www.wimjongman.nl

(homepagina)

Laatste botsing van de Titanen - Deel 11: Og van de Rephaïm

Deel 1 - Deel 2 - Deel 3 - Deel 4 - Deel 5 - Deel 6 - Deel 7 - Deel 8 - Deel 9 - Deel 10

4 november 2018 - Derek Gilbert

Ontdekken dat de Griekse mythen die we op de middelbare school bestudeerden een verdraaide hervertelling van de belangrijkste bijbelse theologie is en het tegelijkertijd spannend en teleurstellend is. Aan de ene kant is de ontdekking dat de verhalen van de Olympiërs, Titanen, reuzen en monsters gebaseerd zijn op de geschiedenis een sensatie. Aan de andere kant zou ik willen dat iemand me dit spul had geleerd toen ik op de middelbare school zat! De kerk zou zoveel cooler zijn geweest.

Laten we eerlijk zijn: De Bijbel is ontdaan van de echt spannende dingen omdat we geleerd hebben alsof de meeste belangrijke personages in de Bijbel gefantaseerd zijn. De goden van de heidense wereld worden afgedaan alsof de grootste beschavingen van de oude wereld - Babylon, Egypte, Assyrië, Perzië, Griekenland en Rome - werden gebouwd door volwassenen die spraken als met denkbeeldige vrienden.

Echt? Onze voorouders waren zo primitief? Bouwden ze torens van kleistenen voordat ze begonnen te schrijven, en waren ze te eenvoudig om te beseffen dat hun goden levenloze blokken van hout en steen waren?

Ik denk echter van niet. God noemde ze "goden", dus ik ben er vrij zeker van dat deze dingen echt zijn.

Nu, hier is een vraag voor u: Waarom Og? Heb u zich daar wel eens iets over afgevraagd? Waarom heeft God Mozes opgedragen om de Israëlieten eerst tegen Og van Basan te leiden, voordat hij de Jordaan overstak? Het beloofde land, Kanaän, was immers westelijk van de rivier. Ogs koninkrijk lag aan de oostkant. Wat was er zo bijzonder aan Og en Basan dat Jahweh gedwongen werd om Ogs kleine koninkrijk tot het eerste militaire doel van de campagne te maken?

Oké, ja; Og was de laatste van "het overblijfsel van het Rephaïm". Hopelijk heeft die zin nu meer betekenis dan voordat je de laatste paar hoofdstukken van dit boek las. De Rephaïm waren niet alleen maar een oorlogszuchtige stam die het reizen over de hoofdwegen gevaarlijk maakte; ze waren erfgenamen van een traditie die trots was op zijn vermeende oorsprong als zijnde de vereniging van goden en mensen.

Dus, was Og letterlijk een hybride, deels een engel en deels een mens? De Bijbel vertelt het ons niet, maar het maakt niet uit. Waarom? Omdat het niet zo is? Omdat het niet het gene is wat in iemands bloed zit dat een mens veroordeelt. Het is wat er in het ding zit - het hart - dat het bloed rondpompt.

Of Og een reus was of niet is irrelevant. Mozes maakte onder Gods leiding duidelijk dat Og de goddeloosheid vertegenwoordigde die God meer dan vierhonderd jaar eerder aan Abraham al had genoemd - de ongerechtigheid van de Amorieten. Laten we eens kijken naar de aanwijzingen.

Ten eerste is het een vrij veilige gok dat Og het eerste doelwit van de Israëlieten was. Zijn mede-Amorieten-koning, Sihon van Heshbon, kreeg de kans om Israël door zijn grondgebied te laten gaan, maar koos in plaats daarvan voor het zwaard. Sihons hoofdstad, Heshbon, lag ten oosten van Jericho, dus als de oversteek van de Jordaan de directe doelstelling van Israël was geweest, zou Mozes niet hebben aangeboden om Sihons grondgebied over de Koninklijke snelweg te passeren, die het volk naar het noorden voerde. Mozes zou de mensen eenvoudigweg opdracht hebben gegeven om met een harde linkerhand zich een weg te banen door Sihons voortuin op weg naar Jericho's muren. Maar God had andere plannen.

Og was, zoals we al zeiden, koning van een land met een slechte reputatie. Deuteronomium 1:4 merkt op dat "Og, de koning van Basan... in Ashtaroth en in Edrei leefde". Vergeet niet dat de Rephaïm verslagen waren door de Chedorlaomer-coalitie vierhonderd jaar eerder, die ook in Ashtaroth woonden. Maar Basan was ook de thuisbasis van iets anders.

Mocht Rapiu, Koning van Eeuwigheid, wijn drinken,
ja, moge hij drinken, de machtige en edele [god],
de god die troont in Athtarat [Ashtaroth],
de god die regeert in Edrei.[i]

We hebben deze entiteit al eerder genoemd. Ten tijde van de verovering geloofden de Kanaänieten dat een god genaamd Rapi'u, de bijzondere vorm van Rephaïm, de onderwereld regeerde uit precies dezelfde twee steden in Basan die het centrum van Ogs koninkrijk vormden. De hierboven aangehaalde tekst lijkt een ritueel dat een aantal godheden uitnodigt, waaronder de oorlogsgodin Anat en de pestgod Resheph, naar een feest waarop Rapi'u Baäl vraagt om "de krachten van de Rapaʾūma [Rephaim] over te dragen aan de levende koning"[ii].

Er is meer. De thuisstad van Rapi'u, Ashtaroth, identificeert de Koning van de Eeuwigheid met een mysterieuze god wiens carrière we in een vorig hoofdstuk hebben getraceerd:

Moeder Šapšu, neem een boodschap aan
Naar Milku in ʿAṯtartu [Ashtaroth]:
"Mijn bezwering voor een slangenbeet,
Voor het gif van de geschubde slang"[iii].

Moeder Šapšu was de zonnegodin in Ugarit. In dit ritueel werd haar gevraagd een boodschap over te brengen aan een god van de onderwereld die heerst in Ashtaroth-Milku, een andere vorm van de naam Moloch.

Kortom, Basan was de toegang tot de Amoritische onderwereld. Og was de koning, de laatste van het overblijfsel van het levende Rephaïm. Maar Og had de macht van de dode Rephaïm aan zijn zijde, dacht hij, en daarom moest hij gaan. Om er zeker van te zijn dat zijn lezers wisten hoe slecht Og was, gaf Mozes ons de afmetingen van Ogs bed: Negen cubits bij vier cubits, oftewel ongeveer vier meter bij 1,80. Og was dus een reus, nietwaar?

Niet noodzakelijkerwijs. Ja, de Rephaïm had die reputatie, en er zijn duidelijke verbanden tussen de Rephaïm en de reuzen van voor de zondvloed de Nephilim. Maar die verbinding kan vooral spiritueel zijn, zoals in het occultisme en demonische. Dat is het punt dat Mozes maakte in Deuteronomium.

Zoals ik schreef in The Great Inception [de grote opening]:

Elk jaar op de eerste nieuwe maan na de lente-zonnewende hield Babylon een nieuwjaarsfeest genaamd de akitu. Het was een twaalfdaagse viering van de cyclus van regeneratie, het begin van een nieuw plantseizoen, en het omvatte een herdenking van Marduks overwinning op Tiamat. De hele viering, vanuit Yahweh's perspectief, was een lang ritueel voor de "nieuwe goden die onlangs waren gekomen"[iv] met allerlei losbandig gedrag.

Het hoogtepunt van het festival was de Heilige Vereniging van het geheime Huwelijk, waar Marduk en zijn consort, Sarpanit, zich terugtrok naar het cultusbed in de Etemenanki, het Huis van de Stichting van Hemel en Aarde, de grote ziggoerat van Babylon. Hoewel de geleerden nog steeds discussiëren over de vraag of het Heilig Huwelijk daadwerkelijk door de koning en een priesteres werd uitgevoerd, maakte het voor Jahweh niet uit. Het idee dat een overvloedige oogst in het komende jaar afhing van de viering van de heilige rol van Marduk in dat bed was afschuwelijk.

Nu, hier is het belangrijkste punt: Raad eens hoe groot het bed van Marduk was?

"...negen cubits [zijn lange] kant, vier cubits [zijn] voorkant, het bed; de troon in het front voor het bed"[v]

Negen cubits bij vier cubits. Precies dezelfde afmetingen als het bed van Og. Daarom bevatte Mozes dat merkwaardige detail! Het was geen verwijzing naar Ogs lengte, Mozes zorgde ervoor dat zijn lezers begrepen dat de Amoritische koning Og, net als de Amoritische koningen van Babylon, doorging met de occulte tradities van vóór de zondvloed, die de Wachters op aarde brachten.[vi].

Als al dat mumbo-jumbo over een onderwereldgod die Basan regeerde was uitgevonden door de priesters van de Amorieten, dan had God Og kunnen negeren. Vanuit militair of economisch oogpunt was Basan, dat ruwweg de moderne Golanhoogten bedekte, niet bepaald Babylon, Egypte of Assyrië. Er was geen strategisch voordeel aan het uitkiezen van die strijd. Het doel was Kanaän, ten westen van de Jordaan. Vechten met Og betekende dat een paar miljoen mensen met vee en kuddes naar het noorden van de Jordaanvallei marcheerden, een gevecht voeren, zich dan omkeren en teruggaan en naar het zuiden marcheren om de rivier bij Jericho over te steken. Waarom zou je het doen, als Og niets anders was dan een lokale krijgsheer? Waarom de Amorieten ten westen van de Jordaan meer tijd geven om hun verdediging voor te bereiden?

De Bijbel zegt dit niet specifiek, maar in de context van wat de Amoritische buren van Israël geloofden over Basan, de goden die er woonden, en de spirituele kracht van de Rephaïm, lijkt het duidelijk dat dit meer was dan alleen maar een strijd om de controle over enig onroerend goed. Dit was een oorlog in het geestenrijk. Net zoals Jahweh Baäl veertig jaar eerder vernederde aan de Rode Zee, was de Slag van Edrei tegen Og van Basan een duidelijke boodschap aan de "krijgers van Baäl", de Rephaïm.

En hun bondgenoten in Kanaän waren de volgende...


[i] KTU 1.108:1–3. Translation by Wyatt, N. (2002). Religious Texts from Ugarit (2nd ed.) (London; New York: Sheffield Academic Press), p. 395. [ii] Pardee, D., & Lewis, T. J. (2002). Ritual and Cult at Ugarit (Vol. 10). (Atlanta, GA: Society of Biblical Literature), p. 193. [iii] RS 24:244:40–41. Translation by Pardee and Lewis, op. cit., p. 177. Ugaritic text RS 24:251:42′ likewise places the god Milku in Ashtaroth. [iv] Deuteronomy 32:17.

[v] Veijola, T. (2003).. “King Og’s Iron Bed (Deut 3:11): Once Again,” Studies in the Hebrew Bible, Qumran, and the Septuagint (ed. Peter W. Flint et al.; VTSup 101; Leiden/Boston: Brill), p. 63. [vi] Gilbert, D. (2017). “The Great Inception Part 7: Iniquity of the Amorites—Babylon, Og, and the Angels Who Sinned.” The Great Inception. http://www.thegreatinception.com/long-war/the-great-inception-part-7-iniquity-of-the-amorites-babylon-og-and-the-angels-who-sinned/, retrieved 2/26/18.

Bron: Last Clash of the Titans Part 11: Og of the Rephaim » SkyWatchTV

Deel 1 - Deel 2 - Deel 3 - Deel 4 - Deel 5 - Deel 6 - Deel 7 - Deel 8 - Deel 9 - Deel 10 - Deel 12