www.wimjongman.nl

(homepagina)

Iran en Turkije worstelen om de macht in Irak

Jonathan Spyer - 5 november 2016 (oorspronkelijk geplaatst in de Jerusalem Post)

 

Iran en Turkije zijn verwikkeld in een strijd om de suprematie in Noord-Irak, zelfs als de strijd tegen Islamitische Staat blijft doorgaan.

Het meest intrigerende aspect van de Mosul-campagne is steeds al die verschillende en vaak tegengestelde agenda's van de verschillende onderdelen van de aanvallende krachten. Deze zijn nu met verrassende snelheid op de voorgrond getreden.

Slechts twee weken in het offensief zijn twee van de meest prominente ondersteuners – de Bagdad-regering van premier Haider al-Abadi en de Turkse regering - betrokken bij een woordenstrijd.

Hoe heeft deze crisis tot stand kunnen komen, en wat kan de richting van de gebeurtenissen in de volgende fase zijn?

De sjiitische milities van de Popular Mobilization Units, of de Hashd al-Sha'abi, nadert momenteel de stad van Tal Afar, met een bevolking van 100.000, die 60 kilometer ten westen ligt van Mosul. Hun missie zal zijn de stad in te nemen en te voorkomen dat strijders van Islamitische Staat zullen ontsnappen in westelijke richting naar de Syrische grens, via de aangrenzende snelweg.

De PMU bestaat uit ongeveer 40 sjiitische milities. De belangrijkste van deze worden rechtstreeks ondersteund door de regering van Iran. De drie belangrijkste milities in de PMU zijn de Badr organisatie, de Ktaeb Hezbollah en de Asaib Ahl al-Haq groep. Alle drie zijn ze pro-Iraans en ontvangen direct hun opleiding en bijstand van Teheran's Islamic Revolutionary Guard Corps.

De milities maken weinig geheim van hun aard en doelstellingen. Een officier van de Badr geïnterviewd door deze auteur in Bagdad in de zomer van 2015 verklaarde dat zijn hoop voor de PMU is, dat haar rol in een toekomstige Irak vergelijkbaar zal zijn met de rol die gespeeld wordt door de IRGC in Iran.

 

PMU leider Abu Mahdi al-Muhandis (rechts) met Iraanse Quds Force commander Qassem Soleimani.

De twee meest krachtige figuren in de PMU, Hadi al-Ameri van Badr en Abu Mahdi al-Muhandis van Ktaeb Hezbollah, zijn zowel veteranen van de Shiitische islamisten en nauwe medewerkers van generaal Qassem Soleimani, die het expeditie leger, het Quds Force van de revolutionaire garde, commandeert.

De sjiitische milities van de PMU zijn dus een klassiek Iraans product – een combinatie van politieke, militaire en paramilitaire/intimiderende rollen voor de maximalisatie van de Iraanse macht en invloed.

Ze zijn ook diep aangesloten op de machtscentra in Irak. Het Badr is een politieke vermomming, en is lid van de Abadi-regering. De militie heeft ook het gouverneurschap van één van Iraks provincies, Diyala, waar het de officiële veiligheidstroepen domineert.

In het offensief van Mosul echter, komt het Iraanse project om macht te krijgen via een proxy in aanvaring met een rivaliserend project van een gelijksoortige aard, onderhouden door President Recep Tayyip Erdogan van Turkije.

De Turken vestigden een militaire basis in Bashiqa, ten oosten van Mosul, in december 2015. Daar zijn Turkse officieren betrokken bij de opleiding van een soennitische militie. Die militie werd georganiseerd door Osama al-Nujaifi, een voormalig Parlementsvoorzitter aangesloten bij de Turken, en door zijn broer Atheel, voormalig gouverneur van de provincie Nineve.

 

Osama al-Nujaifi (rechts), zijn broer Atheel (midden), en Minister van Defensie Khalid Al-Obaidi vorig jaar aan het front.

De Nujaifis zijn uitgekomen ten gunste van een autonome provincie Ninevé, zodra de Islamitische Staat is verslagen. Duidelijk is het de bedoeling om de Turkse en soennitische invloed op te bouwen in Noord-Irak.

Abadi heeft geprobeerd, terwijl hij zich verzet tegen de Turkse inspanningen, het in een gematigde aanpak te doen. Zijn garantie dat de sjiitische milities geen rol zullen spelen in de strijd tegen de Islamitische Staat in Mosul, zou een onderdeel hiervan zijn.

Maar voor de milities zelf en degenen die hen steunen, moet er verzet zijn tegen het Turkse verlangen. De Iraniërs en hun bondgenoten zijn al bezig tegen de Turks-gesteunde milities in noordelijk Syrië. Voor hen is de strijd in Irak onderdeel van dezelfde strijd.

Tal Afar, ondertussen is van bijzonder belang, niet alleen vanwege de locatie, maar ook vanwege haar geschiedenis en demografie. Een oude Ottomaanse garnizoensstad, met de meerderheid van een Turkmeense bevolking, die een overblijfsel is van de dagen dat Irak deel uitmaakte van een rijk geregeerd vanuit Constantinopel.

De bevolking is verdeeld in sjiitische en soennitische Turkmenen. De soennieten waren pro-Saddam, en het oude regime had vele rekruten. Veel later ook aangesloten op de Islamitische Staat. Veel van de sjiitische bevolking is uit de stad verdreven toen de Islamitische Staat kwam in 2014. De sjiitische milities kunnen nu op zoek zijn naar wraak.

 

Iraakse premier Haider al-Abadi heeft onlangs gewaarschuwd dat de Turkse militaire interventie in Irak zal leiden tot een "ontmanteling van Turkije."

Turkije heeft nu tanks en artillerie ingezet in het Silopi gebied, dichtbij de grens met Irak. Erdogan waarschuwde vorige week dat Turkse troepen zullen ingrijpen als er misbruik zou worden gemaakt door de sjiitische milities tegen de soennitische bewoners van Tal Afar.

De Iraakse regering neemt de dreiging serieus. Abadi zei deze week dat terwijl Irak "geen oorlog wil met Turkije, en wij geen confrontatie willen met Turkije", als Erdogans leger binnenvalt, zal dit leiden tot de "ontmanteling van Turkije".

Dus hoe zal dit spel van balanceren te spelen? In dit stadium lijken Erdogans woorden meer te zijn om druk uit te oefenen dan een signaal tot een onmiddellijke interventie. Zolang de milities een sektarisch bloedbad voorkomen in Tal Afar, zullen de Turkse tanks waarschijnlijk bij de grens blijven en niet oversteken.

Maar de aanhoudende spanningen tussen Ankara en Bagdad/Teheran tonen aan dat zelfs als de strijd om Mosul-stad nog niet de verwachte hoogte heeft bereikt, de diverse spelers al concurreren voor een suprematie in de nasleep.

Vanaf nu zijn de Iraniërs nog over het algemeen aan de winnende hand. Hun ervaring in het gebruik van proxy-strijdkrachten is langer dan die van de Turken. Ze zijn verbonden met de centrale regering in Bagdad. De VS en het westen zien weinig gevaar in hun activiteiten in het tijdperk na de kernenergie-deal.

De Turken echter hebben in noordelijk Syrië eerder dit jaar een bereidheid aangetoond om hun eigen strijdkrachten te gebruiken in een riskant verlangen naar het gefragmenteerde grondgebied van hun buren. Iraanse, Turkse en Shi'a-soennitische rivaliteit vormen de kern van de strijd om de macht in de provincie Ninevé en daarbuiten.

De betekenis van dit alles is dat Noord-Irak heeft opgehouden te functioneren als een soeverein grondgebied. Andere krachten – Turkse soldaten, Iraanse revolutionaire garde, Koerdische guerilla's, sjiitische milities, Sunni jihadisten – zijn nu verwikkeld in een strijd over het grondgebied en de bronnen.

Jonathan Spyer, een medewerker aan het Midden-Oosten Forum, is directeur van het Rubin Center for Research in internationale zaken.

Bron: Iran and Turkey Jostling for Power in Iraq :: Middle East Forum