door Khaled Abu Toameh - 24 juli 2019
Toen de Saoedische blogger Mohamed Saud op 22 juli bij het Al-Aqsa Moskee-gebied aankwam, dacht hij blijkbaar dat hij vredig zou kunnen bidden op die plaats alvorens over te gaan tot een rondleiding op de markten van de Oude Stad van Jeruzalem.
Bovendien geloofde de Saud blijkbaar dat hij als Arabische moslim hartelijk verwelkomd zou worden door zijn Palestijnse broers.
Hij had het mis.
Op het moment dat de Palestijnen de Saoedische blogger opmerkten op één van de heiligste sites van de Islam, lieten ze hem zien hoe ze hun Arabische broeders behandelen.
Video's die op de sociale media verschenen, lieten een aantal Palestijnen zien die beledigingen naar de Saud slingerden en hem spuugden. Een Palestijn gooide later plastic stoelen naar hem toe toen hij het gebied verliet.
Wat heeft de Saoedische bezoeker gedaan dat hij deze vernedering en dit fysiek misbruik verdient? Welke misdaad pleegde hij om te worden aangeklaagd als "vuilnis", "beest" en "verrader" en "zionist"?
De ongelukkige Saoedische misdaad - in de ogen van de Palestijnen - was dat hij deel uitmaakte van een delegatie van Arabische journalisten die werden uitgenodigd om Israël te bezoeken. Zulke bezoeken worden door de Palestijnen vaak veroordeeld als acties die leiden tot het bevorderen van de normalisering tussen Arabieren en Israël. De Palestijnen zijn sterk gekant tegen elke vorm van normalisering met Israël en beschouwen het als verraad. Ze zijn bang dat als de Arabieren hun betrekkingen met Israël normaliseren, ze niet langer om de Palestijnen zullen geven. Het Palestijnse standpunt is dat er geen normalisering tussen Israël en de Arabieren kan plaatsvinden voordat het Israëlisch-Palestijnse conflict is opgelost.
Deze vernederende behandeling was geen geïsoleerd incident. Op het moment dat Palestijnse media-organisaties vernamen dat de journalisten naar Israël waren gekomen, haastten ze zich om verklaringen af te geven waarin ze de delegatie afkeuren en Arabieren en moslims oproepen om de bezoekers op een zwarte lijst te zetten.
De Palestinian Journalists Syndicate (PJS), een orgaan dat gedomineerd wordt door loyalisten van de regerende Fatah-fractie van president Mahmoud Abbas, was de eerste die zich tegen de Arabische journalisten uitsprak en hen beschuldigde van het bevorderen van normalisering met Israël.
De PJS en andere Palestijnse media-organisaties riepen de Federatie van Arabische Journalisten op om de journalisten ter verantwoording te roepen en toe te voegen aan haar "zwarte lijst". Dit bevel betekent dat de journalisten die Israël bezochten, van elke vakbond of organisatie waar ze lid van waren, zouden worden verbannen. Het betekent ook dat de bezoekende journalisten door andere Arabische journalisten en media-organisaties geboycot zouden worden en werk geweigerd zou worden.
De belangrijkste reden dat de Saoedische blogger tijdens zijn bezoek aan de Al-Aqsa-moskee werd aangevallen en vernederd was deze ophitsing. Het kwam voornamelijk van de PJS, een groep die verbonden is met Fatah, en dat door sommigen in het Westen, en zelfs in Israël, omschreven wordt als "gematigd" en "pragmatisch".
Onlangs waarschuwde dezelfde Fatah-geaffilieerde PJS Palestijnse journalisten voor het aannemen van een uitnodiging van de Amerikaanse presidentiële gezant Jason Greenblatt om het Witte Huis te bezoeken.
In juni veroordeelde dit PJS ook Bahrein vanwege het uitnodigen van Israëlische journalisten om de door de V.S.-geleide economische workshop van "Welvaart tot Vrede" in Bahrein bij te wonen.
Rami Alshrafi, een van de hoofden van de PJS in de Gazastrook, dreigde dat zijn groep elke journalist die zich bezighield met activiteiten die als normalisering met Israël zouden kunnen worden beschouwd, publiekelijk te schande zou maken. "We zullen een lijst publiceren van al die Arabische journalisten die enige normaliseringsmaatregelen nemen met de bezettingsstaat Israël," zei hij. "We zullen een zwarte lijst publiceren van al die Arabische journalistieke organisaties en journalisten die Israëlische journalisten ontvangen.
De PJS had enkele jaren geleden ook het initiatief genomen tot een boycot van Israëlische journalisten en gedreigd elke Palestijnse ambtenaar die een interview geeft aan de Israëlische media te boycotten. In een interview legde PJS-voorzitter Nasser Abu Bakr, een voormalig journalist bij Agence France-Presse (AFP), uit dat de beslissing werd genomen nadat zijn vrienden en hij "tot de conclusie kwamen dat geen enkel interview van [Palestijnse] ambtenaren [aan Israëlische media] de Palestijnse zaak dient."
Bizar genoeg, terwijl het syndicaat van Abbas herhaaldelijk oproept tot een boycot van Israëlische journalisten, blijft hij af en toe vertegenwoordigers van de Israëlische media ontmoeten. Onnodig te zeggen dat de PJS en haar leden Abbas nooit veroordeeld heeft voor het schenden van hun verbod. Zij weten dat de dag dat zij een woord tegen de voorzitter van de Palestijnse Autoriteit uitspreken, zij óf hun financiering van de Palestijnse overheid zullen verliezen, óf in gevangenis worden geworpen - of nog slechter.
Als eerste riepen de Palestijnse journalisten het publiek op tegen hun Israëlische collega's en riepen op om hen te boycotten. Vervolgens riepen ze het publiek op tegen Palestijnse journalisten die de moed hadden om Israëli's te ontmoeten. Nu is het de beurt aan niet-Palestijnse Arabische journalisten om deze hitte te voelen.
In plaats van de Arabische journalisten in Jeruzalem te verwelkomen en hen uit te nodigen om Ramallah, de feitelijke hoofdstad van de Palestijnse leiding, te bezoeken, kozen de Palestijnen ervoor hun Saoedische bezoeker te beledigen en fysiek aan te vallen. Alsof dat nog niet genoeg is, eisten ze ook dat Arabieren en moslims de blogger en zijn collega's straffen voor het naar verluidt bevorderen van de normalisering met Israël.
De aanval op de Saoedische blogger belooft niet veel goeds voor de toekomst van de Palestijnse betrekkingen met Saoedi-Arabië en andere Arabische landen.
Verschillende Saoediërs namen de sociale media om hun afschuw te uiten over de aanval op Saoedisch-Arabië en andere Arabische landen. "Ik kan de wakaha (brutaliteit) van de Palestijnen die hun vreugde over de aanval uitten, niet begrijpen," zei de Saoedische burger Ibrahim Al-Sulieman.
Een andere Saoediër, Abdullah, gaf commentaar: "Hoewel [Saud] alleen zichzelf vertegenwoordigt, hebben de Palestijnen hun haat tegen hem alleen maar blootgelegd omdat hij uit Saoedi-Arabië komt.
Terwijl Israëlische regeringsfunctionarissen de "wrede" aanval op de Saoedische blogger snel aan de kaak stelden, slaagden Palestijnse leiders er niet in om het incident te veroordelen, een reactie die de spanningen tussen de Palestijnen en Saoedi-Arabië waarschijnlijk zal verergeren.
Er is één bijkomende reden waarom de Palestijnen de Saudis niet willen zien bij het Al-Aqsa Moskee-gebied: De Palestijnen zijn waarschijnlijk bang dat Saoedi-Arabië op zoek is naar de rol van "bewaker van heilige plaatsen" in Jeruzalem, een rol die momenteel door Jordanië wordt vervuld. Zowel Jordanië als de Palestijnen zijn sterk gekant tegen het toekennen van een rol aan de Saoedi's bij het beheer van de heilige plaatsen in de stad. Een monopolie op de moskee brengt hen, naar zij geloven, prestige en respect in de Arabische en islamitische landen.
De aanval op de Saoedische blogger is weer een teken van toenemende spanningen tussen de Palestijnen en sommige Arabische landen, waaronder Saoedi-Arabië. Volgens enkele berichten hebben de Saoedi's een bestraffing tegen de Palestijnen die in het koninkrijk wonen op touw gezet door tientallen Palestijnen te arresteren en lastig te vallen.
De berichten over een toenadering tussen verschillende Arabische staten en Israël zijn zorgwekkend voor de Palestijnen. Zij zeggen dat zij het gevoel hebben dat hun Arabische broeders hen de rug toekeren. Dit gevoel van verlatenheid werd versterkt door de weigering van Saudi-Arabië en sommige Arabische staten om aan de vraag door de Palestijnen om de economische workshop in Bahrein te boycotten aandacht te besteden.
Een recente opiniepeiling toonde aan dat 80% van de ondervraagde Palestijnen de deelname van Arabische landen aan de workshop als een stopzetting van de Palestijnse zaak beschouwt.
In zekere zin hebben de Palestijnen gelijk: hun Arabische broeders beginnen zich inderdaad van hen af te keren. De Palestijnen zouden zich de belangrijke vraag kunnen stellen: waarom gebeurt dit? Hier is een hint: Spugen in het gezicht van een Saoedische blogger en hem als "beest" en "zionist" te vervloeken is geen gedrag dat bevorderlijk is voor het lokken van geld uit zijn staat, of een andere zichzelf respecterende entiteit die weigert in het gezicht te worden geslagen bij het verstrekken van giften.
Khaled Abu Toameh, een bekroond journalist die in Jeruzalem is gevestigd, is een Journalistiek Shillman medewerker bij Gatestone Institute.
Vertaling door W.J. Jongman en H. Sleijster
© 2019 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de vertalers of van Gatestone Institute.
Bron: Why Was a Saudi Attacked by Palestinians?