GELIEFDE VRIENDEN VAN ISRAËL

Aan het eind van het oude en het begin van het nieuwe jaar waren de machtigen van deze wereld voor de G20 top bijeen in Buenos Aires. Belangrijke thema’s bij deze topontmoetingen zijn altijd de wereldwijde handel en de samenwerking. Het is zeker als positief te beschouwen dat er zo’n wereldwijde samenwerking bestaat. Maar als een goed functionerende en florerende wereldhandel de maat van alle dingen is, kan het twijfelachtig worden.

Toen Jezus over de komst van het Koninkrijk van God en Zijn wederkomst sprak, vergeleek Hij die tijd met de dagen van Lot (Luk. 17:28–30). Verrassend genoeg had Hij het toen niet over de zedelijke verdorvenheid die er in Sodom heerste, maar zei Hij: “Zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden”.

Zijn dat niet allemaal dingen die van levensbelang zijn en die niets kwaads bevatten? Het noodlottige vinden we in een paralleltekst in verband met de dagen van Noach, waar Jezus zegt: “...en het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn” (Mat. 24:39). Tenslotte leidde het negeren van het zedelijke en morele verval in de tijd van Noach en in het bijzonder die van Lot tot het losbarsten van Gods oordeel.

Bij de intussen mode geworden bijeenkomsten van de groten van deze wereld gaat het niet om kwesties van zedelijk en moreel gedrag op basis van de normen en waarden van Gods Woord. Deze normen en waarden worden tegenwoordig meer en meer aan de laars gelapt en opzij geschoven. En men legt steeds meer zogenaamde mensenrechten of internationale rechten vast die tegen het Woord van God in gaan.

Tegenwoordig mag je deze dingen niet eens meer noemen als je niet het risico wilt lopen je strafbaar te maken of als hopeloos ouderwets en achterlijk uitgekreten te worden. De internationale rechten worden niet op grond van bijbelse normen en waarden vastgelegd, maar op basis van de zich steeds verder van de Bijbel verwijderende normen en waarden van de moderne mens. Zolang de economie maar bloeit en het bruto sociaal product stijgt, lijkt alles in orde te zijn.

God bekijkt de dingen echter met andere ogen. Niet het primaire economische succes is de maat van alle dingen, maar de diepere zedelijke en morele normen en waarden die aan een godvruchtige levensinstelling ontspringen.

Als je tegenwoordig naar de geïndustrialiseerde landen kijkt (en die behoren overwe- gend tot de G20), dan kun je een bijna ongelooflijke economische groei vaststellen. Aan het begin van een jaar worden er altijd weer allerlei ranglijsten gepubliceerd waar de landen met de hoogste levensstandaard op staan. Ook Israël is er trots op dat het op die lijst steeds verder stijgt. Helaas neemt met de levensstandaard meestal ook de ontkerstening en de Godvergetelheid van een land toe.

Toen Jezus vertelde hoe de dagen vóór Zijn wederkomst zouden zijn, had Hij het precies over een tijd waarin wij vandaag de dag leven. Dat behoort ons tot nadenken te stemmen en ons ertoe aan te zetten ons weer op het eigenlijke en belangrijkste te bezinnen, namelijk op de dingen van het Koninkrijk van God. Dat heeft de Heer Jezus Zelf ons als belangrijkste basis bij de zorg om ons welzijn meegegeven. In Mattheüs 6:33 zegt Hij: “Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden”.

Met dit belangrijkste streven voor ogen wil ik u allemaal aan het begin van dit nieuwe jaar heel hartelijk groeten en Gods rijke zegen wensen. Tegelijk wil ik ook bedanken voor alle steun voor het werk dat we voor de Heer mogen doen.

Uw Fredi Winkler.

Bron: Middernachtsroep.nl