door Giulio Meotti - 11 september 2016
Vanwege kritiek op de islam leeft Abdel-Samad onder politiebescherming in Duitsland, en net zoals met Rushdie hangt hem een fatwa boven het hoofd. Na de fatwa komen de beledigingen, en wordt er gecensureerd door een vrije uitgeverij. Dit is wat de Sovjets deden voor het vernietigen van schrijvers: het vernietigen van hun boeken.
Toen Salman Rushdie's 'Satanic Verses' uitkwam in 1989, werd Viking Penguin, de Britse en Amerikaanse uitgever van het boek onderworpen aan een dagelijkse islamitische intimidatie. Zoals Daniel Pipes schreef, leek het kantoor in Londen op "een gewapend kamp" onder politiebescherming, metaaldetectoren en begeleiders voor de bezoekers. Honden besnuffelden de pakketten in Viking's kantoren in New York, en de plek werd aangewezen als een 'gevoelige locatie'. Veel boekwinkels werden aangevallen en velen hebben zelfs geweigerd om het boek te verkopen. Viking bestede ongeveer 3 miljoen dollar aan veiligheidsmaatregelen in 1989, het dodelijke jaar voor de westerse vrijheid van meningsuiting.
Viking was echter nooit onstandvastig. Het was een wonder dat de roman er ten slotte kwam. Andere uitgevers echter stagneerden. Sindsdien is de situatie alleen maar erger geworden. De meeste westerse uitgevers aarzelen nu. Dat is de betekenis van de nieuwe Hamed Abdel-Samad affaire.
De Moslimbroederschap gaf Abdel-Samad alles wat een Egyptische jongen zich maar zou kunnen wensen: spiritualiteit, kameraadschap, gezelschap, een doel. In Giza werd Hamed Samad onderdeel van de broederschap. Zijn vader had hem de Koran geleerd, de Broederschap verklaarde hem hoe deze leer te vertalen in de praktijk.
Abdel-Samad verloochende hen na één dag in de woestijn. De Broederschap had aan alle nieuwe militanten een sinaasappel gegeven nadat ze urenlang hadden gelopen onder de zon. Zij kregen de opdracht om die te schillen. Vervolgens vroeg de Broederschap hen de vrucht in het zand te stoppen en de schillen op te eten. De volgende dag verliet Abdel-Samad de organisatie. Het was deze vernedering die nodig was om een mens te veranderen in een terrorist.
Abdel-Samad is vandaag 46 jaar en woont in München, waar hij trouwde met een Deens meisje en werkt voor het Instituut voor Joodse Geschiedenis en Cultuur aan de Universiteit van München. In zijn Egyptische geboortedorp veroorzaakte zijn eerste boek een oproer. Sommige moslims wilden het verbranden.
Abdel-Samads recente boek, Der Islamische Faschismus: Eine Analyse, is net verbrand op de brandstapel, niet in Caïro door de islamisten, maar in Frankrijk door een aantal eigengerechtigde Fransen.
Het boek is een bestseller in Duitsland, waar het is gepubliceerd door de bekende Uitgever Droemer Knaur. Een Engelse vertaling is verschenen in de VS bij Prometheus Books, onder de titel Islamic Fascism. Twee jaar geleden verkreeg de Franse uitgever, Piranha, de rechten om Abdel-Samads boek te vertalen over het "islamitische fascisme" in het Frans. Een datum van publicatie werd zelfs gepost op Amazon: 16 september. Maar op het laatste moment heeft de uitgever de uitgave gestopt. Jean-Marc Loubet, hoofd van de uitgeverij, heeft aangekondigd, als de agent van Abdel-Samad, dat de publicatie van zijn boek op dit moment ondenkbaar is in Frankrijk, niet alleen vanwege veiligheidsredenen, maar ook omdat dit het "extreemrechts" zou versterken.
Vanwege kritiek op de islam leeft Abdel-Samad onder politiebescherming in Duitsland, en net zoals met Rushdie hangt hem een fatwa boven het hoofd. Na de fatwa komen de beledigingen en wordt er gecensureerd door een vrije uitgeverij. Dit is wat de Sovjets deden voor het vernietigen van schrijvers: het vernietigen van hun boeken.
De heer Abdel-Samads geval is niet nieuw. Op een moment dat tientallen romanschrijvers, journalisten en wetenschappers worden geconfronteerd met bedreigingen van de islamisten, is het onvergeeflijk dat westerse uitgevers niet alleen buigen, maar vaak de eerste zijn om te capituleren.
In Frankrijk verloor vanwege kritiek op de islam in een column getiteld "We weigeren om te veranderen van beschaving" voor de krant Le Monde, de beroemde schrijver, Renaud Camus, zijn uitgever, Fayard.
Voordat hij plotseling "impopulair" werd in de Parijse literaire inrichting, was Renaud Camus bevriend met Louis Aragon, de beroemde communistische dichter en oprichter van het surrealisme, en was dicht bij "de onsterfelijken" van de Franse Academie. Roland Barthes, de ster van het Collège de France, had het voorwoord geschreven van Renaud Camus' beroemdste roman, Tricks, het cult-klassieke boek van de homoseksuele cultuur.
Vervolgens veroordeelde een Parijse rechtbank Camus voor "islamofobie" (een boete van 4000 euro), vanwege een toespraak die hij gaf op 18 december 2010, in welke hij sprak over een "Grote Vervanging", de vervanging van het Franse volk onder het Trojaanse paard van het multiculturalisme. Het was toen dat Camus persona non grata werd in Frankrijk.
Het juweel van Medina, een roman van de Amerikaanse schrijver Sherry Jones over het leven van de derde vrouw van Mohammed, werd eerst aangekocht en vervolgens gesloopt door de machtige Uitgever Random House, die haar reeds een voorschot had betaald en een ambitieuze promotiecampagne gelanceerd. Sherry Jones' nieuwe uitgever, Gibson Square, werd vervolgens aangevallen met vuurbommen door islamieten in Londen.
Dan was er Yale University Press, die een boek publiceerde geschreven door Jytte Klausen, "The Cartoons That Shook the World", over de geschiedenis van de controversiële "Mohammed cartoons", die werden gepubliceerd door de Deense krant Jyllands-Posten in 2005, en de crisis die daarop volgde. Maar Yale University Press publiceerde het boek zonder de cartoons en eventuele andere afbeeldingen van de islamitische profeet Mohammed die daarin moesten worden opgenomen.
"De capitulatie van Yale University Press voor de bedreigingen die nog niet eens waren geuit, is de laatste en misschien wel de ernstigste aflevering in de gestage overgave aan het religieus extremisme - met name het islamitische religieuze extremisme - dat zich verspreidt over onze cultuur," verklaarde de laatst Christopher Hitchens. Yale hoopte eventueel in aanmerking te komen voor de 20 miljoen dollar donatie van de Saoedi-Arabische prins Al-Wwaleed bin Talal, die hij net had geschonken aan de George Washington University en Harvard.
In Duitsland zat Gabriele Brinkmann, een populaire schrijver, ook plotseling zonder een uitgever. Volgens haar uitgever Droste, kon de roman Wem Ehre Geburt ("Wie eer baart") worden beoordeeld als "beledigend voor moslims" en de uitgever aan intimidatie blootstellen. Brinkmann werd gevraagd om enkele passages te censureren; ze weigerde en verloor haar uitgever.
Deze zelfde lafheid en capitulatie doordringt nu de hele uitgeverij-industrie. Vorig jaar koos Italië's meest prestigieuze boekenbeurs Turijn (vervolgens geseponeerd) Saoedi-Arabië als de eregast, ondanks de vele schrijvers en bloggers die gevangen zitten in het islamitische Koninkrijk. Raif Badawi werd veroordeeld tot 1000 zweepslagen en 10-jaar gevangenisstraf en een boete van $ 260.000.
Veel westerse uitgevers "verwerpen werken door Israëlische auteurs", volgens Time.com, ondanks hun politieke opvattingen.
Het was na Salman Rushdie's The Satanic Verses, dat veel westerse uitgeverijen als eerste bogen voor de intimidatie. Christian Bourgois, een Franse uitgeverij, weigerde om The Satanic Verses te publiceren, na eerst de rechten te hebben gekocht, evenals de Duitse uitgever, Kiepenheuer, die blijkbaar zei dat hij het betreurde de rechten op het boek te hebben verworven en verkoos om ze te verkopen aan een consortium van vijftig uitgevers uit Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, verzameld onder de naam "UN-Charta Artikel 19."
Niet alleen Rushdie's uitgevers hebben gecapituleerd; andere uitgevers besloten ook de rijen te breken en keerden terug naar het zakendoen met Teheran. Zo heeft Oxford University Press besloten deel te nemen aan de Teheran-Book Fair, samen met twee Amerikaanse uitgevers, McGraw-Hill en John Wiley, ondanks het verzoek van Rushdie's uitgever, Viking Penguin, tot een boycot van dit Iraanse evenement. Deze uitgevers kozen ervoor om te reageren op de moorddadige censuur met een overgave, de bereidheid om vrijheid van meningsuiting te offeren op het altaar van het bedrijfsleven, zoals gebruikelijk: aangezien de verkoop van boeken belangrijker was dan solidariteit met bedreigde collega's.
Het is als de tijd van de nazi's boekverbrandingen, waar de westerse uitgevers ook niet alleen stil bleven, maar zelfs een Duitse delegatie naar Parijs en New York hadden uitgenodigd. Is het werkelijk zo onvoorstelbaar vandaag?
Giulio Meotti, cultureel redacteur voor Il Foglio, is een Italiaanse journalist en auteur.
© 2016 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de vertalers of van Gatestone Institute.
Bron: Western Publishers Submit to Islam