door: Gary Stearman op 5 april 2019....
En natuurlijk is de reden hiervoor bekend. Het Lam had Zichzelf geofferd in die laatste Pesach, gevierd met Zijn discipelen in de nacht van Zijn arrestatie en beproeving. Deze daad stelde het Avondmaal in, waarin het Lam de eigenlijke leider van de oude traditie werd. Maar er moet ook aan herinnerd worden dat Jezus aan het begin van zijn openbare bediening verscheen als het Lam zonder smet, net zoals Hij het eindigde als het Lam dat geofferd werd voor de zonde.
Zijn rol wordt publiekelijk aangekondigd door Johannes de Doper:
"Johannes antwoordde hun: Ik doop met water, maar midden onder u staat Hij Die u niet kent. Hij is het Die na mij komt, Die vóór mij geworden is, bij Wie ik het niet waard ben de riem van Zijn sandalen los te maken. Dit gebeurde in Bethabara, aan de overkant van de Jordaan, waar Johannes doopte. De volgende dag zag Johannes Jezus naar zich toe komen en hij zei: Zie het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt!" (Joh. 1:26-29).
In de geest van Elia kondigde Johannes de verschijning van de langverwachte Messias aan. Zijn openbare verklaring zou vele beloften en historische verwijzingen kunnen hebben opgeroepen. Maar dat deed hij niet. Hij introduceerde eenvoudigweg het Lam. Priesters en Levieten waren de Jordaan overgestoken om Johannes te ondervragen. Hij ontkende de grote profeet te zijn die door Mozes was beloofd. Hij ontkende ook dat hij de Messias of Elia was.
Maar waarlijk, Johannes was een profeet, die nu de komst van de Messias voorspelde. Hij kondigde Jezus niet aan als Koning of profeet. Evenmin noemde hij Jezus' zijn verwantschap met de koninklijke stam van Juda, die teruggaat tot het Huis van David. In plaats daarvan noemde hij Hem eenvoudigweg "het Lam van God".
Israël's leiders hadden geen enkele manier om het Pesachlam mentaal met de Messias te verbinden. Hoewel het Oudtestamentische symbool van het Lam het voltooide werk van Jezus aankondigt, hadden de profeten de komende Messias nooit als een lam aangeduid. Het bloed van het Lam als een Messiaans idee is duidelijk alleen in het Nieuwe Testament ontwikkeld.
Zeker, Jesaja verwees op deze manier naar Hem, maar verbond Hem nooit echt met het Pesach of de verzoening:
"Toen betaling geëist werd, werd Híj verdrukt, maar Hij deed Zijn mond niet open. Als een lam werd Hij ter slachting geleid; als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij Zijn mond niet open" (Jes. 53:7).
Zo brengt de aankondiging van Johannes van het Lam een nieuwe dimensie aan de missie van de Messias. Hij komt als de personificatie van het verzoeningsoffer, als de remedie voor de zonde die de wereld verlamd heeft. Vanaf het allereerste begin erkent de Bijbel Hem in deze rol. Nu kondigt Johannes dit in het openbaar aan. Maar natuurlijk begrijpt niemand wat hij zegt.
De profetie van Johannes aan de Jordaan gaat door en voegt nog een opmerking toe over de identiteit van de Messias. Johannes werd zes maanden voor Jezus geboren, een feit dat waarschijnlijk bekend is bij de autoriteiten van Jeruzalem, en zeker bij een aantal trouwe Joden. Toch verklaart hij dat Jezus voor hem kwam en voegt eraan toe dat het Lam is bevestigd door de Heilige Geest van God en de Zoon van God zelf is:
"Híj is het van Wie ik gezegd heb: Na mij komt een Man Die voor mij geworden is, want Hij was er eerder dan ik. En ik kende Hem niet, maar opdat Hij aan Israël geopenbaard zou worden, daarom ben ik gekomen om te dopen met het water. En Johannes getuigde: Ik heb de Geest zien neerdalen uit de hemel als een duif, en Hij bleef op Hem. En ik kende Hem niet, maar Hij Die mij gezonden heeft om te dopen met water, Die had tegen mij gezegd: Op Wie u de Geest zult zien neerdalen en op Hem blijven, Die is het Die met de Heilige Geest doopt. En ik heb gezien en getuigd dat Híj de Zoon van God is." (Johannes 1:30-34). Dit is de duidelijkst mogelijke verklaring van zijn goddelijkheid.
Jezus' eerste discipelen werden aangetrokken door de herhaalde uitspraak van Johannes dat dit het Lam van God was. Zij werden geestelijk aangetrokken tot een groot nieuw idee, dat zij niet konden begrijpen: De volgende dag stond Johannes daar weer met twee van zijn discipelen. En toen hij Jezus zag lopen, zei hij: Zie, het Lam van God! En de twee discipelen hoorden hem dat zeggen en zij volgden Jezus. En toen Jezus Zich omkeerde en zag dat zij volgden, zei Hij tegen hen: Wat zoekt u? En zij zeiden tegen Hem: Rabbi (wat vertaald wil zeggen: Meester), waar woont U? Hij zei tegen hen: Kom en zie! Zij kwamen en zagen waar Hij woonde en bleven die dag bij Hem. En het was ongeveer het tiende uur. Andreas, de broer van Simon Petrus, was een van de twee die het van Johannes gehoord hadden en Hem gevolgd waren.(Johannes 1:35-41).
Wat moeten deze twee gedacht hebben toen ze de extatische woorden van Johannes hoorden? Was dit werkelijk de Messias? Maar Johannes noemde Hem niet zo. Hij zei niet: "Zie uw Messias!". In feite, hield hij de volledige waarheid achter. In plaats van het ambt van de Messias, benadrukte hij de rol van de Messias in de verlossing. Johannes profeteerde de missie die Jezus zou uitvoeren, en de manier waarop Hij die zou uitvoeren, als het Pesach-offer.
De twee hier genoemde discipelen worden geïdentificeerd in de context van Johannes' verklaring. Het is zeer interessant om te zien dat zij geen moeite hadden om het concept van het Lam met dat van de Messias te verbinden:
"Andreas, de broer van Simon Petrus, was een van de twee die het van Johannes gehoord hadden en Hem gevolgd waren. Deze vond als eerste zijn eigen broer Simon en zei tegen hem: Wij hebben de Messias gevonden, wat vertaald wordt als de Christus." (Johannes 1:41,42).
Ongetwijfeld begrepen zij het verband niet helemaal. In feite vertelt de Schrift ons dat toen Jezus hen later vertelde dat Hij moest sterven en van hen moest weggaan, weigerden zij om het idee te accepteren. Hij vertelde hen openlijk dat Hij ".... gedood moest worden en de derde dag opnieuw worden opgewekt" (Matteüs 16:21). Hij berispte Petrus streng, die zich verzette tegen de eenvoudige waarheid dat het Lam moet sterven om het offer voor de zonde te voltooien.
Maar men moet niet vergeten dat de zending van Jezus voor degenen die in die tijd leefden, vol met raadsels zat.
Als we de bijbelse geschiedenis van het Lam bekijken, vinden we een verrassend feit. Het Oude Testament verwijst vaak naar het offerlam. Maar in het Nieuwe Testament wordt het offerlam slechts vier keer bij naam genoemd buiten het boek Openbaring om.
Deze titel komt twee keer voor in het Evangelie van Johannes (die beide hierboven worden geciteerd). In deze twee gevallen is het woord "Lam" met een hoofdletter geschreven. Het wordt daarna nog tweemaal gezien, eenmaal in Handelingen 8:32, waar Filippus uit Jesaja 53 citeert:
"De plaats van de Schrift die hij las was deze, hij werd als een schaap ter slachting geleid; en zoals een lam voor zijn scheerder stom was, zo opende hij zijn mond niet.
Opnieuw komen we het tegen in 1 Petrus 1:19, waar Petrus uit Exodus 12:5 citeert, waarin hij de eis van zuiverheid in het Pesachlam noemt:
"in de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is,
maar met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam." (I Petrus.1:18,19).
In beide gevallen wordt het heil verklaard door het offer van het Pesachlam. Op grond van het belang van dit symbool zou men verwachten dat verwijzingen naar Jezus als het offer Lam steeds weer zou worden genoemd. Maar in de zendbrieven van Paulus, Jakobus, Johannes en Judas is het volledig afwezig!
Bovendien wordt in de brief aan de Hebreeën, die gewijd is aan het uitleggen van de superioriteit van Christus' verlossingsoffer aan de Joden die nog steeds in de tempel aanbidden, wordt het Lam helemaal niet genoemd! Wanneer we het over Jezus hebben, Hebreeën verwijst typisch naar Zijn offer in uitspraken als het volgende: ".... maar door Zijn eigen bloed eens en voor altijd binnengegaan in het heiligdom"...." (Heb. 9:12). De Joden zouden een onmiddellijke verbinding hebben gemaakt met het idee van het Pesach-lam, maar Zijn offer is nooit op deze manier gedetailleerd.
Bovendien vermelden de eerste drie Evangelies nooit het Lam met die naam! Matteüs, met het Evangelie dat de Koning van Israël aankondigt, is opgebouwd rond het thema van de presentatie en afwijzing van de koning.
Marcus stelt Jezus voor als de dienaar. Zijn stijl van feitelijke directheid stelt de dienaar voor, die zijn werk met energie en totale toewijding uitvoert. Hij wordt dan afgewezen en lijdt voor hen die Hij gediend heeft.
En Lucas documenteert de rol van Jezus als Mensenzoon .... in alle opzichten menselijk, maar toch goddelijk geïncarneerd. Lucas benadrukt zijn medeleven en zijn volmaaktheid als mens. Hij wordt voorgesteld en verworpen als de man die de smarten van de mensheid droeg. Als een man tegenover een andere ging hij het huis van de kleine, maar welvarende Zacchaeus binnen. Door deze zondige tollenaar op zijn eigen niveau aan te spreken, veranderde Jezus de manier waarop deze man zijn leven leefde:
"Zacheüs nu ging staan en zei tegen de Heere: Zie, de helft van mijn goederen, Heere, geef ik aan de armen, en als ik van iemand iets heb afgeperst, geef ik dat vierdubbel terug. Toen zei Jezus tegen hem: Heden is dit huis zaligheid ten deel gevallen, omdat ook deze een zoon van Abraham is. Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is." (Lucas 19:8-10).
Als Koning, Dienaar en Zoon des Mensen handelt Jezus op het aardse niveau. Hoewel belangrijk, richten deze rollen zich niet op de geestelijke en metafysische waarheden die we zien in het Evangelie van Johannes, dat Jezus als Godheid openbaart.
Het is dus volkomen logisch dat, aangezien Het Lam een geestelijk offer is, dat de grenzen van de aarde overstijgt en de helemaal naar de hemel reikt, Johannes Hem zou introduceren als het Lam, "..... dat de zonde van de wereld wegneemt".
Bron: When the Lamb of Passover Opens the Scroll - The Prophecy Watchers