Ron Cantor - 17 juni 2019
Ik stond op een vertrouwde plek. Minstens twee keer per jaar richt ik me tot gelovigen in de Banais, of wat de Bijbel noemt, Caesarea Philippi. Hier sprak Jesjoea over de rots waarop hij zijn gemeente zou bouwen. En het was hier waar ik me plotseling realiseerde wat hij bedoelde met het woord rots.
Jarenlang hebben geleerden ruzie gemaakt over de rots waar Jesjoea in Matteüs 16 naar verwijst. Nadat Simon Petrus door bovennatuurlijke openbaring verklaarde dat Jesjoea de Messias is, de Zoon van de Levende God, deelt Jesjoea iets anders mee.
En ik zeg u dat u Petrus bent en dat ik op deze rots mijn kerk zal bouwen, en de poorten van het Hades zullen deze niet overwinnen. (Matteüs 16:18).
Het gedeelte begint met Jesjoea die zijn mannen meeneemt op een excursie naar Caesarea Philippi, ongeveer 40 km. boven Kapernaum. Deze regio was verboden terrein voor Joden. De rabbijnen verboden het. Het was volkomen demonisch. De mensen aanbaden daar Pan, de half-mens, half-bok, een seks-gekke god. Zij pleegden daar onuitsprekelijke seksuele handelingen als onderdeel van hun heidense aanbidding.
Op de berg is een grot genaamd De poorten van de hel. Het was door deze poorten, dachten ze, dat men de hel zelf kon binnengaan. De grot werd de Grot der goden genoemd.
Jesjoea nam Zijn discipelen daarheen mee om een paar punten te maken.
Niet alleen zouden de poorten van de hel de kerk van Jezus niet overwinnen, maar hij zou ze ook bouwen op de ruïnes van de poorten van de hel.
Toen ik het controleerde, vond ik anderen die ook dit inzicht hadden.
Hoewel de christelijke tradities discussiëren over de theologische betekenis van die woorden, lijkt het duidelijk dat Jezus' woorden ook een symbolische betekenis hadden. Zijn kerk zou gebouwd worden op de "rots" van Caesarea Philippi, een rots die letterlijk gevuld was met nissen voor heidense afgoden, waar goddeloze waarden de boventoon voerden.
Staande bij een letterlijke "Poort van de Hades", kunnen de discipelen overweldigd zijn door Jezus' uitdaging. Ze hadden een aantal jaren onder hun rabbijn gestudeerd, en nu gaf hij hen de opdracht voor een enorme taak: het kwaad aan te vallen en de kerk te bouwen op de plaatsen die het meest gevuld waren met morele corruptie.
Jezus vormde een duidelijke uitdaging met zijn woorden in Caesarea Philippi: Hij wilde niet dat zijn volgelingen zich voor het kwaad verborgen zouden houden: hij wilde dat ze de poorten van de hel zouden bestormen. - Ray Vander Laan
Wat denkt u?
1 reactie
lezen
Bron: I found the Rock from Peter’s Confession | Messiah's Mandate