www.wimjongman.nl

(homepagina)

Alverzoening, zonder oordeel en straf?

September 2011

Op internet wordt behoorlijk wat aandacht gevraagd voor de Alverzoening.

Nadat, en nu nog, in diverse kerken men hel en verdoemenis preekte(n) is er een omslag naar de gedachte dat alle mensen gered zullen worden en er niemand achter blijft.

Nu moet gezegd worden dat velen een begrip hebben over de hel wat finaal de plank mis slaat en er totaal verkeerde begrippen bestaan over hel, dood en dodenrijk.

Men heeft gelijk als men stelt dat het dal van Hinnom het voorbeeld is van een plaats waar het stonk en waar een vuilverbranding was. Gewoon de afvalplaats van Jeruzalem. Die plek is vergeleken met het Gehenna, waarover in Marcus 9:47 wordt gesproken.
Het Gehenna is echter ook een deel van het Dodenrijk.
Voor de opstanding van Yeshua bevonden alle mensen zich in het Dodenrijk waarin geen lofzang was en God niet werd geprezen.

Psalm 30:10; “Wat voor winst is er in mijn bloed, in mijn neerdalen in het graf? Zal het stof U loven? Zal dat Uw trouw verkondigen?”
Psalm 18:6; “de banden van het dodenrijk omklemden mij,op mijn weg lagen de valstrikken van de dood.”

Ook het boek Henoch 22:8-13 heeft een aanwijzing. Toen vroeg ik naar en ten aanzien van al de spelonken: “Waarom is de een afgescheiden van de ander?” En hij antwoordde mij en zei tegen mij: “Deze drie (scheidingen) zijn gemaakt opdat de geesten van de doden gescheiden zouden zijn. En een dergelijke afscheiding is gemaakt voor de geesten van de rechtvaardigen, met daarin de heldere bron van water. En een is er gemaakt voor de zondaars indien wanneer zij sterven en in de aarde begraven worden het oordeel nog niet gedurende hun leven aan hen voltrokken is. Daar zullen hun geesten afgezonderd worden in een grote pijniging, tot aan de grote dag van het oordeel en de bestraffing en kwelling van degenen die voor alle tijden vervloekt zijn en aan wier geesten het vergolden wordt. Daar zal Hij ze voor alle tijden binden. En een dergelijke afscheiding is gemaakt voor de geesten van degenen die hun aanklacht maken, die onthullingen doen aangaande hun vernietiging toen zij neergeslagen werden in de dagen van de zondaars. En een is er gemaakt voor de geesten van de mensen die niet rechtvaardig waren, maar zondaars die volkomen in overtreding waren, en in het gezelschap van de overtreders zullen zij verkeren: maar hun geesten zullen niet neergeslagen worden op de oordeelsdag, noch zullen zij van daaruit een opstanding krijgen.”

Men zal tegenwerpen dat dit een apocrief boek is. Dat is juist, maar wanneer Judas hetzelfde boek aanhaalt heb ik die vrijmoedigheid ook.

Er zijn dus plaatsen in het hiernamaals met verschillende functies. Maar ook met verschillende tijden.
Zo werd tegen Adam gezegd dat hij zou afdalen naar het Doderijk. Nu heeft Yeshua ons duidelijk gemaakt dat dit Dodenrijk zeker twee afdelingen had. Een waar pijn werd geleden en een andere waar troost was. Men was daar niet bij God de Vader.

Waarom zou Jezus ons een verhaal vertellen over een rijke man die zich na zijn dood op een plek bevindt waarin hij pijn heeft. Luk. 16:23, als er niet een dergelijke plaats is na de dood?
Er is dus kennelijk een plaats waar mensen zich kunnen bevinden na de dood die een ergerlijk leven leiden. Geheel in overeenstemming met wat het boek Henoch zegt.

Oudtestamentische gelovigen spreken over het Dodenrijk en niet over een hel. Ongelovige mensen komen nog steeds op die duistere plek terecht.

Uit doodservaringen van mensen weten we dat ze inderdaad op een dergelijke plek terecht kwamen, ook al ontkenden ze dat later soms in alle toonaarden, zie het boekje “Doden sterven niet.”. Slechts 2e hands verkrijgbaar en erg duur.

Yeshua heeft bij zijn Opstanding, de gelovigen uit dat troost-gedeelte meegenomen uit de krijgsgevangenschap van het Dodenrijk en die zielen over geplaatst in het Paradijs waar Hij ook aanwezig is.

Efeze 4:8 “Toen Hij opvoer in de hoogte, nam Hij de gevangenis (Dodenrijk) gevangen en gaf Hij gaven aan de mensen.”

2 Petr.2:9; “dan weet de Heere ook nu de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen, maar de onrechtvaardigen te bewaren tot de dag van het oordeel, om gestraft te worden.”

De anderen bleven in de gevangenschap, dat is de functie van het dodenrijk die pas aan het einde, wanneer alle oordeel is gedaan, in de poel van vuur wordt geworpen, waar ook de Satan, de antichrist en de valse profeet zich bevinden, alsmede een ieder die het teken van het beest heeft aangenomen.
Het Dodenrijk wordt na de opstanding van de mensen in de poel van vuur geworpen.

Openb. 20:10; “En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid,”- (ononderbroken, aion).
Openb. 20:14,15; “En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood.
En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.”


Er is een tweede dood. Openb. 21:8 “de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood.”

Wat dat dan mag zijn? We weten niet helemaal zeker, vandaar dat er ook twist over ontstaat, of dit een totale vernietiging is of een eeuwig lijden, het blijft een vraag. Maar iemand die voor het Leven gaat wil, hoe dan ook, daar niet heen.

Er is ook nog een andere plek, waarheen de onnutte dienaar wordt verbannen die niet wilde werken voor Yeshua en in de buitenste duisternis (exoteros) wordt geworpen waar geween is en tandengeknars, (berouw) Matt. 25:30.

De mensen die zich buiten de stad, het nieuwe Jeruzalem, de Bruid, de Stad van God, bevinden waar de andere zondaars zijn met alles wat onrein is.

Openb. 21:27;“ Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam.”

Men is buiten de stad waarin je niet wordt toegelaten. Je hebt de uitnodiging afgeslagen. Met zielen om je heen die alleen maar aan zichzelf denken. De afvalligen in het dal Hinnom, beslist geen picknickplaats.

Openb. 22:15; “Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet.”
Openb. 21:27; “Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam.”

Misschien is er nog een ontsnapping mogelijk, voor hen die een foute keuze hebben gemaakt, de volgende tekst kan op twee manieren worden uitgelegd. Dat is maar net wie men wil zien als de gelukkigen.

“Gelukkig zijn zij die hun kleren wassen: zij kunnen over de levensboom beschikken en zullen de stad door de poorten binnengaan. Buiten is de plaats voor de honden die zich bezighouden met toverij en ontucht, met moord en afgodendienst, voor iedereen die de leugen koestert en ernaar handelt.” Openb. 22:14.

De Plek die de mensen de Hel noemen is nog leeg. Daar is niemand. De Satan leeft in de gewesten en komt ook nog in de hemel. Wanneer de strijd is gevoerd tussen Michaël en zijn strijdmacht en de draak met zijn duivelse machten en die heeft overwonnen, zal de Satan de toegang worden ontzegd en naar de aardse regionen worden verbannen, waarop de aarde en hels oord wordt, volgens Openb. 12:7-13

Het boek Henoch vertelt over dat oord wat wij een hel noemen. Henoch 21:7;-10; ” En van daaruit ging ik naar een andere plaats, die noch afschuwelijker was dan de vorige, en ik zag iets verschrikkelijks: een groot vuur dat daar brande en oplaaide, en die plaats was doorkliefd tot aan de afgrond, en was vol van grote afdalende kolommen van vuur: noch de omvang en evenmin de kracht ervan kon ik overzien of kon ik inschatten. Daarop zei ik: ‘Hoe vreeswekkend is deze plaats en hoe afgrijzelijk om naar te kijken!’. Daarop antwoordde mij Urieël, een van de heilige engelen die bij mij was, en zei tegen mij: ‘Henoch, waarom hebt gij zulk een vrees en afgrijzen?’ En ik antwoordde: ‘Vanwege deze vreesaanjagende plaats, en vanwege de tentoonspreiding van pijniging’. En hij zei tegen mij: ‘Deze plaats is de gevangenis van de engelen, en zij zullen voor tijden en tijden gevangen gehouden worden’.”

Dit zijn beelden en uitspraken die je niet zomaar kan wegpoetsen met een verhaal dat het uiteindelijk allemaal wel goed zal komen. We kennen helemaal de totale gang van zaken niet. Er zijn ons slechts die dingen vertelt om te weten welke weg we moeten gaan.

Een kwestie die meetelt is het gegeven of een Aioon of Anonios voor eeuwig is, dan wel een tijdperk.
Maar dat is geen wetenschap, slechts een aanname. De ene leest eeuwig, de ander tijdperk.
Beide redeneringen gaan er wel weer van uit dat de ziel eeuwig bestaat. Dat werpt de vraag waarom er dan wel ineens voor een eeuwigheid wordt gekozen als in alle andere gevallen wordt gekozen voor een tijdperk.

Het is niet erg nuttig voor mensen die de wetenschap hebben van de genade om je met dergelijke kwesties bezig te houden en daar je aandacht op te richten.
We leven nu in het tijdperk van de genade, met het aanbod om in te treden in het Lichaam van Christus. Te leven als een Bruid voor de Bruidegom.

Men kan dat aannemen of afslaan en wat de keuze mag zijn voor de hedendaagse mens, dat zal zijn lot bepalen. Hoe dat lot eruit ziet? Niemand kan zich daar een voorstelling van maken. Niet de gelovige, evenmin de ongelovige.

Echter op de uitspraak van Rom. 5:18; “Kortom, zoals de overtreding van één enkel mens ertoe heeft geleid dat allen werden veroordeeld, zo zal de rechtvaardigheid van één enkel mens ertoe leiden dat allen worden vrijgesproken en daardoor zullen leven”, op die uitspraak neemt men aan dat iedereen, maar dan ook iedereen, uiteindelijk zal blijven leven alsof er geen tweede dood is.

Ook wordt deze tekst aangehaald uit 1Kor.15:22; “Zoals wij door Adam allen sterven, zo zullen wij door Christus allen levend worden gemaakt.”
Alleen wordt dan het vervolg weg gelaten in vers 23; “Maar ieder op de voor hem bepaalde tijd: Christus als eerste en daarna, wanneer hij komt, zij die hem toebehoren. Dan komt het einde.”
Er wordt helemaal niet gesproken die niet van Christus zijn. Wel wordt er gezegd, “nadat hij alle heerschappij en elke macht en kracht vernietigd heeft.” Vernietiging, geen leven.

De genade is een aanbod aan mensen die door prediking worden bereikt.
1 Kor.1:21 “Want omdat, in de wijsheid van God, de wereld door haar wijsheid God niet heeft leren kennen, heeft het God behaagd door de dwaasheid van de prediking zalig te maken hen die geloven.”

Maar ook dat aanbod zal niet in alle gevallen worden aangenomen, omdat er mensen zijn die kiezen voor het kwade. Dat is de keuze eens gemaakt door de eerste mensen, maar die een ieder voor zichzelf ook moet maken. Het leven stellen in de dienst van het kwaad of van het goede. Dat is een keuze die elk mens moet maken of hij nu wel of niet heeft gehoord van Yeshua.

2 Tess. 2:10 “en met allerlei misleiding van de ongerechtigheid in hen die verloren gaan, omdat zij de liefde voor de waarheid niet aangenomen hebben om zalig te worden.”

Rom. 2:13,14; “Niet de hoorders van de wet zijn immers rechtvaardig voor God, maar de daders van de wet zullen gerechtvaardigd worden.
Want wanneer heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen wat de wet zegt, zijn zij, hoewel zij de wet niet hebben, zichzelf tot wet.”


We weten niets over het uiteindelijke oordeel dat zal worden uitgesproken over de mensen hoe ze zullen worden beoordeeld. Er zijn mass’s mensen die nooit van de genade hebben gehoord.
Het is kort door de bocht om te zeggen dat alle mensen die in hun leven Yeshua niet heben aangenomen als hun Redder, zelfs zij die het nooit hebben gehoord, verloren zijn. Dat oordeel komt ons niet toe.
We worden zelfs gewaarschuwd om geen oordeel uit te spreken.

Luk. 6:37; “Oordeel niet en u zult niet geoordeeld worden; veroordeel niet en u zult niet veroordeeld worden; laat los en u zult losgelaten worden.”

1 Kor. 5:12; “Het is toch niet aan mij om hen die buiten zijn te oordelen? Oordeelt u immers niet alleen hen die binnen zijn?”

Heel wat anders is het voor die mensen die bewust het aanbod tot redding hebben afgeslagen en niets van Hem willen weten, ja Hem zelfs haten omdat ze hebben gekozen om in dienst te staan van de Satan.
Yeshua zegt dat dergelijke mensen weg moeten. Matt. 25:41; “Ga weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is.”
Zelfs al zou dat een aioon (tijdperk) zijn, geen mens wil daar toch wezen?

De leer van alverzoening geeft zorgeloze mensen. Het komt uiteindelijk toch allemaal wel goed en waarom zou ik schatten in de hemel verzamelen en op aarde mijn leven in dienst van de Heer stellen als ik uiteindelijk toch wel in de eeuwige goedheid kom, ondanks een kwaad en ergerlijk leven.

Yeshua spreekt over mensen die geenzins het Koninkrijk der Hemelen zullen binnengaan. Matt. 5:20; “Want Ik zeg u: Tenzij uw gerechtigheid overvloediger zij, dan der Schriftgeleerden en der Farizeen, dat gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins zult ingaan.”

Er een dag van oordeel. Matt. 10:15 “Ik verzeker jullie: de dag van het oordeel zal voor het land van Sodom en Gomorra draaglijker zijn dan voor die stad.”
Een oordeel dat in Openb.20:12-15 wordt uitgesproken; “En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, naar hun werken.”
En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het rijk van de dood gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken.
En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood.
En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.

2 Petrus 2:4; “Want als God de engelen die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar hen in de hel geworpen en overgegeven heeft aan de ketenen van de duisternis om tot het oordeel bewaard te worden;”
vers 9; “dan weet de Heere ook nu de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen, maar de onrechtvaardigen te bewaren tot de dag van het oordeel, om gestraft te worden.”

Waarom zouden we al die waarschuwingen krijgen als het toch allemaal wel goed komt?
Alverzoening? Ik zou er maar niet Al te makkelijk over denken.
W.J.J