24 april 2015 - door Caroline Glick
In een getuigenis vorige week voor het House Comité dat verantwoordelijk is voor de financiering van het State Department, heeft de Amerikaanse ambassadeur bij de VN, Samantha Power, erkend dat de Obama-regering wil afzien van het 50 jaar lange beleid van steun door de VS ten opzichte van Israël bij de Verenigde Naties.
Na de eindeloze moties van steeds maar weer ondersteuning van Israël, "als het er toe doet", weigerde Power de mogelijkheid uit te sluiten dat de VS de anti-Israël resoluties in de VN-Veiligheidsraad gaat steunen, die gaan om de Israëlische soevereiniteit en controle te beperken over de gebieden binnen de 1949-wapenstilstandslijnen – lijnen die onverdedigbaar zijn.
Dergelijke stappen zullen worden genomen, gaf zij aan, om te komen tot de oprichting van een door terroristen ondersteunde Palestijnse staat, waarvan de zogenaamd gematigde leiders geen van allen Israëls bestaansrecht erkennen, maar dagelijks oproepen tot haar verwoesting, en die de VN gebruiken voor het de-legitimeren van de Joodse staat.
Met andere woorden, de Obama-regering wil Israël in onverdedigbare grenzen terugdringen, onderwijl een staat oprichtend die zich tot de vernietiging ervan gezet heeft.
Over ongeveer een week zal Minister-President Binyamin Netanyahu's nieuwe regering worden beëdigd. De nieuwe regering zal geen rustige periode hebben voordat het zal worden opgeroepen om een beleid te smeden en ten uitvoer te leggen om Israël te leiden door de misschien wel meest zwaarste tijd in haar geschiedenis.
De ontwikkeling van middelen, om zo te gaan met onze verslechterende betrekkingen met de VS, is duidelijk een van de dringendste kwesties op de agenda. En het is niet de enige kwestie die de aandacht van onze leiders nodig heeft.
Israël moet snel duidelijke strategieën ontwikkelen als gevolg van de strategische verschuiving door de VS inzake hun bondgenoten: Iran's nucleaire project. Het moet ook de beginselen bepalen die de stappen begeleiden ten aanzien van de regionale instabiliteit en de dreiging die onze Arabische buren lijkt te overspoelen.
Het is verleidelijk om te geloven dat alles wat we moeten doen is wachten op Obama's aftreden, gezien het feit dat we op geen enkele manier weten hoe de VS zich zal gedragen zodra hij is afgetreden.
De Democratische partij is veel radicaler geworden onder Obama's leiding dan die voorheen was, voordat hij aantrad. Hillary Clinton kan heel goed de volgende president worden, met name als Jeb Bush de Republikeinse kandidaat is. En ze heeft getoond er geen enkel belang bij te hebben dat de partij terugkeert naar het centrum.
Als minister van buitenlandse zaken tijdens de eerste termijn van Obama was Clinton een volwaardige partner in zijn buitenlands beleid. Hoewel ze minder ideologisch gedreven was dan Obama lijkt te zijn, zijn er veel aanwijzingen dat haar fundamentele wereldbeeld hetzelfde is als het zijne.
Bovendien is de wereld veranderd sinds 2009. Het Midden-Oosten is veel vluchtiger en dodelijker. Het Amerikaanse leger is tot veel minder in staat dan het was voordat Obama in haar begrotingen hakte, en haar meest succesvolle commandanten verwijderde en met mantra's het moreel van zijn troepen vernietigde betreffende de diversiteit en apologetiek van het islamitisch terrorisme.
In het licht van deze gewijzigde omstandigheden zijn er in wezen twee belangrijke principes die vandaag onze leiders moeten begeleiden. In de eerste plaats moeten wij onze strategische afhankelijkheid van de VS verminderen. Ten tweede moeten we ons beleid uitbreiden en openlijk en vrijuit onze standpunten bekend maken aan het Amerikaanse publiek.
Op het eerste punt, met de noodzaak tot beperking van onze afhankelijkheid van Amerikaanse veiligheidsgaranties, werd dit pijnlijk duidelijk tijdens de operatie Protective Edge van afgelopen zomer.
Obama's inmenging in de militaire samenwerking tussen het ministerie van defensie en het Pentagon, en zijn besluit om een onofficieel wapenembargo op Israël te leggen middenin een oorlog, was een schokkende berisping naar de machtige stemmen binnen de generale staf van de IDF en politieke kringen die zeggen dat Israël kan en moet blijven vertrouwen op de VS voor steun in crisissituaties.
Onze behoefte om onze afhankelijkheid van de VS in grote mate te beperken, zal gevolgen hebben voor alles, vanaf onze binnenlandse militaire productie en ontwikkeling van industrieën tot aan inlichtingen en operationele samenwerking met de Verenigde Staten en andere overheden.
Het is ook absoluut noodzakelijk dat we een plan opstellen om onszelf af te wennen van Amerikaanse militaire hulp binnen de komende drie tot vijf jaar.
Netanyahu's critici blijven hem aanvallen voor zijn besluit om het al lang bestaande beleid te laten vallen om de geschillen met de regering van de VS te beslechten door stille diplomatie. Ze verwijten Netanyahu dat zijn besluit om publiekelijk lucht te geven aan Israëls verzet tegen Obama's nucleaire diplomatie een crisis veroorzaakte in de betrekkingen. Maar ze verwarren oorzaak en gevolg. Netanyahu had geen andere keuze.
Obama heeft duidelijk gemaakt door zowel woord en daad dat hij zich volledig inzet voor een beleid van het bereiken van ontspanning met Iran, door Iran toegang te geven tot de nucleaire club. Hij zal niet vrijwillig afzien van dit beleid, zoals zijn naaste medewerkers hebben erkend met het onderschrijven van dit beleid in zijn tweede termijn.
Onder deze omstandigheden is het al lang duidelijk dat stille diplomatie Israël niets brengt. Openlijke confrontatie met deze regering is de enige manier waarop Israël kan hopen de schade die dat regeringsbeleid gaat veroorzaken, te beperken. Door het publiekelijk meedelen van haar standpunten over de kwesties in het geschil, kan Israël de critici van de regering legitimiteit en ruimte bieden om te manoeuvreren met hun eigen kritiek op het beleid van Obama.
Het publieke debat in de VS met betrekking tot Obama's beleid om Iran te sussen, werd door Netanyahu's toespraak voor de gemeenschappelijke huizen van het Congres vorige maand omgevormd. Voordat hij naar de stad kwam, werden meestal de stemmen in de VS die waarschuwden tegen Obama's nucleaire diplomatie afgedaan als paniek zaaien. Netanyahu's toespraak heeft het gesprek in de VS op een fundamentele manier gewijzigd. Vandaag is Obama's nucleaire omgaan met Iran zeer controversieel en impopulair geworden.
En dit brengt ons bij de tweede brandende kwestie van wat de volgende regering nodig zal hebben en mee te kampen zal krijgen direct bij het aantreden: Iran.
Aangezien over Irans nucleaire wapenprogramma al meer dan een decennium is gesproken, was Israël in de veronderstelling dat er in de beleidsgemeenschap in Washington een voldoende aantal leden was die waren toegewijd aan een beleid om te voorkomen dat Iran nucleaire wapens ging maken, en dit beleid politiek onmogelijk zou maken om het te verwerven. Netanyahu's strategie voor het omgaan met het nucleaire programma van Iran was gecentreerd op de overtuiging dat die beleidsmakers dit onmogelijk zouden maken en op zouden treden, hetzij door middel van sancties op Iran of via andere middelen voordat Obama een deal met Iran zou sluiten welke het nucleaire programma een Amerikaanse goedkeuring zou geven.
In de afgelopen weken hebben we de ineenstorting van die veronderstelling gezien. De waardeloze behandeling van de Senaat over Obama's nucleaire overeenkomst aan 's werelds toonaangevende staatssponsor van terrorisme, laat zien dat Israëls operationele veronderstelling overdreven optimistisch is. Dus het beleid moet worden bijgewerkt.
Een bijgewerkt beleid moet worden gebaseerd op twee afspraken. Met als eerste dat de VS Iran niet zal stoppen in het verwerven van nucleaire wapens.
En ten tweede, als gevolg van Obama's inzet voor een nucleair onderdak bieden van Iran, zal op dit punt - tenzij Iran's nucleaire installaties worden vernietigd door middel van militair geweld - het een nucleaire mogendheid worden. Israëls overleven zal in het gedrang komen en een nucleaire wapenwedloop in de gehele regio zal daaruit voortvloeien.
Gegeven deze realiteit, moet Israëls publieke diplomatie niet langer worden gezien als een middel om te voorkomen dat Iran een kernmogendheid gaat worden. Daarentegen moet Israël het zien als een middel om de Amerikaanse wetgevers en anderen in staat te stellen om achter Israël te staan in het geval het militaire aanvallen verricht op Iraanse nucleaire wapens.
Openlijke ondersteuning voor Israël door het publiek in de VS en door politici en media zal het moeilijker maken voor de regering om schade aan Israël toe te brengen als vergelding voor een dergelijke actie.
Wat betreft de aanval zelf, moeten zowel de operationele als diplomatieke aspecten van een militaire actie worden berekend om het te maken tot de meest veranderende regionale dynamiek.
Afgelopen zomer bevond Israël zich in de strijd tegen Hamas in Gaza in alliantie met Egypte, Saoedi-Arabië, Jordanië en de Verenigde Arabische Emiraten, tegenover Hamas, Qatar, Turkije en de VS. De Arabische Staten dienden als Israëls rugdekking. Ze maakten het Israël mogelijk om de enorme druk van de Amerikaanse regering te weerstaan, die Israël wilde dwingen tot beëindiging van de gevechten op de voorwaarden van Hamas.
In de afgelopen weken hebben de media in Egypte en Saoedi-Arabië steun uitgesproken voor een Israëlische aanval op Iran's nucleaire installaties. Deze steun zal eveneens zitten in hulpvaardigheid in de nasleep van dergelijke aanval, en zal het opnieuw moeilijk maken voor Obama om wraak te nemen op Israël. Bovendien moet Israël kapitaliseren dat deze Staten zich verzetten tegen Iran's nucleaire wapenprogramma om hen te overtuigen om operationele steun te verlenen aan een Israëlische aanval op Iran.
Dit brengt ons uiteraard bij het volgende derde grote probleem op de agenda van de regering: principes formuleren om onze betrekkingen te regelen met de Arabische wereld.
Een ding is duidelijk: het doel dat alle vorige regeringen hadden in het verleden – dat Israël's hoogste doel moet zijn het ondertekenen van een vrede met onze buren - is niet relevant.
Onze buren zijn alle verzwolgen in oorlogen of crises die zijn aangedreven door binnenlandse tegenstanders. Deze tegenstanders hebben al-Qaeda omarmd, en de Islamitische Staat, en bijgevolg zijn hun binnenlandse geschillen met hun leiders omgevormd tot een existentiële strijd tussen een islamitische totalitarisme of een geregulierd autoritarisme.
Israëls beleid tot nu toe voor de behandeling van deze zaken is er een geweest van ondersteuning van de Egyptische militaire regering, en de Jordaniërs, om te voorkomen dat Iraanse-proxy's in Syrië Israël direct zouden aanvallen. Dit beleid is correct en moet blijven bestaan. Maar Israël moet ook beleid voeren waarmee het zichzelf kan beschermen in de afwezigheid van bevriende regimes in Amman en Caïro.
Daartoe moet Israël de situatie met de Palestijnen in Judea en Samaria stabiliseren. Israël moet ervoor zorgen dat er volledige militaire controle komt over deze gebieden om te voorkomen dat een overstroming vanuit Syrië is en het effect weerstaan van een potentiële stijging van jihadistische krachten in Jordanië. Wat betreft Gaza, moet Israël Gaza los gaan zien van Judea en Samaria, omdat het zich als een apart politiek lichaam gedraagt.
Gaza is een uitvalsbasis voor de mondiale jihad en is een bedreiging voor Israël en Egypte tegelijk. Dit moet ook als zodanig worden begrepen en behandeld.
Kortom, onder de huidige omstandigheden is het concept van gaan samenzitten en ondertekenen van een vredesakkoord met Syrië of Saoedi-Arabië absurd. Dus is ook de gedachte van het bereiken van een vredesakkoord met de Palestijnen een terugval naar een geheel andere tijd. Vandaag is de enige manier om de Palestijnen van Judea en Samaria gescheiden te houden van de chaos en jihad zoals die in de naburige staten is, om ze deel te laten worden van Israël. Als een voorbereidende stap op weg naar dat doel moet de volgende regering actie ondernemen om de Arabische Israëli's meer volledig te laten integreren in de Israëlische samenleving.
Daartoe zou Netanyahu er goed aan doen in zijn regering een islamitische Arabische minister te benoemen, die belast is om de Arabieren vollediger te laten integreren in de Israëlische maatschappij.
De wereld is veranderd sinds 2009. Amerika is veranderd. Het Midden-Oosten is veranderd. Israël wordt geconfronteerd met een scala aan uitdagingen en bedreigingen waarmee het nooit is geconfronteerd daarvóór. De volgende regering moet begrijpen dat de dynamiek van de situatie, en het beleid, op basis moet zijn van de wereld zoals het nu is, niet zoals het was, of zoals we zouden willen dat het was.