4 maart 2011 | door Douglas
De New Age en Alien channelers spreken vaak over de organen van licht dat de andere wereldvreemde wezens bezitten. De waarheid is echter dat over lichamen van licht voor het eerst werd gesproken in de Bijbel. In deze aflevering zullen we de vele plaatsen onderzoeken waar de Schrift spreekt over lichamen van licht en hoe eerst ons DNA licht uitstraalde. Het begrijpen van de waarheid zal ons weer helpen om de demonische misleiding te zien, die komt in deze laatste dagen.
We hebben gezien dat Adam werd geschapen in God’s beeld en gelijkenis, die de verschijning van God omvatte. We kunnen eruit afleiden hoe Adam was voor de zondeval en ook hoe we zullen zin na de opstanding uit de leer van de Heer Jezus. We merken als eerste op dat, bij Cesarea Philippi Jezus de discipelen Peter, Jakobus en Johannes meenam naar de top van de berg Hermon. [15] “En zijn gedaante veranderde voor hen. Zijn gezicht straalde als de zon en zijn klederen werden wit als het licht [phos φως],” (Mattheüs 17:2). Jezus kleren waren niet alleen wit, maar ze waren letterlijk wit als het licht, dat is het Griekse woord φως fosfaat waarvan wij het woord foto of foton hebben. Met andere woorden, het licht van Jezus, van Wie de bron van dat licht afkomstig is, door zijn kleding heenging. Wanneer de verdrukking ten einde loopt zal de Here Jezus naar de aarde terugkeren op een paard en degenen die hun vertrouwen in Hem stelden zulen terugkeren met Hem. Sprekend over de geroepenen (gelovigen in Jezus) Johannes noteerde in Openbaring: “En het is haar gegeven zich met smetteloos en blinkend [lampros λαμπρον] fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen.” (Openbaring 19:8).
We zien uit dit vers dat de bekleding van hen helder of licht wordt. Het Griekse woord λαμπρον lampros betekent helder of glanzend. De Liddell, Scott en Jones klassieke Griekse Lexicon definieert het als “helder, stralend, van de zon en de sterren”. Dus net, als we onze hemelse of hemellichamen krijgen we ook gehuld zijn of gekleed in kleding van licht. Jezus bevestigde deze werkelijkheid toen hij zei met betrekking tot de rechtvaardigen die in de wereld komen: “Dan zullen de rechtvaardigen stralen [eklampo ἐκλάμπω] als de zon, in het Koninkrijk van hun Vader.” (Matteüs 13:43). Hetzelfde werd geopenbaard aan Daniël over de opstanding van de rechtvaardigen. De Septuaginta (LXX) versie maakt gebruik van hetzelfde woord als wordt gevonden in Matteüs 13 hierboven, wat ook gerelateerd is aan de kleding in Openbaring 19:8.
De verstandigen zullen blinken [LXX: eklampo ἐκλάμπω, Hebr. יַזְהִ֖רוּ] als de glans [LXX: lamprotes λαμπρότης] van het hemelgewelf, en zij die er velen rechtvaardigen, als de sterren, voor eeuwig en altijd, (Daniël 12:3).
Deze waarheid is ver in de tijd terug geopenbaard aan de rechters als Debora, Barak en Abinoam zingen: “Maar laten zij die Hem liefhebben, zijn als het opgaan van de zon in haar kracht.” (Richteren 5:31 b). Dit blijkt verder uit in het boek der Spreuken “maar het pad van rechtvaardigen is als een schijnend licht, dat gaandeweg helderder gaat schijnen tot het volledig dag is geworden.” (Spreuken 4:18). Als we ons herinneren dat Jezus zei dat in de opstanding we zullen zijn als de engelen, laten we vervolgens een kijkje nemen naar hen en hoe ze stralende wezens zijn wat ons laat zien dat ook wij zullen zijn als hen. Dit is ook de conclusie van de Bijbel commentator Arthur Pink wanneer hij stelt in zijn boek De leer van de Openbaring:
Zo ver in betrekking tot de ziel als een mysterieus, vaag en ondefinieerbaar iets, is de gelovige een levend, intelligent, bewust wezen -zijn ware zelf. We moeten een onstoffelijke ziel zien als een die zijn aardse kleding heeft afgelegd en nu gekleed in een kleed van licht, of, om de taal van de Schrift te gebruiken, “gekleed in witte klederen” (Openbaring 3:5; 4:4). Bij de dood wordt de ziel van de heilige bevrijd van alle beperkingen die de zonde op hen had gelegd, en haar mogelijkheden worden dan niet alleen gezuiverd, maar verheven en vergroot. [16]
Er zijn vele verzen die verwijzen naar de engelen hun glorieuze verschijning. Wij natuurlijk herinneren ons dat de engelen scheen in de nachtelijke hemel bij de bekendmaking van de geboorte van de verwachte Messias in Lukas 2:9. Het stamwoord in deze passage is perilampo (περιλάμπω), wat betekent “in het rond schijnen”, dat is gewoon een afleiding van Lampo, “schijnen”. In Lucas 24:4 lezen we dat er twee mannen (of engelen) die bij het graf stond in “glanzend kleding” (astrapto ἀστράπτω, zoals wat een ster doet). Hetzelfde woord voor glanzend wordt gebruikt om de bliksem te beschrijven als het flitst van het ene deel van de hemel naar de andere, in Lucas 17:24.
Misschien wel de meest sprekende voorbeelden van hoe engelen eruit zien en hoe wij straks eruit zullen zien, zijn te vinden in Daniël en Openbaring. In Daniël hoofdstuk tien, vertelt Daniël ons over een visioen waarin hij een engel zag (die werd tegengehouden door de prins van Perzië en dus niet Jezus is) hoe hij een glanzende uitstraling had.
“Ik sloeg mijn ogen op en zag, en zie, er was een Man, gekleed in linnen, Zijn heupen omgord met het fijne goud uit Ufaz. Zijn lichaam was als turkoois, Zijn gezicht als het uiterlijk van de bliksem, Zijn ogen als vuurfakkels, Zijn armen en Zijn voeten als de glans van gepolijst koper en het geluid van Zijn woorden als het geluid van een menigte.” (Daniël 10:5,6).
Johannes zag ook schijnende engelen in het boek Openbaring. De engelen zijn, bekleed met linnen, dat glansde (lampros λαμπρον).“ kwamen uit de tempel, gekleed in smetteloos en blinkend [lampros λαμπρον] linnen, en omgord om de borst met gouden gordels.” (Openbaring 15:6). We kunnen dus concluderen dat onze toekomstige “kleding” zal zijn in de gelijkenis van hoe God is gekleed in het licht volgens Psalm 104:1-2 en omdat Adam werd geschapen naar Zijn beeld dan moet Adam het licht bij de val hebben verloren. “U bent met majesteit en glorie bekleed. Hij hult Zich in het licht als in een mantel, Hij spant de hemel uit als een tentkleed.” (Psalm 104:1-2).
Het fascinerende is dat de joodse interpretatie van oordeel is dat Adam en Eva eerst waren gekleed in kleding van licht en dan later gekleed in kleding met een huid. De Midrasj Rabbah (rabbijnse literatuur uit de eerste of tweede eeuw na Christus) van Genesis 3:21 daarin lezen we,
En de HEERE God maakte voor Adam en zijn vrouw een kleding van huid ['of עֹור], En klede hen (17, 21). In R. Meir’s Torah blijkt te staan geschreven: “Kleding van het licht” (of) dit verwijst naar Adam’s kleding, was als een fakkel, breed aan de onderkant en smal aan de top.
De Soncino Zohar van Bereshith, een middeleeuwse (joods) schrijven, beschrijft dit nog meer in detail hoe de rabbijnen de originele kleding van Adam en Eva hebben geïnterpreteerd:
EN DE OGEN VAN BEIDEN WERDEN GEOPEND. R. Hiya zegt, hun ogen werden geopend voor het kwaad van de wereld, die zij tot nu toe niet kenden. En zij wisten dat zij naakt waren, omdat ze de hemelse glans hadden verloren, die hen vroeger omhuld had, iets wat zij nu was ontnomen. EN ZE VLOCHTEN VIJGENBLADEREN AANEEN. Ze streefden ernaar om zich te bedekken met de (misleidende) beelden van de boom waarvan ze gegeten hadden, de zogenaamde “bladeren van de boom”. EN ZIJ MAAKTEN VOOR ZICH SCHORTEN. [...] Daarna bekleedde God Adam en Eva in kleding gemaakt van huid, zoals er geschreven staat, maakte hij rokken van vellen (st.vert.) ['of עֹור]. In het begin hadden ze rokken van licht ['of אֹור], die verkregen ze door het dienen van de Allerhoogste, die de hemelse engelen gebruikten om te komen tot dat licht, dus er staat geschreven: “Toch hebt U hem weinig minder gemaakt dan de engelen en hem met eer en glorie gekroond,” (Psalm 8:6). Nu na hun zonden hadden ze alleen maar rokken van vellen ['of עֹור], goed voor het lichaam, maar niet voor de ziel, (mijn cursivering). [17]
De (Soncino) Zohar, hoofdstuk Shemoth (Exodus) heeft nadere opmerkingen over de manier waarop Adam oorspronkelijk bekleed werd met licht ['of אֹור], zodat hij in de tuin kon verblijven, als hij dat niet gehad had zoals de tekst suggereert dat hij niet kon blijven is in Gods aanwezigheid.
Adam in de Hof van Eden was gekleed in hemelse kleding, met een hemelse Uitstraling. Zodra hij werd verdreven uit de Hof van Eden en had hij behoefte aan een vorm geschikt voor deze wereld, “de Here God”, zegt de Schrift, “maakte voor Adam en zijn vrouw rokken van vellen ['of עֹור] en toog hun die aan” (Gen. 3:21). Vroeger hadden ze kleding van licht ['of אֹור], te weten, van hemelse licht waarin Adam diende in de Hof van Eden. Want, voor zover als het indrukwekkende hemelse licht dat diende in de Hof van Eden, als de eerste man inde tuin kwam , de Heilige, gezegend zij Hij, beklede hem eerst in het kleed van dat licht. Anders kon hij er niet hebben betreden. Als hij werd verdreven echter, had hij behoefte aan andere kledingstukken, vandaar “de rokken van vellen.” (mijn cursivering). [18]
De joodse apocriefe werk over het leven van Adam en Eva, werd ergens geschreven tussen de derde en vijfde eeuw na Christus bevat het geloof die velen hebben met betrekking tot de oorspronkelijke staat van Adam en Eva voor hun val.
Maar als zij [Adam en Eva] weggingen en voordat ze bij die plaats aankwamen, Satan, de boze, had het Woord van God gehoord die communiceerde met Adam aangaande zijn bekleding. [...] Toen kwam het Woord van God aan Adam en Eva, en zeide tot hen: "Dit is hij, die was verborgen in de slang, en die u misleid heeft, en u ontdaan van het kledingstuk van licht en glorie, waarin je was. Dit is hij, die u majesteit en goddelijkheid beloofde. Waar is dan de schoonheid, van hem? Waar is zijn goddelijkheid? Waar is zijn licht? Waar is de glorie die rustte op hem? Nu zijn gestalte is afschuwelijk, hij is abominabele geworden onder de engelen, en hij is om te worden genoemd Satan. [19]
Het inzicht dat Adam en Eva ooit waren gekleed in het licht voordat ze vielen wordt niet alleen bevestigd door de oude Joden, maar er wordt ook op gezinspeeld door de oude christenen in wat ze te zeggen hebben over de hemellichamen die wachten op de gelovige. Kerkvader Arnobius, in zijn werk tegen de heidenen schrijft in de toelichting het volgende over wat gelovigen hebben om naar vooruit te kijken:
Maar laten we niet redeneren vanuit aardse zaken wat betreft de hemelse dingen: “Onze grof materiele stoffen zijn schaduwen van de ware.” De gewaden van licht zijn de realiteiten, en worden aangepast aan de spirituele lichamen, zoals ook hier een nevel een boom kan omhullen. [20]
Methodius, een andere kerkvader zegt het volgende over het licht waarmee we moeten worden bekleed. Hij ontleent zijn opmerkingen uit Jesaja 60, die spreekt over het toekomstige messiaanse koninkrijk waarin Israël in het centrum zal zijn. Hij stelt zich voor wat een lichaam zal zijn geheel vrij van zonde en corruptie. Hij schrijft:
Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid van de Heer gaat over u op. [...] Het is de Kerk van wie de kinderen zullen komen met alle snelheid na de opstanding, rennende naar haar van alle kanten. Ze verheugt zich over het ontvangen van het licht, dat nooit meer weg gaat, en bekleed zich met de helderheid van het Woord als met een mantel. Want welk andere, is meer kostbaarder of eervoller ornament waarmee de koningin moet worden versierd, om te worden geleid als een bruid van de Heer, als ze haar kledingstuk van licht heeft ontvangen, en daarom geroepen werd door de Vader? Kom dan, laten we verder gaan in onze weg, en kijken naar deze prachtige vrouw als naar de maagden klaar voor een huwelijk, puur en onbezoedeld, perfect en een permanente schoonheid uitstraalt, met niets anders dan de helderheid van het licht, en in plaats van een jurk, bekleed met licht zelf, en in plaats van edelstenen, haar hoofd versierd met fonkelende sterren. Inplaats van de kleding die we hier hebben, heeft ze het licht, en voor goud en schitterende stenen, heeft ze sterren, maar geen sterren zoals die zijn neer gezet aan de onzichtbare hemel, maar beter en meer schitterend, zodat die eerder kunnen worden beschouwd als hun beeld en gelijkenis, (mijn cursivering). [21]
Het tweede-eeuwse christelijke document, de Openbaring van Petrus, geschreven na 135 AD biedt ons een prachtig commentaar over wat ongetwijfeld vele christenen geloofden wat er gebeurd was en zou gaan gebeuren. Nogmaals, dit zijn geen teksten erkend als door God geïnspireerd, maar als vroeg-christelijke commentaar op de Schrift. Met betrekking tot de opgestane gelovigen, staat in de tekst:
Er verschijnen twee mannen voor de Heer [...] naar wie we niet in staat waren om te kijken. Want hun gelaat was als een straal van de zon, en hun kleding schijnende, zoals het oog van de mens nog nooit iets dergelijke heeft gezien: voor geen mond of hart die in staat is om te verklaren de glorie, waarmede zij waren bekleed en de schoonheid van hun gelaat. Wij die het zagen waren we verbaasd, want hun lichamen waren witter dan sneeuw en roder dan een roos. En de roodheid van hen werd vermengd met het wit, en met woorden ben ik niet in staat om hun schoonheid te verklaren. [...] Dit zijn uw (onze) rechtvaardige broeders, wiens verschijning deed verlangen om te zien. [...] De bewoners in die plaats werden bekleed met het kleed van de stralende engelen, en hun kleding was als hun land, (mijn cursivering). [22]
Merk op dat de schrijver van dit document geloofde dat de opgestane heiligen letterlijk het licht vanuit hun lichaam uitstralen net zoals we gezien hebben talloze Schriftgedeelten. De schrijver identificeert de twee heiligen als Mozes en Elijah (Elia). Hij ziet ook stralende kleuren analoog aan de regenboog net als de kleuren die God in Ezechiël 1:28 omringen.
‘De Zoon in Zijn komst zal de doden laten opstaan. . . en mijn rechtvaardigen laten schijnen zeven keer meer dan de zon, en hun kronen zullen schitteren als kristal en net als de regenboog in de tijd van regen (kronen) die geparfumeerd zijn met nardus en met robijnen, met de kleur van smaragden fel schijnent, met topazen, edelstenen, en gele parels die schitteren als de sterren van de hemel, en als de stralen van de zon, sprankelend waar men niet naar kan staren. ‘Nogmaals, van de engelen: ‘Hun gezichten stralen meer dan de zon, hun kronen zijn als de regenboog in de tijd van regen. [...] Hun ogen stralen als de morgenster. [...] Hun kleding is niet geweven, maar wit als die van de voller, naar gelang ik keek op de berg waar Mozes en Elias waren. [23]
Er lijkt weinig twijfel over bestaan dat de vroege Kerk de opgestane lichamen van de gelovigen uitgelegd als zodanig zijn, dat ze licht uitstralen en stralen als de zon. Gezien het feit dat Jezus kwam als de tweede Adam en dat we in het beschadigde beeld van de eerste Adam, kunnen we afleiden dat toen God de eerste Adam (in een onbeschadigde toestand), maakte dat Adam moet het licht hebben uitgestraald op een manier vergelijkbaar met onze opstanding lichamen.
In herinnering dat de mens met het beeld van God zal dienen is een aanwijzing om onze vraag te beantwoorden over de oorsprong van het licht en met een beetje logica zullen we zien dat het licht moet komen van Gods wezen. Terugkerend naar Ezechiël 1 herinneren we eraan wat de profeet zag: “kwam uit het noorden, een grote wolk, flitsend vuur en een lichtglans eromheen. En uit het midden ervan kwam iets als de schittering van edelmetaal [amber khashmal חַשְׁמַ֖ל ], uit het midden van het vuur,” (Ezechiël 1:4).
We leren in vers 28 dat dit de entourage van de Heer zelf is, een man van vuur, als het ware en zo, het licht moet uitstralen van de Heer zelf (en niet per se uit zijn kleren,). In feite wordt ons in het bijzonder verteld “En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp.” (Openbaring 21:23). Jesaja beschrijft het licht dat afkomstig is van God, maar ook:
“ De zon zal voor u niet meer zijn tot een licht overdag en als een schijnsel zal u de maan niet verlichten, maar de HEERE zal voor u zijn tot een eeuwig licht en uw God tot uw sieraad. Uw zon zal niet meer ondergaan en uw maan zal zijn licht niet intrekken, want de HEERE zal voor u tot een eeuwig licht zijn en aan de dagen van uw rouw zal een einde komen.” (Jesaja 60:19-20).
Paulus geeft ons het inzicht in van wat we zullen worden: “ en u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid.” (Efeziërs 4:24).
Onze nieuwe mens is geschapen naar Gods beeld - stel je dat eens voor! Wij, als een nieuwe creaties in het beeld van Hem die ons gemaakt heeft! Paulus zegt dat Jezus het beeld van God is: “Hij is het beeld [eicon εικον (icoon)] van de onzichtbare God, de eerstgeborene van heel de schepping” (Kolossenzen 1:15). Hij stelt dat we in dat beeld met behulp van dezelfde Griekse woord eicon (εικον) “en u met de nieuwe mens bekleed hebt, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld [eicon εικον] van Hem Die hem geschapen heeft.” (Kolossenzen 3:10). We moeten echter niet vergeten, dat Adam oorspronkelijk geschapen was naar het beeld van God. Dus als in onze nieuwe mens we als God zullen zijn (niet God in al zijn glorie, maar net als Hem!), Dan moeten we concluderen dat toen God Adam naar Zijn beeld (de Septuagint vertaalt het Hebreeuwse tselem צֶ֥לֶם als EICON εικον ) gelijkenis, dat Adam licht uitstraalde op een manier die vergelijkbaar is met dat van God. Als we eens een lichaam van licht krijgen en op een keer ons beeld volledig is gerestaureerd, zo moet ook Adam een bedekking hebben gehad van het licht voor zijn val in de corruptie. Er lijkt geen verschil te zijn tussen Adam in zijn mens zijn voor de val en wij in onze hemelse staat wat ons lichaam betreft. Toch zal er een enorm verschil zijn: Adam kon de zonde nalaten en zou zo hebben genoten van de gelukzaligheid van de aanwezigheid van de Heer. Echter, hij zou nooit hebben geweten van de diepten waartoe God bereid was om heel nederig zijn schepping terug te kopen. Als verloste zonen van God, zullen wij en Adam nu genieten van de gelukzaligheid van de hemel en daar heel goed weten dat wij daar zijn als gevolg van het machtige offer van onze Heer Jezus.
De ultieme misleiding die Satan zo slim bedacht had voor het eerste paar was om hen te verleiden de vrucht van de boom der kennis van goed en kwaad te eten, om als God te worden terwijl ze dat al waren! Ze zagen eruit als God (Exodus 24:9-10, Daniël 7:9, Jesaja 6:1-6, Ezechiël 1:26-28, Openbaring 4), ze hadden de Geest van God en zij straalden licht uit als God. Ten slotte, waren ze al wijs (of verstandig), en niet beschaamd. Zo waren ze perfect en geschikt om gemeenschap met God te hebben. Wanneer Satan hen misleid beloofde hij dingen die ze al hadden - het echte bedrog was dat ze al waren gelijk als God.
We hebben gezien dat Adam met licht ‘bekleed’ was een zeer waarschijnlijk bijbelse mogelijkheid is. Laten we nu eens kijken hoe Adam dat licht zou hebben uitgestraald.
Rond 1923 ontdekte de Oekraïense bioloog Alexander Gurwitsh dat levende dingen zoals uien en gist een ultra-zwakke foton emissie produceerden volgens het Fritz-Albert Popp Instituut. [24] Deze ontdekking werd vervolgens onafhankelijk van elkaar bevestigd door Russische wetenschappers in 1950 toen ze ontdekten een 'ultraweak photon emission "van levende organismen. Opnieuw werd de ontdekking van foton-emissie onafhankelijk van de vorige bevinding bevestigd door Italiaanse kernfysici L. Colli, U. Facchini, G. Guidotti en R. Dugnani-Lonati, M Orsenigo in 1955, die "bij toeval ontdekt dat er een 'bioluminescentie' van zaailingen, ". Ze publiceerden hun bevindingen in een artikel. Verdere metingen op de bioluminescentie van de zaailingen [24] ook al zijn ze niet geloven dat het van groot gevolg.
Het feit dat DNA licht uitstraalt is nu een vaststaand feit, ook al is het relatief onbekend bij het grote publiek. De Fritz-Albert Popp
Het Instituut bespreekt dit werk aangaande dat veld over de hele wereld. Onafhankelijk van elkaar en aangedreven door verschillende motivaties verkregen wetenschappelijke groepen in Australië (Quickenden), Duitsland (Fritz-Albert Popp), Japan (Inaba) en Polen (Slawinski) het bewijs van ultra zwakke foton emissie van biologische systemen door het gebruik van moderne single-foton telsystemen. [25]
Wat precies zijn biofotonen? Een biofotonen is een emissie van het licht door DNA. Dr Popp en de Marburg groep ontdekte dat de “essentiële bron van niet-evenwichtige biofotonen-emissie is het DNA.” [26] Ze definiëren de biofotonen op de volgende manier:
Biofotonen zijn enkele Quanta die voortdurend en zonder onderbreking worden uitgezonden door alle levende systemen. Ze zijn een onderwerp van de kwantumfysica en ze laten een universeel verschijnsel zien wat is toe te schrijven aan alle levende systemen. [27]
Onderzoekers van de School of Medicine in Kanazawa Universiteit, in Kanazawa, Japan bevestigen de universele van het DNA-emitting licht. Zij voegen daaraan toe dat het licht niet alleen uitgezonden wordt, maar ook wordt opgenomen door levende wezens.
Al het organische leven absorbeert, straalt en verwerkt licht. Biofotonen emissie-of spontane ultraweak lichtemissie is waargenomen van bijna alle levende organismen, met intensiteiten variërend van 10 -19 tot 10 -16 W / cm 2. [28]
In een recent artikel gepubliceerd door onderzoeker Daniel Fels wordt ingegaan op de mogelijkheid dat licht de wijze lijkt te zijn van communicatie tussen de cellen. Fels zegt het volgende:
Cellen kunnen elkaar beïnvloeden zonder een moleculaire signaal: dit betekent dat niet alle cellulaire processen noodzakelijk zijn gebaseerd op een molecuul-receptor herkenning. De niet-moleculare signalen zijn waarschijnlijk fotonen. Dan gebruiken cellen meer dan alleen frequentie voor informatie-overdracht en wederzijdse beIsraëlnvloeding. De gevolgen zijn legio, positief of negatief handelend op de celgroei, correlerende de groei en energie-opname [...] kan het zo zijn dat veel mobiele processen worden veroorzaakt door fotonen, (mijn cursivering). [29]
Kunnen biofotonen iets te maken met de bedekking die Adam ooit had? Het antwoord is waarschijnlijk ja. Van alles wat we hebben gezien, werd Adam bedekt met licht als met een kleed, net als zijn schepper. We hebben ook gezien dat de Heilige Geest bij Adam inwonende was toen hij werd gemaakt (zie aflevering twee). Gelet op al het bewijs tot nu toe, kunnen we een beeld krijgen van hoe het leven was voor en na de val. Hoe het leven was voor de val is vooral spannend als we teruggaan naar de voorwaarden in Eden tijdens die tijd. Een samenvatting van de punten zal ons helpen een samengestelde afbeelding te creëren van iets wat Adam toen was.
God is licht en in Hem is geen spoor van duisternis (1 Johannes 1:5, Openbaring 21:23).
Jezus verheerlijkt en het uitgestraalde licht (Matteüs 17:2).
Angels licht uitzenden (Daniël 10).
Angels lijken erg op God (Dan 7, 10, Ezechiël 1, Matteüs 28:3, Openbaring 10:1, 22) en kan verward worden met God.
We zullen zijn als de engelen in de wereld die komt (Matteüs 22:30, Lucas 20:36).
Ons lichaam zal zijn als van God (1 Johannes 3:2, Psalm 17:15, Efeziërs 4:24, Filippenzen 3:21, Kolossenzen 3:4, 10; 2 Peter 1:4).
Zonen van God de Heilige Geest (Romeinen 8:14).
Adam was een zoon van God (die gevallen zijn) (Lucas 3:38).
We krijgen schijnt kleding (Openbaring 19:8).
Zo schiep God Adam naar Zijn beeld en gelijkenis met zijn algemene vorm (hoofd, schouders, handen en voeten) en Adam straalde het licht uit op een manier die vergelijkbaar is met God en kreeg ook de Geest van God ingeblazen. We hebben geleerd dat ons DNA niet alleen licht uitzendt, maar ook licht absorbeert. Het lijkt erop dat ons DNA zoiets als een elektrische condensator die kleine hoeveelheden elektriciteit opslaat en vervolgens weer afgeeft (condensatoren produceren niet hun eigen energie zoals een batterij). Op een vergelijkbare manier kunnen we speculeren dat het licht dat afkomstig was van Adam niet werd geproduceerd uit zichzelf, maar eerst opnam van God en dan vervolgens weer uitstraalde, net zoals hoe het gloeien in de duisternis.
“Voorwerpen die in het duister licht uitstralen moeten eerst worden blootgesteld aan het licht, teneinde te kunnen gloeien. Het licht geeft energie aan de fosforen en prikkelt hun elektronen. Omdat de elektronen deze extra energie verliezen, geven ze het weer als een licht vanuit hun zelf.” [30]
Toen Adam zondigde verliet de Heilige Geest hem en de directe verbinding met de lichtbron was verbroken. Zo wordt het licht dat nu wordt uitgezonden door de levende dingen is niet afkomstig van de ultieme lichtbron, die God zelf is, maar vermoedelijk van de zon. Voor zijn val, moet Adam dan ook grote hoeveelheden licht hebben uitgestoten, zeer vergelijkbaar met de engelen die toegang hebben tot Gods licht en energie. Zo blijven we achter met het beeld dat als dit licht kwamen uit het DNA van Adam, dan zou zijn lichaam zich hebben bedekt op een manier die vergelijkbaar is met het schijnen van de engelen en hij was dan ook bedekt met een kleed van licht.
We hebben een duidelijk bewijs van God energie voor ons DNA met Zijn licht toen Mozes op de berg met God was voor veertig dagen. De Bijbel zegt:
Nu was het zo, toen Mozes op den berg Horeb afdaalde [...] dat Mozes niet wist dat de huid van zijn gezicht glansde [פָּנָ֖יו עֹ֥ור קָרַ֛ן], omdat de HEERE met hem gesproken had. Aäron en al de Israëlieten keken Mozes aan, en zie, de huid van zijn gezicht glansde. Daarom waren zij bevreesd om dichter bij hem te komen. (Exodus 34:29-30,) Nadat Mozes geëindigd had met hen te spreken, legde hij een doek over zijn gezicht. Maar telkens wanneer Mozes voor het aangezicht van de HEERE kwam om met Hem te spreken, deed hij de doek af, totdat hij weer naar buiten ging. En wanneer hij naar buiten gegaan was, sprak hij tot de Israëlieten wat hem geboden was. En als de Israëlieten aan het gezicht van Mozes zagen dat de huid van het gezicht van Mozes glansde, dan deed Mozes de doek weer over zijn gezicht, totdat hij naar binnen ging om met Hem te spreken. (Exodus 34:33 -35).
Mozes wist het niet dat in zijn gesprek met God, hij had het licht van God ontvangen had. Op een wijze die vergelijkbaar is met materiaal dat gloeit na blootstelling aan een lichtbron zo ook Mozes een gloed gekregen na de blootstelling aan het licht van God. Zoals we hebben gezien, is God een “man van vuur” als je het wil zien. Enorm veel energie en elektriciteit [31] stralen vanuit Zijn wezen. Licht komt van uit de Heer en als Mozes sprak van aangezicht tot aangezicht met God, werd dat licht geabsorbeerd door Mozes en de uitstraling veroorzaakte Mozes zijn schitteren. Mozes was blijkbaar in zeer dichte nabijheid van de Heer zoals de Schrift zegt “En de HEERE sprak tot Mozes van aangezicht tot aangezicht, zoals een man spreekt met zijn vriend” (Exodus 33:11). Echter, Numeri 12:8 voegt een ander niveau toe aan de verbondenheid tussen de Heer en Mozes. Terwijl de Engels vertaling luidt “van aangezicht tot aangezicht”, zegt het Hebreeuws eigenlijk “mond tot mond”: Ik spreek met hem van aangezicht tot aangezicht [ie el ie אֶל - פֶּ֞ה פֶּ֣ה], Even duidelijk, en niet in verborgen woorden, en hij ziet de vorm van de HEER [YHWH t'munat תְמֻנַ֥ת יְהוָ֖ה] (Numeri 12:8).
Hoe dicht ze bij elkaar waren weten we niet echt, maar de beschrijving is voldoende om ons het beeld te geven dat Mozes vrij dicht bij het gezicht van God was. Toch moet God zeker enigszins versluierd zijn gebleven, omdat God zelf zei dat niemand zijn gezicht kon zien en leven. Hij moet hebben aangegeven dat een volledige onthulling van Zijn heerlijkheid onmogelijk was, maar wel een gedeeltelijke onthulling mogelijk was.
We concluderen dan ook dat Adam grote hoeveelheden licht of fotonen moet hebben uitgezonden van zijn DNA. Wanneer hij gezondigd had, het licht dat hij ontving van God, de bron van het licht, werd vermoedelijk gedoofd en de kleine sporen van licht, dat ons lichaam nog uitstoot is te wijten aan het licht van de zon en niet van God. Spreuken 13:9 zegt: “Het licht van rechtvaardigen verblijdt, maar de lamp van goddelozen wordt uitgedoofd.” (zie ook: Spreuken 20:20, 24:20, Job 18:5, 21:17). Ik zou willen voorstellen dat wanneer een niet-gelovige het beetje interne licht dat hij heeft (vanwege de zon) sterft en verloren gaat en volledig wordt losgekoppeld van God, als zijn licht is gedoofd. Echter, de gelovige, die net als Adam, licht krijgt van zijn geestelijke lichaam (vandaar “gekleed in het licht”) dit niet zijn eigen licht is, maar de absorptie en remissie van het licht van de Heer en dus zullen we worden hersteld naar de ware beeld van onze Schepper. Laten we eens kijken in de volgende aflevering hoe naast de Schrift aan te tonen is dat Jezus zal komen als de tweede Adam om ons de onbedorven beeld van God te herstellen.
Notities
15 The mountain must have been Hermon because Caesarea Philippi (Matthew 16:13) is at the base of Mount Hermon and Mount Hermon is the highest mountain in the entire region.
16 The Doctrine of Revelation: The State of Saints in Glory, Arthur Pink. Retrieved from the Word Bible Software, theword.net.
17 Soncino Zohar of Bereshith, Section 1, Page 36b. Retrieved March 13, 2010, from http://www.yashanet.com/studies/judaism101/sidebars/ohr.htm.
18 Soncino Zohar, Shemoth, Section 2, Page 229b.
19 Pseudepigrapha Lost Books of Eden, The First Book of the Life of Adam and Eve, chapter. LI., pages 2, 5, 6-7, emphasis mine.
20 Arnobius, Against Heathens, Book 7, Ante-Nicene Fathers Volume 6: Covered with garments, note 59, book iii, emphasis mine.
21 Methodius, Ten Virgins, Part 3 Ante-Nicene Fathers Volume 6 Chapter. V.
22 Revelation of Peter (6-9, 17), first published by the Abbe Sylvain Grebaut in Revue de l’Orient Chretien, 1910: a fresh translation from his Ethiopic text by H. Duensing appeared in Zeitschr. f. ntl. Wiss., 1913.
23 I bid.
24 Colli L, Facchini U, Guidotti G, Dugnani-Lonati R, Orsenigo M (1955). Further Measurements on the Bioluminescence of the Seedlings. Experientia (Basel) 11: 479–481.
25 Fritz-Albert Popp Institut retrieved February 9, 2011, from: http://www. biophotonik.de/biophotonik_geschichte.php.
26 I bid.
27 I bid.
28 T. Amano 1, M. Kobayashi 2, B. Devaraj 2, M. Usa 2 and H. Inaba 2, 3 (1) Department of Urology, School of Medicine, Kanazawa University, 920 Kanazawa, Japan. Retrieved March 3, 2010, from: http://nourishedmagazine.com.au/blog/articles/ the-secrets-of-light-cancer-and-the-sun.
29 Fels, D (2009) Cellular Communication through Light. Retrieved September 15, 2010, from http://www.plosone.org/article/info:doi/10.1371/journal.pone.0005086. 37 Retrieved June 17, 2010, from: http://www.wisegeek.com/how-do-things-glow-inthe- dark.htm.
30 Electricity is a fair translation; we read from the Treasury of Scripture Knowledge: “Amber is a hard, inflammable, bituminous substance, of a beautiful yellow colour, very transparent, and susceptible of an exquisite polish. When rubbed it is highly endowed with electricity; a name which the moderns have formed from its Greek name [elektron.] But, as amber becomes dim as soon as it feels the fire, and is speedily consumed, it is probable that the original {chashmal,} which Bochart derives from the Chaldee {nechash,} copper, and {melala,} gold, was a mixed metal, similar to that which the Greeks called [elektron,] electrum, as the LXX and Vulgate render, from its resemblance to amber in colour” (Treasury of Scripture Knowledge, Ezekiel 8:2).
31 This line proves that Jesus has all the rights of the throne through His adoptive father Joseph. However, in no way can we say that Jesus was connected by blood to Joseph. If that were the case then the very idea of a virgin birth would be disqualified. If we look carefully at the Matthean genealogy, we see that it includes the cursed line of Coniah. In fact, if Jesus were connected by Joseph then He would be disqualified from being the rightful heir since God cursed that branch of the Davidic line in Jeremiah 22:28-30. “Is this man Coniah [Jechoniah] a despised, broken idol—a vessel in which is no pleasure?” […] Thus says the LOR D: “Write this man down as childless, a man who shall not prosper in his days; for none of his descendants shall prosper, sitting on the throne of David, and ruling anymore in Judah.” What might have seemed like God shooting Himself in the foot was really just another example of Him being in control of the future.
Bron: DouglasHamp.com - Researcher and Teacher of God's Word From Creation to the End Times