18 maart, 2015 | door Jack Kelley
Onlangs werd ik uitgedaagd om een lijst te maken van alle passages in de Bijbel die verwezen naar een pre-verdrukking-opname. Zoals u weet denk ik dat Paulus wellicht de eerste persoon op aarde was die een duidelijk pre-verdrukking-onderwijs presenteerde, ongeveer 20 jaar na het kruis. Vóór die tijd was het onbekend, omdat Jezus dit niet aan zijn discipelen heeft onderwezen tijdens de tijd die ze samen doorbrachten. En omdat de eindtijd-rede is gericht op Israël, wordt er daar geen melding van gemaakt, en geen verwijzing naar de eindtijd met het oog daarop. Israël zal niet deelnemen aan de opname.
Nu zal ik de eerste zijn om te erkennen dat dit vereist, dat u al enige praktische kennis hebt van het pre-verdrukking-standpunt, omdat u zonder dit, diverse verwijzingen niet zou herkennen als relevant voor het onderwerp. Maar sinds Paulus de Opname geopenbaard heeft, hebben de geleerden daarover hier en daar hints gezien, zelfs in het Oude Testament.
Voordat we beginnen, in 1 Kor.2:6-8 heeft Paulus uitgelegd waarom God zijn plannen voor de Gemeente geheim had gehouden tot na de kruisiging. Hij zei dat als de heersers van deze tijd (Satan & Co.) alles had begrepen waartoe God ons had bestemd, zij de Heer niet zouden hebben laten kruisigen. Niet dat ze het konden laten stoppen, natuurlijk. Maar hadden ze geweten dat God de moord van zijn Zoon ging gebruiken om ons allemaal te redden, zij zouden daarmee niet doorgegaan zijn, en in feite geprobeerd zouden hebben om dit te voorkomen. Het was tot aan het kruis, toen ontdekten ze dat de dood van de Heer een volledig betaling was voor al onze zonden, dus in plaats van dat het de reden werd voor een groot feest, heeft het hen volledig ontwapend en maakte dit tot een publiekelijk gebeuren (Kolossenzen 2:13-15). En dan, 20 jaar later, kwam de lering over de opname. Dit waren beide dingen die God gepland had vanaf het begin, maar een goede generaal zal zijn strategie geheim houden voor zijn vijand om hem te verrassen, dus God liet Satan (of iemand anders) niets weten over deze dingen totdat het voor hem te laat was om te reageren. Zelfs nu weet Satan niet wanneer de opname komt. Alles wat hij weet is wat wij weten, dat elke nieuwe gelovige de laatste zou kunnen zijn, degene waarna we allemaal uit het hier en nu verdwijnen en buiten zijn bereik zijn voor eeuwig.
Ik ben ervan overtuigd dat Gods plan vereist dat de Gemeente zal verdwijnen voordat de 70e week van Daniël begint. Vergeet niet, de Heer reserveerde 70 weken (490 jaar) voor Israël om 6 dingen te bereiken (Daniel 9:24). Aan het einde van 69 weken (483 jaar) werd Jezus gekruisigd, toen is de klok plotseling gestopt, en Israël verdween samen met de tempel en de aanbidding volgens het oude verbond. Daniëls profetie was toen onvolledig vervuld, en vanaf die tijd ligt Gods nadruk op de Gemeente.
Het opnieuw verschijnen van Israël in 1948, de beloofde wederopbouw van een tempel, en de hervatting van de Levitische offers tijdens de 70e week maken duidelijk dat de kerk niet de bedeling onder de wet beëindigde, maar dat het slechts een onderbreking was en dat er nog zeven jaren moeten komen. We zijn het er allemaal over eens dat met het plaatsen van een dam in een stroom dit het water van de stroom onderbreekt, dan is het ook redelijk en logisch om te concluderen dat de verwijdering van de dam nodig zal zijn, zodat de stroom zich kan hervatten. Daarom als de invoering van de Gemeente na de 69e week in Daniëls profetie de Gemeente een onderbreking veroorzaakt in de vervulling, is het redelijk en logisch om te concluderen dat de kerk moet worden verwijderd voordat de laatste zeven jaar van de bedeling onder de wet zijn beloop kan hebben en Daniëls profetie vervuld kan worden.
Natuurlijk zijn er andere goede redenen waarom de Gemeente moet verdwijnen voordat de eindtijd in alle ernst kan beginnen. Omdat ze geen bestemming heeft op aarde, zou onze aanwezigheid hier geen enkel doel dienen gedurende de tijd van een aardse bevrijding uit de slavernij (Romeinen 8:19-21). Omdat ze het onderwerp is van het oordeel, heeft de Gemeente geen onafgemaakte zaken met God, die nog moeten worden afgesloten tijdens de eindtijd. In tegenstelling tot Israël hoeven we niet rechtvaardig te worden gemaakt, omdat we al rechtvaardig zijn voor God (2 Kor. 5:21).
Jeremia 30:11 zegt dat de eindtijdoordelen een tweevoudig doel hebben: het volledig vernietigen van alle landen waaronder Israël is verstrooid, en het disciplineren van Israël. Aangezien God de Gemeente niet ziet als onderdeel van Israël of de naties, is onze aanwezigheid op aarde in die tijd geheel onnodig.
Maar de belangrijkste reden, zoals we zullen zien, is dat God zei dat we hier niet zullen zijn. Degenen die leren dat de Gemeente aanwezig zal zijn op aarde tijdens een gedeelte van Daniels 70e week moeten opnieuw de genade definiëren, opnieuw de Gemeente uitvinden en de Schriften opnieuw interpreteren ter ondersteuning van hun standpunt.
Met deze introductie, laten we dan nu kijken naar enkele van de duidelijkste hints die God in de Geschriften geplaatst heeft om te laten zien wat Hij altijd heeft gepland, een pre-verdrukking-opname van de Gemeente. Natuurlijk, we zullen beginnen in het Oude Testament.
"Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God nam hem weg" (Genesis 5:24).
In Matt. 24:37 zei Jezus dat de tijd van zijn komst zou zijn als de dagen van Noach. Hij ging verder met te verklaren dat net als alle ongelovigen die zijn omgekomen in de zondvloed, alle ongelovigen ten tijde van zijn 2e komst eveneens zullen omkomen. Degenen die de verwoesting van de grote verdrukking overleven zullen een onmiddellijk oordeel ondergaan en van de planeet worden weggehaald. De gelijkenissen van de knecht, de tien maagden, en de talenten hebben dit uitgelegd, evenals het schapen- en-bokken oordeel. (Matt. 24:45-25:46)
Maar als je de verklaring van de Heer een zo breed mogelijke toepassing geeft, kun je zien dat in de tijd dat de zondvloed naderde, er 3 soorten mensen op aarde waren. Er waren de ongelovigen, die omkwamen in de zondvloed; Noach en zijn familie, die erdoorheen werden bewaard; en Henoch, die werd opgenomen door de Heer ruim daarvóór.
Net zoals nu het einde van dit tijdperk nadert, zijn er nog steeds drie soorten mensen op aarde. Het zijn de ongelovigen van onze tijd, die zullen omkomen in de eindtijd-oordelen, het moderne Israël dat zullen worden bewaard, en de Gemeente die zal worden opgenomen ruim voordat de oordelen beginnen.
Er zijn enkele interessante overeenkomsten tussen Henoch en de Gemeente. Om te beginnen komt de naam Henoch van de wortel die betekent: om te trainen of te leren. Tot de Gemeente zei Jezus: "Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen" (Matt. 28: 19). En volgens de Hebreeuwse traditie werd Henoch geboren op de dag welke Pinksteren zou worden. Het is dezelfde dag waarop de Gemeente werd geboren. Ik denk dat Henoch een vroege vorm was van de Gemeente, en zijn verdwijning, voordat de vloed kwam, gaf de eerste hint van een pre-verdrukking-opname.
Lot moest Sodom verlaten
"Haast u! Vlucht daarheen! Want Ik kan niets doen, totdat u daar bent aangekomen. Daarom gaf men deze stad de naam Zoar" (Genesis 19:22).
Abraham had onderhandeld met de Heer dat als er slechts 10 rechtvaardigen onder het volk in Sodom en Gomorra konden worden gevonden, Hij de steden zou sparen. Het feit dat de steden werden vernietigd, duidt erop dat de 10 rechtvaardigen onder het volk niet konden worden gevonden. Maar er was één man, en hoewel Hij er niet aan was gebonden om het te doen, heeft de Heer de engelen geïnstrueerd om hen buiten de stad te sturen, voordat ze begonnen met het uitvoeren van het oordeel. Zoals u hierboven ziet, vertelt Genesis 19:22 ons dat de engelen niets konden doen in het uitvoeren van dit oordeel over Sodom en Gomorra tot ze veilig weg waren. Petrus verwijst naar de redding van Lot uit Sodom als het bewijs dat de Heer niet de rechtvaardigen oordeelt samen met de goddelozen (2 Petrus 2:7-9). Lot is daarom een model van de Gemeente, die de gerechtigheid wordt toegerekend door geloof, en moet worden verwijderd uit de tijd en de plaats van het oordeel voordat het begint.
Daniel 3 bevat een van de meest populaire kinderen verhalen uit het Oude Testament. Velen realiseren zich niet dat het ook één van de duidelijkste modellen in de Bijbel is van de eindtijd. Koning Nebukadnezar vertegenwoordigt de antichrist met de decreten dat iedereen die weigerde om te buigen het standbeeld aanbidden ter dood zou worden gebracht in de vurige oven, wat de grote verdrukking vertegenwoordigt. Daniëls drie vrienden, als Israël, die weigeren om het beeld te aanbidden, worden in de oven gegooid om te sterven. Terwijl ze daarin zijn, komen ze daar de Heer tegen, terwijl ze gevrijwaard blijven van het oordeel, en worden opnieuw verheven tot posities van eer in Babylon.
Maar waar was Daniel? Hij was een prominent figuur, zowel vóór als na hoofdstuk 3. Maar in deze aflevering wordt zijn naam zelfs niet vermeld. Aanbad hij het beeld om te ontsnappen aan de straf? Als u dat denkt, dan kent u Daniël niet. Weigerde hij om te buigen, maar werd toch niet beschuldigd? Als u dat denkt dan kent u niet zijn vijanden niet. Immers zij hebben zijn drie boezemvrienden aangegeven. Voor het doel van dit verhaal is het alsof hij helemaal is verdwenen. In hoofdstuk 3 was Daniel het rolmodel van de Gemeente, die tijdens de eindtijdoordelen in haar geheel zal zijn weggenomen, terwijl een gelovig overblijfsel van Israel zal worden bewaard om de Heer in hun midden te ontmoeten, en te worden verheven tot posities van eer in het tijdperk van het Koninkrijk der hemelen.
"Uw doden zullen leven – ook mijn dood lichaam – zij zullen opstaan. Ontwaak en juich, u die woont in het stof, want Uw dauw zal zijn als dauw op jong, fris groen en de aarde zal de gestorvenen baren.
Ga, Mijn volk, treed uw kamers binnen, sluit uw deuren achter u.
Verberg u voor een klein ogenblik, totdat de gramschap over is.
Want zie, de HEERE gaat uit Zijn plaats om de ongerechtigheid van de bewoners van de aarde aan hen te vergelden.
De aarde zal het bloed dat erop vergoten is, aan het licht brengen. Zij zal haar gedoden niet langer bedekt houden" (Jesaja 26:19-21).
Zonder twijfel is dit de duidelijkste verklaring van Gods bedoelingen met de Gemeente in het Oude Testament. Het kan niet worden gekoppeld aan een gebeurtenis in de geschiedenis, maar wacht duidelijk op een toekomstige vervulling. En het kan niet bestemd zijn voor Israël, wiens opstanding komt na de tijd van Gods toorn, niet voordat dit komen zal (Daniel 12:1-2).
Op een dag, al snel, zal een groep mensen plotseling opstaan uit de dood. Een andere groep, nog in leven, zal worden meegetroond, weg naar de ruimten die bereid zijn voor hen, om te worden verborgen, weg uit de tijd van Gods toorn. Vervolgens zal de Heer de mensen op de aarde straffen voor hun zonden. Het feit dat groepen worden opgewekt en verborgen en geen objecten van toorn zijn, wordt aangegeven door de omschakeling van de tweede persoon (opgewekt en verborgen) naar de derde persoon (gestraft). U ziet hoe vergelijkbaar in feite de formulering is in 1 Thess 4:16-17 en 5:9, waar Paulus leert over de opname.
"En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan" (De doden in Christus zullen het eerst opstaan).
Ga, mijn volk, binnen in uw kamers en sluit de deur achter u (waarna wij die leven weggaan en zullen worden opgenomen om de Heer te ontmoeten in de lucht).
Het is goed om Johannes 14:2-3 hier in te invoegen om te zien over welke kamers Jesaja het heeft.
"In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken.
En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben."
Deze belofte wijst niet op de 2e komst, wanneer de Heer naar de aarde zal komen om met Israël hier te zijn, daar waar ze zijn. Dit is een belofte aan de Gemeente, dat Hij zich heeft begeven naar zijn Vaders Huis om de kamers voor te bereiden voor ons. En dan komt Hij ons halen om met ons te zijn, daar waar hij is.
"Want zie, de HEERE gaat uit Zijn plaats om de ongerechtigheid van de bewoners van de aarde aan hen te vergelden." (Want God heeft ons niet bestemd om te lijden onder de toorn, maar voor het ontvangen van de zaligheid door Jezus Christus, onze Heer.)
Ik ben ervan overtuigd dat dit de passage is die Paulus in gedachten had toen hij zei: "Want dit zeggen wij u met een woord van de Heere, dat wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Heere, de ontslapenen beslist niet zullen voorgaan" (1 Thes. 4:15). Ik zeg dit, omdat met uitzondering van 1 Thes. 4:16-17 er is geen passage in de Bijbel is die zo duidelijk de pre-verdrukking-opname van de Gemeente beschrijft.
Dit is niet het totaal van de oudtestamentische verzen die naar een pre-verdrukking-opname verwijzen. Maar het is een goed voorbeeld van de duidelijkste, zodat u kunt zien dat God altijd de bedoeling had om ons tot zich te nemen voordat hij de eindtijdoordelen ontketent over de ongelovigen op aarde. Volgende keer zullen we een gelijksoortig onderzoek doen in het Nieuwe Testament. Tot dan.