www.wimjongman.nl

(homepagina)

Melchizedek, Jezus, en ons

Jack Kelley

De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand,
totdat Ik Uw vijanden gemaakt zal hebben tot een voetbank voor Uw voeten.
De HEERE strekt Uw machtige scepter uit vanuit Sion en zegt: Heers te midden van Uw vijanden.

(Psalm 110:1-2)

De HEERE heeft gezworen en Hij zal er geen berouw van hebben:
U bent Priester voor eeuwig, naar de ordening van Melchizedek.

(Psalm 110:4)

Toen de Farizeeën bijeenwaren, vroeg Jezus hun:
Wat denkt u over de Christus? Wiens Zoon is Hij? Zij zeiden tegen Hem: Davids Zoon.
Hij zei tegen hen: Hoe kan David Hem dan, in de Geest, zijn Heere noemen, als hij zegt:
De Heere heeft gezegd tegen Mijn Heere: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden neergelegd heb als een voetbank voor Uw voeten?
Als David Hem dan zijn Heere noemt, hoe kan Hij dan zijn Zoon zijn?
En niemand kon Hem een woord antwoorden, en ook durfde niemand Hem vanaf die dag meer iets te vragen.

(Matt 22: 41-46)

Het is vrij duidelijk dat zowel de Heer als de Farizeeën tot wie Hij zich richte geloofden dat Psalm 110 verwees naar de Messias en dat koning David door de Heilige Geest geïnspireerd dit had geschreven. Waarin zij verschilden was de oorsprong van de Messias. De Farizeeën geloofden dat hij een menselijke afstammeling van Koning David zou zijn. Niets meer.
De Heer wist dat Hij ook God was in het vlees, en citeerde Psalm 110 om hen eraan te herinneren dat David dit ook wist.

Vele vertalingen tonen de eerste verschijning van de Heer in Psalm 110 alles in kapitalen (HEER) en de tweede in kleine letters, behalve voor de eerste letter (Heer). Dit is om aan te tonen dat David schreef over een gesprek dat hij afgeluisterd had, door de kracht van de Heilige Geest, tussen de Vader en de Zoon.

We weten dat dit in de eerste plaats omdat de Heer die titel gebruikte die men gebruikt om een meerdere zo te noemen, en slechts twee waren superieur aan koning David. Een van hen was God de Vader, vertegenwoordigd door HEER en de andere was God de Zoon, als de Heer. In feite herinnerde Jezus de Farizeeën eraan dat als David zou hebben verwezen naar een louter menselijke afstammeling hij zijn zoon niet als zijn Heer zou aanroepen.

Ook in het Hebreeuws is dit “woord” vertaald als HEER, JHWH, de vier initialen van de on-uitspreekbare naam van God, en alleen voor Hem gebruikt, terwijl het vertaalde woord als Heer, een ander woord is, Adonai.

Reageerde op de waarheid van de Heer zijn vraag zou de Farizeeën ertoe gedwongen hebben om het eens te zijn met David, iets wat ze niet bereid waren om te doen. Dat niet, nooit. Tijdens zijn proces voor het Sanhedrin, gaf de Heer zijn verklaring dat Hij de Messias was en dat ze allemaal Hem zouden zien zitten aan de rechterhand van de Machtige en komen op de wolken van de Hemel, is wat hen bewoog om Hem te veroordelen van blasfemie, wat een halsmisdaad was. (Matt. 26:64)

Pilatus maakte zich niet bezorgd over de beschuldiging van godslastering. Dat was een interne aangelegenheid onder de Joden. Maar vroeg of dat Hij zichzelf een Koning noemde, Jezus bekende dit, een verraad wat onder het Romeinse recht ook een halsmisdaad was. (Matt.27: 11).

Koning Jezus, onze Hogepriester

David had geschreven dat de Messias zowel koning en priester zou zijn, net als Melchizedek. Uit Genesis 14:18 leren we dat Melchizedek, wiens naam betekent Koning der Gerechtigheid, zowel een priester was van de Allerhoogste God en ook de koning van Salem, de Jebusitische stad die bekend werd als Jeruzalem na Abrahams afgebroken offer van Isaak daar. (Ter ere van de profetie hernoemde Abraham symbolisch de berg Moriah als Jehova Jira, wat betekent dat op de berg van de Heer zal worden voorzien. Het was een verwijzing naar een toekomstige tijd wanneer een andere vader Zijn enige Zoon zou aanbieden als een offer voor de zonde. Toen David de Jebusieten versloeg maakte hij Jeruzalem tot de hoofdstad van Israël, en kocht de grond op de berg Moria waar Abraham had gestaan ​​voor de Tempel locatie.)

Nooit sinds de stichting van Israël was een mens al eens zowel Koning en Priester geweest. Het was verboden. De koningen kwamen uit de stam van Juda, terwijl priesters de afstammelingen waren van Levi. Een koning die probeerde om te functioneren als een priester kreeg de directe ongenoegen van de Heer, en ter illustratie van het punt het volgende. Toen hij het aandurfde om wierook aan te bieden in de tempel, kreeg koning Uzzia direct lepra en werd in quarantaine geplaatst tot aan zijn sterfdag. (2 Kron. 26:16-26) Sommige profeten waren ook priesters, Ezechiël en Zacharia bijvoorbeeld, en David profeet was een koning en een profeet. Maar niemand was ooit zowel Koning en Priester in Israël.

Er zijn profetieën in Ezechiël en Zacharia die zeggen dat de twee functies worden verenigd als de Messias komt en dat Hij zowel Koning en Priester zal zijn. (Ezech. 21:25-27, Zech. 6:9-13) En natuurlijk in het boek Hebreeën wordt Jezus onze Koning genoemd (Hebr. 1:8) en Onze Hogepriester (Hebr. 4:14). Dit is mogelijk omdat Jezus niet een priester in de Levitische zin, maar in de hogere orde van Melchizedek. Heel Hebreeën 7 is gewijd aan dit onderwerp.

Ik weet wat ik ben maar wat bent u?

In Exodus 19:6 lezen we dat Israël een koninkrijk van priesters is, maar in 1 Peter 2:9 lezen we:
“Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht,”
Hij spreekt tot de Kerk, hij roept ons tot een koninklijk priesterschap. Alleen Koningen worden beschouwd als royalty’s.

In Openbaring 1:5-6 is het nog duidelijker.
“en van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden en de Vorst van de koningen der aarde, Hem Die ons heeft liefgehad en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed; en Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters voor God en Zijn Vader, Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.”
(HSV)

Sommige van de moderne vertalingen gebruiken liever het woord koninkrijk inplaats van koningen in de bovenstaande passage, en het is waar, dat het Griekse woord in beide richtingen kan worden vertaald. Ze proberen om de passage in de Openbaring te vergelijken met Exodus 19:6 om de vertekening te versterken van hun vervanging theologie, waarin de kerk Israël’s plaats inneemt. Maar voor de meeste conservatieve geleerden is het duidelijk dat zowel de context als de grammaticale structuur van de passage vereisen dat het Griekse woord wordt vertaalt als koningen. (Hetzelfde geldt voor Openbaring 5:10.)

Koningen van wat?

Sommigen hebben gevraagd, “Maar als we allemaal koningen en priesters zijn, wie blijven erover om over te heersen?” Het doet me denken aan de oude aflevering van Honeymooners waar Ralph schreeuwt tegen Alice: “Ik ben de koning. Hoor je dat dat Alice? Ik ben de koning! En jij bent niemand!” Alice kalm antwoordt: “Big deal. Koning over niemand” Was Alice onbewust ons aan het beschrijven?

De Bijbel geeft geen specifiek antwoord over dit onderwerp, maar er zijn een paar tips. In de eerste plaats zullen er andere naties zijn maast Israël die de aarde bewonen tijdens het zevende millennium. Zij zullen de een of andere vorm van overheid nodig hebben. Ook in Efeziërs 2:6-7, schreef Paulus:
“en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus, opdat Hij in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.”

De “de komende eeuwen”, zinspeelt op meerdere periodes na het Millennium waar we als levende voorbeelden zullen zijn van de onvergelijkbare rijkdom van de genade van God. (Vergeet niet dat we hier voor de eeuwigheid zijn, niet alleen duizend jaar.) Dit kan gemakkelijk ons tot heersers maken van een soort en een aantal voor de nog komende eeuwen.

En het universum is een enorme plaats, alles door God geschapen. De Bijbel spreekt alleen van de Aarde, maar als het de enige planeet van betekenis is voor de Heer, waarom zijn er dan zo veel andere sterrenstelsels als er zijn? Hij verspilt niets, en Hij doet geen dingen gewoon voor de show. Er is evenmin een universum gecreëerd door een ongeval. Misschien is de rest daarvan aan het wachten voor ons om te worden onthuld, zodat aan het doel kan worden voldaan. Misschien gaan we delen daarvan regeren. Niet als goden, net als onze vrienden van de Mormonen ons willen doen geloven, maar als koningen en priesters van de Ene Ware God.

Doet dit alles de grenzen van uw verbeelding geweld aan? Natuurlijk. Dat is waarom Paulus dit noemde “de onvergelijkbare rijkdom van Zijn genade.” Maar probeer niet te klein te denken van God. Dat je Hem te klein acht om uw problemen op te lossen. Hij beloofde ons eeuwige gelukzaligheid en dat betekent veel meer dan zitten op een wolk, met een harp in een eindeloze eredienst. Als schapen, kosten de hoge onderhoudskosten en vereisen veel aanmoediging om te voorkomen dat ze afdwalen. Vergeet niet, dat Paulus ook heeft gezegd:.
“ Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben.”
(1 Korintiërs 2:9)

Het oude gezegde luidt: "De sky is the limit", maar misschien in ons geval is het gehele universum de grens. Ik kan nauwelijks wachten om dit uit te vinden, en op basis van de huidige situatie in de wereld lijkt het erop dat het wachten ook bijna voorbij is. Selah

Bron