door Malcolm Lowe | 6 maart 2016
De open brief van de Wereldraad van Kerken (WCC) zou ten eerste de drie punten uit mijn artikel moeten citeren, en ze dan een voor een beantwoordden. Een dergelijke brief was echter onmogelijk, omdat alle drie punten eenvoudig zijn, en zonder meer correct. In plaats daarvan schreef de Wereldraad van Kerken een brief die Tveits fouten geheel negeerde en ten onrechte beweerde dat hij alleen VN-bronnen gebruikte, blijkbaar erop vertrouwend dat niemand mijn artikel zou lezen.
Twee recente Gatestone Institute artikelen waren gericht tegen de huidige campagne van de Wereldraad van Kerken (WCC), genaamd "Zeven Weken van Water 2016". In reactie hierop heeft de Wereldraad van Kerken een open brief uit laten gaan naar Gatestone. Deze auteur is de enige die verantwoordelijk is voor wat zijn artikel vermeldde. Omgekeerd kunnen we de reactie van de Wereldraad van Kerken uitsluitend onderzoeken als verwijzend naar dat artikel.
Het artikel bevatte de "preek" die werd uitgesproken door de secretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken (WCC), Olav Fykse Tveit, toen hij deze campagne in een kerk van Jeruzalem lanceerde. De preek is te downloaden vanaf de website van de Wereldraad van Kerken.
Vanuit dit oogpunt gezien, bevat de open brief van de Wereldraad van Kerken een duidelijke valse verklaring. Het zegt: "De informatie en statistieken die we gebruiken in de campagne zijn afgeleid van bronnen van de Verenigde Naties. Niets daarvan is afkomstig vanuit de Palestijnse Water Autoriteit."
Lees de preek van begin tot eind en weer terug, en u zult maar één verwijzing vinden naar een bron als de Verenigde Naties: dat de World Health Organization (WHO) 100 liter water per dag per persoon aanbeveelt (een doel dat in vele delen van de wereld niet wordt gehaald). Ten aanzien van het Palestijnse water zijn Tveits "informatie en statistieken" genomen, zoals de preek ook expliciet stelt, uit de "pleidooi-groep van Palestina, EWASH" (dat wil zeggen van de Palestijnse website "Dorsten naar gerechtigheid"). Dus in tegenstelling tot wat de open brief stelt, was Tveits preek het openingsstatement van de campagne, en zet de toon voor wat er volgt, en is gebaseerd op een bron die openlijk bezig is met pro-Palestijnse agitatie.
De kritiek in mijn artikel was gericht op wat Tveit zonder aarzelen aanvaardde uit die bron. Dus houd er rekening mee dat de open brief ook geen poging doet om te antwoorden, of zelfs maar te noemen wat die kritiek was. Hoe kan het, want het beweert dat Tveits preek deel uitmaakt van een campagne die alleen de gegevens van de Verenigde Naties citeert?
Bovendien bevat de website van de campagne verschillende "reflecties" door Palestijnse geestelijken en WCC-werknemers in dezelfde geest als de preek van Tveit. De bijdrage van bisschop Younan bijvoorbeeld doet dezelfde beweringen over water als Tveit doet. Het is absurd om te beweren dat de campagne uitsluitend gebaseerd is op hoofdzakelijk VN-bronnen.
De Wereldraad van Kerken heeft echter een goede reden om niet te trachten in te gaan op mijn kritiek. Dat is omdat mijn kritiek dus blijkbaar correct is, en de claims van Tveit zo jammerlijk verkeerd zijn, dat de Wereldraad van Kerken zichzelf als absurd te kijk zou zetten als ze de kritiek zou citeren en de moeite zou nemen om het op een of andere manier rond te krijgen.
Om de lezer tijd te besparen, laten we in het kort drie belangrijke claims zien die door Tveit zijn gemaakt en waarom ze verkeerd zijn.
Ten eerste beweert Tveit dat "80% van het grondwater uit Palestina's ondergrondse rotslagen naar Israël wordt weggepompt." Evenzo ook Younan: "80% van het water wordt weggepompt naar Israël." Je moet een blind geloof hebben in de Israëlische ongerechtigheid om niet op te merken dat deze verklaring zelfs op het eerste gezicht ongelooflijk is. De suggestie is dat Israël een netwerk van pompen en leidingen heeft die het water van overal verzamelen, waar het maar kan worden gevonden, en het allemaal naar Israël brengt. Natuurlijk is er geen dergelijk netwerk.
De waarheid van de zaak is dat het water valt in de heuvels, waar de belangrijkste Palestijnse steden liggen, in de grond zakt, en een deel ervan, dankzij de geologie, terecht komt ver weg in Israël. Deze kwestie werd behandeld in het Oslo II-akkoord van 1995, waarbij Israël zich ertoe verbonden heeft een vast deel van de geschatte jaarlijkse neerslag in de tegenovergestelde richting te pompen: in verbindingen met het water-netwerk van de Palestijnse Autoriteit. Dus de enige vraag is of Israël die toezegging is nagekomen. Dat heeft het. Dat is het einde van de zaak. Alle beweringen dat Israël Palestijns water "steelt", zijn gebaseerd op goedgelovige onwetendheid of bewuste oneerlijkheid. (Voor meer details, zie Palestinian Water (and Martin Schulz)
Ten tweede beweert Tveit dat de Palestijnen van minder water per hoofd van de bevolking genieten dan de Israëli's. Hier is het punt dat zijn cijfers misschien waar of onwaar kunnen zijn, maar deze per hoofd vergelijkingen zijn hoe dan ook irrelevant. De plicht van Israël is gebaseerd op de werkelijke hoeveelheid neerslag. Op hoeveel dat neerkomt op per hoofd van de bevolking is afhankelijk van hoe snel de Palestijnse bevolking groeit, een factor waar de Palestijnen zelf verantwoordelijk voor zijn.
Ten derde klaagt Tveit dat Israël vergunningen strikt beperkt tot het aanboren van bronnen in zone C van de Westelijke Jordaanoever. Waarom Israël dit terecht doet, blijkt uit het geval van Gaza, waar het ongecontroleerde graven van putten het grondwater ondrinkbaar heeft gemaakt, omdat de daling van het waterpeil tot besmetting heeft geleid door een instroom van zeewater.
De juiste vorm van reactie van de Wereldraad van Kerken zou zijn geweest om in een open brief eerst deze drie punten uit mijn artikel te citeren, en ze dan ze een voor een te beantwoorden. Een dergelijke brief was echter onmogelijk, omdat alle drie punten eenvoudig zijn en simpelweg correct. In plaats daarvan schreef de Wereldraad van Kerken een brief die Tveits fouten geheel negeerde en ten onrechte beweerde dat hij alleen bronnen van de Verenigde Naties gebruikte, blijkbaar in het vertrouwen dat niemand het artikel zou lezen.
De Wereldraad van Kerken maakt er een grote zaak van hoe de Palestijnen "dorsten naar gerechtigheid". Alleen heeft het zijn ogen afgewend van de dorst van Palestijnen naar rechtvaardigheid door de Palestijnse Autoriteit (PA). Dezer dagen heeft een Palestijns parlementslid, Najat Abu Bakr , haar toevlucht gezocht in het gebouw van de Palestijnse Wetgevende Raad, nadat PA-president Mahmoud Abbas bevel gaf om haar te arresteren. Haar misdrijf was dat zij één van de ministers van Abbas beschuldigde - schrik niet - van het stelen van Palestijns water en het particulier te verkopen.
Er kwamen verschillende protesten namens haar, en een ervan was een Gatestone-artikel door de Israëlisch-Arabische schrijver Khaled Abu Toameh. Als de WCC echt dorst naar Palestijnse water-rechtvaardigheid, waarom is het niet met spoed overgegaan tot de verdediging van Najat Abu Bakr?
De "open brief" van de Wereldraad van Kerken stelt voor: de opening van een dialoog. Wat betekent dat? Indien de WCC zorgt voor een vergadering van Palestijnen en Israëli's, waarbij iedere deelnemer zijn of haar "verhaal" vertelt, dan - in de eerste plaats - kan zoiets nauwelijks plaatsvinden, omdat de Palestijnen een verbod hierop "hebben ingesteld ter normalisering 'van de Israëlisch-Palestijnse betrekkingen. Ze stelden sancties in naar elke Palestijn die niettemin het risico neemt om met de Israëli's te praten. Ten tweede, een 'verhaal' in die zin, zoals deze auteur reeds elders schreef, is vaak "een pak leugens dat om een onmiddellijke niet-kritische instemming vraagt". In een openbaar debat van geënsceneerde 'verhalen' is degene die het hardst schreeuwt en wegloopt de befaamde overwinnaar. Maar noch de waarheid, noch de rechtvaardigheid worden hiermee gediend.
Veronderstel echter dat de WCC een dialoog wil starten gebaseerd op de waarheid, en niet op "verhalen". Dan is er een manier om dit te doen. Het moet het aan Gatestone een frisse open brief sturen die de volgende drie punten moet omvatten:
Als de Wereldraad van Kerken deze drie dingen zou kunnen doen, dan kan er een dialoog op basis van de waarheid ontstaan, in tegenstelling tot "verhalen".
Malcolm Lowe is een Welsh geleerde, gespecialiseerd in de Griekse filosofie, het Nieuwe Testament en interreligieuze relaties.
© 2016 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden.
Bron: World Council of Churches Struggles with the Truth - Again
printen??? spaar papier en inkt.