www.wimjongman.nl

(homepagina)

Onze Iraanse bondgenoten

13 juni 2016 | Door Lee Smith

 

Een sjiitische vechter uit de buurt van Fallujah, 28 mei

Vorige week begonnen foto's van Qassem Suleimani te circuleren in de sociale media, wat altijd een zeker teken is dat een Iraanse militaire campagne op het punt staat te starten ergens in het Midden-Oosten. En inderdaad, niet lang daarna richtten de door Iran gesteunde sjiitische milities, de Islamic Revolutionary Guard Corps eenheden en de Iraanse Basij militia, zich op Fallujah, de Iraakse stad met een Sunni-meerderheid die onder controle staat van de Islamitische Staat. Als Suleimani, de IRGC bevelhebber, in staat is om de ISIS-strijdkrachten te overwinnen, zoals hij dat deed in de campagne van Tikrit, dan is het grotendeels dankzij de Amerikaanse luchtsteun. Terwijl niemand toekeek bundelde de Obama-regering de Amerikaanse en Iraanse belangen.

Het Witte Huis zegt te vechten tegen ISIS, maar haar Iraanse en de door Iran gesteunde partners zeggen dat de oorlog gaat over het doden van soennieten. "Er zijn geen patriotten, geen echt religieuze mensen in Fallujah," zei de leider van een door Iran gesteunde sjiitische militie. "Dit is onze kans om Irak te ontruimen door het uitroeien van deze kanker in Fallujah." Dat klinkt niet als het soort bondgenoot die de Verenigde Staten zou moeten omhelzen. Dat klinkt alsof de Verenigde Staten een van partijen is in een sektarische oorlog, dus tegen de soennitische Arabische regionale meerderheid.

Er is geen manier om ISIS te verslaan, tenzij de regering de soennitische Arabische leiders zover krijgt, met name de stammen-sjeiks, om toe te treden tot de strijd. Alleen zij hebben de lokale strijdkrachten en de kennis om ISIS uitte roeien. Maar uiteraard kan geen tribale leider worden gelast om samen te werken tegen hun broeders in een soennitische burgeroorlog, zodat de sjiieten en de Iraniërs kunnen profiteren dat zij elkaars bloed vergieten. Om ISIS te vernietigen zal de Verenigde Staten moeten optreden tegen de sjiitische groepen die de soennieten terroriseren. Dat is precies hoe de beweging werkte. Maar dat is niet gebeurd met dit Witte Huis om dezelfde reden dat deze regering nooit zover kwam om de Syrische despoot Bashar al-Assad te verdrijven — Obama wil niet dat hun Iraanse bazen gek worden.

Let niet op het feit dat de soennieten verbijsterd en boos zijn. Door het samengaan met Iran en zijn bondgenoten tegen de soennieten, kunnen de Verenigde Staten de strijd tegen ISIS niet winnen. Het is een valse oorlog. De strijd van het Witte Huis tegen ISIS is een bedekking voor een politieke herschikking. Heel slim: Amerika en Iran zijn het eens (hoewel om verschillende redenen) dat de Islamitische Staat echt slecht is, en dus zijn ze bondgenoten in deze strijd, welke iedereen een kans geeft om te wennen aan de nieuwe realiteit. Amerika sluit zich aan bij Iran.

Er is enige verwarring over het Midden-Oostenbeleid van de Obama-regering. Het wordt begrepen als isolationistisch of "realistisch". In deze lezing wil Obama zich gewoon terugtrekken uit het Midden-Oosten. Waarom? Allereerst ziet hij de geallieerden in dat deel van de wereld als een last. Zoals hij uitgelegd heeft in het tijdschrift Atlantic, is Obama teleurgesteld in zijn vroegere vriend, de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. Saoedi-Arabië blijft klagen over Iran, maar vanuit het oogpunt van Obama zijn de ergste problemen van Riyadh allemaal intern, en hebben de Saoedi's die over zichzelf gebracht. En, zoals Obama het ziet, de premier van Israël is in een competitie met zichzelf als het gaat om arrogantie en ondankbaarheid. Waarom omgaan met deze jongens, als je het niet hoeft?

Bovendien, wat eens Amerika's belangrijkste strategische belang was in de regio, dat is veranderd. De Midden-Oosten olie is nog van vitaal belang voor de stabiliteit in de wereld, maar niet meer zo centraal als 40 jaar geleden. Amerika kan weg gaan uit het Midden-Oosten, wat een opluchting is gezien vanuit Obama's perspectief dat dit altijd een giftige mix was. Het is slecht voor zowel Amerika en het Midden-Oosten, meent hij, voor Washington om kracht uit te oefenen in de regio. Dus Amerika, goed of slecht, is op weg naar buiten, en ze bekijken het maar.

Fout. Obama staat er niet maar bij, een onpartijdige waarnemer die zojuist besloten heeft de Amerikaanse bondgenoten te verlaten — of in zijn eigen woorden "vrije lopers" — draaiend in de wind, terwijl Amerika zich wendt naar zijn binnenlandse aangelegenheden. En hij wisselt van zijde. De President speelt al enkele jaren voor de oppositie, en heeft de regering van de Verenigde Staten opgedragen, met inbegrip van zijn strijdkrachten, inlichtingendiensten en diplomatieke personeel, om aan de kant van Iran te gaan staan.

Het bewijs van de herschikking is er al een half decennium. Het Witte Huis lekte het nieuws van de Israëlische aanvallen op Iraanse wapenkonvooien en de doorvoer door Syrië die was bestemd voor Hezbollah. Jeruzalem was woedend, omdat men vreesde dat de publiciteit hen voor de tegenstanders voor schut zou zetten en hen zou aandrijven tot oorlog. Maar wat belangrijk was voor de Obama-administratie, was de Israëli's uit balans te houden en te bewijzen aan de Iraniërs dat Washington Benjamin Netanyahu kort aangelijnd had.

De regering deelde de inlichtingen met een door Hezbollah gecontroleerde eenheid van de Libanese strijdkrachten. En toen het Witte Huis eindelijk besloten had tot de ondersteuning van de Syrische rebellen, was het op voorwaarde dat ze alleen ISIS, en niet tegen Assad en zijn bondgenoten zouden vechten. En natuurlijk het belangrijkste stuk bewijs dat Obama van zijde gewisseld was, is dat het gezamenlijke alomvattend actieplan niet alleen Iran niets kost, maar Teheran zelf een meevaller kreeg van honderden miljarden dollars, geld dat wordt gebruik voor de oorlog tegen de Soennieten in Syrië en Irak.

Maar die meevaller, zeggen de Witte Huis supporters en de pers-surrogaten, is niet ons geld dat wordt gegeven. Het zijn Irans eigen bevroren middelen. Behalve... en hier is de zaak - dat het in de echte wereld niet uitmaakt wie het geld toebehoort, wat er toe doet is wie de controle erover heeft. En in dit geval had de Verenigde Staten de controle over de miljarden dollars die Iran wanhopig wilde. Geld is een krachtig instrument van dwingende diplomatie. Toen Obama de controle van dat geld weggaf, voegde hij toe aan Irans vermogen om oorlog te voeren.

Als Obama serieus was geweest over het stoppen van de oorlog in Syrië, zou hij de sancties hebben geconditioneerd met verlichting op Irans volledige terugtrekking. Als u niet wilt terugtrekken, prima. Dan krijgt u uw geld niet. Uw mensen zullen dan karton eten en van gras soep maken — zoals de burgers van Daraya die uw knecht Hezbollah heeft omcirkeld en uitgehongerd — en uiteindelijk zullen ze jullie lichamen door de straten van Teheran slepen. Maar dat was niet Obama's spel.

Nu wil Iran zijn geld, en de regering doet er alles aan om te helpen. Dat is waarom John Kerry feitelijk de investeringsbankier van Iran is geworden, met het verkopen aan de post-geïndustrialiseerde landen alle grote investeringsmogelijkheden die deze derde wereld sponsorstaat van terreur te bieden heeft. Het is een dieptepunt voor de Amerikaanse diplomatie en voor Amerika. In de Tweede Wereldoorlog leenden de Verenigde Staten aan de Bondgenoten geld en uitrusting tegen de nazi's. In het grootste conflict van de nog jonge 21e eeuw heeft de Obama-regering miljarden dollars vrij gegeven voor Iran om te gebruiken in hun oorlog tegen de soennitische Arabieren. Waarom? Omdat Obama Iran als een bondgenoot beschouwt.

En dat is de context waarin zijn beroemde Iran-deal moet worden begrepen. Het is slechts ten dele een onbeholpen deal betreffende Irans nucleaire wapenprogramma — het is ook vooral een belangrijke partnerschapsovereenkomst. Het is een blauwdruk voor een nieuwe uitlijning van de Amerikaanse belangen met Iran. Wij zien het zich ontvouwen in het gebied van Fallujah.

Bron: Our Iranian Allies | The Weekly Standard


printen??? spaar papier en inkt.