www.wimjongman.nl

(homepagina)

Turkije wist de christelijke cultuur uit in het bezette Cyprus

door Uzay Bulut | 25 november 2018

 

Na de Turkse invasie en bezetting van Noord-Cyprus werden oude mozaïeken gestolen uit de kerk van Panagia Kanakaria (foto), welke zich in de door Turkije bezette zone bevindt. De mozaïeken werden later ontdekt in de Verenigde Staten en keerden terug naar Cyprus in 1989. (Beeldbron: Julian Nitzsche/Wikimedia Commons)

Een mozaïek van San Marco uit de zesde eeuw, werden gestolen uit een kerk na de Turkse militaire invasie op Cyprus in 1974, onlangs teruggevonden in een appartement in Monaco en teruggegeven aan de Cypriotische overheid. Het oude meesterwerk werd beschreven door Arthur Brand, een Nederlandse onderzoeker, die het beschreef als "een van de laatste en mooiste voorbeelden van kunst uit de vroege Byzantijnse tijd".

Vele andere culturele Cypriotische overblijfselen, afkomstig uit kerken en andere plaatsen, werden door de Turkse invallers gestolen uit Cyprus en naar het buitenland gesmokkeld. Sommige werden in het verleden teruggevonden en teruggegeven. In 1989 werden mozaïeken uit de kerk van Panagia Kanakaria ontdekt in de Verenigde Staten en daarop teruggegeven aan Cyprus.

In de zomer van 1974 voerde Turkije twee grote militaire campagnes tegen Cyprus uit en bezette het noordelijke deel van het eiland (dat Turkije nu de "Turkse Republiek van Noord-Cyprus" noemt, welke alleen door Turkije wordt erkend). Sinds de Turkse invasie is er veel informatie naar boven gekomen, niet alleen over de gruweldaden tegen de Cyprioten, maar ook over de vernietiging van historische, culturele en religieuze monumenten.

Volgens een rapport van 2012: "Het verlies van een beschaving: Vernietiging van cultureel erfgoed in bezet Cyprus":

"Turkije heeft twee grote internationale misdaden tegen Cyprus begaan. Het is een kleine, zwakke maar moderne en onafhankelijke Europese staat binnengevallen en heeft die verdeeld (sinds 1 mei 2004 is de Republiek Cyprus lid van de EU). Turkije heeft ook het demografische karakter van het eiland veranderd en heeft zich ingezet voor de systematische vernietiging en verdwijnen van het cultureel erfgoed uit de gebieden die onder haar militaire controle staan..."

"Dit is een van de meest tragische aspecten van de kwestie-Cyprus, en het is ook een duidelijk bewijs van de vastberadenheid van Ankara om het bezette gebied te 'Turkificeren' en een permanente aanwezigheid op Cyprus te handhaven.

"De bezettingsmacht en haar marionettenregime hebben vanaf 1974 tot op heden methodisch gewerkt om alles wat Grieks en/of christelijk is uit het bezette deel van Cyprus te verwijderen..."

Een rapport van de Amerikaanse Congresbibliotheek van 2015 bevestigde het rapport:

"Buitenlandse archeologische teams die zich bezighielden met opgravingen op Cyprus werden gedwongen hun werk te staken na de gebeurtenissen van 1974. Hun waardevolle bevindingen zijn geplunderd en de teams zijn niet in staat geweest om terug te keren en hun opgravingen te hervatten."

"Volgens sommige schattingen zijn door illegale opgravingen in het noordelijke deel van Cyprus meer dan 60.000 Cypriotische voorwerpen gestolen en geëxporteerd naar het buitenland om in veilinghuizen of door kunsthandelaren te worden verkocht. Het voorbeeld van een oude site uit het Neolithicum op de Kaap van St. Andreas illustreert dit punt. Deze site, die al voor 1974 onder auspiciën van het departement Archeologie was opgegraven, werd later door de Turkse strijdkrachten beschadigd tijdens de installatie en het hijsen van de vlaggen van Turkije en de 'TRNC [Turkse Republiek Noord-Cyprus]'.

In 2016 werd dit in een rapport van het Cypriotische Ministerie van Buitenlandse Zaken opgemerkt:

"Meer dan 550 Grieks-orthodoxe kerken, kapellen en kloosters in de steden en dorpen van de bezette gebieden zijn geplunderd en opzettelijk vernield en in sommige gevallen afgebroken. Veel christelijke gebedshuizen zijn omgebouwd tot moskeeën, tot depots van het Turkse leger, opslagplaatsen en hooischuren. Dit feit bewijst duidelijk dat het religieuze erfgoed in de bezette gebieden het doelwit is geweest van het bezettingsregime als onderdeel van het beleid om het culturele karakter van het gebied uit te roeien. Bovendien zijn belangrijke culturele monumenten en gebedshuizen nog steeds volledig ontoegankelijk omdat ze zich binnen de 'militaire zones' van het Turkse bezettingsleger bevinden..."

"De vernietiging beperkt zich niet alleen tot de monumenten van de Kerk van Cyprus, maar strekt zich ook uit tot de religieuze monumenten van het Orthodoxe Patriarchaat van Jeruzalem en de Armeense, Maronitische en Katholieke kerken van Cyprus, zoals bijvoorbeeld het Armeense klooster Sourp Magar in Halefka en het Maronitische klooster van de profeet Elias in Skylloura."

Een artikel uit 2017 voor Artnet, waarin de wreedheden van de Islamitische Staat (ISIS) tegen relikwieën in musea, moskeeën, kerken en archeologische vindplaatsen in Syrië en Irak worden beschreven, stelt dat "UNESCO de opzettelijke vernietiging van cultureel erfgoed als een oorlogsmisdaad beschouwt."

Ondertussen blijft Turkije - dat al meer dan vier decennia de opzettelijke vernietiging van het cultureel erfgoed van bezet Cyprus begaat - lid van de NAVO en kandidaat voor het lidmaatschap van de Europese Unie. Dit is een situatie waarin het Westen Turkije moet dwingen om het aan te pakken - en dat niet alleen wanneer een individueel geplunderd kunstwerk, zoals het mozaïek van San Marco, wordt gered.

Uzay Bulut, een Turkse journalist, is een welbekend Senior Medewerker bij Gatestone Institute. Ze is momenteel gevestigd in Washington D.C.

Vertaling door W.J. Jongman en H. Sleijster

© 2018 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de vertalers of van Gatestone Institute.

Bron: Turkey Wipes Out the Christian Culture of Occupied Cyprus