door Khaled Abu Toameh - 17 april 2017
De Arabische staatshoofden en vorsten willen er niet aan worden herinnerd hoe slecht zij de Palestijnen behandelen en hen onderwerpen aan discriminerende en apartheidswetten.
De Palestijnen in de vluchtelingenkampen in de Arabische wereld worden geconfronteerd met etnische zuiveringen, verplaatsingen en dood – maar hun leiders in de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook zijn te druk bezig om elkaar aan stukken te scheuren om het op te merken, en ze hebben er blijkbaar geen zorg over.
Tussen de Palestijnse Autoriteit (PA) en Hamas lijkt het alsof ze beconcurreren om het ergste en niet de beste leiderschap te zijn. Duidelijk, dat beide regimes totaal niets geven om het lot van hun bevolking in de Arabische wereld.
PA-President Mahmoud Abbas, die een bezoek heeft gepland aan Washington in de komende weken om zijn eerste ontmoeting met President Donald Trump te hebben, is het grootste deel van zijn tijd in het buitenland. Er is nauwelijks een land in de wereld dat hij niet heeft bezocht sinds hij aan de macht kwam in januari 2005.
Hamas is van zijn kant ook veel te druk bezig met de jacht op Palestijnen die verdacht worden van "samenwerking" met Israël, en ook met de bewapening van haar leden, zo massaal mogelijk, voor een oorlog met Israël, om nog tijd te besteden aan het welzijn van de twee miljoen mensen die leven onder hun duim in de Gazastrook. Hamas beschikt wel over middelen: maar dat geld wordt anders toegewezen, het wordt besteed aan het graven van aanvalstunnels naar Israël en het smokkelen van wapens naar de Gazastrook.
Globetrotter Abbas wordt getrakteerd op rode loper-recepties waar hij ook verschijnt, maar hij heeft geen tijd om aandacht te schenken aan de ellende van zijn volk in de Arabische landen. Abbas besteedt meer dan 90 procent van zijn toespraken aan het aanklagen van Israël, maar nauwelijks aan het uiten van een woord over de wreedheden die worden begaan tegen zijn volk in Syrië, Libanon, Libië en Irak. De 82-jarige PA-President is, zoals altijd, volledig bezig met zijn politieke voortbestaan.
Abbas' echte vijanden zijn de critici, zoals de vervreemde Fatah-leider Mohammed Dahlan, en Hamas. Abbas is er momenteel op gericht om Dahlan te ondermijnen en te beletten dat Hamas de controle krijgt over de Westelijke Jordaanoever. Abbas heeft, zo is gebleken in de afgelopen jaren, ook een obsessie met het isoleren en delegitimiseren van Israël in de internationale arena. Voor hem is deze missie heiliger dan het redden van Palestijnse levens.
Met name durft de Palestijnse Autoriteit van Abbas, noch Hamas, de Arabische landen te bekritiseren voor hun mishandeling van de Palestijnen. Ze doen niets dat niet veilig is: critici in Arabische Staten betalen een uiterst vervelende prijs voor openhartigheid.
Overweeg eens de agenda van de recente Top van de Arabische Liga in Jordanië. Deze monumentale bijeenkomst was opvallend stil over de benarde situatie van de Palestijnen in dit Arabische land. De Arabische staatshoofden en vorsten willen er niet aan worden herinnerd hoe slecht zij de Palestijnen behandelen en hoe ze hen onderwerpen aan discriminerende apartheidswetten. De Arabische overheidssteun voor de Palestijnen valt onder een meedogenloze beleid van onderdrukking, maar wat grotendeels wordt genegeerd door de Palestijnse leiders, de internationale gemeenschap en de westelijke mainstream media.
Deze apathie heeft de Palestijnen in de Arabische landen tot een gemakkelijke prooi gemaakt.
Het vluchtelingenkamp Yarmouk in de buurt van Damascus, dat eenmaal bijna een miljoen Palestijnen huisvestte, staat nu bijna leeg na zes jaar Syrische burgeroorlog. De meeste huizen in het kamp zijn beschadigd of verwoest bij de gevechten tussen het Syrische leger, de Palestijnse facties, de ISIS-terroristen en de Syrische oppositiegroepen. Meer dan 3400 Palestijnen zijn gedood in Syrië sinds het begin van de burgeroorlog. Van duizenden Palestijnen wordt verondersteld dat ze vast worden gehouden in de verschillende gevangenissen van de Syrische regering. Een andere 80.000 zijn uit Syrië gevlucht naar buurlanden.
In het nabijgelegen Libanon zijn de voorwaarden voor de Palestijnen niet beter. Palestijnse vluchtelingenkampen in Libanon waar bijna een half miljoen mensen leven, werden lang geleden omgezet in getto's, omgeven door Libanese veiligheidstroepen. In de afgelopen jaren zijn de kampen slagvelden geworden voor de Palestijnse rivaliserende bendes en andere terroristen, van wie velen zijn verbonden met al-Qaeda en ISIS.
Ongeveer 10 jaar geleden werd het Nahr al-Bared vluchtelingenkamp in Noord Libanon beschoten door het Libanese leger; het grootste deel van hun huizen werd daarbij verwoest. Tienduizenden Palestijnen werden gedwongen om uit het kamp te vluchten; honderden werden gedood en gewond nadat Palestijnse terreurleider Shaker al-Absi en zijn mannen een reeks dodelijke aanvallen op Libanese doelen gelanceerd hadden en het Libanese leger het kamp aanviel. Voordat ze werden aangevallen door het Libanese leger, hadden Al-Absi en zijn mannen het kamp gebarricadeerd met behulp van burgers als menselijk schild.
Het scenario van Nahr el Bared herhaalt zich nu in een ander Palestijns vluchtelingenkamp in Libanon: Ain al-Hilweh. Net zoals in het vorige geval heeft een terreurleider, Belal Bader, onderdak gevonden in het Ain al-Hilweh, waar meer dan 50.000 Palestijnen leven. Net zoals al-Absi, is Bader aangesloten bij radicale islamitische groeperingen als al-Qaeda en ISIS. Baders aanwezigheid in het kamp heeft geleid tot een benden-oorlog met de andere Palestijnse facties, resulterend in hevige gevechten tussen de strijdende bendes in Ain al-Hilweh. In de afgelopen week zijn er tenminste acht Palestijnen gedood en 40 gewond.
Bewoners van het kamp vrezen nu dat ze hetzelfde lot zullen ondergaan als hun mede-Palestijnen in Nahr el Bared.
Het Libanese leger heeft nog steeds niet ingegrepen om deze aderlating te stoppen. Voor Libanese veiligheidstroepen blijven de Palestijnse vluchtelingenkampen in Libanon "no-go zone's". Alles wat er voor de Libanese autoriteiten overblijft om te doen, in de hoop te voorkomen dat het geweld naar buiten komt, is het belegeren van de kampen en beperkingen opleggen aan de bewegingen van Palestijnen.
De angst van de bewoners van Ain al-Hilweh is niet ongerechtvaardigd. De Libanese regering wordt geconfronteerd met een toenemende druk om de Palestijnse kampen te betreden ter ontwapening van de bendes die daar actief zijn geworden in de loop van vele jaren.
Over het algemeen zijn in de afgelopen jaren de Palestijnen die normaal in Syrië, Irak en Libië leefden, weggetrokken uit deze landen als gevolg van de burgeroorlogen en de onderdrukking door de regeringen en de verschillende milities. Het is niet comfortabel of veilig om een Palestijn te zijn in een Arabische land. De scènes van wetteloosheid en anarchie in de Palestijnse vluchtelingenkampen op de Westelijke Jordaanoever verdreven ook veel bewoners naar de nabijgelegen steden en dorpen. De meeste vluchtelingen op de Westelijke Jordaanoever leven niet langer in de door UNRWA gerunde kampen.
Laten we eindigen waar we zijn begonnen: met het Palestijnse (niet-)leiderschap. Wat hebben zij gedaan om de mensen in de Arabische landen te helpen? Niets. Geen Palestijnse leider zal aansporen tot een spoedzitting van de VN-Veiligheidsraad om de etnische zuiveringen en de doden onder de Palestijnen in Arabische landen aan de kaak te stellen. Geen Palestijnse leider zal eisen dat de internationale media en de mensenrechtenorganisaties de wreedheden gepleegd door Arabieren op hun Palestijnse broeders zullen onderzoeken. We zijn er zeker van meer van dergelijke criminele stilte te zien wanneer Abbas de President van de Verenigde Staten ontmoet.
Khaled Abu Toameh, een bekroond journalist, is gevestigd in Jeruzalem.
Bron: Palestinians' Real Enemies: Arabs