www.wimjongman.nl

(homepagina)

De Opname, een geheim dat Jezus niet kon onthullen

27 december 2014 | door Jack Kelley

Aan mij is vaak gevraagd: als de opname dan zo'n belangrijke gebeurtenis voor de kerk is, waarom heeft Jezus er niets over gezegd? Ons Vraag-en-antwoordformulier leent niet zich voor een uitgebreid antwoord op een dergelijk complexe vraag, dus daarom is hier het hele verhaal. Het begint 500 jaar voor het kruis met Gods antwoord op een gebed van Daniel om Hem eraan te herinneren dat Israëls Babylonische ballingschap net 70 jaar was en dat Hij beloofd had dat Hij de natie zou herstellen wanneer die periode eindigde (Jeremia 29:10-11).

Het onderbroken gebed

Voordat Daniel zijn gebed kon eindigen, had God reeds de engel Gabriel met zijn antwoord gezonden:

Zeventig weken zijn er bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te beëindigen, de zonden te verzegelen, de ongerechtigheid te verzoenen, om een eeuwige gerechtigheid tot stand te brengen, om visioen en profeet te verzegelen, en om de Heiligheid van heiligheden te zalven (de heiligste plaats) (Daniel 9:24).

God verordende dat zes dingen zouden worden bereikt voor Daniel zijn volk (Israël) en de heilige stad (Jeruzalem) tijdens een bepaalde periode van 490 jaar (zeventig weken van jaren) die zou beginnen met het besluit om Jeruzalem te herstellen en weder op te bouwen (Daniel 9:25), dat in ruïnes lag sinds de Babylonische verovering bijna 70 jaar eerder.

We moeten beseffen dat in het Hebreeuws deze zes dingen een beetje anders lezen dan ze in de meeste vertalingen lezen. Letterlijk heeft God vastgesteld:
1. te beperken of te bedwingen de overtreding (ook vertaald als opstand)
2. te verzegelen hun zonden (alsof ze in een verzegelde container zijn geplaatst)
3. verzoening te doen (teruggave) voor hun ongerechtigheid
4. hen te brengen in een toestand van eeuwigdurende gerechtigheid
5. te verzegelen (hetzelfde woord als #2) visie en profetie
6. te zalven (wijden) de meest heilige plaats (heiligdom)

In gewone taal: God zou een einde maken aan hun opstand tegen Hem, hun zonden opzij zetten en de boetes betalen die zij hadden opgelopen, en de mensen in een toestand van eeuwigdurende gerechtigheid gebracht hebben, en voldaan hebben aan alle resterende profetieën en de tempel ingewijd hebben.

Dit moest worden bereikt door hun Messias (Yeshua) omdat niemand anders het kon doen. Hadden ze Hem aanvaard als hun Verlosser, dan zou hun opstand tegen God zijn beëindigd. Hun zonden zouden alle zijn vergeven, en de volledige straf voor hen betaald. Zij zouden een staat van eeuwige gerechtigheid zijn aangegaan, hun profetieën zouden zijn vervuld en de herbouwde tempel ingewijd. (Het moet hier worden opgemerkt dat, hoewel het lijkt te zijn aanvaard door Hem, God nooit woonde in de 2e tempel, noch was daar ooit de ark van het verbond en het verzoendeksel.)

En het gebeurde

483 jaar van de tijd die God voor hen had gereserveerd was voorbij. Jezus en zijn discipelen liepen van de Olijfberg naar Bethanië waar ze in het huis van Maria, Martha en Lazarus verbleven. Het was slechts een paar dagen voor de kruisiging. De zon stond reeds laag aan de late middaghemel en goot een zacht oranje licht over de witte tempel en de omliggende gebouwen wat er de oorzaak van was dat het eruit zag alsof ze van goud gemaakt waren. Het was een mooi gezicht en de discipelen vestigden de aandacht van de Heer erop.

In antwoord daarop zei Jezus: "Ziet u dit alles? Voorwaar, Ik zeg u: hier zal niet één steen op de andere steen gelaten worden die niet afgebroken zal worden." (Matt. 24:2)

Het was de tweede keer dat ze hoorden dat Jezus dit zei. De eerste keer was een paar dagen eerder op wat we nu Palmzondag noemen, toen hij het volk vertelde, omdat ze niet de tijd van zijn komst herkenden, dat de stad zou worden vernietigd (Lukas 19:41-44).

God hield de natie verantwoordelijk voor hun falen om de boodschap te begrijpen die Gabriël had gegeven aan Daniel. Daniel 9:25 onthulde dat de Messias zich aan hen zou presenteren als hun Koning na 483 jaar van die 490 jaar durende periode. Zonder twijfel stond Hij hier in hun midden, precies op tijd, en voldeed zo aan Daniel 9:25 en aan verschillende andere profetieën van Zijn komen twee dagen eerder op die eerste Palmzondag.

Op de weg naar Jeruzalem, had Jezus tegen de discipelen gezegd, nadat ze daar waren, dat hij zou worden overgeleverd aan de andere volken en ter dood gebracht, maar op de derde dag zou hij opgewekt worden tot leven (Matt. 20:17-19). Zijn executie was ook onderdeel van Daniëls profetie, waarin de frase "uitgeroeid" in Daniel 9:26 betekent: "te doden, te elimineren, of te vernietigen."

Alleen Hij kon het doen

Laat er geen misverstand over bestaan. Jezus moest sterven om zo de 6 beloften van Daniel 9:24 te laten uitkomen. Niemand anders in de hemel of op de aarde kon dit volbrengen. Heb je je gerealiseerd wat dat betekent? Het was niet het doden van de Messias waardoor de Joden haaks op God kwamen te staan! Immers, het sterven voor hen is de reden waarom Hij kwam. Nee. Het was dat ze in het doden van Hem, weigerden deze dood te laten betalen voor hun zonden, zodat Hij hen kon redden. Dit had tot effect dat Zijn dood zinloos werd voor hen. Dat is waar de relatie is verbroken.

Vanwege dat krijgen we nu de eerste hint dat alles niet goed zou gaan. Na de kruisiging zou het volk van een komende heerser Jeruzalem vernietigen en de tempel; dezelfde tempel die God had verordend om te worden ingewijd. De Israëlieten zouden worden verstrooid en de vrede in de wereld zou verdwijnen (Daniel 9:26).

Wij weten allen dat Jezus gekruisigd werd en dat 38 jaar later de Romeinse soldaten (Syriërs) de stad en de tempel verbrandden en vernietigden. De overgebleven Joden werden gedwongen te vluchten voor hun leven; en in de daaropvolgende 2000 jaren geloof ik niet dat er één generatie aan betrokkenheid bij een soort oorlog is ontsnapt.

Jezus had de menigten gevoed, liep op water, genas de zieken en wekte doden op, en nog steeds vroegen ze om een wonderbaarlijke teken dat hij hun Messias was. Tot slot reageerde hij in frustratie: "Een goddeloze en overspelige generatie zoekt een wonderbaarlijk teken, maar niemand zal een ander worden gegeven dan het teken van Jona. Zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis was, zo zal de Zoon des Mensen drie dagen en drie nachten in het hart van de aarde zijn" (Matt. 12:38-40).

Ze zouden hun teken krijgen, maar alleen nadat ze hem hadden omgebracht. Later waarschuwde Hij hen weer - slechts een paar dagen voor zijn executie - voor de gevolgen van de afwijzing van Hem: "Daarom zeg Ik u dat het Koninkrijk van God van u weggenomen zal worden en aan een volk gegeven dat de vruchten ervan voortbrengt" (Matt. 21:43). Hij sprak van de komende Gemeente.

Na de opstanding, na het wonderbaarlijke teken dat hij hen beloofde, heeft Jezus 40 dagen op hen gewacht om het te erkennen. Maar toen ze op de hoogte werden gebracht van het lege graf, hebben de Joodse leiders de soldaten omgekocht om te zwijgen, en ze weigerden te erkennen dat de Heer het teken van Jona vervulde (Matt. 28:11-15). In de daarop volgende 40 dagen zochten ze Hem nooit, hoewel hij onder hen verbleef en er 14 verschijningen aan meer dan 500 personen waren in die tijd. Dat waren 40 dagen om Israël te testen, het was hun kans om alle bewijzen te bekijken en toe te geven dat Hij claimde te zijn wie Hij was, de Messias van Israël.

Hij heeft er nooit een woord over gezegd

Er is geen indicatie in het Bijbelse verslag dat Jezus ooit tot de discipelen sprak over het feit dat het komende tijdperk van de Gemeente Daniël's profetie van de zeven jaar zou onderbreken en de voltooiing ervan met ongeveer 2.000 jaar zou vertragen. In feite leren we van Handelingen 1:6-8 dat ze 40 dagen na de opstanding van Hem verwachten het Koninkrijk van Israël te herstellen.

"Zij dan die samengekomen waren, vroegen Hem: Heer, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen?
En Hij zei tegen hen: Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft, maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde" (Handelingen 1:6-8).

Jezus zei tegen de discipelen dat het niet aan hen was om te weten de tijd van het herstel van het Koninkrijk en Hij veranderde onmiddellijk het onderwerp naar de komende Heilige Geest. Ik denk dat de Heer zei dat het aanbod van het Koninkrijk nog steeds voor Israël op tafel lag, maar zijn focus was om dat te veranderen. Uiteraard wist God dat zij het Koninkrijk op dat moment hadden verworpen, maar hij vertrok met voor hen de deur open om het te aanvaarden op een bepaald punt in de toekomst.

Dit wordt bevestigd door een profetie die hij uitsprak door Hosea, 750 jaar eerder.

"Ik ga en keer terug naar Mijn woonplaats, totdat zij zich schuldig weten en Mijn aangezicht zoeken. In hun benauwdheid zullen zij Mij ernstig zoeken" (Hosea 5:15). Let op het woord "totdat", omdat het de notie inhoudt van "niet nu" in plaats van "niet meer". Vandaag staat de deur nog steeds open.

Daarom, op die late namiddag op de Olijfberg hadden al de discipelen zeker kunnen weten dat 483 jaar van de 490 jaar van de profetie van Daniel voorbij waren, en dat er slechts 7 jaren waren overgebleven, en Jezus had hen net verteld dat de tempel met al de bijbehorende gebouwen, en inderdaad heel Jeruzalem zou worden vernietigd. Het moet nogal een schok zijn geweest om dit te horen.

Twintig jaar later

Na Pinksteren bestond de kerk voornamelijk uit Joodse gelovigen en was gecentreerd in Jeruzalem. Terwijl het groeide en volgelingen rond het gebied had aangetrokken, werd het nog steeds gezien als een uitvloeisel van het jodendom. Hoewel de Heer was vertrokken, kreeg Israël meer tijd om bij te draaien, terwijl de kerk in haar midden groeide.

Het was niet zo dat de kerkleiders begrepen hoe Israël opzij werd gezet; totdat Jakobus de dingen uitlegde ongeveer 20 jaar later, en dat onderwijl de Heer uit de niet-Joden een volk voor zichzelf nam (Handelingen 15:13-18). Een woordstudie over dit gedeelte zal een flauw vleugje onthullen van de opname. Het Griekse woord vertaald met "neem" of "nemen" heeft het idee in zich van weg te voeren, te verwijderen of te nemen naar zichzelf. Het volk dat de Heer zal nemen uit de heidenen is de Gemeente, die ons wegvoert naar zijn Vaders huis, zoals hij beloofde (Joh. 14:2-3).

Na de verwijdering van de Gemeente, zal zijn focus zich weer terug verschuiven naar Israël. De tempel zal worden herbouwd, en de resterende week van Daniels profetie zal dan worden vervuld (Daniel 9:27), en het overblijfsel van de mensen krijgt zijn laatste kans om de Heer te zoeken voor zijn terugkeer met macht en grote heerlijkheid.

Zo lang God de deur open hield voor Israël, kon de volle omvang van zijn plan voor de Gemeente niet volledig worden onthuld. Zegeningen zoals verlossing door genade door het geloof alleen, eeuwige veiligheid, en speciaal de Opname, zijn nooit en worden nooit aangeboden aan Israël.

Zelfs onder hun versie van het Nieuwe Verbond zullen de dingen afwijken van de manier waarop die er voor ons zijn. Een tempel, dagelijkse offers voor de zonde, en verplichte naleving van heilige dagen zullen nog steeds aan de orde van de dag zijn, hoewel in een iets andere vorm dan het Oude Verbond dit eist.

Maar toen God lang genoeg gewacht had op Israël, besloot Hij zijn plan voor de kerk uit te voeren en Israël moet nu wachten op Hem. Individuele Joodse gelovigen ontvangen alle zegeningen die bestemd zijn voor de Gemeente, maar de verbondsrelatie van de natie Israël met God wordt uitgesteld totdat hij uit de niet-Joden een volk voor zichzelf genomen heeft. Dit is de reden waarom Paulus zei dat Israël gedeeltelijk verblind is, totdat het volledige getal uit de andere volken is gekomen (Romeinen 11:25).

Nu kan ik het je zeggen

De manier waarop het evangelie van genade officieel duidelijk zou worden gepredikt tot de niet-Joden was nu in zijn geheel klaar. Paulus had eerder het evangelie van de genade rechtstreeks van de Heer ontvangen (Galaten 1:11-12). Hij was al begonnen het te preken en kerken te planten, maar moest nog gaan spreken over de opname.

Paulus was aanwezig bij de Vergadering in Jeruzalem toen hij vernam dat Israël terzijde was gesteld, terwijl de Heer bouwde aan zijn Gemeente. Kort daarna werd hij de eerste persoon op aarde om een duidelijke onderwijs te presenteren over de leer van de opname van de Gemeente, herhalend wat de Heer hem had verteld, en hij onthulde een geheim door dat te doen:

"Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden.
Want dit vergankelijke moet zich met onvergankelijkheid bekleden en dit sterfelijke moet zich met onsterfelijkheid bekleden.
En wanneer dit vergankelijke zich met onvergankelijkheid bekleed zal hebben, en dit sterfelijke zich met onsterfelijkheid bekleed zal hebben, dan zal het woord geschieden dat geschreven staat: De dood is verslonden tot overwinning"
(1 Cor. 15:51-53).

"Want dit zeggen wij u met een woord van de Heer, dat wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Heer, de ontslapenen beslist niet zullen voorgaan.
Want de Heer Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan.
Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heer in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heer zijn"
(1 Thes. 4:15-17).

Het was het geheim dat Jezus kon niet onthullen.

Bron: The Rapture, A Secret Jesus Couldn't Reveal - Gracethrufaith