door Burak Bekdil - 26 oktober 2015
In 1908 werd het Ottomaanse Rijk onder de nieuwe naam van het Comité voor Eenheid en Vooruitgang (CUP) omgezet in een autocratische instelling met openlijk bedreigen van zijn critici, vooral de journalisten. In 1910 werden drie prominente journalisten, Hasan Fehmi, Ahmet Samim en Zeki Bey, die de tegenstanders van het regime leidden, vermoord. Verscheidene andere journalisten werden door misdadigers in elkaar geslagen in opdracht van de CUP.
Bij de verkiezingen drie jaar later, toen de partij haar meerderheid in het parlement verloor, verklaarden haar leiders de verkiezingen nietig. Daarop hebben groepen, vaak met knuppels in hun handen, de stembussen "bewaakt". Wonder boven wonder, steeg de CUP in de stemming tot 94 procent! Overwinning bracht echter geen geluk voor de partij. De leiders moesten uiteindelijk het land ontvluchten.
Meer dan een eeuw later, in 2015, verloor het nieuwe autocratische regime van Turkije, de regerende Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP), haar parlementaire meerderheid voor de eerste keer sinds zij aan de macht kwam in 2002. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan verklaarde dat praktisch tot nul en generlei waarde, net als in 1911 gebeurde, en riep op tot hernieuwde verkiezingen van op 1 november. En net als in 1908-1912 staan de journalisten in het centrum van de woede van de regering.
Op 6 en 8 september 2015 werden de kantoren en drukkerijen van Turkije's grootste dagblad Hurriyet bekogeld met stenen door honderden met stokken zwaaiende fans van Erdogan. Videobeelden van de aanval van 6 september tonen een parlementslid van de regeringspartij AKP, Abdurrahim Boynukalin, die de menigte leidde. In een felle toespraak aan de voorkant van het gebouw van de krant, zwoer Boynukalin dat het Dogan mediabedrijf [de eigenaar van Hurriyet] het "heel zwaar zal krijgen in Turkije" wanneer Erdogan extra uitvoerende bevoegdheden zal krijgen "ongeacht het verkiezingsresultaat op 1 november".
Andere videobeelden toonden Boynukalin sprekend tegen dezelfde menigte die Hurriyet aanviel. Verwijzend naar de Hurriyet columnist Ahmet Hakan [Hurriyet hoofdredacteur, Sedat Ergin], zei Boynukalin: "Ze hebben nog nooit een pak slaag gehad. Onze fout was dat we ze nooit geslagen hebben in het verleden. Als we hen geslagen hadden..."
Nou, vorige week werd Hakan geslagen door vier mannen, van wie er drie toevallig AKP-leden zijn. De populaire columnist, die 3,6 miljoen volgers heeft op Twitter, moest een operatie ondergaan vanwege zijn gebroken neus en ribben. Leden van de groep bekenden aan de politie dat zij in opdracht van een voormalige politieofficier Hakan hadden geslagen vanwege orders van belangrijke mannen in de staatsinrichting, met inbegrip van de inlichtingendienst en "de chef". Van de zeven mannen die betrokken zijn bij het beramen en uitvoeren van de aanval op Hakan, werden er zes onmiddellijk vrijgelaten.
Het blijft een mysterie, wie "de chef" is. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat de politie een enkel bewijs zal vinden dat de aanval werd bevolen door de AKP, of door een van haar hooggeplaatste leden. Evenmin zal er een politie- of inlichtingenofficier worden aangeklaagd voor het opdragen daarvan.
Pro-Erdogan en pro-AKP bewaking wordt steeds populairder onder deze gangsterachtige islamitische loyalisten van de partij. Columnist Mustafa Akyol schrijft:
"Het is al zorgelijk dat de cultuur van politiek geweld, die donkere precedenten heeft in de Turkse geschiedenis, wederom zijn lelijke gezicht vertoont... de campagne van haat die gaande is in de regeringsgezinde media (en sociale media) roept er onvermijdelijk om. Diep van binnen is het probleem dat dit AKP-tijdperk, dat begon als een bescheiden initiatief voor een hervorming, onlangs haar missie omvormde tot een historische 'revolutie'. Net als in de Franse Revolutie demoniseren ze het 'voormalige régime' en ook de 'reactionairen' die zogenaamd er naar luisteren. En nu, net als in de Franse Revolutie, zien we deze 'Jacobijnse' ideeën die vorm krijgen in de straten in de handen van het ordinaire 'straatvolk."
Sinds het begin van de 20e eeuw heeft Turkije veel gezien': een ingestort imperium, de geboorte van een moderne staat, een één-partij-regering, multi-partijen kiesstelsel, verschillende verkiezingen, drie militaire staatsgrepen, burgeroorlog langs politieke en etnische lijnen, onderdrukking door een of andere ideologie, en tientallen politieke leiders. Maar één kenmerk van de politieke cultuur van Turkije blijft aanhouden: Geweld.
President Erdogan is er waarschijnlijk niet al te ongelukkig mee. Hij denkt misschien dat hoe dieper de politieke polarisatie is, des te sterker zijn loyalisten zich zullen voelen om aan hem gehecht te zijn. Honderden Turkse en westerse politici hebben publiekelijk de aanval op Hakan veroordeel. Behalve Erdogan. Nauwelijks verwonderlijk.
Burak Bekdil is gevestigd in Ankara, is een Turkse columnist voor de Hürriyet Daily en medewerker aan het Middle East Forum.
Vertaling door W.J. Jongman en H. Sleijster
© 2015 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze website of een van de inhoud ervan worden verveelvoudigd, gekopieerd of gewijzigd, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Gatestone Institute.
Bron: Turkey's Thugocracy