www.wimjongman.nl

(homepagina)

Ben-Gurion, zionisme en democratie

13 januari 2019 - door Victor Rosenthal

Tijdens het hevige debat over de Basiswet, Israël als natiestaat van het Joodse volk, beweerden tegenstanders dat hij gebrekkig was omdat hij geen melding maakte van "democratie" of "gelijkheid", concepten die impliciet of expliciet terug te vinden zijn in de Onafhankelijkheidsverklaring van Israël, afgekondigd door David Ben-Gurion op 14 mei 1948. Hier is de relevante passage uit die Verklaring:

DE STAAT ISRAEL zal openstaan voor Joodse immigratie en voor de bijeenverzameling van de ballingen; het zal de ontwikkeling van het land bevorderen ten voordele van al haar inwoners; het zal gebaseerd zijn op vrijheid, gerechtigheid en vrede zoals voorzien door de profeten van Israël; het zal zorgen voor volledige gelijkheid van sociale en politieke rechten voor al haar inwoners ongeacht godsdienst, ras of geslacht; het zal de vrijheid van godsdienst, geweten, taal, onderwijs en cultuur waarborgen; en het zal trouw zijn aan de principes van het Handvest van de Verenigde Naties.

"Wat verduiveld," brieste Tzipi Livni, "heeft premier Benjamin Netanyahu tegen de Onafhankelijkheidsverklaring?" Leden van wat toen haar partij was, zwaaiden met kopieën van de Verklaring om er de nadruk op te leggen.

Voorstanders van de wet voerden aan dat het niet nodig was om een dergelijke verwijzing aan de nieuwe Basiswet toe te voegen, omdat deze begrippen in andere Basiswetten waren vastgelegd, en deze wet was bedoeld om het idee van een Joodse staat te verklaren - iets wat ook expliciet in de Verklaring staat.

De spanning tussen het joodse karakter van de staat en de inzet voor democratisch bestuur en gelijke rechten voor al haar burgers, waarvan zo'n 21% vandaag de dag niet joods is, is het koord waarover Israël al sinds 1948 loopt. Het wordt niet gemakkelijker gemaakt door degenen die zich verzetten tegen het idee van een Joodse staat, zoals de Arabische intellectuelen die het willen omvormen tot een binationale staat, en de seculiere linkerzijde, die wil dat het een democratische "staat van al haar burgers" wordt, zoals de VS, of de voormalige president van het Hooggerechtshof, Aharon Barak, die denkt dat de betekenis van "Joodse staat" slechts "democratische staat" is. De Natiestaatwet kan gezien worden als een poging om het evenwicht te bewaren wat anders deze krachten zou kunnen vernietigen.

Naar mijn mening moet er een prioriteit worden toegekend aan het begrip "Joodse Staat" om te voorkomen dat dit verdwijnt onder de golven van gelijkheid en democratie. En tot mijn verbazing was de man die in 1948 de onafhankelijkheid van de staat Israël afkondigde het blijkbaar met mij eens (zie: Lise Rosenthal).

In 1929 sloot David Ben-Gurion een overeenkomst tussen zijn zionistische en socialistische Histadrut Hatzionit (Zionistische Unie) en verschillende niet-zionistische en niet-socialistische joodse organisaties, met name in de VS, om de Sochnut Hayehudit te vormen, het joodse agentschap dat het Joodse volk van de wereld zou vertegenwoordigen bij de oprichting van de Joodse Staat. Hij was helemaal niet blij met de compromissen die nodig waren, maar hij had het geld nodig, vooral van de Amerikaanse kapitalisten - zijn bittere ideologische vijanden. De linkse, maar zorgvuldige historicus Tom Segev schreef in zijn boek David Ben-Gurion: A State At All Costs (Keter, 2018 - Hebreeuws, pp. 219-220):

Ben-Gurion verklaarde: "Mijn hart ligt niet in vrede met het [Joodse] Agentschap [...] maar hoe dan ook, we accepteren het Agentschap omdat we geloven dat Eretz Yisrael gebouwd zal worden door een partnerschap van alle Joodse krachten. Democratie is voor ons geen loze kreet, maar we hebben een principe dat heiliger is dan democratie, en dat is het bouwen van Eretz Yisrael door Joden". Zo sloot de democratie zich aan bij het socialisme en de vrede: in de ideologische wereld van Ben-Gurion, zoals zij onder de doelstellingen van het zionisme zo werd geklasseerd [Het citaat komt uit het dagboek van Ben-Gurion, 26 december 1930.]

Sommigen zullen dit misschien verrassend vinden, net zoals ze Rabins echte mening over een soevereine Palestijnse staat verrassend vinden (hij was ertegen gekant). Maar zo schrijven politieke winnaars geschiedenis: ze stoppen hun woorden in de mond van de helden van een volk.

Er is maar één Joodse Staat. Er zijn talloze versies van een democratische "staat van al zijn burgers" in de wereld, maar naarmate de tijd verstrijkt en het voor Joden steeds moeilijker wordt om daar te leven, stellen we vast dat Herzl, Ben-Gurion, en andere zionisten gelijk hadden: een Joodse staat is essentieel voor het overleven van het Joodse volk. Het was essentieel om het toen te creëren, en het is essentieel om het nu te behouden.

Ben-Gurion was eensgezind en meedogenloos tegenover al zijn tegenstanders. Ik heb hem scherp bekritiseerd vanwege zijn acties tegen zijn rechtse rivalen voor en na de oprichting van de staat; het was jammer dat toegewijde Joodse patriotten zoals Begin zo lang uit het politieke leven in dit land werden weg gehouden. Ik had liever gezien dat de staat was gebouwd volgens de principes van Jabotinsky, in plaats van Marx.

Toch kon ik het niet meer met Ben-Gurion eens zijn over het belang van "het principe dat heiliger is dan de democratie". Vandaag de dag is dat het behoud van de staat - als Joodse Staat.

Bron: Ben-Gurion, Zionism, and democracy | Abu Yehuda