Door Caroline Glick - 20 september 2016
Waarom, ondanks hun goede bedoelingen, falen de Israëlische leiders met hun land.
Een week geleden opende Makor Rishon haar weekendkrant met een verrassende kop: "Na een lange periode van ontheiliging,werd een begraafplaats in de streek Sharon verplaatst."
Moshav Hagor is gelegen in het centrum van het land.
De opeenvolgende IDF-leiders van de generale staf, luitenant-generaal (bd.) Dan Halutz en luitenant-generaal (bd.) Gabi Ashkenazy, komen voort uit de agrarische gemeenschap die in 1949 werd opgericht door de veteranen van de Palmach.
Samen met hun buren in Moshav Yarchiv zijn in de afgelopen tien jaar, de boeren van Hagor onderworpen geweest aan een voortdurende ontheiliging van hun gemeentelijke begraafplaats door hun islamitische buren uit Jaljulia, een moslimstad met tienduizend inwoners, gelegen tussen de twee moshavim.
Grenzend aan een school in Jaljulia, werd de begraafplaats Hagor blootgesteld aan allerlei soorten verkeerd gebruik. Bewoners vinden regelmatig kadavers bij de ingang van de begraafplaats. Vuilnis wordt routinematig gedumpt op graven. Menselijke en andere uitwerpselen worden vaak uitgesmeerd over de grafstenen.
Op een nacht waren alle grafstenen op alle graven op de begraafplaats gebroken.
Inwoners die rouwen om hun doden worden lastiggevallen.
Na een decennium van voortdurend misbruik, wanhoopten de bewoners van Hagor dat er ooit een herstel van de veiligheid van hun begraafplaats zou komen en besloten zij om het heft in eigen hand te nemen. Met de halachische goedkeuring van de toenmalige opperrabbijn Shlomo Amar, bouwden zij een alternatieve begraafplaats in een ander gebied van hun moshav. Families betaalden duizenden shekels om hun geliefden op de nieuwe plek te herbegraven. Vandaag zijn de enige lichamen die nog in hun originele graven liggen zijn van degenen zonder levende familieleden die kunnen betalen om ze te verplaatsen.
Enkele jaren geleden werd Moshav Yarchiv's begraafplaats herbestemd om een nieuwe wijk in Jaljulia te worden.
Een poging van de bewoners Yarchiv om een hek om de begraafplaats te plaatsen is mislukt. De dag nadat het hek was geïnstalleerd, werd het gestolen.
Het rabbinaat heeft op halachische gronden geweigerd aan de bewoners van Yarchiv het opgraven en herbegraven van hun doden toe te staan. Maar zelfs als ze een rabbijnse toestemming hadden gekregen, dan kunnen ze nergens anders begraven. Als gevolg van bureaucratische obstakels is Yarchiv niet in staat om een alternatieve begraafplaats te vinden.
Jaljulya had ooit een goede relatie met zijn Joodse buren. Maar in de afgelopen tien jaar is de stad een broeinest van islamitisch radicalisme geworden. Inwoners bouwden een nieuwe grote moskee in de stad. Ondanks herhaalde klachten van hun Joodse buren, richtte de moskee de luidsprekers bewust op Hagor, met de oproep tot gebed in het midden van de nacht.
In oktober vorig jaar sloot Nedal Salah van Jaljulia zich paraglidend naar Syrië vanuit de Golanhoogte aan bij de Islamitische Staat. Na de actie van Salah ontdekte de Shin Bet (Israël Security Agency) een cel van zes inwoners van de stad die hun loyaliteit betuigden aan de Islamitische Staat, die van plan waren naar Syrië te reizen om mee te doen.
In het verslag van Makor Rishon uitten de Hagor boeren hun wanhoop over het falen van de overheid en de agentschappen om hen en hun doden en hun bezittingen tegen hun islamitische buren te beschermen.
"Er is geen ordehandhaving door de politie tegenover de criminelen in Jaljulya," zei een bewoner boos.
Voormalig gemeenteraadslid David Cohen legde uit dat de bescherming van de begraafplaats nodig zou hebben dat de moshav 24 uur per dag een bewaker zouden plaatsen op de plek.
Hagor ontbeert de middelen voor een dergelijke actie, of soortgelijke acties om de gebieden te verdedigen.
En dus blijven de bewoners van Jaljulya hun Joodse buren verder aanvallen en verspreiden de uitwerpselen over hun graven.
Zondagmorgen werden inwoners van Efrat wakker met het nieuws dat een terrorist uit een naburige Palestijnse enclave de gemeenschap was binnengedrongen midden in de nacht. Rond 6:00 stak de terrorist, Baha al-Din Odeh, in op een IDF-officier en verwonde hem matig.
Efrat is een voorstad van 10.000 inwoners, en de grootste gemeenschap in Etzion ten zuiden van Jeruzalem. In tegenstelling tot Hagor wordt Efrat zwaar bewaakt door een security-afdeling van de gemeente, welke door de bewoners wordt gefinancierd.
Onder andere heeft de gemeenschap beveiligingscamera's ingezet langs de randen. De camerabeelden wordt continu bewaakt.
Toen de terrorist de gemeenschap benaderde, net vóór 2:00 op zondag, ontdekte de beveiligingsafdeling hem en het IDF werd onmiddellijk in kennis gesteld. De officier, Odeh, die gewonde raakte op zondagochtend werd met zijn soldaten ingezet in de gemeenschap om hem te lokaliseren.
In een bijeenkomst op zondagavond met de leden van de gemeenschap, Efrats burgemeester Oded Revivi en Etzions brigade commandant, kolonel Roman Gofman, legden zij uitvoerig de gecoördineerde acties uit die genomen waren in de vroege ochtend uren om de bewoners van de gemeenschap te beschermen.
Gofman erkende wel dat het niet uitmaakt hoe hard de verdediging van een gemeenschap kan zijn, en hoe het IDF besluit om het te verdedigen. Een gemotiveerde terrorist zal altijd een manier vinden om binnen te komen.
Afgelopen weekend heeft het IDF een Iron Dome batterij ingezet langs de grens met Syrië voor de eerste keer.
De stap volgde op het herhaalde mortiervuur op Israël vanuit de Syrische Golan.
Tot nu toe bekeken de militaire en civiele autoriteiten de mortiergranaten die neervallen op de Israëlische kant van de grens als afgedwaald. Maar na drie mortiergranaten op Israël die vielen in twee dagen, begonnen diezelfde autoriteiten zich zorgen te maken dat de Syrische regeringstroepen, die vechten met hun Hezbollah en Iraanse bazen, kunnen hebben besloten om met opzet te beginnen met het bombarderen van Israël. En dus hebben ze de Iron Dome batterij ingezet.
Het is zeker dat Israël wordt geconfronteerd met verschillende uitdagingen in het Sharon gebied rond Jaljulya, en in het Bethlehem-Hebron gebied rond Gush Etzion, en in de Golan Hoogten langs de grens met het door oorlog verscheurde Syrië. Maar de reacties van Israël tegen al deze bedreigingen delen een gemeenschappelijke en destructieve functie.
Israëls strategieën voor de verdediging van haar burgers in deze drie gebieden zijn altijd aangewezen op defensieve maatregelen.
Niemand heeft de financiële middelen om begraafplaatsen of agrarische gebieden die regelmatig worden aangevallen, te versterken met gewapende bewakers.
Maar vandalen uit Jaljulya vernielen niet de begraafplaatsen en verbranden de velden en richten hun moskee luidsprekers omdat hun Joodse buren niet overal bewakers hebben. Zij ondernemen deze agressieve acties, omdat de Israëlische autoriteiten niets doen om hen te stoppen.
Het is de taak van de overheid, de politie en de rechter om duidelijk te te maken dat misdaad niet loont. Het is hun falen dat ze deze boodschap niet consequent versturen, waardoor de geradicaliseerde misdadigers van Jaljulya zich gemachtigd voelen om uitwerpselen te verspreiden over de Joodse graven.
Ook is dit het probleem in Gush Etzion. Het is niet dat in het gebied de gemeenschappen niet de nodige stappen hebben ondernomen om hun inwoners te beschermen, of dat het IDF kampt met een tekort aan mankracht. Het probleem is dat de Palestijnen in Odeh's middenklasse gemeenschap, waar Efrat op uitkijkt, en de omliggende dorpen zich vrij voelen om terreuraanslagen tegen hun Joodse buren te plannen, terwijl ze in hun woonkamer zitten en kijken naar de genocidale uitzendingen op de tv-zenders van Hezbollah, Hamas en Fatah.
Zoals geldt voor de Golan Hoogten, zullen vroeg of laat, de Hezbollah en Syrische regeringstroepen komen, samen met hun Iraanse bazen, en een nieuw front tegen Israël kunnen steunen in de Golanhoogte, als ze ervan overtuigd zijn dat de belangrijkste tegenzet van Israël zal zijn om zich te blijven inzetten een raketschild-batterij langs de grens op te stellen. Een batterij raketverdediging zal de vijanden niet afschrikken. Ze dagen alleen maar hun vindingrijkheid uit.
Niemand twijfelt eraan dat de overheid de Israëlische burgers wil verdedigen - levenden en overledenen. Maar ondanks hun goede bedoelingen, falen onze leiders - onze politieke, militaire, politie en bureaucratische leiders - omdat onze vijanden in binnen- en buitenland zijn gaan geloven dat wij niet bereid zijn te doen wat nodig is om hen te verslaan.
Onze leiders falen omdat ze weigeren de zekere kennis te zien, dat een te grote afhankelijkheid van defensieve maatregelen, geen agressie heeft om af te schrikken. Het nodigt de agressie uit.
Bron: Defending Ourselves to Death | Frontpage Mag