door Robert Jones - 1 november 2016
"Idioten, sinds wanneer willen we dat niet-moslims rusten in vrede?" — Tweet na de dood van een Joods zakenman in Turkije.
Twee belangrijke Joden hebben de laatste tijd hun leven verloren: Shimon Peres, de negende president van Israël, en Ishak Alaton, een Joods zakenman uit Turkije.
Na het nieuws van de dood van deze twee mannen, snelden veel Turken naar Twitter om trots en openlijk te pronken met hun haat tegen Joden, volgens de Turkse nieuwssite Avlaremoz, die Joodse zaken bijhoudt.
Sommige van de Tweets die geplaatst werden na de dood van Peres op 28 september:
Sommige mensen proberen misschien deze haat van Turken tegen Peres te normaliseren door erop te wijzen dat Peres de leider was van de Israëlische staat. Echter, de reacties die veel Turken gaven op de sociale media nadat een Turkse zakenman van Joodse afkomst stierf, toont aan dat deze reacties gewoon rauwe Jodenhaat zijn, die weinig te maken hebben met het beleid van de staat Israël.
Ishak Alaton, een Turkse zakenman en investeerder van Joodse afkomst, geboren in Istanbul in 1927, stierf aan hartfalen op 11 september 2016 op de leeftijd van 89 jaar. Dit is hoe sommige Turken op Twitter afscheid van hem namen:
Alaton heeft enorm bijgedragen aan de Turkse economie en cultuur, alsmede aan inspanningen voor democratisering van het land.
Tussen 1947 en 1948 vervulde hij zijn militaire dienst in het Turkse leger, verplicht voor alle mannelijke Turken. Na zijn studie en werk in Zweden van 1951 tot 1954, keerde hij terug naar Turkije, was mede-oprichter van de Alarko groep van bedriijven, en had duizenden mensen in dienst.
Als prominent zakenman en filantroop kreeg Alaton de Zweedse orde van de Poolster en de Spaanse orde van burgerlijke verdienste. Maar hij gaf er de voorkeur aan om te leven in Turkije. Daar werd hij de voorzitter van één van de meest prominente ondernemingen in het land en van de Turkije Stichting van Economische en Sociale Studies.
De Turken die Jodenhaat uitspuwden na zijn dood, zijn er kennelijk van overtuigd dat geen aanklager in Turkije hen verantwoordelijk zal houden voor hun opmerkingen die oproepen tot haat en zelfs tot geweld tegen Joden. Ze lijken te denken dat ongeacht wat je zegt of schrijft over Joden, je ermee weg mag komen.
In feite lijkt het vieren van Joodse doden op de sociale media een traditie voor sommige Turken. Na een poging tot messteken op de Israëlische ambassade in Ankara op 21 september en de bomaanslag in Istanbuls Taksim district, waarbij drie Israëlische doden vielen, hadden veel Turkse Twitter-gebruikers weer Twitter gevuld met haatberichten.
Dit moet geen verrassing zijn: 71% van de Turkse volwassen bevolking heeft antisemitische houding, volgens de opiniepeiling van 2015 van de Anti-Defamation League Global 100 Poll.
"Ik denk niet dat er ooit een periode in dit land geweest is waarin antisemitisme en haat tegen Joden is afgenomen," zei Isil Demirel, een antropoloog uit Turkije en een auteur voor Avlaremoz. "En tijdens het huidige politieke klimaat is haatdragende taal tegen Joden in Turkije nog alledaagser."
De Joodse Gemeenschap in Turkije is ook blootgesteld aan dodelijke terroristische aanslagen door het toedoen van moslimgroepen. Op 6 september 1986, bliezen Palestijnse Arabische terroristen aangesloten bij de Abu Nidal organisatie een bom op en openden het vuur op de Neve Shalom-synagoge in Istanboel tijdens een Sabbatdienst; 22 mensen werden gedood.
Op 15 november 2003 lieten islamitische Turken en Al-Qaeda sympathisanten in de buurt gelijktijdige autobommen ontploffen buiten twee Istanbul synagogen - Neve Shalom en Beth Israël - beide gevuld met gelovigen. Ten minste 23 mensen werden vermoord en meer dan 300 gewond. Demirel schreef:
"De aanslagen op de synagogen in het bijzonder hebben gemaakt dat veiligheid een zelfs alarmerender probleem is voor de Joodse Gemeenschap. Dat is waarom, voor vele jaren, synagogen en andere Joodse instellingen werden beschermd door veiligheidsmaatregelen. De regering moet onmiddellijk antisemitisme erkennen als een haatmisdaad en strafrechtelijke sancties tegen de daders nemen. Ik denk dat dit is de belangrijkste stap om de Joodse Gemeenschap te helpen hier in vrede te wonen."
Maar gezien de antisemitische en anti-Israëlische verklaringen van de overheid in Turkije, lijkt het niet realistisch om te verwachten dat ze wetten gaan maken die dat antisemitisme als een overtreding erkennen in Turkije.
Bijvoorbeeld, op 18 juli 2014 zei de Turkse President Recep Tayyip Erdogan:
"De staat die het best weet hoe kinderen te doden is Israël. De voor de hand liggende realiteit is dat Israël het land is dat de vrede in de wereld en in het Midden-Oosten bedreigt. Israël is nooit pro-vrede geweest. Het heeft vervolgd en blijft vervolgen.
"Israël lijkt nu misschien de winnaar. Maar het zal uiteindelijk verslagen worden. Dit zal ook de Joden die in bepaalde delen van de wereld wonen, bezorgd maken. Wij als Turkije en ikzelf hebben - zolang ik weet - nooit een positieve weergave van Israël gehad."
Volgens een 2014 Pew Poll is Israël het meest gehate land in Turkije, met 86% van de respondenten die er een ongunstige weergave van de Joodse staat op na houdt, en slechts 2% die het positief bekijken.
Hoewel het Joodse volk niet is toegelaten tot het vrije en veilige leven in Turkije, hebben zij er millennia verbleven - zoals de Armeniërs en de Grieken, die ook vervolgd werden, en de Alevis en de Koerden die nu worden vervolgd.
"De Joodse aanwezigheid in Klein-Azië dateert van bijbelse tijden," schrijft Professor Franklin Hugh Adler. "Het wordt vermeld door Aristoteles en verschillende Romeinse bronnen, met inbegrip van Josephus.
"Joden hebben dit land in feite bewoond lang voor de geboorte van Mohammed en de islamitische veroveringen van de zevende en achtste eeuw, en voor die kwestie van de aankomst en de veroveringen van de Turken, beginnend in de elfde eeuw.
"Aan het begin van de Turkse Republiek, in 1923, was de Joodse bevolking 81.454. Niettemin is de huidige Joodse bevolking van Turkije afgenomen tot 15.000."
Veel verbale en fysieke aanvallen op de Joden hebben een belangrijke rol gespeeld in de Joodse emigratie uit Turkije. Deze omvat de "Burger Spreekt Turks"-campagne van de jaren 1930, de anti-Joodse pogroms van 1934 in Oost-Thracië, de dienstplicht van 1941-1942 van de "twintig klassen" (een poging om te ronselen de hele mannelijke niet-islamitische bevolking, met inbegrip van de ouderen en geesteszieken tijdens WO-II), en de 1942-1944 vermogensbelasting. Vandaag, onder de huidige islamitische regering is het leven voor de Joden in Turkije niet eenvoudiger dan vroeger.
Ondertussen hebben militanten die gekoppeld zijn aan de Islamitische Staat in het Sinaï-schiereiland onlangs een nieuwe video vrijgegeven met meer bedreigingen tegen de Joden en Israël. "Oh Joden, wacht je voor ons," dreigt de spreker in de video. "De straf is streng en binnenkort zult u een hoge prijs betalen."
Deze geschiedenis en verhalen leiden tot de vraag: wat is een radicale moslim en wat is een gematigde moslim? Gaat "radicaal" alleen over het feit van een gewapende militant? Kunnen moslims die niet deelnemen aan gewelddadige acties, maar die een uiterst hatelijke en moorddadige uitspraken hebben, worden beschouwd als "gematigd"? Of moeten hun hoogmoedige en genocidale uitspraken reden genoeg zijn om aan hen te denken als 'radicaal'?
Wat is dan het verschil tussen gewapende terroristen van de Islamitische staat, die Joden met een bloedbad bedreigen? En ongewapende Turkse Twitter-gebruikers die Joodse doden vieren en pleiten voor het uitmoorden van meer Joden?
Robert Jones, een expert over Turkije, woont momenteel in het Verenigd Koninkrijk.
Vertaling door W.J. Jongman en H. Sleijster
© 2016 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de vertalers of van Gatestone Institute.
Bron: Jews Die, Turks Celebrate