De Arabische haat tegen Turkije is zo extreem dat het laatste wat de Arabische staten wensen is de terugkeer van het Ottomaanse Rijk, waar de politie hen zonder genade heeft gemarteld en vermoord. Dit kan en moet leiden tot vreemde allianties.
Door Dr. Mordechai Kedar - 6 januari 2019
Wie de Turkse media volgt, kan niet anders dan de lange rijen militaire transportvoertuigen - tanks, artillerie, troepentransportwagens en hulpwagens - naar het zuiden te zien trekken richting de Turks-Syrische grens. De Turken hebben geen plannen om Syrië aan te vallen. Hun doel is om de aspiraties van de Syrische Koerden, in de kiem te smoren, om een autonome entiteit ten zuiden van de grens te stichten, in de regio waar de Koerden wonen.
Het is niet de eerste keer dat Turkije de regio ten noordoosten van Aleppo in Syrië binnenvalt. Twee jaar geleden veroverde Turkije de grensstad Jarablus om de westelijke grens te doorbreken welke de Koerden hadden geprobeerd te creëren om zo een directe toegang te krijgen tot de Middellandse Zee.
Nu dreigt Turkije de stad Manbej, ten zuiden van Jarablus en ten noordoosten van Aleppo te veroveren om zijn controle over de Koerdische regio te consolideren in de hoop om de duurzaamheid van de Koerdische autonomie te vernietigen. Die werd geboren in de schaduw van de chaotische periode die in maart 2011 in Syrië begon. De Turkse plannen tegen Syrië kregen twee weken geleden een cadeau van de Amerikaanse president Donald Trump, die Erdogan een open cheque overhandigde om te doen wat hij wil in Syrië.
Het zou dom zijn om de bedoelingen van Erdogan te onderschatten. Hij haat de Koerden met passie, zowel hen in Turkije als in de buurlanden. De Koerden vormen tussen een vijfde en een kwart van de Turkse bevolking, en die groep neemt voortdurend toe omdat de Koerden een hoger geboortecijfer hebben dan de Turken en omdat Turken een buitensporige neiging hebben om naar het buitenland te emigreren.
Bijna elke stad in Turkije heeft een of meer Koerdische buurten, vol met burgers, die ondanks hun onderlinge machtsstrijd een demografische en veiligheidsdreiging vormen voor de Turken. De regering definieert de Koerdische Arbeiderspartij als een terroristische organisatie in alle opzichten, en voert een oorlog tot in de dood tegen haar. Meer dan veertigduizend burgers, zowel Turken als Koerden, zijn gedood in de strijd tussen de regering en de Koerdische rebellen die Turkse burgers zijn - zonder dat er een einde in zicht is.
De meeste Koerden wonen in één regio, Koerdistan, dat is verdeeld over vier landen - Turkije, Syrië, Irak en Iran. De Koerden in Turkije hebben, net als hun broeders in Syrië, Irak en Iran, twee fundamentele problemen die hun onafhankelijkheid in de weg staat. Ten eerste leven ze in een enclave zonder toegang tot de zee, waardoor de landen om hen heen hen kunnen belegeren en hen in een politieke en economische noodsituatie kunnen houden. Ten tweede zijn het hun eigen interne conflicten, waardoor zij niet tot besluiten kunnen komen welke door een grote meerderheid zullen worden aanvaard.
De interne conflicten kwamen op de voorgrond in september 2017, toen Massoud Barazani, de Iraakse Koerdische leider, een referendum hield onder de Koerden over het al dan niet afscheiden van Irak. De meesten van hen hebben in het referendum gestemd om zich af te scheiden, maar een ander deel van de Koerdische natie, geleid door Jelal Talabani, nam niet deel aan de stemming vanwege het verzet tegen het referendum en de uitslag ervan. De daaropvolgende belegering door de vier staten rond de Koerdische enclave heeft Barazani ervan overtuigd om af te zien van het idee van een afscheiding van Irak en de oprichting van een onafhankelijke staat.
De situatie in Syrië is vergelijkbaar met die in Irak, met uitzondering van het referendum. De burgeroorlog en de algemene verlamming in Syrië vanaf eind 2011 hebben ervoor gezorgd dat de Koerden zich veilig genoeg voelden om een autonome enclave op te richten en de Turkse woede voor die stap te negeren. Zij vochten tegen ISIS en werden de lievelingen van het Westen. Maar naarmate de tijd verstreek, en vooral nadat ISIS een groot deel van haar grondgebied had overspoeld, verloren de Koerdische strijdkrachten hun belang in de ogen van westerse beleidsmakers. Het feit dat zij in de oorlog tegen ISIS rivieren van bloed moesten vergieten, is vandaag de dag in korte tijd niet meer van waarde, en de wereld houdt veel meer rekening met Erdogan dan met de Koerden.
Het gevoel van de Koerden van verraad nam toe als gevolg van Trumps besluit om de Amerikaanse troepen uit Syrië te verwijderen en Erdogan het land op een presenteerblaadje te overhandigen, waardoor Erdogan, in de woorden van Trump, met de terroristen in Syrië kan doen wat hij wil. Het probleem is dat wanneer Trump het woord "terroristen" hoort, hij ISIS hoort, terwijl Erdogan "Koerden" hoort. De Koerden wendden zich uit angst voor Turkse wreedheid tot Assad en smeekten hem om hen te redden van het Turkse leger.
Vat je het? Assad, de massamoordenaar bij uitstek, is minder verschrikkelijk dan Erdogan - in Koerdische ogen. En Assad verwelkomde hen, ook al weet hij heel goed dat ze niet echt in zijn buurt willen zijn.
De Koerden van Syrië weten echter dat Assad tegen alle verwachtingen in een kolossale overwinning heeft behaald. De Russen, Iraniërs, Hezbollah en andere sjiitische milities hebben het vuile werk voor hem gedaan, en als gevolg van deze "overwinning" wachten de Arabische en Europese staten op een vernieuwing van hun betrekkingen met Syrië en de heropening van hun ambassades in Damascus.
De redenen hiervoor zijn tweeledig: de minder belangrijke reden is de wens om de Iraanse invloed tegen te gaan en Assad ervan te overtuigen dat hij beter kan terugkeren naar zijn vroegere rol om als deel van het Arabische volk, eerder dan zich aan te sluiten bij de Iraanse coalitie. Belangrijker is dat de trieste staat van de Arabische economieën leidt tot de wens om te investeren in de wederopbouw van Syrië, om daar hun werkloze werknemers naartoe te sturen en economisch voordeel te halen uit de exploitatierechten van de staten die investeren in de wederopbouw van de infrastructuur van Syrië.
Economische overwegingen vertellen echter niet het hele verhaal. Egypte, de Verenigde Emiraten en Bahrein - de bondgenoten van Saoedi-Arabië in de anti-Iraanse coalitie - stelden voor om hun strijdkrachten te sturen om Assad te helpen de situatie het hoofd te bieden. De Arabische haat tegen Turkije is zo extreem, dat het laatste wat de Arabische staten wensen is een terugkeer van het Osmaanse Rijk, honderdenéén jaar na de nederlaag tegen Europa en de vernederende verdrijving uit de Arabische landen.
De Arabieren zijn nooit vergeten hoe de Ottomaanse Turken hun heerschappij in stand hielden, en hoe de Turkse politie de voetzolen van hun slachtoffers heeft geslagen, en ze ophing aan stellingen om te sterven, en hen met kleine rotjes voorzagen om hun ingewanden te verbrijzelen voor ze stierven. De Syriërs en Irakezen zijn niet vergeten hoe de Turken in de jaren tachtig, slechts zo'n dertig jaar geleden, het water van de rivier de Eufraat hebben omgeleid om de Attaturkdam te bouwen, waardoor miljoenen Syrische en Irakese boeren hulpeloos moesten toekijken hoe hun gewassen op het land verdorden terwijl al hun arbeid te niet werd gedaan.
Arabieren vergeten noch vergeven. Zoals ik al eerder heb gezegd, is het oude bedoeïenenverhaal van een man die 40 jaar na de dood van zijn vader zich wreekt en zegt: "Ik haastte me", is overal in de Arabische wereld van toepassing.
Erdogan heeft niet alleen de Arabische haat om rekening mee te houden, maar ook de vijandigheid van de Turkse Koerden, die niet werkeloos gaan zitten toekijken hoe hun Syrische Koerdische broeders worden aangevallen. Hij maakt zich terecht zorgen dat massale operaties tegen de Koerden in Syrië en Irak de Turkse Koerden op straat dreigen te brengen om op zijn minst te demonstreren, maar mogelijk ook om in het ergste geval verwoestingen te zaaien en terreuraanslagen uit te voeren. Als dat gebeurt, zal hij gedwongen worden de demonstraties met geweld te breken en zal hij geconfronteerd worden met begrafenissen, wat binnen enkele minuten kan uitmonden in bloedige en gewelddadige protesten.
De Turkse economie verkeert in slechte staat, met een daling van de waarde van de munteenheid van het land, een stijgende werkloosheid en ongebreidelde corruptie op alle bestuursniveaus. Ook dit kan van invloed zijn op het Koerdische publiek dat meer lijdt dan de gemiddelde Turk, omdat ze aan de zijlijn worden gehouden in de economische, sociale en politieke arena's. Erdogan geniet nog steeds de steun van de bevolking, maar er is een grens aan wat de Koerden bereid zijn te ondergaan. Een verpletterende operatie tegen hun broeders in Syrië kan de druppel zijn die de emmer doet overlopen.
Erdogan is ook bang voor de Europeanen, want als zijn aanvallen op de Koerden tot negatieve krantenkoppen in de Europese kranten leiden, kunnen Europese toeristen Turkije ontwijken en naar Griekenland of andere landen in het Midden-Oosten reizen, zoals Israël, voor hun vakanties. Industriëlen kunnen hun fabrieken uit Turkije verhuizen als ze zich realiseren dat etiketten met de vermelding "made in Turkey" een goede manier is om ervoor te zorgen dat hun goederen op de schappen blijven liggen.
Kortom, men kan zeggen dat de Koerden in Syrië bedreigd worden door Turkije, maar niet op het niveau dat woordvoerders het publiek proberen te doen geloven, omdat ze een uitweg hebben. Politiek vernuftig, en een realistische benadering van het machtsevenwicht in de regio, zou het voor de Koerden mogelijk maken om als onderdanen van Assad te leven. Hoewel deze oplossing volgens hen verre van ideaal is, is het heel goed mogelijk dat het alternatief erger en veel slechter is dan het ordelijke leven - beperkt en vernederend zoals het is - door samen te werken met Assad, de overwinnaar.
Geschreven voor Arutz Sheva, vertaald door Senior Consultant, Op-ed en Judaismeditor, Rochel Sylvetsky.
Bron: The Turks are coming – to Syria - Israel National News