Vanuit "Geest of vlees?

Ik kon het om twee redenen niet laten om commentaar te geven op een nieuwsitem over een Palestijnse jongen die politiemensen aanviel. Ten eerste viel het me op als iets komisch. Ten tweede openbaart het een veelzeggende tweedeling tussen de grote "G" God van de Bijbel en de kleine "g" god van de Koran.

Op 14 november klom een 17-jarige Palestijnse jongen, genaamd Abdul Rahman Abu Jamal, over een hek en ging een [Israelisch] politiebureau in Oost-Jeruzalem binnen, waar hij drie politieagenten met een mes aanviel. De drie raakten in het gevecht licht gewond en een vierde raakte licht gewond toen een of meer agenten op Abu Jamal schoten, die een paar dagen later in een Israëlisch ziekenhuis stierf.

Na zijn dood werd hij, zoals veel Palestijnen die terreurdaden plegen, met name tegen onschuldige Joodse burgers, op de officiële televisiezender van de Palestijnse Autoriteit geprezen. De vrouwelijke nieuwslezer, Dana Abu Shamsiya, prees Abu Jamal de hemel in, en haar commentaar omvatte de volgende hormoon-gevulde fantasie:

"Wanneer de oorlogstrommels worden geslagen, oogst ik zielen op het slagveld. Ik ben de bewaker van de Al-Aqsa [Moskee] en van de [Koepel van de] Rots. Ik sluit nooit mijn ogen of buig mijn hoofd. Ik ben een Palestijnse leeuwenwelp en ik word gevreesd door de legers van verraad. Ik ben gewenst door de zwart-ogende maagden [in het Paradijs]."

Ik ben gewenst door de zwart-ogende maagden van het Paradijs. (Aangezien duizenden tiener Palestijnse jongens met weinig hoop op enige toekomst tegen zichzelf zeggen: "Waar kan ik me daarvoor aanmelden?")

Zoals ik al zei, was mijn onmiddellijke reactie nogal geamuseerd. Maar mijn plezier was van korte duur omdat de geestelijke realiteit van deze situatie begon door te dringen. Het viel me op dat dit een vraag was die tot op het bot doorsneed voor hen die naïef geloven dat we allemaal dezelfde God aanbidden, en dat de God van de Bijbel en de Allah van de Koran één en dezelfde zijn.

Overweeg dit eens: Volgens de Bijbel zullen gelovigen, wanneer zij sterven en de hemel binnengaan, geen seksuele relaties meer hebben en kinderen baren. Bijvoorbeeld: in Matteüs 22 kwamen de Sadduceeërs (die niet geloofden in de opstanding van de doden) naar Jezus met een vraag die bedoeld was om Hem te testen en Hem hopelijk te verleiden tot het zeggen van iets wat ze konden gebruiken om Zijn leer aan te vallen. Ze vroegen naar een hypothetische vrouw, die achtereenvolgens getrouwd was met zeven broers, die allemaal geen kinderen achterlieten. Ze wilden weten wiens vrouw ze in de opstanding zou zijn, omdat ze allemaal met haar getrouwd waren geweest. Zoals gewoonlijk legde Jezus hen het zwijgen op:

Maar Jezus antwoordde hun: "U vergist zich, u kent de Schrift niet, noch de kracht van God. Want in de opstanding trouwen zij niet, noch worden zij ten huwelijk gegeven, maar zijn zij als engelen Gods in de hemel."
(Matteüs 22:29-30)

Dus aan de ene kant hebben we Allah, met de belofte aan mannen die onschuldige Joodse burgers vermoorden van een schare van mooie eeuwige maagden om gebruik van te maken in het paradijs - zwart-ogende meisjes die blijkbaar zullen branden van een speciaal verlangen voor diegenen die Israëlische politieagenten neersteken.

Aan de andere kant, wanneer we voor eeuwig in de aanwezigheid van de God van de Bijbel binnenkomen, we dat dan zullen doen in een verheerlijkt lichaam die het vlees overstijgt, en dat op manieren die we ons niet eens kunnen voorstellen. Geen seks? Wat we zullen ervaren in onze verheerlijkte lichamen in de hemel? Dat zal aardse seks net zo aantrekkelijk maken als het verwisselen van een band op een pick-up truck.

Met andere woorden, de god van de Koran doet een beroep op de lust van het vlees. Hij verlokt mannen tot gruwelijke daden met de belofte van het tevreden stellen van hun vleselijke verlangens voor eeuwig.

De God van de Bijbel doet een beroep op ons door de Geest; en het vlees gaat er niet in mee. In feite wordt ons verteld dat we het vlees moeten kruisigen, en dat in de hemel zijn verlangens grondig uit ons zullen worden verdreven.