door Khaled Abu Toameh | 18 oktober 2018
Parlementen, een van de sterkste uitingen van een democratie, vertegenwoordigen het electoraat, vaardigen wetten uit en houden toezicht op de regering door middel van hoorzittingen en onderzoeken.
Blijkbaar geldt dit niet voor de Palestijnen, als gevolg van de machtsstrijd tussen de Palestijnse Autoriteit (PA), president Mahmoud Abbas, de regerende Fatah-fractie op de Westelijke Jordaanoever en Hamas in de Gazastrook, aangezien men in de afgelopen 11 jaar zonder een functionerend parlement is geweest.
De een-kamer-wetgevende macht van de Palestijnse Autoriteit is de 132 leden tellende Palestijnse Wetgevende Raad (PLC). Zowel de PA als de PLC werden opgericht na de ondertekening van het Oslo-akkoord in 1993. De eerste Palestijnse parlementsverkiezingen vonden plaats in januari 1996. De tweede en laatste verkiezing vond plaats in januari 2006 en resulteerde in een overwinning voor Hamas.
In 2007 greep Hamas met geweld de controle over de Gazastrook en bracht het regime van de Palestijnse Autoriteit ten val. Sindsdien heeft het Palestijnse parlement niet meer goed gefunctioneerd, hoewel de wetgevers van Hamas soms afzonderlijk in de Gazastrook bijeenkomen. Bij gebrek aan een functionerend parlement heeft Abbas wetten aangenomen bij "presidentieel decreet". Verschillende Palestijnen hebben de wettigheid ervan in twijfel getrokken en de Palestijnse leider ervan beschuldigd de Palestijnse grondwet te hebben geschonden.
Abbas heeft de PLC effectief vervangen als enige wetgever voor de Palestijnen. Deze situatie heeft hem veranderd in een autocratische en totalitaire president die beslissingen neemt zonder dat hij door wie dan ook, inclusief leden van het Palestijnse parlement, ter verantwoording wordt geroepen.
Erger nog, Abbas heeft zijn bevoegdheden ook gebruikt om de parlementsleden te straffen die hem durven te bekritiseren of oppositie tegen zijn beleid durven uiten. In 2016 bijvoorbeeld heeft Abbas vijf "opstandige" wetgevers hun parlementaire immuniteit ontnomen: Mohammed Dahlan, Shami al-Shami, Najaf Abu Bakr, Nasser Juma'ah en Jamal Tirawi.
"Het besluit van Abbas is in strijd met de Palestijnse grondwet, die oproept tot scheiding van de uitvoerende, wetgevende en gerechtelijke autoriteiten", aldus Abu Bakr. "Wij respecteren het rechtssysteem en de wet. Wij verwerpen elke poging om de wet uit te buiten om zo met de rechterlijke macht te knoeien".
Abbas, van zijn kant, houdt niet van de PLC omdat hij weet dat veel van de Fatah- en Hamas-leden kritisch tegenover hem en zijn beleid staan. Aangezien Abbas kritiek niet bijzonder goed kan tolereren, voelt hij zich ongetwijfeld meer op zijn gemak in het houden van toespraken bij internationale fora zoals de Verenigde Naties, het Europees Parlement en zijn eigen Fatah- en PLO-instellingen dan in het Palestijnse parlement. Deze andere plekken zijn plaatsen waar niemand hem voor zijn tirannie ter verantwoording roept.
De PLO- en Fatah-instellingen die Abbas vaak aanspreekt, worden gedomineerd door zijn loyalisten, van wie velen dan ook op zijn loonlijst staan. Wie heeft er behoefte aan een parlement als men het Uitvoerend Comité van de PLO, de Centrale Raad van de PLO en het Centraal Comité van de Fatah heeft, waarvan de leden blindelings Abbas en zijn beslissingen volgen? De drie Palestijnse organen hebben in feite de PLC vervangen als de belangrijkste besluitvormingsorganen voor de Palestijnen. De enige besluiten die deze organen nemen zijn echter besluiten waarin ze Abbas volledig steunen in alles wat hij zegt en doet.
Bij gebrek aan een parlement hebben de Palestijnen geen adres waar ze hun grieven naar toe kunnen uiten. Ze kunnen niet schrijven of bellen met hun gekozen wetgevers om over iets te klagen. Het enige wat ze kunnen doen is hun toevlucht nemen tot sociale media, vooral Facebook, om hun mening te ventileren. Zelfs dan zijn de Palestijnen niet veilig voor de lange arm van de Palestijnse veiligheidstroepen. In de afgelopen jaren zijn tientallen Palestijnen lastiggevallen, gearresteerd en ondervraagd door de veiligheidstroepen van Abbas voor het plaatsen van kritische commentaren op Facebook.
Op 14 oktober zette Abbas met zijn loyalisten weer een stap die de kansen van de Palestijnen om ooit een vrije en democratische samenleving te worden met een functionerend en levendig parlement en een open debat, nog verder zal ondermijnen. De Fatah Revolutionaire Raad, een ander belangrijk orgaan dat gedomineerd wordt door Abbas' loyalisten, adviseerde de Palestijnse president de PLC te ontbinden en zich voor te bereiden op algemene verkiezingen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook. Deze aanbeveling door niet-gekozen Fatah-functionarissen en tegen de gekozen leden van het Palestijnse parlement werd gezien als ondemocratisch op juridische en parlementaire gronden en als een ondermijning van het vertrouwen van de Palestijnen in Abbas en het Palestijnse leiderschap.
Critici van Abbas en juristen hebben de aanbeveling van Fatah om het Palestijnse parlement te ontbinden veroordeeld. Zij stellen dat de stap niet bedoeld is om hervormingen en democratie tot stand te brengen, maar om Abbas en Fatah in staat te stellen zich te ontdoen van de PLC.
Hasan Khraisheh, een plaatsvervangend voorzitter van de PLC, zei dat noch Abbas noch Fatah bevoegd waren om het parlement te ontbinden. "De PLC werd gekozen door het Palestijnse volk en kan niet worden ontbonden door de Fatah Revolutionaire Raad die niet door het volk werd gekozen," stelde hij. "De ontbinding van het parlement betekent de ontbinding van de Palestijnse Autoriteit, wat ook de ontbinding van president Abbas zelf betekent.
De laatste stap om de PLC te ontbinden is de zoveelste poging van Abbas om zijn critici het zwijgen op te leggen en een open debat onder de Palestijnen over zijn beleid te voorkomen. Bij gebrek aan een parlement is er bijvoorbeeld ook geen debat over het beleid van Abbas ten opzichte van zijn rivalen in Hamas of zijn betrekkingen met de VS en Israël. Zijn helpers beweren dat de beslissing om de PLC te ontbinden gericht is op de voorbereiding van de presidents- en parlementsverkiezingen die al lang hadden moeten plaatsvinden. De voortdurende machtsstrijd tussen Abbas en Hamas maakt het echter onmogelijk om vrije en eerlijke verkiezingen te houden. De rivaliserende partijen hebben geen vertrouwen in elkaar, dus het is moeilijk in te zien hoe ze onder de huidige omstandigheden, wanneer ze elkaar naar de keel vliegen, ooit zouden instemmen met het houden van dergelijke verkiezingen.
De afgelopen elf jaar is het Palestijnse parlement gestorven door de onenigheid tussen Hamas en Fatah en door de voortdurende pogingen van Abbas om de Palestijnse wetgevers te omzeilen en te ondermijnen. Nu met de aanbeveling van Fatah om het volledig te ontbinden, wordt hiermee de laatste nagel in de doodskist van het parlement gedreven. Door de PLC buitenspel te zetten, hebben Abbas en zijn loyalisten elke droom die de Palestijnen ooit hadden over een functionerend parlement vernietigd.
Als klap op de vuurpijl kwam deze stap van Fatah om de PLC te ontbinden enkele uren voor het Israëlische parlement, de Knesset, zijn winterzitting in Jeruzalem opende.
Het enige wat de Palestijnen nog te doen staat, is jaloers zijn op Israël, dat een levendig parlement heeft waar wetgevers, waaronder Arabische parlementsleden, vrij zijn om kritiek te leveren en Israëlische regeringsleiders en beleid aan de kaak te stellen zonder angst voor intimidatie en vergelding. Voorlopig lijkt het erop dat de Palestijnen zullen moeten leven met een dictatuur en autocratische leiders die hun uiterste best doen om hun volk van democratie, transparantie en verantwoording te beroven.
Khaled Abu Toameh, een bekroond journalist uit Jeruzalem, is een medewerker bij Gatestone Institute.
Vertaling door W.J. Jongman en H. Sleijster
© 2018 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de vertalers of van Gatestone Institute.
Bron: Why Palestinians Do Not Have a Parliament