Sodom.

verzen 14-15 (NBG): En de HERE zei tot Abram, nadat Lot zich van hem gescheiden had: Sla toch uw ogen op, en zie van de plaats waar gij zijt naar het noorden, zuiden, oosten en westen, want het gehele land, dat gij ziet, zal Ik u en uw nageslacht voor altoos geven.

Gen 15:18 (NBG): Te dien dage sloot de HERE een verbond met Abram, zeggende: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven, van de rivier van Egypte tot de grote rivier, de rivier de Eufraat


God gaf Abraham en zijn nakomelingen een heleboel meer land dan wat nu Israël is. Hij gaf hem het land dat zich uitstrekt over een groot deel van wat nu Syrië, West-Jordanië en de Sinaï is. Kregen zijn nakomelingen dat, incl. Ismaël, die de vader van de Arabieren is geworden? Abraham zou het hebben gewild, maar God had andere plannen. Laten we kijken naar Genesis 17:18.

Gen 17:18-19 (NBG): En Abraham zei tot God: Och, mocht Ismaël voor uw aangezicht leven! Maar God zei: Neen, maar uw vrouw Sara zal u een zoon baren, en gij zult hem Isaak noemen, en Ik zal mijn verbond met hem oprichten tot een eeuwig verbond, voor zijn nageslacht.


Dus Ismaël, de vader van de Arabieren, erfde niet Gods verbond met Abraham.

De belofte werd later doorgegeven aan Isaac en aan Jacob. Gen 28:3-4 beschrijft Isaaks zegen over Jakob.

Gen 28:3-4 (NBG): En God, de Almachtige, zegene u, Hij make u vruchtbaar en vermenigvuldige u, zodat gij tot een menigte van volken wordt. Hij geve u de zegen van Abraham, u en uw nageslacht met u, zodat gij het land uwer vreemdelingschap, dat God aan Abraham gegeven heeft, in bezit krijgt.


Ziet u de voorwaarden waarop Gods belofte was gebaseerd? Moeten de Israëlieten een volmaakt leven leven? Nee, hij zei gewoon dat het land van hun was om te gebruiken. De belofte was onvoorwaardelijk. Als je Genesis 15:17 leest, kunt je lezen over een ceremonie waarbij God het verbond slechts bindend acht voor Zichzelf - alleen God wandelde tussen de karkassen door, niet Abram. Heeft God zijn gedachten veranderd toen Israël zondigde in Egypte? Nee, hij bracht ze terug naar het land. Wat zei God over het land toen hij de Israëlieten vertelde over de resultaten van hun zondigen?

Lev 26:38 (NBG): En gij zult onder de volken te gronde gaan, en het land uwer vijanden zal u verteren.



verzen 43-45 (NBG): Maar het land zal door hen verlaten worden en het zal zijn sabbatsjaren vergoed krijgen, terwijl het verwoest ligt zonder hen, en zij zullen hun ongerechtigheid boeten, omdat, ja, omdat zij mijn verordeningen versmaadden en van mijn inzettingen een afkeer hadden. Maar ook zelfs, wanneer zij in het land hunner vijanden zijn, versmaad Ik hen niet en heb Ik geen afkeer van hen, zodat Ik hen zou vernietigen en mijn verbond met hen verbreken: want Ik ben de HERE, hun God. Maar Ik zal hun ten goede gedenken het verbond met hun voorvaderen, die Ik voor de ogen der volken uit het land Egypte heb geleid, om hun tot een God te zijn. Ik ben de HERE.


Dus de Israëlieten werden verspreid - een paar keer. Wat zei God over hun land na hun terugkeer?

Ezechiël 36:19 (NBG): Ik verstrooide hen onder de volken, zodat zij over de landen verspreid raakten; naar hun handel en wandel richtte Ik hen. [Met andere woorden, Hij beoordeelt hen naar hun werken.]



vers 24 (NBG): Ik zal u weghalen uit de volken en u bijeenvergaderen uit alle landen, en Ik zal u brengen naar uw eigen land .


Het land was nog steeds het hunne, ook eeuwen later, toen ze terug kwamen uit gevangenschap. Kan de Eeuwige Zijn belofte hebben ingetrokken na de tijd van Christus? Heeft Hij hun de rug toegekeerd en Zijn belofte aan de Joden ingetrokken, nadat zij Christus verwierpen? Dit is vandaag de dag het thema van de vervangingstheologie.

Rom 11:29 (NBG): Want de genadegaven en de roeping Gods zijn onberouwelijk.



Jer 31:35-37 (NBG): Zo zegt de HERE, die de zon overdag tot een licht geeft, die de maan en de sterren verordent tot een licht des nachts, die de zee opzweept, dat haar golven bruisen, wiens naam is HERE der heerscharen: Als deze verordeningen voor mijn ogen zullen wankelen, luidt het woord des HEREN, dan zal ook het nageslacht van Israël ophouden al de dagen een volk te zijn voor mijn ogen. Zo zegt de HERE: Als de hemel boven te meten is en de fundamenten der aarde beneden na te speuren zijn, dan zal Ik heel het nageslacht van Israël verwerpen om al hetgeen zij gedaan hebben, luidt het woord des HEREN.


Dat klinkt niet alsof God Zijn belofte kan verzaken, nietwaar? Wanneer we zien dat de zon daglicht geeft, de maan en de sterren nachts oplichten, en de zee en de golven er zijn, moet het ons er dan niet aan herinneren dat Israël nog steeds eigenaar is van het land en nog steeds een natie blijft? Maar dat is niet het geloof van de belangrijkste christelijke kerken, zoals de Methodisten, de Anglicanen, de presbyterianen, de lutheranen, en de Episcopalen in Amerika en in Europa de grote kerkgemeenschappen die geloven dat de kerk de Israëlische mensen heeft vervangen en zij nu de bevoorrechte mensen van God zijn en daarom het land zien als eigendom van de zogenaamde “Palestijnen”. Hun positie staat bekend als die van de vervangingstheologie. Dat wordt sterk bestreden door messiaanse en evangelische christenen en christelijke zionisten.

Zoals ik al zei, werd Israël een Joodse staat in 1948. In de Zes-daagse oorlog van 1967 veroverden de Joden Judea en Samaria op de Jordaniërs, waarna in het openbaar door Jordanië werd afgezien van dit grondgebied. Sinds 1948 zijn de Joden teruggekeerd naar Israël met miljoenen.

Ezechiël 11:17 (NBG): daarom spreek: zo zegt de Here HERE: Ik zal u vergaderen uit de volken en u bijeenbrengen uit de landen waarin gij verstrooid zijt, en Ik zal u het land Israël geven;


De verpachter en eigenaar is nog steeds God.

Wat was de toestand van het land toen de Joden terugkwamen? God vertelt het ons (natuurlijk):

Ezechiël 6:2 (NBG): Mensenkind, richt uw blikken op de bergen Israëls, profeteer tegen hen

vers 6 (NBG): Overal waar gij woont, zullen de steden verwoest worden en de hoogten een wildernis worden, opdat uw altaren verwoest en verlaten, uw afgoden verbroken en vernietigd, uw wierookaltaren afgehouwen en uw maaksels verdelgd worden.

Met het oog erop dat alle afgoderij zou worden vernietigd die de Israëlieten achterlieten, verwoestte God hun steden en hun religieuze plaatsen in het land. God haat de afgoderij. Onze God is een jaloers God.

vers 8 (NBG): Maar Ik zal een rest doen overblijven, doordat enigen van u, aan het zwaard ontkomen, onder de volken zullen wonen, wanneer gij in de landen verstrooid wordt.


Ja, Hij liet een overblijfsel achter, waarschijnlijk niet alleen voor hun eigen bescherming, maar ook om aan te tonen dat de Israëlieten niet helemaal hun land verlaten hadden.

vers 14 (NBG) Ik zal mijn hand tegen hen uitstrekken en het land tot woestheid en verwoesting maken, van de Woestijn af tot Ribla, waar zij ook maar wonen; en zij zullen weten, dat Ik de HERE ben.


Het land kwam onder Turkse controle van 1517 tot 1917 (tien keer veertig jaar), en Turkije vernietigde dit land grondig. De heersers stelden belachelijke wetten op, bijvoorbeeld een die vereiste dat er belastingen moest worden betaald voor levende bomen. De mensen kapten de bomen, zodat ze geen belastingen hoefden te betalen! Het land eindigde dus in een totale ellendige toestand, zonder bomen en bedekt met rotsen, waar ooit grote bossen had gestaan. Veel auteurs, waaronder Mark Twain, beschreven het land als zijnde zonder enige levende wezens, anders dan roofvogels en vossen.

Maar wat te denken van de mensen die in Israël woonden? In 1864 waren ongeveer de helft van de inwoners in Jeruzalem Joden; en ongeveer een derde was moslim. In Hebron, Jeruzalem, Tiberias waren semi-autonome Joodse gebieden. Toen de Joden begonnen terug te keren naar Israël in het midden-tot-eind van de 19e eeuw, waren er zo weinig mensen die daar woonden, dat de meesten zich in het Heilige Land vestigen, zonder dat ook maar iemand zich moest verplaatsen.

In 1920 wees de Volkenbond het door de Britten bezette Palestina aan als thuisland voor het Joodse volk. Palestina was alles wat nu Israël, Jordanië en de Westelijke Jordaanoever is. Het land was gereserveerd voor de Joden, maar toen kwamen de Arabische landen in opstand tegen de beslissing en dwongen Groot-Brittannië om het gebied dat nu Jordanië is, toe te wijzen aan de Arabieren en er een Arabische monarchie te installeren. Groot-Brittannië's politiek was de bescherming van haar oliebronnen, maar de Israëliërs verloren daarmee meer dan vijftig procent van hun land.

Joodse nederzettingen creëerden banen waardoor Arabieren uit de buurlanden werden aangetrokken. Toen de Joodse nederzettingen groeiden, groeiden de Arabische nederzettingen mee om hen heen. De opkomst van Hitler veroorzaakte dat meer mensen van het Joodse volk terugkeerden naar het land. Maar islamitische oppositie en het terrorisme tegen de Britten ten gunste van Hitler-Duitsland overtuigde Engeland ervan om het aantal Joden dat wilde terugkeren te beperken, op een moment waarop zij dit het meest nodig hadden om aan de nazi-vernietigingskampen te ontsnappen.
Groot-Brittannië werd opnieuw bezorgd over de levering van de Arabische olie. Ze verhandelden mensenlevens voor de Arabische olie. Is de VS nu de volgende die dit patroon volgt met haar betrekkingen met Israël en de Arabische volkeren? Zo ja, wat zal de straf zijn?

Zoals al eerder gezegd, na het oprichting van de Joodse staat in 1948, vielen alle omringende Arabische staten Israël aan. Israël heeft zich met succes verzet tegen deze Arabische legers, ook al had het geen echt leger. Sinds die tijd hebben de Arabische buren alles gedaan wat mogelijk is om de Israëlische staat te vernietigen en uit te roeien. God heeft ervoor gezorgd dat de Israëli’s bijna altijd de overwinnaar waren. Libanon was een uitzondering. Is dat omdat de Joden zo rechtvaardig zijn? Helemaal niet. Waarom staat God dan aan de kant van de Joden tegenover de Arabieren in deze oorlogen en wat heeft dit te maken met de “Palestijnen” als onderwerp van dit artikel?

Ezechiël 36, waar we wat lezen daarover, vertelt over de terugkeer van de Israëlieten. Ezechiël 35 spreekt over de Edomieten. De twee hoofdstukken zijn aan elkaar gerelateerd, zoals we zullen zien.

Laten we eens kijken naar vers 1 van Ezechiël 35:

Ezechiël 35 (NBG): Het woord des HEREN kwam tot mij: 2 Mensenkind, keer uw gelaat naar het gebergte Seïr, profeteer daartegen en zeg: zo zegt de Here HERE: zie, Ik zàl u, gebergte Seïr! Ik strek mijn hand tegen u uit en maak u tot een oord van woestheid en verwoesting. Tot een puinhoop zal Ik uw steden maken, een woestenij zult gij worden, en gij zult weten, dat Ik de HERE ben.


Het Gebergte Seïr is de naam voor een vijftig mijl lange bergketen zuid-zuidoostelijk van de Dode Zee, in wat nu Jordanië is. Het is in het oude land van Edom - waar Esau woonde.

Gen 36:8 (NBG) stelt: Daarom ging Esau op het gebergte Seïr wonen; Esau, dat is Edom.


Dus we kunnen hier zien dat God gekant is tegen Edom. U herinnert zich misschien dat Esau de dochters van Ismaël trouwde en zijn kinderen werden daardoor Arabische prinsen. Maar er was een specifieke reden waarom God tegen Edom is. Het vloeide voort uit een oude haat tegen Israël door Esau. U herinnert zich misschien dat Jacob probeerde om het eerstgeboorterecht van zijn broer Esau te ruilen voor een kom linzen en dat Esau daarmee instemde. Hierover lezen we in Genesis 25:

Gen 25:34 (NBG) Toen gaf Jakob aan Esau brood en het linzengerecht; hij at en dronk, stond op en ging heen. Zo verachtte Esau het eerstgeboorterecht .


Later gaf Isaäk Jakob zijn zegen. Toen Esau erachter kwam dat Jacob zowel het eerstgeboorterecht als de zegen had, vulde jaloezie zijn hart en haatte hij Jakob. Esau was van plan om Jacob te doden.

Gen 27:41 (NBG): En Esau koesterde wrok tegen Jakob om de zegen, waarmede zijn vader hem gezegend had, en Esau zei bij zichzelf: De dagen van de rouw over mijn vader zijn aanstaande; dan zal ik mijn broeder Jakob doden.


Maar de geschiedenis van deze haat is dan niet ten einde. Honderden jaren later, toen Mozes de Israëlieten de weg liet nemen door een deel van Edom op hun weg naar het beloofde land, gebeurde het volgende:

Num 20:14 (NBG): Mozes nu zond uit Kades boden tot de koning van Edom: Zo zegt uw broeder Israël: Gij weet van al de moeite, die ons overkomen is:

De verzen 18-21 (NBG): Maar Edom zei tot hem: Gij zult niet door mijn gebied gaan, anders trek ik met het zwaard u tegemoet. Toen zeiden de Israëlieten tot hem: Wij zullen langs de gebaande weg optrekken, en indien ik en mijn vee van uw water drinken, dan zal ik de prijs daarvoor betalen; ik wil niet anders dan te voet doortrekken. Maar hij zei: Gij zult niet doortrekken. En Edom rukte uit hem tegemoet met een geweldig leger en een sterke macht. Toen nu Edom weigerde Israël door zijn gebied te laten trekken, boog Israël zijwaarts van hem af.


Honderden jaren na Jacob, haatte Edom nog steeds Israël. Zij en de Ammonieten en de Moabieten, zij alle drie bezetten wat Jordanië vandaag is, samengevoegd om Israël te vernietigen. In 2 Kron 20:10 Josafat, spreekt de koning van het huis van Juda met God.

2 Kron 20:10-11 (NBG): Nu dan, zie, de Ammonieten, de Moabieten en de lieden van het gebergte Seïr, tegen wie Gij Israël niet toestondt op te rukken toen het uit het land Egypte kwam - want het trok langs hen heen en verdelgde hen niet - zie toch, zij vergelden het ons door op te trekken om ons uit uw bezitting die Gij ons ten erve hebt gegeven, te verdrijven.


Josafat en de Joden vernederden zich voor de Heer en de Heer beschermde Israël door te veroorzaken dat die drie stammen onderling gingen vechten.

vers 24 (NBG): Toen Juda gekomen was bij de wachttoren in de woestijn, keerden zij zich naar het krijgsvolk, en zie, het waren slechts lijken, ter aarde nedergevallen: niemand was ontkomen.


[Het lijkt erop dat wanneer de Arabieren niet met Israël vechten, ze de neiging hebben om elkaar te bestrijden. We hebben dat recentelijk zien gebeuren in Algerije, Irak, Gaza en nu in Syrië.]

God redt de Joden van de ondergang. Deze oude Jodenhaat door de Palestijnse Arabieren blijft tot aan de huidige dag voortduren. In 1929 en 1936 slachtten de Arabische moslims de Joodse mensen af in Hebron. In rellen geïnspireerd door de Mufti vielen 66 doden in 1929 en in 1936 werden de Joden verdreven uit de stad door de Britten om verdere moorden te voorkomen. In 1948 hielden fanatieke moslimbendes het voedsel tegen voor de hongerende bevolking van Jeruzalem. Sinds die tijd brengen de moslimnaties hun Jodenhaat over op de schoolkinderen. Palestijnse schoolkaarten hebben niet eens afbeelding van de natie van Israël en hun schoolboeken hebben uitspraken als:

"Israël werd geboren om te sterven. Bewijs het."

"De Arabieren houden niet op om te streven naar de vernietiging van Israël"

"Mensen over de hele wereld zijn tot het besef gekomen dat Hitler gelijk had... de hele wereld... heeft hen verdreven en veracht hen... en lieten hen verbrandden in Hitler’s crematoriums... Hopende dat hij er klaar mee zou komen!"


In 1941 had de islamitische leider in Jeruzalem, Mufti Haj Amin al-Husseini, een oom van Yassar Arafat, een ontmoeting met Hitler en steunde de nazi's vanwege de reden hem aan te moedigen de Joden af te slachten in Europa, zodat ze niet kon ontsnappen en zich vestigen in Palestina. Hitler op zijn beurt heeft aangekondigd dat de Arabieren onderdeel waren van de As-mogendheden. In 1948, toen Israël zijn onafhankelijkheid aankondigde, had al-Husseini de Arabische families orders gegeven om Israël te ontvluchten, zodat de Arabische legers Israël konden binnendringen. En voor zijn dood richtte hij de PLO op, die hij overgaf aan zijn neef Yassar Arafat, van wie hij de mentor was. Arafat’s levensdoel was doordrenkt met de nazi-haat tegen de Joden, net als zijn oom, maar hij was niet in staat om een Palestijnse staat te vestigen. Dat was slechts een van de middelen onder vele andere, om zijn echte en ultieme doel te bereiken, het afslachten van iedere Jood in Israël en ze de zee in te drijven.

Terug naar Ezechiël 35, waar we spraken over Gods toorn over de berg Seïr of Edom:

Omdat gij een eeuwige vijandschap hebt gekoesterd en gij de Israëlieten hebt overgeleverd aan het geweld van het zwaard ten tijde van hun rampspoed, ten tijde van de eindafrekening, daarom, zo waar Ik leef, luidt het woord van de Here HERE, tot bloed zal Ik u maken en bloed zal u vervolgen; daar gij het vergieten van bloed niet hebt geschuwd, zal bloed u vervolgen. Ik zal het gebergte Seïr tot een oord van woestheid en verwoesting maken en daar uitroeien al wie er komt of gaat. Zijn bergen zal Ik met gevallenen overdekken. Op uw heuvels, in uw dalen en in al uw beekbeddingen zullen zij vallen, die door het zwaard zijn geveld. Tot een eeuwige woestenij zal Ik u maken; uw steden zullen niet meer bewoond worden; en gij zult weten, dat Ik de HERE ben. Omdat gij gezegd hebt: Die beide volken en die beide landen zullen mij toebehoren; wij nemen ze in bezit - hoewel de HERE daar was.


We breken even in, in het midden van deze zin: wie zijn de twee naties? De meesten voelen aan dat ze ofwel de huizen van Israël en Juda zijn, ofwel Samaria en Judea. Voor 1948 waren er veel joodse nederzettingen in deze twee gebieden. Na 1948, weigerde Jordanië de Joden te laten wonen in deze gebieden en verwoeste ze hun huizen, synagogen en bedrijven. Nu Israël het weer bezit en het gebied weer bewoont, willen de Arabieren het land alsnog terug. Wat erger is, de Israëliërs plaatsten deze zogenaamde Westelijke Jordaanoever onder bevel van de Palestijnse Autoriteit (de Fatah-terroristen), waarvan de Israëlische en Amerikaanse regeringen denken, zal ze zullen terugbetalen met vrede. Naar mijn mening is dit slechts een stap in de overdracht van het verbondsland van God aan de Arabieren.

Ezechiël 35:11-15 - daarom, zo waar Ik leef, luidt het woord van de Here HERE, met dezelfde toorn en naijver waarmee gij hen in uw haat behandeld hebt, zal Ik ook handelen en Mij onder hen doen kennen, wanneer Ik u richten zal. En gij zult weten, dat Ik de HERE ben. Ik heb al de lasteringen gehoord, die gij tegen de bergen van Israël gesproken hebt: zij zijn verwoest; zij zijn ons gegeven om ons te voeden! Ja, gij hebt een hoge toon tegen Mij aangeslagen en grote woorden tegen Mij opeengestapeld - Ik heb het wel gehoord. Zo zegt de Here HERE: Tot vreugde van de ganse aarde zal Ik van u een woestenij maken; zoals gij u verheugt omdat het erfdeel van het huis Israëls verwoest is, zo zal Ik aan u doen: een woestenij zult gij worden, gij gebergte Seïr, ja Edom geheel en al. En men zal weten, dat Ik de HERE ben.


Waarom straft God de Edomieten? Niet omdat Hij een hekel aan hen heeft, maar omdat Hij wil dat ze wakker worden en de ware suprematie accepteren van God, en accepteren dat het land toebehoort aan Israël. Zegt God dat alleen de Arabieren zullen moeten weten dat Hij de Heer is, of ook tevens geheel Israël? Zou dit het moment zijn waarop de Joden uiteindelijk Yeshua zullen aanvaarden als hun Messias?

Naties over de hele wereld twijfelden aan het Israëlische vermogen om de onafhankelijkheidsoorlog van 1948 te overleven. Maar God had dit resultaat al millennia tevoren voorzegd:

Jesaja 66:9-10 (NBG): Zou Ik ontsluiten en niet doen baren? zegt de HERE. Of ben Ik het, die doet baren maar toesluit? zegt uw God. Verheugt u met Jeruzalem en juicht over haar, gij allen die haar liefhebt. Verblijdt u over haar met blijdschap, gij allen die over haar treurt, opdat gij zuigt en u laaft aan haar vertroostende borst.


In 1948 was het Israëlische leger in de minderheid. Ze hadden weinig opleiding. Hun militaire uitrusting was oud en onbetrouwbaar, maar ze overleefden de aanvallen van zes Arabische landen. Maar Israël had ook andere problemen. Maandenlang voorkwamen de Arabische terroristen dat voedsel het Joodse volk zou bereiken in Jeruzalem. Maar de Heer liet zien dat Hij waakte over Zijn volk. In april 1948 verstrekte een onkruid, genoemd 'khubeiza', wonderbaarlijke hulp aan de hongerige Joodse bevolking. Deze spinazie-achtige plant groeide op in het wild. De vrouwen zochten het gebied van de stad af op zoek ernaar. Een paar weken later met een abnormale drie dagen durende regen trof Jeruzalem, en liet een nieuwe en totaal onverwachte oogst van khubeiza uit de bodem opschieten.

In vers 12 van Ezechiël 35 lezen we dat God de aanval op de bergen van Israël als godslasterlijk beschouwt. Waarom? Hoe dan? God is nog steeds eigenaar van het land van Israël. Hij bracht de Israëlieten terug om het land te bezetten met tekenen en wonderen om Zijn macht te tonen aan de wereld. De Heer is trouw aan Zijn beloften. De Joden zijn al drie keer verspreid: een keer naar Egypte, later naar Babylon in 586 voor Christus, en de laatste keer door de Romeinen in 70 n.Chr. Het land was woest geworden, maar de Joden zijn nu aan het terugkomen. De grote uittocht uit het noorden (Rusland - Jer 23:8) is al een flink aantal jaren aan de gang. De woestijn staat in bloei. Joodse nederzettingen schieten op in de bergen van Israël. Israël is een zegen voor het Midden-Oosten. Het is een welvarend, vrij land, en heeft veel Arabische inwoners. De waarheid van de Bijbelse profetie is onomstotelijk bewezen.

Maar wat waren de Edomieten al die tijd aan het doen? Kort na de ballingschap van Juda naar Babylon, zijn de Edomieten gemigreerd van hun woonplaats in het gebergte van Seïr naar het zuiden van Judea en de Negev. Dit kan zijn aangemoedigd door de Filistijnen, die de huidige Gazastrook bezetten, waarvan velen aannemen dat zij vanuit Griekse gebieden kwamen. En vanaf die tijd staan de Edomieten bekend als de Idumeaers, een Grieks woord dat Edomieten betekent.

Waarom zouden de Edomieten hun thuisland verlaten? Rond deze tijd drongen de Nabateers, een Centraal-Arabische woestijnstam, de Edomieten zo op dat ze verdreven werden uit hun bergforten en uiteindelijk ook uit hun rotsstad Petra. Het lijkt erop dat de trek van Edom (Idumea) naar Judea het resultaat was van hun aftocht uit Seïr en Petra. Het resultaat was natuurlijk de introductie van Edomieten in het land van Juda. Dus Ezechiël’s profetie blijkt tweeërlei te zijn: Eerst als de Edomieten zich verplaatsten naar Juda, en vervolgens nu in de wereld van vandaag de Edomieten proberen om de Joden uit het land van Israël te verdrijven.

(Ezechiël 36:4-5 NBG): daarom, bergen van Israël, hoort het woord van de Here HERE. Zo zegt de Here HERE tot de bergen, de heuvels, de beekbeddingen en de dalen, tot de woeste puinhopen en de ontvolkte steden, die voor het overblijfsel der omwonende volken tot buit en tot een voorwerp van spot geworden zijn, daarom, zo zegt de Here HERE, voorwaar, in het vuur van mijn naijver heb Ik gesproken tot het overblijfsel der volken en tot geheel Edom, die met hartgrondige vreugde en diepe minachting mijn land voor zichzelf ten erfdeel hadden bestemd om het volkomen uit te plunderen.



De Statenvertaling gebruikt de naam Idumea plaats van Edom in vers 5. Zou plunderen en minachting gelijk zijn aan land voor vrede?

Maar nu, duizenden jaren nadat Rome de Joden verdreef en het land hernoemde tot Palestina, worden deze Edomieten beschouwd als de “Palestijnse” Arabieren. Deze zogenaamde “Palestijnse” Arabieren zijn nu bezig om de veel oudere geschiedenis van Israël te herzien en zo zichzelf te omschrijven als slachtoffers van de Israëlische staat. Er zijn vandaag meer Arabieren in Israël dan er waren in 1948 voordat velen van hen het verlieten. De nieuwsmedia en de Palestijnen vertellen dat Israël hen gedwongen heeft om te vertrekken in 1948. Dat is niet waar. De Arabieren die Israël verlieten deden dit op eigen initiatief of op aandringen van de Arabische regeringen, niet met de Israëlische geweerloop in de rug. Degenen die achterbleven in Israël kregen dan ook de Israëlische nationaliteit toegekend.

De Islamitische fascinatie voor Jeruzalem is een moderne uitvinding. Jeruzalem is niet de derde meest heilige plaats voor de islam. Dit is een eeuwenoude truc om de islamitische invloed uit te breiden in vreemde landen. Deze truc werd ook gebruikt in zowel Spanje als in Zuid-Europa in de jaren 1400. Mekka en Medina zijn heilige plaatsen van de islam. De islam heeft een geschiedenis van het claimen van nieuwe heilige plaatsen wanneer zij dat willen dat hun invloed zich ergens zal uitbreiden. Jeruzalem wordt niet eens genoemd in de Koran. Er is slechts een vage passage in de Koran met de soera getiteld “De nachtelijke reis” die betrekking heeft op een nachtelijke visioen van Mohammed waar hij in de nacht werd gebracht “vanuit de heilige tempel naar de tempel die het meest ver afgelegen was, welke plaats we hebben gezegend....” Mohammed heeft Jeruzalem zelfs nooit bezocht, laat staan vliegend door de hemel op zijn trouwe paard. Deze theorie is een manier die werd bedacht en afgekondigd door de oom van Arafat, de grootmoefti van Jeruzalem, een uitgesproken Jodenhater, die we al eerder bespraken. Deze hele theorie van Mohammed in Jeruzalem is een mythe, een fantasie en wensdenken. Maar het is ook de moslim-rechtvaardiging voor het in bezit nemen van alles van Jeruzalem. De Joodse Talmud maakt de volgende opmerking:

Er is geen schoonheid zoals van Jeruzalem, geen rijkdom zoals van Rome, geen verdorvenheid zoals van Arabië.


Dit werd geschreven in de derde eeuw na Christus, driehonderd jaar voordat de Arabieren de islam van Mohammed omarmden.

In vers 13 van Ezechiël 35, zegt dat God “ Ja, gij hebt een hoge toon tegen Mij aangeslagen en grote woorden tegen Mij opeengestapeld”.
Arabische leiders scheppen er voortdurend over op hoe ze geheel Israël, alle Joden en alle Amerikanen gaan verwijderen van de aarde. Ik laat u er een paar zien:

De Arabische Liga zei in 1948:
“Dit wordt een oorlog van uitroeiing en een gedenkwaardig bloedbad... zoals de Mongoolse bloedbaden waren...”

President Gamal Abdel Nasser van Egypte zei vóór de oorlog van 1967:
“Ik kondig van hieruit aan, namens de Verenigde Arabische Republiek, dat we deze keer Israël gaan uitroeien.” Maar de Arabieren beweerden daarna dat de Joden hen hadden aangevallen.

President Muammar Kadhafi van Libië zei na de oorlog van 1967:
“De strijd met Israël moet dusdanig zijn dat Israël zal ophouden te bestaan.”

Bassam Abu Sharif, een top-adviseur van Arafat, zei in 1986:
“De strijd tegen de zionistische vijand is niet een strijd over de grenzen van Israël, maar over het bestaan van Israël.”


Hier is een deel van een islamitische preek van Dr Ahmad Abu Halbita, uitgesproken in 2000:

“O, broeder gelovigen; de criminelen en terroristen - zijn de Joden, die onze kinderen hebben afgeslacht, weduwen van onze vrouwen gemaakt en onze heilige plaatsen hebben ontheiligd. [Het zijn echter de Arabieren, die de synagogen vernietigen, niet de Joden die moskeeën vernietigen.] Zij zijn de terroristen. Zij zijn degenen die moeten worden afgeslacht en gedood, zoals Allah, de Almachtige zei: “Bestrijdt hen: Allah zal hen martelen door jullie handen, en zal hen vernederen en zal u helpen om ze te overwinnen, en zal de geest van de gelovigen verlichten... Dit is de waarheid, o broeders in het geloof. Vanaf hier heeft Allah de Almachtige ons opgeroepen om u niet te verenigen met de Joden of de christenen, om niet van hen te houden, niet hun partners te worden, om hen niet te steunen, en om geen overeenkomsten met hen te ondertekenen, en hij die dat wel doet, is een van hen, zoals Allah zei: “O, jullie die geloven, neem niet de Joden en de christenen als bondgenoten, want ze zijn bondgenoten van elkaar. Wie onder jullie hen als bondgenoten neemt zal inderdaad een van hen zijn... De Joden zijn de bondgenoten van de christenen en de christenen zijn de bondgenoten van de Joden, ondanks de vijandschap die tussen hen bestaat. De vijandschap tussen de Joden en de christenen is diep, maar ze zijn allen verbonden tegen de monotheïsten - tegen degenen die zeggen, ‘Er is geen God dan Allah en Mohammed is zijn boodschapper, daarom zijn ze tegen u, o moslims.’. Heb geen medelijden met Joden, ongeacht waar ze zijn, in welk land ook. Bestrijd hen, waar je ook bent. Waar je hen ontmoet, doodt hen, waar je ook bent en dood die Joden en die Amerikanen die net zo zijn als zij. En degenen die naast hen staan - ze zijn allemaal in hetzelfde spoor, tegen de Arabieren en tegen de moslims - omdat ze Israël hier vestigden, in het kloppende hart van de Arabische wereld, in Palestina. Ze hebben hen gemaakt om de voorpost van de kruisvaarders te worden, met het opknopen van de nekken van de monotheïsten, de moslims in deze landen. Ze wilden de Joden hun speerpunt laten zijn...”


Land voor vrede? Ik denk het niet. Maar bijna alle regeringen in de wereld lijken te denken dat deze grondtransacties vrede zullen brengen. Is het een wonder dat er rellen van giftige haat volgen op deze “preken”, zoals die welke we net hebben gelezen?

Ik lees een exclusief ooggetuigenverslag, "An Eye Witness to Atrocity" van de BBC-fotograaf Mark Seager, gedateerd 19 oktober 2000:

“Ik was net aangekomen in Ramallah op ongeveer 10:30 in de ochtend en was op weg in een taxi op de hoofdweg naar Nablus, waar een begrafenis was die ik wilde filmen, toen er plotseling een grote menigte Palestijnen schreeuwend de heuvel af kwam rennen naar het politiebureau. Ik stapte uit de auto om te zien wat er gebeurde en zag dat ze iets achter zich aan sleepten. Binnen enkele ogenblikken waren ze bij me, en tot mijn schrik zag ik dat het een lichaam was, van een man die ze aan het verslepen waren bij zijn voeten. Het onderste deel van zijn lichaam stond in brand en het bovenste gedeelte was weg geschoten, en het hoofd was aan pulp geslagen, dat het als een rode tomaat was”

“Ik dacht dat het een soldaat was, omdat ik dat kon zien aan de overblijfselen van kaki broek en laarzen. Mijn God, dacht ik, ze hebben deze kerel gedood. Hij was dood, moet wel dood zijn, maar ze waren nog steeds bezig om hem te slaan, Als gekken tegen zijn hoofd te schoppen. Ze waren als dieren. Ze stonden net een paar meter voor me en ik kon alles zien.”

“Instinctief, pakte ik mijn camera. Ik was bezig met het nemen van een foto toen ik in het gezicht werd gestompt door een Palestijn. Een andere Palestijnse wees op mij onder het roepen van "geen foto, geen foto!" Terwijl een andere kerel me in het gezicht sloeg en zei: ‘Geef me je film!’ Ik heb geprobeerd om de film er uit te krijgen, maar ze graaiden allemaal naar mij en een jongen trok de camera van me af en smeet die op de grond. Ik wist dat als ik de kans had gehad zou deze de foto me beroemd hebben gemaakt, zo verloor ik mijn favoriete lens die ik heb gebruikt over de hele wereld, maar dat kon me niet veel schelen. Ik was bang voor mijn leven.”

“Tegelijkertijd werd de man geslagen die eruit zag als de soldaat en het publiek werd steeds bozer en bozer, schreeuwend "Allah akbar" - God is groter. Ze sleepten de dode man mee door de straat zoals een kat speelt met een muis. Het was het meest verschrikkelijke wat ik ooit heb gezien van wat ik gemeld heb uit Congo, Kosovo, en nog veel slechtere plekken. In Kosovo, zag ik Serviërs een Albanees slaan, maar het was niet zoals hier. Er was zo’n haat, zo’n ongelooflijke haat, en de woede vertrok hun gezichten. Het ergste was dat ik de boosheid besefte die ze op mij richten en dezelfde was als welke zij hadden in de richting van de soldaat voordat ze hem van het politiebureau wegsleepten en hem doodden. Op de een of andere manier ben ik ontsnapt en rende en rende, niet wetende waar ik heen ging. Ik heb nooit de andere man gezien die ze vermoorden, die ze uit het raam gooiden.”

“Ik dacht dat ik de Palestijnen goed kende. Ik heb zes reizen gemaakt dit jaar en ging elke dag naar Ramallah in de afgelopen 16 dagen. Ik dacht dat ze vriendelijke, gastvrije mensen waren. Ik weet dat ze niet allemaal zo zijn en ik ben een erg vergevingsgezind persoon, maar ik zal dit nooit vergeten. Het was de moord van het meest barbaarse soort. Als ik erover nadenk, zie ik die man zijn hoofd, alles gebroken. Ik weet dat ik er nachtmerries over zal krijgen voor de rest van mijn leven.”

“Daarna heb ik nog ergere details gehoord, zoals de vrouw van de man die hem mobiel belde om te vragen of alles goed was met hem en ze haar vertelden dat ze hem doodden. Van wat ik heb gezien, ik kan het geloven. Ik houd van dit land. Ik zou niets liever zien dan dat de Israëliërs en de Palestijnen een argalah, of waterpijp, zouden delen, maar na de haat die ik heb gezien in de afgelopen dagen, denk ik niet dat dat ooit zal gebeuren in mijn leven. Kijk eens hoeveel jaar ze nu al over vrede praten - sinds 1993. Vervolgens vliegen ze binnen een paar weken elkaar naar de keel. Het lijkt erop dat het makkelijker is om te haten dan om te vergeven.”


De woede en haat van Ezau voor zijn broer Jacob, wiens naam was veranderd in Israël, daarvan is niets afgenomen in al die duizenden jaren. Maar Gods beloften beschermen Israël tegen hen.

In 1948 konden 150 miljoen Arabieren in 17 landen hen niet vernietigen, deze 5 miljoen joden in een klein land, want God zegt dat Hij hen zal verdedigen. Toen ze bluften tegen Israël, waarvan God heeft gezworen hen te zullen verdedigen, bluften ze tegen God. Een nogal gevaarlijke praktijk, denkt u ook niet?

Israël is een bastion van de democratie tussen het grote aantal niet-democratische landen van het Midden-Oosten. Gedurende jaren zijn Israël en de zogenaamde Palestijnen betrokken geweest bij een constante reeks van vredesbesprekingen. Maar deze vredesbesprekingen zijn een illusie. Als een opmerking in “Koenig’s Eye View”, die verklaarde:

“De vertegenwordigers van het Midden-Oosten Kwartet ontmoetten elkaar op woensdag (30 mei 2007) in Berlijn en hebben een verklaring afgegeven dat Israël een Palestijnse staat moet erkennen en dat deze staat geen bedreiging is, maar eerder een bron van zekerheid - dit terwijl er raketten regenen op de onschuldige Israëlische burgers vanwege het eerste experiment van een Palestijnse staat, de Gaza... Het Kwartet riep toen op dat alle Palestijnen onmiddellijk afstand deden van alle daden van geweld en het staakt-het-vuren in acht te nemen, terwijl het tegelijkertijd Israël opriep om ‘terughoudendheid te betrachten om er zo voor te zorgen dat haar veiligheidsoperaties burgerslachtoffers zouden voorkomen en tevens schade aan de civiele infrastructuur.’”

De verklaring van het Kwartet zei: “De Palestijnen moeten weten dat hun staat levensvatbaar zal zijn, en de Israëli’s moeten weten dat een toekomstige staat Palestina een bron van zekerheid is, en geen bedreiging.”


OPMERKING: Het lijkt lachwekkend dat de hoofdrolspelers in het Kwartet, de Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergei Lavrov, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice, VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon, Hoge Vertegenwoordiger voor het Europees Buitenlands en Veiligheidsbeleid, Javier Solana, de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Frank-Walter Steinmeier, en de Europese Commissaris voor Buitenlandse Betrekkingen Benita Ferrero-Waldner, een dergelijke verklaring zouden kunnen afgeven dat Israël een toekomstige staat Palestina moet beschouwen als een “bron van veiligheid, niet als een bedreiging.”

Een van de vroege Palestijnse staatsmodellen, de Gazastrook - waar Israël het land met geweld ‘zuiverde’ van Joden - is uitgegroeid tot een lanceerbasis voor raketten die neervallen op onschuldige Israëlische burgers.

Er is nog nooit een Palestijnse staat geweest in het Midden-Oosten op enig moment in de geschiedenis. Zoals we al eerder zeiden, is er geen Palestijnse identiteit in een land, dat door de Romeinen Palestina werd genoemd. Degenen die zichzelf Palestijnen noemen zijn Idumeans, eerder Edomieten genoemd, uit een land ten oosten van Israël, zoals Arafat, die zelf werd geboren in Egypte. Het woord ‘Palestijn’ is een moderne uitvinding om tegen Israël te gebruiken om de Joden uit het Midden-Oosten te krijgen.

(Psa 33:16-21 NBG): Geen koning wordt behouden door een machtig leger, geen held wordt gered door geweldige kracht; het paard faalt ter overwinning, en doet niet ontkomen door zijn geweldige sterkte. Zie, des HEREN oog is op hen die Hem vrezen, die op zijn goedertierenheid hopen, om hun ziel van de dood te redden, en hen in het leven te houden in hongersnood. Onze ziel verwacht de HERE, Hij is onze hulp en ons schild. Ja, in Hem verheugt zich ons hart, ja, op zijn heilige naam vertrouwen wij.


Nee, ook de voormalige premier Olmert was niet in staat om zijn werkzaamheden te verrichten met het principe om te doen wat recht is in Gods ogen, met vertrouwen op God om hem te steunen. Hij had blijkbaar nog nooit gehoord van de uitdrukking, “Rechtvaardigheid maakt macht.” In plaats daarvan keek hij naar de wereldopinie, vond weinig, en volgde dan het “land voor vrede” principe van de Verenigde Staten en andere landen. Hij verkocht zijn ziel uit angst voor de wereldopinie. Ik vraag me af in hoeverre de Verenigde Staten land zouden ruilen voor vrede met Mexico als die een terugkeer van het Amerikaanse zuidwesten zou eisen, en door de rest van de wereld zou worden gesteund.

Er zijn andere verwante profetieën die we nog niet hebben behandeld. Hoe zit het met daarmee? Laten we eens naar een aantal kijken.

(Zach. 12:3 NBG): Te dien dage zal Ik Jeruzalem maken tot een steen, die alle natiën moeten heffen; allen die hem heffen, zullen zich deerlijk verwonden. En alle volkeren der aarde zullen zich daarheen verzamelen.


Wie is betrokken geweest met Jeruzalem? De Verenigde Staten, Europa, Rusland, de Verenigde Naties, Egypte, Arabië, Jordanië (dat is een andere recente uitvinding), Syrië, Libië, Irak. Zijn deze landen bestemd om te worden bestraft voor hun betrokkenheid met het lot van Jeruzalem? Het sluitstuk van Jeruzalem is de Tempelberg, het gebied waar Joden en christenen vandaag niet eens wordt toegestaan om te bidden, het gebied waar de vorige twee Joodse tempels stonden, de eerste die werd verwoest door de Babyloniërs in 586 voor Christus, en de tweede werd verwoest door de Romeinen in 70 n.Chr. Het Tempelberg gebied bevat momenteel twee moslim moskeeën.

Wat te denken van de Palestijnse christenen? In feite, wat te denken van de Israëlische christenen? Christenen in het Midden-Oosten zijn niet anders dan de christenen elders. Bijvoorbeeld degenen die geloven en leven volgens de letterlijke vertaling van de Bijbel, de evangelischen en christelijke zionisten, hebben de neiging om pro-Israëlisch te zijn. Sommigen, zoals de Messiaanse, zijn zeer pro-Israëlisch, en wijzen de Palestijnse claims op het land af. Anderen, degenen wier loyaliteit meer neigt naar de leringen van de orthodoxe of katholieke kerk dan naar de letterlijke leer van de Bijbel, zijn in het algemeen voorstander van de Palestijnse onafhankelijkheid. We noemden een aantal van hen al eerder. Sommige van deze groepen zijn zeer pro-Palestijns. Zoals overal in de wereld, is de term ‘christen’ geen duidelijke definitie. Misschien is de Messiaanse beschrijving van zichzelf als ‘gelovigen’ wat nauwkeuriger. In ieder geval moet de preek van Dr Ahmed Abu Halbita over christenen, die we lazen, erg verwarrend zijn voor de Palestijnse christenen. Helaas is dat meestal niet het geval. Ze voelen zich meestal meer verbonden met hun Palestijn-zijn dan met hun christen-zijn. In Israël is er een groeiende beweging van aanvaarding van evangelische christenen door de Israëlische Joden. Waarschijnlijk is het grootste bezwaar tegen de evangelische christenen hun ijver om Joden te bekeren.

En dus, wat zien we vandaag? In elk geval dwongen vorige Israëlische regeringen de Joden om het door God gegeven land weg te geven. De huidige regering worstelt ermee om alles van Israël vast te houden, met name Jeruzalem. De Palestijnen blijven Israël confronteren met geweld. Steden, nederzettingen, zelfs chauffeurs zijn beschoten met raketten. Israëli's worden vermoord. Een totale oorlog is gevoerd tegen de Israëlische soldaten en burgers, maar de soldaten zijn gewaarschuwd over het terugschieten naar de gewapende strijders; het is een Palestijnse strategie om hun eigen kinderen in de frontlinies te plaatsen. Dit is de Palestijnse eigen versie van de Moloch, het offeren van hun kinderen. Behalve ook nog dat ze aan elke familie compensatie betalen voor de dode kinderen, om zo hun arme kiezers aan te moedigen om de kinderen te blijven uitzenden. In het openbaar, doen de zogenaamde Palestijnen een oproep tot voortzetting en stimulering van het zogenaamde “vreedzame protest.” En dat doen ook de Arabische Knesset-leden, die “loyaliteit” hebben gezworen aan de staat Israël, maar die ook een bezoek brengen aan Israëls vijanden en de Israëlische Arabieren aanzetten tot geweld om een Palestijnse staat met Jeruzalem als hoofdstad te bereiken. Bommen kunnen ontploffen op de markten van Jeruzalem en in bussen, raketten kunnen Israëlische huizen treffen, en er kunnen Joden sterven, maar de Palestijnen, die elke staakt-het-vuren-overeenkomst hebben gebroken die ze ooit maar tekenden, zijn voorstander van onderhandelingen (vergezeld van geweld); en dus, na de begrafenis gaan ze terug naar business as usual. Dit geldt met name voor de Hamas-regering die nu heerst in de Gaza, en die elke vrede verwerpt die men aanbiedt.

Ja, de dingen worden nog erger in het Midden-Oosten, een stuk slechter, voordat ze beter worden. Volgens Zacharia 14, zal Jeruzalem worden verdeeld.

(Zach. 14:2 NBG): Dan zal Ik alle volken tegen Jeruzalem ten strijde vergaderen; de stad zal genomen worden, de huizen zullen worden geplunderd en de vrouwen geschonden. De helft van de stad zal wegtrekken in ballingschap, maar de rest van het volk zal in de stad niet uitgeroeid worden.



Interessant is dat de meeste wereldleiders het verdelen van de stad stimuleren als een oplossing voor de huidige impasse. Alles wat lijkt te ontbreken is het verzamelen van alle naties van de wereld om te strijden tegen Jeruzalem. Dat klinkt als een volgende wereldoorlog, nietwaar - Wereld Oorlog III? Betekent “alle volken” dan ook de VS? De presidenten beloven vrede met de verdeling van het land van God. De voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice zei tegen de Jerusalem Post dat de Joodse ontwikkelingen in Jeruzalem de vrede met de Arabieren belemmert, omdat het hen boos maakt.

Is er geen goed nieuws in verband met dit alles? Ja, dat is er wel.

(vers 3-9,11 NBG): Dan zal de HERE uittrekken om tegen die volken te strijden, zoals Hij vroeger streed, ten dage van de krijg; zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die vóór Jeruzalem ligt aan de oostzijde; dan zal de Olijfberg middendoor splijten, oostwaarts en westwaarts, tot een zeer groot dal, en de ene helft van de berg zal noordwaarts wijken en de andere helft zuidwaarts; en gij zult de vlucht nemen in het dal mijner bergen, want het dal der bergen zal reiken tot Asel; ja, gij zult de vlucht nemen, zoals gij de vlucht genomen hebt voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, de koning van Juda. En de HERE, mijn God, zal komen, alle heiligen met Hem. En op die dag zal er geen kostelijk licht zijn, noch verstijving; ja, het zal één dag zijn - die is bij de HERE bekend - geen dag en geen nacht; maar ten tijde van de avond zal er licht wezen. Dan zullen te dien dage levende wateren uit Jeruzalem vlieten, de helft daarvan naar de oostelijke en de helft naar de westelijke zee; in de zomer zowel als in de winter zal dat geschieden. En de HERE [YHVH, H3068] zal koning worden over de gehele aarde; te dien dage zal de HERE de enige zijn, en zijn naam de enige...
vers 11: men zal het bewonen, en er zal geen ban meer zijn, maar Jeruzalem zal veilig gelegen zijn.


En wat zal er gebeuren met de mensen die zullen strijden tegen Jeruzalem? Dat is niet zo mooi.

(Verse 12-15): Dan zal dit de plaag zijn, waarmee de HERE alle volken zal treffen, die tegen Jeruzalem zijn uitgerukt: Hij zal ieders vlees, terwijl hij nog op zijn voeten staat, doen wegteren, en ieders ogen zullen wegteren in hun kassen, en ieders tong zal wegteren in zijn mond. 13 Ja, te dien dage zal er onder hen een grote, door de HERE bewerkte, ontsteltenis wezen, en ieder zal de hand van een ander grijpen, en ieders hand zal zich tegen die van een ander verheffen. 14 Ja, ook Juda zal tegen Jeruzalem strijden, terwijl het vermogen van alle omwonende volken bijeengebracht wordt: goud, zilver en klederen in zeer grote menigte. 15 En voor de paarden, de muildieren, de kamelen, de ezels en alle dieren die zich in die legers bevinden, zal er een plaag zijn gelijk aan deze plaag.


Daarna worden we niet langer scheef aangekeken door anderen die ook beweren christenen te zijn, wanneer we de zogenaamde Joodse Hoge Dagen houden. Want zoals vers 16 zegt:

(Zach. 14:16-21 NBG): Allen, die zijn overgebleven van al de volken, die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van jaar tot jaar heentrekken om zich neer te buigen voor de Koning, de HERE der heerscharen, en het Loofhuttenfeest te vieren. Maar wie uit de geslachten der aarde niet naar Jeruzalem zal heentrekken om zich voor de Koning, de HERE der heerscharen, neder te buigen, op hem zal geen regen vallen, en indien het geslacht der Egyptenaren niet zal heentrekken en komen, op wie geen (regen) valt, dan zal toch komen de plaag waarmee de HERE de volken zal treffen, die niet heentrekken om het Loofhuttenfeest te vieren. Dit zal de straf zijn van de Egyptenaren en van alle volken die niet heentrekken om het Loofhuttenfeest te vieren.
Te dien dage zal op de bellen van de paarden staan: Den HERE heilig; en de potten in het huis des HEREN zullen zijn als de sprengbekkens vóór het altaar; ja, alle potten in Jeruzalem en in Juda zullen de HERE der heerscharen heilig zijn, zodat alle offeraars kunnen komen en die gebruiken om daarin te koken. En er zal te dien dage geen Kanaäniet meer zijn in het huis van de HERE der heerscharen.



Heb je die laatste zin opgemerkt? “Er zal niet langer een Kanaäniet in het huis van de HERE der heerscharen zijn.” Het woord "Kanaäniet" in dit vers wordt vaak vertaald als “handelaar”, maar in het Oude Testament is de beschrijving van een Kanaäniet iemand die amoreel is, ethisch en religieus perverse mensen, waarvoor de Israëlieten de opdracht kregen om ze volledig uit te roeien. En zoals we eerder hebben besproken, Edomieten, die zichzelf vandaag Palestijnen noemen, waren ook onder de Kanaänieten. Zij waren het die fel tegen hen gekant waren toen Mozes Israël naar het beloofde land wilde voeren duizenden jaren geleden, en die later, in samenwerking met Moab en Ammon, die beide delen van het hedendaagse Jordanië zijn, Koning Josafat en zijn mede-Joden bedreigden. Het zijn zij die vele eeuwen later door God worden veroordeeld door zijn profeet Ezechiël. Men moet zich even herinneren dat Ezechiël schreef over de eindtijd van Israël, terwijl hij een gevangene was van de Babyloniërs, lang na de dagen van Mozes en Josafat:

Ezech. 35:11-15 - daarom, zo waar Ik leef, luidt het woord van de Here HERE, met dezelfde toorn en naijver waarmee gij hen in uw haat behandeld hebt, zal Ik ook handelen en Mij onder hen doen kennen, wanneer Ik u richten zal. En gij zult weten, dat Ik de HERE ben. Ik heb al de lasteringen gehoord, die gij tegen de bergen van Israël gesproken hebt: zij zijn verwoest; zij zijn ons gegeven om ons te voeden! Ja, gij hebt een hoge toon tegen Mij aangeslagen en grote woorden tegen Mij opeengestapeld - Ik heb het wel gehoord. Zo zegt de Here HERE: Tot vreugde van de ganse aarde zal Ik van u een woestenij maken; zoals gij u verheugt omdat het erfdeel van het huis Israëls verwoest is, zo zal Ik aan u doen: een woestenij zult gij worden, gij gebergte Seïr, ja Edom geheel en al. En men zal weten, dat Ik de HERE ben.



Vertelt vers 15 ons dat de "Palestijnen" zullen worden vernietigd? Of ze nu in de Gazastrook of de zogenaamde Westelijke Jordaanoever (d.w.z. Samaria en Judea) zijn, of dat ze van Fatah of Hamas zijn? Er zijn duidelijke verschillen. Gaza werd oorspronkelijk bevolkt door Filistijnen. Jozua bezette het, zoals beschreven in Jozua 15:47 en Richteren 1:18. Deze waren oorspronkelijk een ander volk dan die op de berg Seïr. Democratisch gekozen Hamas, een medestander van Iran, samen met Syrië en Hezbollah, wil geen vredesakkoord met Israël, alleen de vernietiging van alle Israëli’s. Zelfs Egypte vreest Hamas.

Fatah zegt vrede te willen met Israël, maar doet geen moeite om het terrorisme te bestrijden. Fatah beweert dat ze alleen Israël’s land willen. Fatah toonde geen interesse in hun recente oorlog met Hamas of wie er zou heersen over Gaza. Zal Hamas nu ook verhuizen naar de zogenaamde Westelijke Jordaanoever en Fatah daar verdringen? Israël zou dan worden omringd door terroristen. Israël en het Westen heeft geld en wapens naar de Westelijke Jordaanoever laten vloeien, voor Abbas, om Hamas tegen te gaan, en om de zwakke-benen van de Palestijnse Autoriteit-leider te versterken.

De VS heeft Fatah voor miljoenen dollars aan wapens gestuurd, die Hamas voor zichzelf greep. Israël, verwijderde al zijn troepen en burgers uit Gaza, maar krijgt vooral het zogenaamde terrorisme terug van Palestijnse zijde, dat als oorsprong de zogenaamde Westelijke Jordaanoever heeft.
Wat is het verschil? De Wereldopinie. Emoties, politiek, bomaanslagen, allianties en rellen die op hol slaan tussen de mensen in dat gebied.
In vers 15 dreigt God ‘allen van Edom’. Nu zijn dat twee groepen van “Palestijnen,”. We zullen moeten zien hoe de zogenaamde Palestijnen het gaan doen, ongeacht welk deel ze van het door God aan Israël gegeven land zullen afnemen en van daaruit opereren.

Er zullen er misschien zijn die het samen opkomen met hun legers tegen Jeruzalem als het einde van de wereld beschouwen. Nou ja, het zal het einde van de wereld zijn. Het einde van de huidige wereld. Maar wat veel belangrijker is, is dat het ook de barensweeën zijn van een nieuwe wereld. En dat is het Goede Nieuws.

Copyright 2010, Wayne Bedwell

Bron: The "Palestinians"

printen??? spaar papier en inkt.