door Shmuel Bar - 18 juli 2016
Saudi-Arabië
Goedkeuring van het Nationaal Hervormingsplan
Het Saoedische kabinet keurde (6 juni) een nationaal transformatie programma (NTP) goed, als onderdeel van Saoedi-Arabië visie 2030, geleid door kroonprins adjunct Muhammad bin Salman. Het NTP is verondersteld de basis te zijn voor het indelen van doelstellingen waaraan moet worden voldaan door ministeries en departementen. Het NTP werd goed ontvangen niet alleen in de belangrijkste Saoedische media maar (naar verwachting) ook door de Saoedische sociale media die in grote mate de publieke opinie van de jongere generatie van Saoedi-Arabië vertegenwoordigt. Er kan worden verwacht dat prins Mohammad bin Salman stappen zal ondernemen in het kader van zijn initiatief dat, ten minste, de zin van het momentum en de publieke steun zal blijven behouden die hij nu geniet.
Saudi-VS betrekkingen
In dit kader bezocht Mohammad bin Salman Washington DC in een poging om zijn project te verkopen, en ook zichzelf als de toekomstige leider van Saoedi-Arabië. Tijdens het bezoek, en met name in de vergaderingen met ambtenaren van het Congres en de veiligheids- en inlichtingendiensten gemeenschap wilde hij ook bouwen aan zijn eigen status als toekomstige koning en als de leider die aan het roer staat gedurende de uitvoering van zijn plan "Visie 2030" en daarna. Zijn doel was daarom ook de opvolger te zijn van de status van kroonprins Mohammad bin Nayef als de favoriet van de ambtenarij van Washington als de opvolger van koning Salman. Deze status is afgeleid van Washingtons eerbiediging van de Saoedische regels van erfopvolging, maar ook door de jarenlange en strakke samenwerking met de VS agentschappen in zaken van veiligheid en terrorisme bestrijding. Daarom, heeft Mohammad bin Salman een inspanning gedaan om zichzelf te projecteren als de voorkeur hebbende effectieve gesprekspartner in deze kwesties. Het feit dat aan Mohammad bin Salman werd toegekend ontmoetingen te hebben met President Obama, is een eer die meestal gereserveerd is voor staatshoofden. En de ontvangst met de rode loper toen hij ontvangen werd, geeft aan dat de regering hem nu als de waarschijnlijke toekomstige koning beschouwt, en wil daarom een dialoog met hem tot stand brengen om hem te beïnvloeden.
Irak
De oorlog tegen de Islamitische Staat
De bevrijding van Fallujah van de "Islamitische Staat" na een maand durende campagne (23 mei - 26 juni) kan worden gezien een belangrijke mijlpaal, maar is niet het "begin van het einde" en het zal zeker niet leiden tot een sterkere en meer verenigde Irakese staat. De campagne en de verwachte nasleep daarvan zal alleen maar de sektarische kloof in het land vergroten en het verdere conflict stimuleren, of in naam van de "Islamitische staat" of door de opvolger onder een andere naam
De openlijke Amerikaanse steun voor de Iraanse betrokkenheid [1] maakt ook dat de soennieten een anti-Amerikaanse houding innemen. Door het steunen van een militaire campagne tegen de soennieten waarbij de sjiitische milities en Iran een directe rol gespeeld hebben, vocht de door de VS geleide internationale coalitie tegen het symptoom -- de islamitische staat -- om daarmee ondertussen het hoofdprobleem eigenlijk te verergeren: de sektarische verdeeldheid in Irak. Dus zal de Amerikaanse betrokkenheid bij de campagne tegen Fallujah niet zorgen voor een Sunni dankbaarheid. Het zicht op de VS als pro-sjiitisch en pro-Iraans moest worden verbeterd door de verklaring van de Minister van Buitenlandse zaken John Kerry (op 28 juni), dat de Iraanse aanwezigheid in Irak nuttig was voor de Amerikaanse pogingen om de dreiging van de islamitische staat te verslaan en terug te dringen, en de sjiitische milities met lof te overladen door de speciale gezant, Brent McGurk van de Verenigde Staten, die is belast met het verslaan van de Islamitische Staat [2].
Veel soennieten -- in Fallujah en elders in Anbar provincie -- bekijken de Fallujah campagne als een onderdeel van een strategisch Iraans plan voor het overnemen, via haar Iraakse proxies, van Centraal- en West-Irak, van het Diala gouvernement op de grens van Irak-Iran tot aan de Iraaks-Syrische grens, om er een veilige landbrug te maken vanuit Iran via Syrië naar Libanon. Om dit te bereiken, moeten de soennieten in het westen van Irak worden verzwakt en de mogelijkheid geweigerd worden tot een zinvolle weerstand [3].
Geen einde aan de politieke patstelling te verwachten
De verlamming van het Iraakse Parlement bemoeilijkt verder de situatie. Het Parlement heeft geen overeenstemming bereikt over de samenstelling van een nieuw kabinet, en kon de begroting 2016 niet laten passeren. Terwijl Irak een warboel zal blijven onder de overgangsregering van al-'Abadi (net zoals Libanon "overleeft" zonder de verkiezing van een president), passeert er een beperkt budget 2016, een absolute voorwaarde voor de uitvoering van de overeenkomst die de regering met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) bereikte over een lage-rente lening van 5,4 miljard dollar en leningen van andere internationale instellingen.
Het Iraanse belang is om de controle te krijgen over de regering in Bagdad, en aan de ene kant vraagt dit om een relatief stabiel en samenhangend sjiitische establishment. Aan de andere kant versterkt Iran haar positie in Bagdad door het uitspelen van ene partij tegen de andere, en door zich te positioneren als de enige aanvaardbare bemiddelaar tussen de verschillende facties van de sjiieten. In de ogen van Teheran is Muqtada al-Sadr een losse flodder en al-'Abadi staat te dicht bij het westen en moet daarom in toom worden gehouden. Door het in stand houden van de instabiliteit van het sjiitische politieke systeem, probeert Iran de Iraakse afhankelijkheid van de sjiieten te overbruggen in de verschillen tussen de verschillende facties.
Daarom blijft er de sjiitische machtsstrijd zolang al-Sadr daar is. Dit is voor Iran en al-Sadr's rivalen duidelijk en vergroot de mogelijkheid dat zal worden getracht hem te vermoorden. In een dergelijk geval zal de reactie van die elementen in de sjiitische gemeenschap die hem momenteel ondersteunt gewelddadig en extreem worden, wat eventueel uiteindelijk zal leidde tot de totale instorting van het politieke establishment van de sjiieten, iets dat Iran probeert te voorkomen.
Iran en Hezbollah in Syrië en Irak
In tegenstelling tot haar enkelvoudige status als machtsbemiddelaar in Irak, betekent de situatie in Syrië en Libanon niet veel goeds voor de Iraanse strategie. Aangezien deze twee tonelen cruciaal zijn voor Irans regionale ontwerp, heeft het geen opties voor een exit-strategie, een terugtrekking of zelfs vermindering van de voetafdruk. Haar primaire agent, Hezbollah lijdt onder tegenslagen op alle fronten. Zonder de enorme Russische militaire steun in Syrië, zou Hezbollah haar toevlucht moeten nemen tot herhaalde tactische terugtrekkingen, maar zij en de Iraanse krachten lijden steeds meer onder dodelijke slachtoffers, gewonden en strijders die gevangen genomen worden door de Syrische soennitische rebellen. Daarnaast kennen de rebellen hun eigen land beter, een beperking van Hezbollah betreffende de mogelijkheid om meer troepen te implementeren in de meer kwetsbare gebieden van dit toneel. Niettemin, hecht Hezbollah waarde aan het verhogen van zijn voetafdruk in het Syrische strijdperk en kan het niet terug om het te verminderen -- zelfs als haar slachtoffers een toenemende ontevredenheid veroorzaken binnen het sjiitische Libanese kiesdistrict [4].
Iran gaat een nieuwe fase binnen in de oorlog met Syrië met een situatie waarin de Sovjet-Unie zich bevond in Afghanistan in 1985. Tot dat jaar kon de Sovjet-Unie geen beslissende overwinning behalen op de Mujahedin, maar ook niet de strijd op de grond verliezen. Net als de Sovjet-Unie in dat stadium van de Afghaanse oorlog, heeft Iran geen beslissende overwinning bereikt, maar wel een belangrijke binnenlandse oppositie tegen de oorlog gekregen en heeft geen extra middelen die de schaal kan laten doorslaan. In dit licht is onze prognose dat de huidige situatie in Syrië een patstelling wordt voor alle partijen op zijn minst in de komende maanden.
Israël - Syrië - Libanon
In deze omstandigheden dient een conflict met Israël niet de belangen van Iran, Hezbollah of Syrië. Daarom, hebben alle vier partijen (en Rusland) zichzelf aangepast naar een routine van tolerantie ten opzichte van de Israëlische aanvallen op Syrië en de Hezbollah doelen die Israël rechtstreeks in gevaar brengen of Israëls "strategische rand" bedreigen op het Syrisch-Libanese toneel. In een reeks van acties gericht op de verbetering van Israëls afschrikking, gehouden door de IDF in een uitgebreide oorlogsoefening (12-14 juni), gebaseerd op een scenario van confrontatie met de Hezbollah. Vervolgens troffen Israëlische vliegtuigen een Syrisch militair doel in de buurt van de Israëlische grens en heel ongewoon bracht men een communiqué uit dat het doel inderdaad tot het Syrische regime had behoord en was getroffen in reactie op beschietingen door de Syriërs in de buurt van de grensafscheiding.
Hezbollah lijkt zijn overwicht te verliezen zelfs binnen het Libanese theater zelf, waar het bijna onbetwist is geweest voor decennia. De teruggang van de Hezbollah in Libanon heeft het ook binnen de sjiitische gemeenschap verzwakt. Op hetzelfde moment heeft ook de grote (1,4 miljoen) Syrische soennitische vluchtelingenbevolking effectief de demografische situatie gewijzigd in Libanon, en een grote morrende bevolking gecreëerd voor wie Iran, de sjiieten en in het bijzonder de Hezbollah tot de voornaamste vijanden zijn gemaakt.
Syrië
Bashar Assad is uitdagend, maar heeft geen waanvoorstellingen
Op 7 juni gaf Bashar Assad een toespraak in het "nieuw gekozen" Syrische Parlement. Dit was zijn eerste grote toespraak sinds de ineenstorting van de vredesbesprekingen, welke gesponsord waren door de International Syrië Ondersteuning Groep (ISSG) in Genève in april. Assad heeft gezworen om elke centimeter van zijn land op de vijanden te heroveren, en hij verwierp het concept van een vreedzame overgang van macht, die de kern was van de aanpak van het ISSG tot de oplossing van de crisis.
Assad is niet -- zoals het US State Department impliciet beweert -- "misleidend". Hij ziet duidelijk geen militaire of politieke bedreiging voor zijn bewind. Hij kan rationeel iets negeren wat minister Kerry als "Plan B" heeft genoemd en dat oproept tot een geëscaleerde militaire actie als Assad blijft uitdagen, maar dit ontvangt geen steun van President Obama, die aarzelt om de Amerikaanse militaire betrokkenheid in Syrië te verhogen en het risico te nemen van schadelijk te zijn voor de Iraans-Amerikaanse betrekkingen en de nucleaire overeenkomst, die het middelpunt van Obama's buitenlands beleid nalatenschap.
Assad overweegt tevens zeer waarschijnlijk dat Hillary Clinton ontmoedigd is door haar Libische ervaring om nog eens in te grijpen, noch zal Donald Trump, die is ingesteld op een buitenlands beleid van een niet-interventionistische aanpak, of een actievere betrokkenheid in Syrië dan die President Obama zou ondernemen. Assad voelt zich daarom vrij de internationale inspanningen te belemmeren voor het toestaan van noodhulp aan de burgerbevolking die gevangen zit in de door rebellen bezette gebieden, en om in zijn toespraak van 1 augustus de deadline te weigeren, ingesteld door de VS voor het ontwikkelen van een plan van overgang dat moet leiden tot zijn terugtreden.
Assads houding, de grenzen aan de Amerikaanse en Russische en Iraanse interventies en het ontbreken van eventuele extra strijdkrachten die kunnen worden ingezet op het toneel om de balans te laten doorslaan, dat betekent dat de oorlog door zal malen. Daarom kan worden verwacht, dat in de komende maanden de Syrische inspanningen van een "etnische zuivering" van soennieten in het noorden blijven doorgaan en zelfs zullen escaleren, wat resulteert in een groeiende stroom van vluchtelingen naar Turkije, Libanon en Jordanië. Dit zal deze landen blijven destabiliseren en een uitdaging vormen voor een verzwakt Europa.
Iran
Nieuwe politieke benoemingen
Er kan van worden uitgegaan dat de Iraanse leiders begrijpen dat herstel van een volledige controle door het regime van Assad over alles van Syrië onrealistisch is en er is een onduidelijk "Plan B". Dit zou leiden tot de definitie van een "nuttig Syrië" als het stuk land van Damascus langs de Libanese grens via Homs naar Aleppo en langs de Syrische kust dat essentieel voor de bovengenoemde doelstellingen zou zijn. Dit "nuttige Syrië" echter, komt territoriaal niet overeen met het "nuttige Syrië" zoals Rusland dat ziet. Ruslands "nuttig Syrië" richt zich op het behoud van een levensvatbare "Alawistan", waardoor Rusland een bruggenhoofd heeft aan de Middellandse Zee en een aanwezigheid aan de Turkse grens.
Er is onenigheid binnen de Iraanse machtselite sinds de Syrische opstand zich begon te verslechteren tot een volwaardige burgeroorlog. De onenigheid is gericht op de omvang van de Iraanse investering van middelen ter ondersteuning van Assad waarvan in het herstel wordt beoogd en dat het regime de controle krijgt over het hele land.
De Islamitische Revolutionaire Garde Corps (IRGC), die domineerde in het beleid over Syrië, was ook de belangrijkste uitvoerder van het beleid door de Qods krachten en Hezbollah, en heeft deze doelstellingen ondersteund. Andere Iraanse machtsmakelaars -- met name gekoppeld aan het kamp Rouhani -- hebben gewaarschuwd tegen een Syrisch moeras en hebben zich verzet tegen de koppelverkoop van Iran aan Assads lot. Zij betogen dat hoewel het van strategisch belang is om te voorkomen dat Syrië in de handen valt van de radicale soennitische groepen, het niet verstandig is om aan te dringen op Assad aanblijven in functie, met name met het oog op zijn gebruik van chemische wapens tegen de eigen bevolking. (Het gebruik van chemische wapens is een gevoelige kwestie in Iran sinds het gebruik ervan door Saddam Hussain tegen de Iraniërs in de Iran-Irakoorlog.)
De recente benoeming van Rear Admiral Ali Shamkhani als militaire coördinator van de Fractie voor de gezamenlijke samenwerking van Syrië en Iran-Rusland, en het herschikken van het Ministerie van Buitenlandse zaken, kan duiden op een stap in de richting om het project meer flexibiliteit vis-à-vis het Syrische vredesproces te geven nog voordat de anti-Assad strijdkrachten militair verpletterd worden en een formele bereidheid om de mogelijkheid overwegen van een naoorlogs Syrië zonder Assad persoonlijk.
Dit werd geïmpliceerd in de verklaring door de Iraanse Minister van Buitenlandse zaken Javad Zarif na zijn ontmoeting met de Amerikaanse Minister van Buitenlandse zaken John Kerry, dat "er geen oplossing zal worden gevonden als we ons op een persoon [d.w.z. Bashar Assad] richten," en dat het proces zich moet "focussen op een institutionele spreiding van macht en de toekomstige vorm van "regeren", waardoor het mogelijk is de centrale plaats van de rol van een individu of etniciteit te verminderen of zelfs te elimineren."
Als Iran niet langer aandringt op Bashar Assad om aan de macht te blijven, kan dit de weg openen naar enige procedurele vooruitgang in de vredesonderhandelingen, die zijn geblokkeerd door het geschil over zijn toekomst, met de westerse mogendheden en de soennitische Arabische Staten door aan te dringen op zijn vertrek. De schade door de burgeroorlog is echter onomkeerbaar. Zelfs als er formules zijn gevonden die de onderhandelingen zouden vergemakkelijken, is de kern van de crisis of Syrië zal terugkeren om te worden gedomineerd of zelfs mede geregeerd door een minderheid van Alawieten. Het regime van Assad en Iran (en zelfs Rusland) kan niet een soennitisch gedomineerd Syrië aanvaarden wat onvermijdelijk wraak zou nemen op de Alevieten alle activa die Iran heeft opgebouwd in de afgelopen dertig jaar zou vernietigen.
De kwestie van financiële sancties
De Amerikaanse regering blijft bij haar vastberaden pogingen om het westerse bedrijfsleven ervan te overtuigen te investeren in Iran. In mei hadden John Kerry en de US Treasury Department ambtenaren een ontmoeting met de Europese bankiers in Londen om hen te vertellen dat er "legitieme zakelijke" dingen beschikbaar zijn voor hen in Iran en om "alle geruchten te verjagen" met betrekking tot de toekomstige Amerikaanse sancties tegen Iran. Het bericht van de regering was dat, zolang de banken hun normale ijver betonen, "ze niet gehouden worden tot enkele ongedefinieerde en ongepaste standaarden."
Niettemin blijft het internationale bankwezen Iran zien als risicovol en dreigt dat te blijven doen voor de nabije toekomst. Ongeacht de geloofwaardigheid van de garanties door de huidige Amerikaanse regering, die niet meer in functie hoeft te zijn na januari 2017, is er de onwil van de internationale financiële gemeenschap en beoordeelt Iran als een echt risico. Iran stond op de 130e plaats (van de 168) op de Transparency International "Indexcijfer van de perceptie in de corruptie" en op de 11de plaats van de Wereldbank "Ver van gemakkelijke zakendoen" lijst.
Gezien de huidige stand van zaken, zijn deze doelstellingen verre van haalbaar. De goedkeuring van het model van Irans Petroleum Contract (IPC) garandeert niet de uitvoering ervan, gezien het ondoorzichtige en informele karakter van de Iraanse economie. De doelstellingen van het regime in het Vijf-jaren Plan zijn ook niet duidelijk gedetailleerd en het is moeilijk om te zien hoe ze kunnen worden bereikt. Iran voldoet bovendien niet aan de regels van de taskforce voor financiële actie (FATF) zonder een fundamentele transformatie van de economische structuur, de essentie en het wereldbeeld van het regime. Rekening houdend met de structuur van het leiderschap, het overwicht van de opperste leider en de positie van de IRGC in economie, is zulk een stap onmogelijk.
De Koerdische Factor
De alliantie tussen de Patriottische Unie van Koerdistan (PUK) en de beweging voor verandering (Gorran), met de openlijke dominantie van de Barzani-clan op de Koerdische politiek, is uitdagend en verhoogt de druk op Massoud Barzani. Ter versterking van zijn populariteit onder de regionale Iraakse Koerdistan bevolking, zal misschien Massoud Barzani daarom toevlucht nemen tot "patriottische" handelingen, zoals spoedig het beloofde referendum te houden over de Koerdische onafhankelijkheid, waar PUK-Gorran niet kundig zal zijn zich daartegen te verzetten. Dit kan leiden tot "Kurexit" (Koerdische exit uit Irak), wat het resultaat kan geven van een niet goed-uitgedachte strategische planning, maar een Koerdische politieke machtsstrijd.
Israëlisch-Turkse "verzoening"
De Israëlisch-Turkse verzoening is een formele stap die zeker niet de gouden eeuw van de Israëlisch-Turkse betrekkingen zal doen herleven. Turkije zal Hamas blijven steunen en tegen Israël oproepen in de internationale fora, hoewel het zich aan de letter van de overeenkomst zal houden en van de economische mogelijkheden van de verzoening zal profiteren.
Het Franse vredesinitiatief
De kans dat de Franse vredesinitiatief slagen zal in de hervatting van het Israëlisch-Palestijnse vredesproces zijn zeer gering. Het Israelische standpunt blijft dat onderhandelingen direct tussen Israël en de Palestijnen moeten plaatsvinden, en niet via internationale fora. Het Franse initiatief zal echter een aanmoediging zijn voor de Palestijnse Autoriteit om alternatieve voorstellen verwerpen voor directe onderhandelingen, in afwachting van de internationale conferentie.
Terrorisme
De Golf van terroristische aanslagen door de islamitische staat tijdens de periode van dit verslag belicht de discrepantie tussen de situatie ter plaatse in Syrië en Irak en de dreiging van Islamitische Staat of door al-Qaida geïnspireerd jihadi terrorisme in de gevoelige landen. De meeste van de recente aanslagen vonden plaats in islamitische landen (Istanboel, Turkije in juni; Dhaka, Bangladesh in juni; Bagdad, Irak in juni, en Mekka, Qatif en Medina in Saoedi-Arabië op 4 juli) waar de mogelijkheid om zich te "profileren" voor potentiële aanvallers beperkt is en veiligheidsmaatregelen zwak zijn.
De uitleg die gepresenteerd wordt door de Amerikaanse regering over de aanvallen van de islamitische staat, die de "wanhoop" weerspiegelen bij het zien van de nederlagen in Syrië en Irak in de afgelopen maanden, is misleidend. Internationaal terrorisme "is angst zaaien in de harten van Allahs vijanden" en een kenmerk van de islamitische staat sinds het begin en het behoeft geen excuus van een militaire nederlaag in Syrië en Irak om dergelijke aanvallen te blijven uitvoeren. Bovendien waren deze aanslagen uiteraard al gepland vele weken of zelfs maanden van tevoren. De Islamitische Staat zal blijven proberen dergelijke aanvallen te verrichten volgens haar strategie voor het project van de jihad in het kerngebied van haar vijanden -- in Europa en op het grondgebied van de vijanden in het Midden-Oosten.
Spotlight op het Saoedische economische hervormingsplan
Adjunct-kroonprins Muhammad bin Salmans economische plan vertegenwoordigt veel meer dan alleen een economische verandering: het roept op tot niets minder dan een transformatie in de aard van het Saoedische Rijk en politieke orde door de oprichting van een economisch onafhankelijk burgerij. De ontwikkelingen in het opleidingsniveau van de Saoedi-Arabische bevolking en met name het potentieel van de Saoedische vrouwen door het invoeren van hogere niveaus van de beroepsbevolking, gekoppeld aan het hoge niveau van werkloosheid onder die delen van de samenleving, behoren tot de onuitgesproken drijfveren van het plan Visie 2030. Het doel van dit proces is een geleidelijke vervanging van de tanende traditionele tribale en klerikale machtsbasis van het regime door een jonge professionele economische machtsbasis uit bezorgdheid voor het hoge percentage aan (werkloze) jongeren in het land dat een recept zou zijn voor sociale onrust, samen met het verlies van invloed in de traditionele macht op wahabistische basis aan de meer radicale salafisme-geestelijken, die het land kunnen destabiliseren.
Mohammad bin Salman wil daarom de steun mobiliseren van de Saoedische technologisch geavanceerde samenleving en door het creëren van een groot aantal banen in de technologie. Op de sociale media vertoont het een aanzienlijke steun voor Mohammad bin Salman en zijn plannen onder de jongere Saoedi-Arabische bevolking, met inbegrip van hoge verwachtingen, dat de economische initiatieven zullen worden gevolgd door sociale verandering -- verlies van religieuze besturingselementen en sociale beperkingen, uitbreiding van de rechten van de vrouw en sociale mobiliteit. De Saoedi-Arabische leiders, hebben echter een dilemma: versnelde verandering zal de toorn van de conservatieve elementen in de elite verhogen, en te overwegen dat een gevoel onder de jongere bevolking dat de verandering te traag gaat tot een crisis in de verwachting en tot een latere instabiliteit zal leiden.
Dr. Shmuel Bar is senior research medewerker aan het Samuel Neaman Instituut voor Nationale Policy Studies aan het Technion in Haifa, Israël, en een veteraan van Israëls inlichtingengemeenschap.
[1] Minister van Buitenlandse zaken, John Kerry, verklaarde dat Iran zeer "nuttig" in Irak is geweest.
[2] McGurk zei dat de door Iran gesteunde sjiitische milities meestal nuttig zijn in Irak, hoewel sommige schurken zijn: allermeest werken zij onder de controle van de Irakese staat, maar ongeveer 15-20% van hen eigenlijk niet, "en die groepen zijn een fundamenteel probleem".
[3] Deze soennitische verdenking vindt steun in verklaringen van senior sjiitische Iraakse leiders zoals de voormalige PM Nouri al-Maliki, die met een hardhandig beleid ten aanzien van de soennieten in de Anbar provincie de opkomst voedde van de "Islamitische staat", en die nu de rol prijst van Iran en de sjiitische milities, en de Iraakse Sunni politieke leiders beschuldigt van steun aan het terrorisme.
[4] Hassan Nasrallah (26 juni): "De verdediging van Aleppo is de verdediging van de rest van Syrië, en is de verdediging van Damascus, daarbij is het ook de verdediging van Libanon en Irak. ... Het was noodzakelijk voor ons om in Aleppo te zijn en we zullen blijven in Aleppo. Wij zullen onze aanwezigheid in Aleppo verhogen... ".
© 2016 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten van de vertalers of Gatestone Institute. Geen enkel deel van de Gatestone-website of de inhoud ervan mag worden gereproduceerd, gekopieerd of gewijzigd, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Gatestone Institute.
Bron: Middle East Strategic Outlook - July 2016